DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 5 prachtige garens!
Product image DROPS Lima yarn
DROPS Lima
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.15 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 38.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Variety

Gebreide trui voor heren in DROPS Lima of DROPS Karisma. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid, met Europeaanse/diagonale schouders, reliëfpatroon en dubbele halsrand. Maten S - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 233-24

#varietysweater

DROPS Design: Patroon li-155
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS LIMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
900-1000-1050-1150-1250-1350 g kleur 0206, tarwe

Of gebruik:
DROPS KARISMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
900-1000-1050-1150-1250-1350 g kleur 77, licht eiken

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS KABELNAALD – voor de kabels.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Lima
DROPS Lima
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.15 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 38.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------


PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE GOEDE KANT:
NA DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting links.
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem draad op vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus.
VOOR DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting rechts.
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE VERKEERDE KANT:
NA DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting links.
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem draad op vanaf de achterkant en brei averecht in de voorste lus.
VOOR DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting rechts.
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem draad op vanaf de voorkant en brei averecht in de achterste lus.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het bovenste deel van het achterpand wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden tot de armsgaten klaar zijn. Er worden steken opgenomen over elke schouder voor het voorpand, zet dan op voor de hals en het voorpand wordt verder heen en weer gebreid met de rondbreinaald tot de armsgaten klaar zijn. De voor- en achterpanden worden samengevoegd en het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten, de mouwkop wordt heen en weer gebreid en dan worden de mouwen verder in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop. De hals wordt op het einde gebreid.

ACHTERPAND:
Zet 39-39-43-43-47-47 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Lima of DROPS Karisma. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant.
Voeg 1 markeerdraad in, aan de binnenkant van de buitenste 3 steken aan elke kant. De markeerdraden blijven steeds aan de binnenkant deze 3 steken terwijl u verder breit in de hoogte.
Brei de eerste naald aan de goede kant als volgt: Brei A.1A, meerder NA de markeerdraad op het begin van de naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE GOEDE KANT, brei A.1B 8-8-9-9-10-10 keer, A.1C en meerder VOOR de markeerdraad aan het einde van de naald – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE GOEDE KANT.
Op de volgende naald (verkeerde kant) meerdert u op dezelfde manier – lees TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE VERKEERDE KANT.
Ga verder in patroon en meerder zowel aan de goede als de verkeerde kant in totaal 30-34-36-40-42-46 keer – brei de gemeerderde steken in A.1B, zorg ervoor dat er minstens 3 tricotsteken zijn aan de buitenkant van elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
LET OP: Als A.1A, A.1B en A.1C klaar zijn in de hoogte, herhaal dan A.1 in de hoogte, met ruimte voor nog 4 herhalingen van A.1B in de breedte elke keer als A.1 herhaald wordt in de hoogte.
Na de laatste meerdering zijn er 99-107-115-123-131-139 steken en meet het werk ongeveer 11-12-13-14-15-16 cm vanaf de opzetrand.
Ga verder in patroon tot de armsgaten 10-10-10-10-11-12 cm meten (het werk meet ongeveer 21-22-23-24-26-28 cm vanaf de opzetrand midden achter) – eindig na een naald aan de verkeerde kant.
Brei A.2 heen en weer gebreid over alle steken.
Als A.2 klaar is, brei dan als volgt aan de goede kant: 1 tricotsteek, A.3A, A.3B 11-12-13-14-15-16 keer, A.3C, 1 tricotsteek. Ga verder met dit patroon.
Als het armsgat 19-20-20-21-22-23 cm meet, knip de draad dan af en zet de steken op een extra naald of hulpdraad. De armsgaten zijn klaar (A.3 wordt verder gebreid op het lijf).

VOORPAND:
Begin op de rechterschouder (als het kledingstuk gedragen wordt).
Neem aan de goede kant 30-34-36-40-42-46 steken op aan de binnenkant van 1 steek over de rechter schouder op het achterpand (dus neem 1 steek op in elke naald over de bovenrand).
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei de volgende naald aan de goede kant als volgt (vanaf het armsgat):

S, M, XXL en XXXL:
3 tricotsteken, brei A.1B tot er 3 steken over zijn, 3 tricotsteken.

