DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Alpaca Bouclé yarn
DROPS Alpaca Bouclé
80% alpaca, 15% wol, 5% polyamide
vanaf 2.94 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Almond Bliss

Gebreide trui in 1 draad DROPS Alpaca Bouclé en 1 draad DROPS Brushed Alpaca Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan. Maten XS - XXL.

Markeer maat:
DROPS 255-39

#almondblisssweater

DROPS Design: Patroon ab-157
Garengroep C + C of E
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL

GAREN:
DROPS ALPACA BOUCLÉ van garnstudio (behoort tot garengroep C)
250-250-250-300-300-350 g kleur 0100, naturel
En gebruik:
DROPS BRUSHED ALPACA SILK van garnstudio (behoort tot garengroep C)
125-125-125-150-150-175 g kleur 36, amandel

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 8 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 7 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 8 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 7 MM.
DROPS KABELNAALD.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
11 steken in de breedte en 15 naalden in de hoogte, met tricotsteek en 1 draad van elke kwaliteit op naald 8 mm = 10 x 10 cm.
12 steken in de breedte en 16 naalden in de hoogte, met tricotsteek en 1 draad van elke kwaliteit op naald 7 mm = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Alpaca Bouclé
DROPS Alpaca Bouclé
80% alpaca, 15% wol, 5% polyamide
vanaf 2.94 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.

RAGLAN:
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen. De nieuwe steken worden verder in tricotsteek gebreid.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig.
De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden en vanaf de rechter schouder achter. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden van boven naar beneden gebreid, in de rondte.

HALS:
Zet 56-56-60-60-68-68 steken op met rondbreinaald 8 mm, 1 draad DROPS Alpaca Bouclé en 1 draad DROPS Brushed Alpaca Silk (= 2 draden).
Ga verder met rondbreinaald 7 mm. Brei 4 naalden tricotsteek, 2 naalden boordsteek (2 recht, 2 averecht), brei dan tricotsteek tot de hals 6-6-6-7-7-7 cm meet.
Brei nu 1 naald van kabels als volgt: Brei A.1, dan 4-4-4-4-8-8 tricotsteken (= mouw), A.2, dan 16-16-18-18-18-18 tricotsteken (= voorpand), A.1, dan 4-4-4-4-8-8 tricotsteken (= mouw), A.2, dan 16-16-18-18-18-18 tricotsteken (= achterpand).
De naald begint op de rechter schouder achter. Voeg 1 markeerdraad in na de eerste 20-20-21-21-25-25 steken (ongeveer midden voor). Het werk wordt nu vanaf hier gemeten.

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 8 mm. Voeg 4 markeerdraden in, zonder de steken te breien, de draden worden ingevoegd in het midden van de 4 steken in elke A.1/A.2.
Er zijn 8-8-8-8-12-12 steken op elke mouw en 20-20-22-22-22-22 steken op de voor- en achterpanden. Ga verder in de rondte met tricotsteek, meerder voor de RAGLAN aan elke kant van de 4 steken met de markeerdraden – lees beschrijving hierboven. Meerder voor de raglan voor/na de 4 steken in elke overgang tussen het lijf en de mouwen iedere 2e naald in totaal 9-12-13-17-17-19 keer = 128-152-164-196-204-220 steken (= 8 steken gemeerderd op elke meerdernaald). Denk om de stekenverhouding.
Ga verder met meerderen als volgt:
Meerder voor de raglan iedere 2e naald op de voor- en achterpanden en iedere 4e naald op de mouwen (afwisselend 4 en 8 gemeerderde steken). Brei deze meerderingen in totaal 6-4-4-1-1-1 keer op de voor- en achterpanden; 3-2-2-0-0-0 keer op de mouwen.
Na de laatste meerdering zijn er 164-176-188-200-208-224 steken en de pas meet ongeveer 20-21-23-24-24-27 cm vanaf de markeerdraad.
Brei verder zonder verdere meerderingen tot de pas 21-22-23-24-25-27 cm meet vanaf de markeerdraad.

VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
Brei op de volgende naald dan als volgt: 0-0-0-1-3-4 recht (hoort bij het achterpand), plaats de volgende 32-36-38-40-40-42 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 4-6-6-6-8-8 steken op (in de zijkant midden onder de mouw), 50-52-56-60-64-70 recht (= voorpand), plaats de volgende 32-36-38-40-40-42 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 4-6-6-6-8-8 steken op (in de zijkant midden onder de mouw), brei de laatste 48-50-54-59-61-66 steken recht (= achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. Het begin van de naald is nu midden onder de mouw.

LIJF:
= 108-116-124-132-144-156 steken. Ga verder met tricotsteek in de rondte tot het werk 43-45-47-48-49-51 cm meet vanaf de markeerdraad. Ga verder met rondbreinaald 7 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht). Meerder tegelijkertijd 12 steken verdeeld op de eerste naald = 120-128-136-144-156-168 steken.
Brei boordsteek voor 7-7-7-8-8-8 cm, 4 naalden recht, kant dan ietwat losjes af met recht. De trui meet ongeveer 50-52-54-56-57-59 cm vanaf de markeerdraad en 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

