Femke schreef:
In de benodigdhedenlijst staat een rondbreinaalden 5,5mm en 4,5mm terwijl in de werkbeschrijving de steken voor de hals op 4,0mm worden opgezet. Welke naald moet het zijn? 1 of 1,5mm kleiner? Alvast bedankt.
12.05.2024 - 22:04DROPS Design antwoorde:
Dag Femke,
Vermoedelijk staat het verkeerd in de beschrijving, maar je hebt in ieder geval de dunnere naalden nodig voor het opzetten en de boordsteek en de dikkere naalden voor de rest. Het proeflapje maak je met de dikkere naalden. Als je een proeflapje hebt dat overeenkomt met het aantal aangegeven steken, dan kun je die naalddikte aanhouden voor de panden en je neemt 1 mm kleinere naald voor het opzetten en de boorden.
20.05.2024 - 15:40
Ute schreef:
Ich möchte gern den hinteren Hals etwas höher gestalten und stelle mir vor, in der Runde, wo die Umschläge zwischen den 2 linken Maschen gemacht werden, (wo die Passe anfängt) mit verkürzten Reihen einen kleinen Ausschnitt zu machen ( 2 bis 3 x) Nun bin ich etwas blockiert und weiß nicht, an welcher Stelle innerhalb der Runde ich das machen kann. Es sollte dann ja auch mit dem Muster, welches viel weiter unten anfängt, stimmig sein. Vielen Dank im voraus
28.12.2023 - 15:37
Guðlaug schreef:
Coming soon is not soon enough. Can't wait for knitting this one 😊
17.09.2021 - 12:36
Barbara schreef:
Der sieht schön kuschelig aus, würde ich sofort nach stricken
05.08.2021 - 13:18
Susanne schreef:
Ich freue mich auf das Pattern
04.08.2021 - 15:52
Glacier Walk#glacierwalksweater |
|||||||
![]() |
![]() |
||||||
Gebreide trui in DROPS Nepal. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, structuurpatroon en split in de zijkanten. Maten XS - XXL.
DROPS 226-42 |
|||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel in de hoogte = 2 naalden; Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 72 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 4) = 18. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na elke 18e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. RAGLAN: Meerder als volgt: VOOR DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek draait richting rechts. Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei recht in de voorste lus. NA DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek draait richting links. Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). TIP VOOR HET AFKANTEN: Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 6e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald van boven naar beneden, vanaf de overgang tussen het achterpand en de rechter mouw. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald, dan verdeeld voor de split en de voor- en achterpanden worden apart heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden. HALS: Zet 72-72-78-84-90-93 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Nepal. Brei 1 naald recht, brei dan boordsteek in de rondte (1 recht, 2 averecht) voor 8 cm. Voeg een markeerdraad in. Het werk wordt vanaf hier gemeten. PAS: Meerder nu alle averecht-2 naar averecht-3 door 1 omslag te maken tussen de 2 averechte steken (op de volgende naald worden de omslagen gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen) = 96-96-104-112-120-124 steken. Ga verder met deze boordsteek (1 recht, 3 averecht) voor 5-5-6-6-7-7 cm (= 13-13-14-14-15-15 cm boordsteek). Brei 1 naald recht terwijl u 4-4-20-24-40-60 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 100-100-124-136-160-184 steken. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Voeg 4 markeerdraden in het werk en brei verder en meerder als volgt: 1 recht (voeg de markeerdraad in deze steek = overgang tussen het achterpand en de rechter mouw), meerder 1 steek – lees RAGLAN, brei A.1 over de volgende 5 steken, A.2 over de volgende 6-6-12-12-18-18 steken (= 1-1-2-2-3-3 herhalingen van 6 steken), A.3 over de volgende 4 steken, meerder 1 steek, 1 recht (voeg de markeerdraad in deze steek = overgang tussen de rechter mouw en het voorpand), meerder 1 steek, brei A.1 over de volgende 5 steken, A.2 over de volgende 24-24-30-36-42-54 steken (= 4-4-5-6-7-9 herhalingen van 6 steken), A.3 over de volgende 4 steken, meerder hier 1 steek, 1 recht (= voeg de markeerdraad in deze steek = overgang tussen het voorpand en de linker mouw), meerder 1 steek, brei A.1 over de volgende 5 steken, A.2 over de volgende 6-6-12-12-18-18 steken (= 1-1-2-2-3-3 herhalingen van 6 steken), A.3 over de volgende 4 steken, meerder 1 steek, 1 recht (voeg de markeerdraad in deze steek = overgang tussen de linker mouw en het achterpand), meerder 1 steek, brei A.1 over de volgende 5 steken, A.2 over de volgende 24-24-30-36-42-54 steken, A.3 over de laatste 4 steken, meerder 1 steek. Ga verder met dit patroon en meerder voor de raglan iedere 2e naald in totaal 12-18-18-18-18-18 keer = 196-244-268-280-304-328 steken. De gemeerderde steken worden in A.1/A.3 gebreid en elke keer dat de telpatronen klaar zijn in de hoogte is er ruimte voor nog 2 herhalingen van A.2 tussen A.1 en A.3. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als alle meerderingen voor de raglan klaar zijn, brei dan verder zonder verdere meerderingen tot het werk 19-21-23-25-27-29 cm meet vanaf de markeerdraad op de hals. Verdeel het werk nu voor het lijf en de mouwen op de volgende naald als volgt: Brei de eerste steek, plaats de volgende 39-51-57-57-63-63 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10 steken op (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 59-71-77-83-89-101 steken (= voorpand), plaats de volgende 39-51-57-57-63-63 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10 steken op (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 58-70-76-82-88-100 steken en brei de eerste steek op de naald (= 59-71-77-83-89-101 steken op het achterpand). Knip de draad af. Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN. LIJF: = 138-162-174-186-198-222 steken. Voeg 1 markeerdraad in het midden van de nieuw opgezette steken onder elke mouw (= 5 nieuwe steken aan elke kant van beide markeerdraden). Begin de naald op een van de markeerdraden. Brei patroon in de rondte als volgt: * 6 recht, patroon zoals hiervoor over de volgende 57-69-75-81-87-99 steken, 6 recht *, brei van *-* 1 keer. Als het werk 17 cm meet vanaf de scheiding, brei dan in patroon als volgt: NAALDEN 1-2: * 1 steek in ribbelsteek, 5 recht, patroon zoals hiervoor over de volgende 57-69-75-81-87-99 steken, 5 recht, 1 steek in ribbelsteek *, brei van *-* 1 keer. Brei zo nog 1 naald. NAALDEN 3-4: * 2 steken in ribbelsteek, 4 recht, patroon zoals hiervoor over de volgende 57-69-75-81-87-99 steken, 4 recht, 2 steken in ribbelsteek *, brei van *-* 1 keer. Brei zo nog 1 naald. NAALDEN 5-6: * 3 steken in ribbelsteek, 3 recht, patroon zoals hiervoor over de volgende 57-69-75-81-87-99 steken, 3 recht, 3 steken in ribbelsteek *, brei van *-* 1 keer. Brei zo nog 1 naald. NAALDEN 7-8: * 4 steken in ribbelsteek, 2 recht, patroon zoals hiervoor over de volgende 57-69-75-81-87-99 steken, 2 recht, 4 steken in ribbelsteek *, brei van *-* 1 keer. Brei zo nog 1 naald. Pas de trui en brei tot de gewenste lengte; er is ongeveer 8 cm over tot de gewenste lengte. Verdeel nu de voor- en achterpanden als volgt: Brei de eerste 69-81-87-93-99-111 steken en plaats ze op een hulpdraad (= voorpand), ga verder heen en weer gebreid over de laatste 69-81-87-93-99-111 steken (= achterpand), beginnend aan de goede kant als volgt: NAALD 1: 4 steken in ribbelsteek, 2 recht, patroon zoals hiervoor over de volgende 57-69-75-81-87-99 steken, 2 recht, 4 steken in ribbelsteek NAALD 2: 4 steken in ribbelsteek, 2 averecht, patroon zoals hiervoor over de volgende 57-69-75-81-87-99 steken, 2 averecht, 4 steken in ribbelsteek. Herhaal naalden 1 en 2. Als de split 5 cm meet, ga dan verder met rondbreinaald 4 mm en brei boordsteek aan de goede kant als volgt: 4 steken in ribbelsteek, * 1 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 5 steken over zijn, 1 recht, 4 steken in ribbelsteek. Ga zo verder heen en weer gebreid voor 3 cm. Kant af met recht over recht, averecht over averecht en ribbelsteek over ribbelsteek – lees TIP VOOR HET AFKANTEN. De trui meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder naar beneden. Brei het voorpand op dezelfde manier. MOUWEN: Plaats de 39-51-57-57-63-63 steken van de hulpdraad op de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 5.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 10 opgezette steken onder de mouw = 49-61-67-67-73-73 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 10 steken onder de mouw. Ga verder in de rondte met het patroon zoals hiervoor, de 10 nieuwe steken onder de mouw worden recht gebreid. Als de mouw 4 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 7-5-3-3-2½-2½ cm in totaal 2-6-9-8-10-9 keer = 45-49-49-51-53-55 steken. Brei verder tot de mouw 42-41-39-37-36-34 cm meet vanaf de scheiding (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege bredere schouders en een langere pas) – pas de trui en brei tot de gewenste lengte. Brei 1 naald recht terwijl u het aantal steken aanpast naar 45-48-48-51-54-54 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei boordsteek (1 recht, 2 averecht) voor 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De mouw meet 45-44-42-41-40-37 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier. |
|||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||
|
|||||||
![]() |
|||||||
![]() |
|||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #glacierwalksweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 36 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 226-42
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.