L en XL:
3 tricotsteken, brei A.1B tot er 5 steken over zijn, brei de eerste 2 steken in A.1B, 3 tricotsteken.

ALLE MATEN:
Ga verder in patroon heen en weer gebreid.
Als het werk 5 cm meet vanaf de schouder, meerder dan 1 steek voor de hals voor de 3 laatste steken op elke naald aan de goede kant, denk om TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE GOEDE KANT! Meerder zo in totaal 6-6-7-7-8-8 keer – brei de gemeerderde steken in A.1B, zorg ervoor dat u minstens 3 tricotsteken heeft aan de buitenkant van de hals. Na de laatste meerdering zijn er 36-40-43-47-50-54 steken. Knip de draad af na de laatste meerdering aan de goede kant. Plaats de steken op een extra naald of hulpdraad en brei de linker schouder voor.

Neem aan de goede kant 30-34-36-40-42-46 steken op aan de binnenkant van 1 steek over de linker schouder achter (dus neem 1 steek op in elke naald over de bovenrand).
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei de volgende naald aan de goede kant als volgt (vanaf de hals):

S, M, XXL en XXXL:
3 tricotsteken, brei A.1D tot er 3 steken over zijn, 3 tricotsteken.

L en XL:
3 tricotsteken, brei A.1E tot er 5 steken over zijn, brei de eerste 2 steken in A.1E, 3 tricotsteken.

ALLE MATEN:
Ga verder in patroon heen en weer gebreid.
Als het werk 5 cm meet vanaf de schouder, meerder dan 1 steek voor de hals na de 3 eerste steken op elke naald aan de goede kant, denk om TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE GOEDE KANT! Meerder zo in totaal 6-6-7-7-8-8 keer – brei de gemeerderde steken in A.1D/A.1E, zorg ervoor dat u minstens 3 tricotsteken aan de buitenkant bij de hals hebt. Na de laatste meerdering zijn er 36-40-43-47-50-54 steken.
Brei de volgende naald aan de verkeerde kant als volgt: Brei in patroon zoals hiervoor over de 36-40-43-47-50-54 steken van het linker voorpand, zet 27-27-29-29-31-31 steken op voor de hals, brei patroon zoals hiervoor over de 36-40-43-47-50-54 steken van het rechter voorpand = 99-107-115-123-131-139 steken.
Ga verder met A.1 heen en weer gebreid tot het werk 16-16-18-18-19-20 cm meet vanaf de schouder – eindig na een naald aan de verkeerde kant zoals op het achterpand.
Voeg 1 markeerdraad in, in de buitenste steek op het armsgat, 3-3-4-4-4-4 cm onder de opgenomen steken op de schouder.
Controleer de lengte van het kledingstuk door het op het langste punt te vouwen, aan de binnenkant op de schouder en de markeerdraad op het armsgat, om ervoor te zorgen dat A.1 doorloopt in lengte op de voor- en achterpanden. Dit is belangrijk zodat het patroon doorloopt op de zijkanten als het werk wordt samengevoegd. Pas de lengte van A.1 aan, indien nodig.
Brei A.2 heen en weer gebreid over alle steken.
Als A.2 klaar is, brei dan de volgende naald aan de goede kant als volgt: 1 tricotsteek, A.3A, A.3B 11-12-13-14-15-16 keer, A.3C, 1 tricotsteek.
Ga verder met dit patroon tot het werk 25-26-28-29-30-31 cm meet, gemeten over het armsgat (A.3 wordt verder gebreid op het lijf, eindig op dezelfde naald als op het achterpand zodat het patroon doorloopt als het werk wordt samengevoegd).
De delen worden nu samengevoegd voor het lijf zoals beschreven hieronder.

LIJF:
Brei in patroon zoals hiervoor over de 99-107-115-123-131-139 steken op het voorpand, zet 6-6-8-8-10-14 steken op (in de zijkant onder de mouw), brei in patroon zoals hiervoor over de 99-107-115-123-131-139 steken van het achterpand, zet 6-6-8-8-10-14 steken op (in de zijkant onder de mouw) = 210-226-246-262-282-306 steken.
Eindig A.3 in de rondte – de opgezette steken onder elke mouw worden in tricotsteek gebreid tot A.3 klaar is.
Brei A.4 – meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 0-2-0-2-0-0 steken verdeeld = 210-228-246-264-282-306 steken.
Op de een na laatste naald in A.4, meerdert u 30-32-34-36-38-38 steken verdeeld = 240-260-280-300-320-344 steken (dit is omdat het patroon het werk samen trekt).

