DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Daisy yarn
DROPS Daisy
100% wol
vanaf 2.80 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 39.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Crystal Rain

Gebreide trui in DROPS Daisy. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met Europeaanse/diagonale schouders, Scandinavisch patroon en dubbele halsrand. Maten S - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 252-1

#crystalrainsweater

DROPS Design: Patroon da-020
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS DAISY van garnstudio (behoort tot garengroep B)
500-550-600-650-750-800 g kleur 02, marsepein
200-200-250-250-300-300 g kleur 19, marineblauw

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte, met tricotsteek/Scandinavisch patroon op de naald 4 mm = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Daisy
DROPS Daisy
100% wol
vanaf 2.80 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 39.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon toont het patroon aan de goede kant en wordt in tricotsteek gebreid.
Om te voorkomen dat het werk haar elasticiteit verliest wanneer u het kleurpatroon breit, is het belangrijk dat de draden aan de achterkant niet te strak zijn. Gebruik een naald in een maat groter wanneer u in patroon breit en het werk wordt wat te strak.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht in de voorste lus.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht in de achterste lus.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraadsteek als volgt:
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, brei de markeerdraadsteek recht, haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd).

TIP VOOR HET BREIEN:
Bij het breien van verkorte toeren ontstaat er een klein gaatje na elke keer dat het werk wordt gekeerd. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad aan te trekken en de techniek Duitse Verkorte toeren te gebruiken als volgt:
Haal de eerste steek averecht af, breng de draad over de rechter naald en trek goed aan vanaf de achterkant (2 lussen op de naald). Deze lussen worden samen gebreid op de volgende naald.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig.
Het werk wordt eerst heen en weer gebreid, zet steken op aan de achterkant van de hals en brei het achterpand van boven naar beneden met patroon. Meerder steken aan elke kant voor de schouders welke ietwat diagonaal worden. Het achterpand wordt tot de armsgaten gebreid en dan aan de kant gelegd.
Het voorpand wordt in 2 delen gebreid, neem eerst steken op over 1 schouder achter en meerder voor de halslijn. Dit wordt herhaald op de andere schouder, de 2 voorste delen worden samengevoegd als de halslijn klaar is en gebreid met patroon tot de armsgaten klaar zijn.
De voor- en achterpanden worden op dezelfde rondbreinaald gezet en het lijf wordt in de rondte gebreid.
Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten voor de mouwen, welke eerst heen en weer gebreid worden gebreid voor de mouwkop en dan verder in de rondte. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en de hals wordt in de rondte gebreid en op het einde dubbel gevouwen naar de binnenkant.

ACHTERPAND:
Het werk wordt heen en weer gebreid. Zet 39-41-43-45-47-49 steken op met rondbreinaald 4 mm en marsepein DROPS Daisy.
NAALD 1 (verkeerde kant): Averecht.
NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 3 (verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Brei 3 averecht, meerder 1 steek richting links, averecht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht.
Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 14-16-18-20-22-24 keer (28-32-36-40-44-48 naalden gebreid). Er zijn 95-105-115-125-135-145 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan de buitenkant aan een kant. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten! Brei 6 naalden met marsepein, zonder te meerderen.

Ga verder als volgt: 2 tricotsteken met marsepein, brei PATROON– lees uitleg hierboven – zoals te zien is in A.1 (9-10-11-12-13-14 herhalingen in de breedte), brei de eerste steek in A.1 (zodat het patroon symmetrisch is aan beide kanten), 2 tricotsteken met marsepein. Ga verder met dit patroon tot het werk 11-12-13-13-14-15 cm meet vanaf de markeerdraad en eindig met een naald aan de verkeerde kant. Let op welke naald dit is in het patroon. Meerder nu voor de armsgaten.

MEERDEREN VOOR DE ARMSGATEN:
NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei 2 recht met marsepein, meerder 1 steek richting links, brei A.1 tot er 2 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht met marsepein.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht en ga verder met A.1; de gemeerderde steken worden in A.1 gebreid.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 4 keer = 103-113-123-133-143-153 steken.
Ga verder in patroon tot het werk 14-15-16-16-17-18 cm meet, noteer op welke naald dit is in het patroon. Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad en brei het linker voorpand.