MOUWEN:
Plaats de 32-36-38-40-40-42 mouwsteken van de hulpdraad aan een kant van het werk op rondbreinaald 8 mm en neem 1 steek op in elk van de 4-6-6-6-8-8 opgezette steken onder de mouw = 36-42-44-46-48-50 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 4-6-6-6-8-8 opgezette steken onder de mouw.
Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte.
Als de mouw 3-4-4-4-4-4 cm meet, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 11-5-5-5-5-4 cm in totaal 3-6-6-6-6-7 keer = 30-30-32-34-36-36 steken. Brei verder tot de mouw 37-37-36-35-34-33 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 7 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht). Meerder tegelijkertijd 2-2-4-2-4-4 steken verdeeld op de eerste naald = 32-32-36-36-36-40-40 steken. Als de boordsteek 7-7-7-8-8-8 cm meet, brei dan 4 naalden recht, kant dan ietwat losjes af met recht. De mouw meet ongeveer 44-44-43-43-42-41 cm.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 29.10.2024
Het patroon is aangepast - correctie bij de pas.
Gewijzigd online: 25.11.2024
Correctie bij het verdelen voor het lijf en de mouwen in de maten L-XL-SSL

Telpatroon

plaats 2 steken op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald = plaats 2 steken op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
Diagram for DROPS 255-39

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #almondblisssweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 255-39

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (8)

country flag Diana Johansen schreef:

Hej, Synes ikke jeg kan læse hvor ofte jeg skal sno, hvor mange pinde skal strikkes mellem hver snoninger. Mvh Diana

24.03.2025 - 19:03

DROPS Design antwoorde:

Hej Diana, der snos kun den ene gang som er beskrevet i opskriften :)

27.03.2025 - 12:12

country flag Micheline Lebeau* schreef:

A1 et A2 doivent ils être effectués tous les tours

29.12.2024 - 19:44

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Lebeau, les diagrammes A.1 et A.2 ne sont tricotés qu'une seule fois, à la fin du col. Bon tricot!

02.01.2025 - 14:22

country flag Mary Angela Kärreberg schreef:

Hej, Jag undrar kring flätorna. Det står i HALSKANT att man stickar 1 varv med fläta, A1 och A2 men nämns inte om det ska upprepas igen i oket. Frågan är, ska jag fläta varje varv när jag stickar raglan i oket eller är den enbart 1 gång i halskanten? Mvh Mary

30.11.2024 - 12:07

DROPS Design antwoorde:

Hei Mary. Du strikker bare fletten 1 gang (i halskanten). mvh DROPS Design

02.12.2024 - 10:18

country flag Irene Andreassen schreef:

Str L er oppført med 200 masker når bærestykket er ferdig og det skal deles til bol og ermer. Hvis jeg følger oppskriften har jeg 40 m på hvert erme og 58 m på for- og bakstykke. Det blir totalt 196 masker og jeg har da 4 masker til overs. Er det korrekt med 58 masker på for og bakstykke, eller skal det kanskje være 60 masker?

21.11.2024 - 08:16

DROPS Design antwoorde:

Hei Irene. Ja, her burde det kanskje ha vært 60 masker på fram -og bakstykket. Oppskriften er oversendt Design avd. for en dobbeltsjekk og de vil evnt komme med en oppdatering av oppskriften. mvh DROPS Design

25.11.2024 - 10:01

country flag Irene Andreassen schreef:

Jeg strikker str L, og har 200 masker før oppdeling til bol og ermer. Får det ikke til å stemme med maskeantallet som er oppført for str L, det virker som om det totalt blir 196 masker og ikke 200.

17.11.2024 - 23:50

country flag Karin Weber schreef:

Die Maschenzahl des Ärmels beträgt vor dem Rippenbündchen 36M.Dann heißt es Rippenmuster stricken und gleichzeitig in der 1. Runde 4 Maschen gleichmäßig verteilt abnehmen = 40 Maschen??????? Also abnehmen oder zunehmen??? Vielen Dank für Ihre freundliche und Schnelle Hilfe. Karin Weber

03.11.2024 - 12:38

DROPS Design antwoorde:

Liebe Frau Weber, hier sollte man zunehmen (von 36 auf 40 Maschen), deutsche Anleitung wird korrigiert, danke für den Hinweis. Viel Spaß beim Stricken!

04.11.2024 - 09:15

country flag Karin Weber schreef:

Bei der Halsblende wird angegeben nach 7 cm Länge: 4 Maschen für den Ärmel, 18 M Vorderteil, 4M Ärmel, 18 Maschen Rückenteil. Aber Anschlag 60 M.????????

29.10.2024 - 17:31

DROPS Design antwoorde:

Liebe Frau Weber, ja genau und dazu die 4 Maschen für die Diagramme A.1 und A.2 für die Raglanmaachen, dh A.1 (= 4 M), 4 Maschen glatt rechts (= Ärmel), A.2 (=4 M), 18 Maschen glatt rechts (= Vorderteil), A.1 (= 4 M), 4 Maschen glatt rechts (= Ärmel), A.2 (=4 M), 18 Maschen glatt rechts (= Rückenteil) = 4+4+4+18+4+4+4+18=60 Maschen. Viel Spaß beim Stricken!

30.10.2024 - 07:38

country flag Botrel schreef:

Je ne comprends pas comment augmenter de 1 maille avant et après le fil marqueur en faisant 1 jeté ???

28.10.2024 - 20:30

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Bretel, pour augmenter, on fait 1 jeté que l'on tricote torse au tour suivant, les augmentations du raglan se font avant et/ou après A.1/A.2, les fils marqueurs se trouvent au milieu des torsades. Continuez les torsades et augmentez soit de chaque côté de chacune des torsades soit avant/après ainsi. Bon tricot!

29.10.2024 - 09:12