Als A.4 klaar is, brei dan A.5 over alle steken. Herhaal A.5 in de hoogte tot het werk 41-43-45-46-46-48 cm meet vanaf het hoogste punt van de schouder bij de hals (A.5 wordt ongeveer 3-4-4-4-4-4 keer in de hoogte gebreid en het lijf meet ongeveer 19-21-21-20-20-20 cm vanaf de opgezette steken aan elke kant). Op de laatste naald in A.5, mindert u 28-32-36-36-40-40 steken verdeeld = 212-228-244-264-280-304 steken.
Brei A.6 over alle steken.
Als A.6 klaar is, brei dan A.1B over alle steken en tot het werk 57-59-61-63-65-67 cm meet vanaf het hoogste punt van de schouder bij de hals – eindig na 2 of 3 naalden tricotsteek na een averechte naald. Brei 1 naald recht en meerder 40-44-48-52-60-60 steken verdeeld = 252-272-292-316-340-364 steken.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht) voor 5 cm. Kant ietwat losjes af. De trui meet ongeveer 62-64-66-68-70-72 cm, gemeten vanaf het hoogste punt op het voorpand.

RECHTER MOUW:
Gebruik rondbreinaald 4 mm en neem, aan de goede kant, 40-42-42-44-46-48 steken op vanaf de onderkant van het armsgat, naar boven over het achterpand tot de bovenkant van de schouder en 52-54-58-60-62-64 steken vanaf de schouder, naar beneden over het voorpand tot de onderkant van het armsgat = 92-96-100-104-108-112 steken.
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de naald – deze wordt gebruikt om uit te tellen waar het patroon begint en tevens om vanaf te meten. Begin op de verkeerde kant met naald 2 in A.4, brei heen en weer gebreid – de markeerdraad moet overeenkomen met het symbool in A.4.
Als de mouw 1-1-2-2-2-3 cm meet, voeg dan het werk dan samen en brei de mouw in de rondte met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop. Als A.4 klaar is, brei dan A.1B.
Als de mouw 3-5-3-6-5-2 cm meet vanaf het samenvoegen, minder dan 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN.
Minder zo iedere 2½-2-2-1½-1½-1½ cm in totaal 19-21-22-23-25-26 keer = 54-54-56-58-58-60 steken. Brei tot de mouw 51-50-48-47-46-44 cm met vanaf het samenvoegen. Er is 5 cm over; pas de trui en brei tot de gewenste lengte voor de boordsteek. Brei 1 naald recht en meerder 18-18-20-18-18-20 steken verdeeld = 72-72-76-76-76-80 steken.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht) voor 5 cm. Kant ietwat losjes af. De mouw meet ongeveer 57-56-55-54-53-52 cm vanaf de opgenomen steken.
Naai de onderkant van het armsgat dicht – zie tekening.

LINKER MOUW:
Gebruik rondbreinaald 4 mm en neem aan de goede kant 52-54-58-60-62-64 steken op vanaf de onderkant van het armsgat en naar boven over het voorpand, dan 40-42-42-44-46-48 steken vanaf de schouder naar beneden over het achterpand = 92-96-100-104-108-112 steken.
Voeg een markeerdraad in, in het midden van de naald. Brei nu de mouw op dezelfde manier als de rechter mouw.