LINKER VOORPAND:
Vind de linker schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven en met de hulpdraad naar u toe; de linker kant van het werk = linker schouder.
Begin aan de goede kant bij de hals met marsepein en neem 1 steek op in elke gebreide naald op de linker schouder achter (aan de binnenkant van de buitenste steek) tot de schouder = 28-32-36-40-44-48 steken.
Alle afmetingen op het voorpand worden vanaf deze opneemnaald genomen.
Brei tricotsteek (met de eerste naald op de verkeerde kant).
Als het werk 9 cm meet, meerder dan voor de hals als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 4 keer (8 gebreide naalden) = 32-36-40-44-48-52 steken (de laatste naald aan de verkeerde kant).
Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad en brei het rechter voorpand.

RECHTER VOORPAND:
Begin aan de goede kant, aan de buitenkant van de schouder met marsepein en neem 1 steek op in elke gebreide naald op de rechter schouder achter (aan de binnenkant van de buitenste steek) tot de halslijn = 28-32-36-40-44-48 steken.
Alle afmetingen op het voorpand worden vanaf deze opneemnaald genomen.
Brei tricotsteek (met de eerste naald op de verkeerde kant).
Als het werk 9 cm meet, meerder dan voor de hals als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei tot er 3 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 4 keer (8 gebreide naalden) = 32-36-40-44-48-52 steken (met de laatste naald aan de verkeerde kant).
Voeg nu de 2 voorpanden samen.

VOORPAND:
Brei aan de goede kant, de 32-36-40-44-48-52 steken op het rechter voorpand, zet 31-33-35-37-39-41 steken op voor de halslijn, brei de 32-36-40-44-48-52 steken op het linker voorpand = 95-105-115-125-135-145 steken. Ga verder heen en weer gebreid met tricotsteek en marsepein tot het werk 14-14-14-16-16-16 cm meet vanaf de opneemnaald.
Ga verder als volgt: 2 tricotsteken met marsepein, brei A.1 (9-10-11-12-13-14 herhalingen in de breedte), brei de eerste steek in A.1 (zodat het patroon symmetrisch is) en 2 tricotsteken met marsepein. Brei tot het werk 23-24-25-27-28-29 cm meet vanaf de opneemnaald. Zorg ervoor dat de laatste naald dezelfde naald is als op het achterpand voordat u meerdert voor de armsgaten.

MEERDEREN VOOR DE ARMSGATEN:
NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei 2 recht met marsepein, meerder 1 steek richting links, brei A.1 tot er 2 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht met marsepein.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht en ga verder met A.1; de gemeerderde steken worden in A.1 gebreid.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 4 keer = 103-113-123-133-143-153 steken.
Ga verder in patroon tot het werk 26-27-28-30-31-32 cm meet, eindig op dezelfde naald als het achterpand. Voeg nu de voor- en achterpanden samen.

LIJF:
Ga verder met A.1 over de 103-113-123-133-143-153 steken op het voorpand. De 2 steken in marsepein worden nu in A.1 gebreid. Zet 7 steken op (in de zijkant midden onder de mouw), ga verder met A.1 over de 103-113-123-133-143-153 steken op het achterpand, de 2 steken in marsepein worden nu in A.1 gebreid, zet 7 steken op (in de zijkant midden onder de mouw) = 220-240-260-280-300-320 steken.
Ga verder in de rondte, brei A.1 over alle steken, met 22-24-26-28-30-32 herhalingen van A.1 in de breedte. Brei tot het voorpand 63-65-67-68-70-72 cm meet.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht), meerder 20-24-24-28-28-32 steken verdeeld op de eerste naald = 240-264-284-308-328-352 steken. Brei tot de boordsteek 6-6-6-7-7-7 cm meet. Kant af met recht.
Het voorpand meet 69-71-73-75-77-79 cm vanaf de opneemnaald. Het is 3 cm langer dan de gewenste lengte, omdat de opneemnaald niet op de schouder zit maar ietwat naar beneden op het achterpand. De trui meet ongeveer 66-68-70-72-74-76 cm.

