Moon Mist#moonmistsweater |
|
![]() |
![]() |
Gebreide trui in DROPS Lima en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, dubbele halsrand en split in de zijkanten. Maten S - XXXL.
DROPS 245-7 |
|
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = 2 naalden recht. RAGLAN-1: Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid! Meerder 1 steek voor/na de 4 markeerdraadsteken – hierna raglansteken genoemd. De raglansteken worden altijd in tricotsteek gebreid. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, welke gedraaid wordt gebreid zoals beschreven hieronder, brei daarna de raglansteken in tricotsteek. Aan de verkeerde kant: VOOR de raglansteken: Brei averecht in de achterste lus – geen gaatje. NA de raglansteken: Haal de omslag van de linker naald af en zet hem gedraaid terug op de naald (voeg de linker naald in de achterkant als u hem terug zet). Brei averecht de voorste lus – geen gaatje. Aan de goede kant: VOOR de raglansteken: Haal de omslag van de linker naald af en zet hem gedraaid terug op de naald (voeg de linker naald in de achterkant als u hem terug zet). Brei de steek recht in de voorste lus (De steek draait naar rechts) – geen gaatje. NA de raglansteken: Brei de achterste lus recht (De steek draait naar rechts.) – geen gaatje. RAGLAN-2: Meerder 1 steek voor/na de raglansteken op het voorpand/achterpand (niet op de mouwen). Raglan-2 wordt aanvullend op raglan-1 gebreid. Brei dan als volgt: VOOR de raglansteken: Brei tot er 3 steken over zijn voor de raglansteken, gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen. Neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus – geen gaatje. NA de raglansteken: Brei 3 steken voorbij de raglansteken (als er omslagen zijn, worden deze niet als steken geteld), gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen. Neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus – geen gaatje. TIP VOOR HET MEERDEREN: Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. De halslijn wordt eerst heen en weer gebreid met de rondbreinaald en van boven naar beneden. Er worden nieuwe steken opgezet voor de halslijn. Dan wordt de pas verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald vanaf midden achter. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald tot de split aan elke kant. De voor- en achterpanden worden apart heen en weer gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald. De hals wordt op het einde gebreid. HALSLIJN: Zet 62-64-66-68-70-72 steken op met rondbreinaald 5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (2 draden). Voeg 4 markeerdraden en 1 markeerder in als volgt: Tel 1 steek, voeg 1 markeerdraad in, in de volgende steek, tel 16 steken (mouw), voeg 1 markeerdraad in, in de volgende steek, tel 12-13-14-15-16-17 steken, voeg 1 markeerdraad in (midden achter), tel 12-13-14-15-16-17 steken voeg 1 markeerdraad in, in de volgende steek, tel 16 steken (mouw), voeg 1 markeerdraad in, in de volgende steek = 1 steek over na de laatste markeerdraad. Deze markeerdraadsteken worden nu raglansteken genoemd. Brei heen en weer als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht en meerder voor RAGLAN-1 aan elke kant van de 4 raglansteken – lees beschrijving hierboven (8 gemeerderde steken), zet 2 steken op aan het einde van de naald = 72-74-76-78-80-82 steken. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht (de omslagen worden gebreid zoals beschreven onder Raglan-1), zet 2 steken op aan het einde van de naald = 74-76-78-80-82-84 steken. NAALD 3 (goede kant): Brei recht en meerder voor RAGLAN-1 aan elke kant van de 4 raglansteken (8 gemeerderde steken), zet 2 steken op aan het einde van de naald = 84-86-88-90-92-94 steken. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei averecht, zet 2 steken op aan het einde van de naald = 86-88-90-92-94-96 steken. NAALD 5 (goede kant): Brei recht, meerder voor RAGLAN-1 aan elke kant van de 4 raglansteken (8 steken gemeerderd), zet 3 steken op aan het einde van de naald = 97-99-101-103-105-107 steken. NAALD 6 (verkeerde kant): Brei averecht, zet 3 steken op aan het einde van de naald = 100-102-104-106-108-110 steken. NAALD 7 (goede kant): Brei recht, meerder voor RAGLAN-1 aan elke kant van de 4 raglansteken (8 steken gemeerderd), zet 8-10-12-14-16-18 steken op aan het einde van de naald = 116-120-124-128-132-136 steken. Brei tot de markeerdraad midden achter. De halslijn is klaar en u heeft 4 keer voor raglan-1 gemeerderd aan elke kant van de 4 raglansteken. PAS: Ga verder met tricotsteek in de rondte vanaf midden achter. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. LET OP: U gaat nu meer steken meerderen op het voorpand/achterpand dan op de mouwen, dus u breit nu RAGLAN-2 aanvullend op RAGLAN-1. Lees de volgende 3 paragrafen door voordat u verder gaat. Meerder voor RAGLAN-1 aan elke kant van de 4 raglansteken iedere 2e naald 3-5-8-13-13-11 keer (dus, 7-9-12-17-17-15 keer inclusief de 4 meerderingen op de halslijn). Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald, voor RAGLAN-2 op de voor- en achterpanden – lees beschrijving hierboven (RAGLAN-2 wordt aanvullend gebreid op RAGLAN-1). Meerder voor RAGLAN-2 iedere 12e-12e-14e-10e-8e-8e naald in totaal 2-2-2-4-5-6 keer. U heeft 3-5-8-13-13-11 keer gemeerderd voor RAGLAN-1 na de halslijn. Ga verder met meerderen voor RAGLAN-1 iedere 2e naald, maar iedere tweede meerdering wordt alleen gebreid op de voor- en achterpanden (dus meerder op het voorpand/achterpand iedere 2e naald en op de mouwen iedere 4e naald). Meerder zo 14-14-12-8-10-14 keer op het voorpand/achterpand (7-7-6-4-5-7 keer op de mouwen) – denk om RAGLAN-2. U heeft nu in totaal 23-25-26-29-32-35 keer op het voorpand achterpand gemeerderd (inclusief RAGLAN-2) en 14-16-18-21-22-22 keer op de mouwen. Na alle meerderingen voor RAGLAN-1 en RAGLAN-2 zijn er 232-252-268-296-316-332 steken (70-76-80-88-96-104 steken op de voor- en achterpanden tussen de raglansteken en 44-48-52-58-60-60 steken op de mouwen). Ga verder met tricotsteek, zonder verdere meerderingen tot het werk 22-24-25-26-28-30 cm meet, gemeten midden achter vanaf de opzetrand. Verdeel het werk voor het lijf en de mouwen als volgt: brei 36-39-41-45-49-53 recht (helft van het achterpand), plaats de volgende 44-48-52-58-60-60 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-14 steken op (in de zijkant onder de mouw), brei recht 72-78-82-90-98-106 (voorpand), plaats de volgende 44-48-52-58-60-60 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-14 steken op (in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 36-39-41-45-49-53 steken recht (helft van het achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten! LIJF: = 160-172-184-200-220-240 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-14 opgezette steken onder elke mouw. Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte – ze worden gebruikt voor de split aan elke kant. Ga verder in tricotsteek in de rondte tot het lijf 21-21-22-23-23-23 cm meet vanaf de scheiding. Verdeel nu het werk op beide markeerdraden en eindig elk deel apart. Plaats het voorpand op rondbreinaald 3.5 mm en laat het achterpand op de naald staan. VOORPAND: = 80-86-92-100-110-120 steken. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 25-27-29-31-35-37 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 105-113-121-131-145-157 steken. Brei de eerste naald als volgt aan de verkeerde kant: 1 RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 1 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 averecht en 1 ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 8 cm. Kant af. U kunt Italiaans afkanten. De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder. ACHTERPAND: Plaats de 80-86-92-100-110-120 steken op rondbreinaald 3.5 mm en brei op dezelfde manier als het voorpand. MOUWEN: Plaats de 44-48-52-58-60-60 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-14 opgezette steken onder de mouw = 52-56-62-68-72-74 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder de mouw. Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 4-4-4-2-2-3 cm meet, minder dan 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 7-5-3½-3-2½-2 cm in totaal 4-5-7-9-10-10 keer = 44-46-48-50-52-54 steken. Brei verder tot de mouw 31-29-28-28-26-24 cm meet vanaf de scheiding (of tot de gewenste lengte voor de boordsteek. Er is 12 cm over). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei 1 naald recht en meerder 20-20-20-20-24-24 steken verdeeld = 64-66-68-70-76-78 steken. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 12 cm. Kant af op dezelfde manier als op het voorpand/achterpand. De mouw meet ongeveer 43-41-40-40-38-36 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier. DUBBELE HALSRAND: Begin midden achter en neem aan de goede kant 100-104-108-112-116-120 steken op rondom de hals, met korte rondbreinaald 3.5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (2 draden) – het aantal steken moet deelbaar zijn door 4 – overeenkomend met de boordsteek voor de raglansteken zodat deze doorlopen in de boordsteek (aan de goede kant gezien) en u heeft een oneven aantal steken tussen elke raglansteek zodat de boordsteek mooi doorloopt. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 15 cm. Kant af. Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en hecht vast met een aantal steken in elke raglanlijn. |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #moonmistsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 32 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 245-7
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.