HALS:
Begin op een schouder en neem aan de goede kant, aan de binnenkant van 1 kantsteek, 116 tot 136 steken op met korte rondbreinaald 3 mm. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 4. Brei boordsteek in de rondte (2 recht, 2 averecht) voor 12 cm.
Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en hecht af met 1 steek op elke schouder.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
maak 1 omslag tussen 2 steken, welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen. (Brei in de achterste lus, de steek draait naar rechts aan de goede kant gezien.) = maak 1 omslag tussen 2 steken, welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen. (Brei in de achterste lus, de steek draait naar rechts aan de goede kant gezien.)
maak 1 omslag tussen 2 steken; haal op de volgende naald de omslag van de linker naald en plaats hem gedraaid terug (voeg de naald in vanaf de achterkant als u het terug plaatst). Brei in de voorste lus om een gaatje te voorkomen. (De steek draait naar rechts aan de goede kant gezien.) = maak 1 omslag tussen 2 steken; haal op de volgende naald de omslag van de linker naald en plaats hem gedraaid terug (voeg de naald in vanaf de achterkant als u het terug plaatst). Brei in de voorste lus om een gaatje te voorkomen. (De steek draait naar rechts aan de goede kant gezien.)
2 recht samen = 2 recht samen
1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
plaats 1 steek op kabelnaald achter het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald = plaats 1 steek op kabelnaald achter het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
plaats 1 steek op kabelnaald voor het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald = plaats 1 steek op kabelnaald voor het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
geeft de markeerdraad op de mouw aan = geeft de markeerdraad op de mouw aan
onderkant van het armsgat wordt samengenaaid: b tegen B = onderkant van het armsgat wordt samengenaaid: b tegen B
= neem steken op voor de linker schouder op de voorkant (d) over de linkerschouder op de achterkant (D), neem steken op voor de rechter schouder op de voorkant (e) over de rechter schouder achter (E) = = neem steken op voor de linker schouder op de voorkant (d) over de linkerschouder op de achterkant (D), neem steken op voor de rechter schouder op de voorkant (e) over de rechter schouder achter (E)
breirichting = breirichting
Diagram for DROPS 233-24
Diagram for DROPS 233-24
Diagram for DROPS 233-24
Diagram for DROPS 233-24
Diagram for DROPS 233-24

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 233-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (21)

country flag Sadhana Hardikar schreef:

Hello, Thanks for the reply for my last question. I am starting the sleeve now. Do I pick up the 6 cast on stitches inside under sleeve while knitting up the 40+52 stitches? Or 92 stitches are excluding the cast on stitches? Thanks

17.04.2025 - 12:14

DROPS Design antwoorde:

Hi Sadhana, You do not pick up stitches across the cast-off stitches under the sleeve. The sleeve is worked back and forth to begin with, either side of these stitches, then joined (after the correct length for your size) and continued in the round. The hole under the sleeve is sewn together to finish. Happy Easter!

19.04.2025 - 17:22

country flag Sadhana Hardikar schreef:

Hello, I am making a small size. While starting to work A4, first row there is no increase in stitches. From next to last round 30 stitches to be increased. That means 2 stitches per row. Am I correct? If yes How do I adjust the increased stitches in pattern? Thanks Or

30.03.2025 - 13:08

DROPS Design antwoorde:

Dear Sadhana, in the first round you have no increases for size S. In the next-to-last round (that is, the round right before the last one, and not all rounds until the last one) you increase 30 stitches on that same round. You had 210 stitches so: 210/30 = 7. So you increase all 30 stitches evenly on the same round by working 1 yarn over after every 7th stitch on the round. Happy knitting!

30.03.2025 - 20:14

country flag Hanne Raahauge schreef:

Vedr. forstykket på trøjen rammer jeg ikke A2 på bagstykket efter kontrolmål ved ombuk 4 cm yderst langs ærmegabet hvor der blev strikket masker op. Forstykket måler 18 cm men jeg kommer ned over A3 på bagstykket med A1. Jeg strikker str xl.

13.03.2025 - 08:25

DROPS Design antwoorde:

Hej Hanne, du strikker A.1 til du når ned til A.1 på bagstykket og først nu fortsætter du med A.2 :)

14.03.2025 - 14:15

country flag Sandrine schreef:

Merci pour votre réponse rapide. J'ai encore une question : le 1er rang du dos sur le diagramme A.1 ce sont des mailles endroit, sans augmentation, les augmentations commencent au 2ème rang, envers donc. Or vous parlez d'abord d'augmentations sur l'endroit. Je ne comprends pas bien pourquoi. Merci

20.02.2025 - 22:14

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Sandrine, les mailles augmentées figurent dans les diagrammes A.1A et A.1C mais pas les augmentations elles-mêmes, autrement dit, au 1er rang, vous augmentez 1 m avant A.1A et 1 m après A.1C, au 2ème rang, vous avez donc 1 m en plus dans A.1A et A.1C + vous augmentez aussi 1 maille avant A.1A et 1 maille après A.1C comme indiqué dans les explications. On augmente tous les rangs dans ces diagrammes au début du dos, autrement dit aussi bien sur l'endroit que sur l'envers; les cases blanches sont des mailles jersey endroit (à tricoter à l'envers sur l'envers) ,et les croix vont se tricoter à l'envers sur l'endroit. Bon tricot!