MOUWEN:
De mouw wordt van boven naar beneden gebreid.
Leg het werk plat neer en voeg 1 markeerdraad in op de bovenkant van het armsgat (LET OP! Dit is niet in de opneemnaald op het voorpand maar ongeveer 6 cm naar beneden op het voorpand).
Gebruik rondbreinaald 3 mm en marsepein. Begin in het midden van de opgezette steken onder de mouw, neem 88-92-98-102-106-110 steken op rondom het armsgat, met een gelijk aantal steken aan beide kanten van de markeerdraad. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de opgezette steek en neem de markeerdraad mee op de bovenkant van het armsgat over de middelste steek op de naald – met een gelijk aantal steken aan elke kant.
Brei tricotsteek heen en weer gebreid met verkorte toeren voor de mouwkop, beginnend midden onder de mouw als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot 10-10-12-12-12-14 steken voorbij de markeerdraadsteek op de bovenkant van het armsgat, keer het werk – lees TIP VOOR HET BREIEN.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot 10-10-12-12-12-14 steken voorbij de markeerdraadsteek, keer het werk.
NAALD 3 (goede kant): Brei recht tot 4 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk.
NAALD 4 (verkeerde kant): Brei averecht tot 4 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk.
Herhaal NAALDEN 3 en 4 tot u in totaal 14 keer heeft gekeerd (7 keer aan elke kant, met de laatste naald aan de verkeerde kant).

NA DE LAATSTE KEER KEREN:
Brei recht naar het begin van de naald (midden onder de mouw).
Brei A.1 in de rondte over alle steken; het patroon past niet onder de mouw. Tel uit vanaf de markeerdraadsteek op de mouw om te bepalen waar het patroon onder de mouw moet beginnen – de markeerdraadsteek moet overeen komen met de middelste steek in A.1. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 1 cm meet vanaf het samenvoegen, minder dan 2 steken aan elke kant van de markeerdraadsteek onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2e naald 4 keer, dan iedere 3-2½-2-2-2-1½ cm 11-12-13-14-15-16 keer = 58-60-64-66-68-70 steken.

Brei verder tot de mouw 46-44-43-41-39-38 cm meet vanaf de schouder. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht), meerder tegelijkertijd 6-8-4-6-4-8 steken verdeeld op naald 1 = 64-68-68-72-72-78 steken. Als de boordsteek 6-6-6-7-7-7 cm meet, kant dan af. De mouw meet ongeveer 52-50-49-48-46-45 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

HALS:
Gebruik rondbreinaald 3 mm en marsepein. Begin aan de goede kant op een schouderlijn en neem 112 tot 136 steken op aan de binnenkant van 1 steek – het aantal steken moet deelbaar zijn door 4. Brei boordsteek in de rondte (2 recht, 2 averecht) voor 9-9-9-10-10-10 cm. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en kant ietwat losjes af.
Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en hecht naar beneden vast met een aantal steken bij elke schouder.

Telpatroon

marsepein = marsepein
marineblauw = marineblauw
middelste steek (geldt voor de mouwen) = middelste steek (geldt voor de mouwen)
Diagram for DROPS 252-1
Diagram for DROPS 252-1

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #crystalrainsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 252-1

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (29)

country flag Anne-Christine schreef:

Je pense que j’ai compris la bêtise que j’ai faite dès le début, désolée. Je recommence!

01.05.2025 - 02:59

country flag Anne-Christine schreef:

Bonjour! Je suis arrivée au stade de la réunion du dos et du devant, et les motifs du jacquard ne tombent pas juste. J’ai sans doute fait une erreur dès le début : comment et où doit-on commencer le jacquard au début? Merci de votre réponse

01.05.2025 - 01:43

country flag Maria Tagliavia schreef:

È possibile realizzare questo modello 252-1 per un uomo? È possibile usare la lana baby merino? Quali modifiche devo fare?

03.02.2025 - 09:50

DROPS Design antwoorde:

Buonasera Maria, per un'assistenza così personalizzata può rivolgersi al suo rivenditore DROPS di fiducia. Buon lavoro!