21.02.2025 - 08:38

country flag Sandrine schreef:

Bonjour, vous parlez du motif À. 1, mais je ne le trouve pas dans les schémas, tous les motifs À. 1 sont suivis d'une lettre.

20.02.2025 - 11:33

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Sandrine, lorsque les diagrammes A.1A à A.1C sont terminés, vous les reprenez comme avant: A.1A, répétez A.1B et terminez par A.1C (ils forment ainsi A.1 à eux 3). Vous avez maintenant suffisamment de mailles pour répéter 4 fois A.1AB en plus entre A.1A et A.1C. Bon tricot!

20.02.2025 - 14:42

country flag Marc Christine schreef:

Mon emmanchure fait plus de 10cm ( 13 cm environ) malgré que mes augmentations ne sont pas encore terminées. Est ce un problème pour la suite ? Merci de votre réponse.

23.09.2024 - 15:31

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Marc, mesurez-vous bien au bon endroit? Les 10 cm d'emmanchure en taille S correspondent à environ 21 cm depuis le rang de montage de l'encolure dos; autrement dit, jusqu'aux augmentations, vous devez avoir 11 cm et après les augmentations vous tricotez encore 10 cm. Notez que la tension en hauteur doit être de 28 rangs jersey = 10 cm pour que les mesures soient justes. Bon tricot!

23.09.2024 - 16:46

country flag Henriette Bildt Pedersen schreef:

Ka’ simpelhen ikk finde diagram A1…ka’ I hjælpe? 😊

22.07.2024 - 20:41

DROPS Design antwoorde:

Hej Henriette, du finder diagrammerne nederst i opskriften, A.1A, A.1B og A.1C er på samme række :)

01.08.2024 - 08:11

country flag Sally Woodhead schreef:

Hi, I am just starting the first sleeve. I have inserted a marker thread at the bottom of the sleeve opening but I don’t know where to start A4. Can you help? Thanks

21.07.2024 - 11:23

DROPS Design antwoorde:

Dear Sally, the sleeve is worked as it was knitted up, (from the bottom of the sleeve opening, up the back piece to the top of the shoulder and down the front piece to the bottom of the armhole). The start of the rounds will be in the mid under the sleeve, and the middle of the row is approx. the mid upper sleeve. Now work A.4, ensuring that the marker in the mid upper sleeve is exactly where the black arrow is in A.4. So, you need to count outwards from there, adding repeats on each side, to see in which stitch of A.4 to begin and end the round. You can read the following lesson for more info: https://www.garnstudio.com/lesson.php?id=39&cid=19. Happy knitting!

22.07.2024 - 01:54

country flag Monica Langeland schreef:

Da prøver jeg igjen. Jeg strikker herregenser str L Har strikket bakstykket og 2 framstykker. Setter sammen de 2 foran med 43 masker på hver pinne. Legger opp 29 masker (hals) og får da 115 masker. Som er riktig i oppskriften. Når jeg fortsetter med det mønster jeg holder på med (A1) så får jeg det ikke til å stemme. Hva har jeg gjort galt? Det skal jo ikke være 3 masker glattstrikk i ytterkantene her? Eller 🤷‍♀️

26.06.2024 - 12:17

DROPS Design antwoorde:

Hej Monica, jo når du har sat stykkerne sammen, strikker du mønsteret helt ud i siderne, det er her du skal sørge for at du har strikket lige langt som på bagstykket, så du kan sætte arbejdet sammen under ærmerne :)

27.06.2024 - 07:41

country flag Monica Langeland schreef:

Hei. Jeg får ikke mønsteret til å stemme når jeg har øket 29 masker for hals, og har totalt 115 masker. Str L herregenser

26.06.2024 - 11:21

DROPS Design antwoorde:

Hej Monica, kan du beskrive mere nøjagtig hvor langt du er kommet i opskriften og hvad du ikke får til at stemme?

26.06.2024 - 11:58