03.02.2025 - 16:16

country flag Margherita Navarra schreef:

Buongiorno, non riesco a capire come iniziare il MOTIVO da 10 m, avendo sui ferri 115 m., come devo gestire le 5 m. in più? Inizio e lavoro le prime 2 maglie con il colore marzapane, poi lavoro il MOTIVO di 10 maglie, ma la 1° maglia di A.1 la lavoro dopo il MOTIVO ed è la 13ma maglia? Poi riprendo con le ripetizioni di A.1 e le ultime 2 maglie le lavoro come le prime? Ringrazio e saluto

24.01.2025 - 12:57

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Margherita, le 5 maglie in più corrispondono alle 2 maglie a maglia rasata all'inizio di ogni ferro e la 1° maglia di A.1 che viene chiesto di lavorare prima delle ultime 2 maglie a maglia rasata. Buon lavoro!

25.01.2025 - 10:19

country flag Johanna schreef:

Hallo! Ich verstehe noch nicht, wie der Rand am Rumpf gestrickt wird. Soll ich das Muster bis in die Randmaschen stricken, oder soll der Rand, 2 und drei Maschen, Marzipan bleiben?

24.01.2025 - 09:13

DROPS Design antwoorde:

Liebe Johanna, beim Rückenteil stricken Sie 2 M Marzipan, dann wiederholen Sie A.1 bis 3 Maschen ürbig sind, dann stricken Sie die 1. Masche A.1 und 2 Maschen Marzipan. So wird man immer 2 Maschen glattrechts im Marzipan stricken und dazwischen das Muster wie in A.1. Viel Spaß beim Stricken!

24.01.2025 - 09:59

country flag Andine schreef:

Hello, is it okay if I just get too many stitches on my needle? Mine is 21 sts and 29 rows. Thanks...

20.01.2025 - 04:11

DROPS Design antwoorde:

Dear Andine, tension to this pattern is 21 stitches for 10 cm, so it's correct, tension in height should be 29 rows, if you cannot get the 28 rows, then you might need somewhat more yarns than required because of this difference; then just measure piece as height is given here in cm. Happy knitting!

20.01.2025 - 08:54

country flag Jeannette schreef:

Hallo. Nach den 6 Reihen Marzipan am Rückenteil, mit dem Muster beginnen. Das Muster beginnt aber nochmal mit 4 Reihen Marzipan….oder dann sofort nach den 6 Reihen mit Reihe 5 im Muster starten? Bin verwirrt. Danke

12.11.2024 - 08:49

DROPS Design antwoorde:

Liebe Jeannette, so haben Sie 10 Reihen mit Marzipan vor der 1. Reihe mit 2 Farben, dh 6 Reihen nach der Markierung + die 4 ersten Reihen A.1. Viel Spaß beim Stricken!

12.11.2024 - 15:44

country flag Franzi schreef:

Hallo, ich habe eine Frage bezüglich des Strickens vom Hinterteil. Nach der Zunahme für die Armausschnitte sollen die zugenommenen Maschen in der Muster integriert werden. Wie Mache ich das? Ich habe ja nur zwei Maschen zugenommen? Vielen Dank!

29.10.2024 - 19:40

DROPS Design antwoorde:

Liebe Franzi, am Anfang einer Hin-Reihe werden die neuen Maschen wie die letzte Masche vom Diagram gestrickt und am Ende einer Hin-Reihe werden die neuen Maschen wie die ersten Maschen von einem neuem Rapport gestrickt. So bei den Rückreihen stricken Sie am Anfang der Reihen die neuen Maschen wie die letzten Maschen (links nach rechts gelesen) und am Ende wie die ersten Maschen. Viel Spaß beim Stricken!

30.10.2024 - 08:11

country flag Ellen Elens schreef:

Bedankt voor het antwoord. Jammer!

10.10.2024 - 19:06

country flag Ellen schreef:

Hele mooie trui. Is er ook een versie die van beneden naar boven gaat?

08.10.2024 - 21:39

DROPS Design antwoorde:

Dag Ellen,

Nee, helaas is er alleen een versie van boven naar beneden.

10.10.2024 - 18:45