DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 5 prachtige garens!
Product image DROPS Alaska yarn
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 1.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Baby Leaf Sweater

Gebreide trui voor baby en kinderen in DROPS Alaska. Het werk wordt gebreid met raglan en kabels, van boven naar beneden. Maat 6 maanden - 8 jaar

DROPS Baby & Children 38-9

#babyleafsweater

DROPS design: Patroon x-004-by
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4 - 5/6 - 7/8) jaar
De maat komt ongeveer overeen met de hoogte van het kind in cm:
68/74 - 80/86 (92 - 98/104 - 110/116 - 122/128)

MATERIAAL:
DROPS ALASKA van garnstudio (behoort tot garengroep C)
200-250 (250-300-300) g kleur 59, citroen

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 mm
DROPS RONDBREINAALD 5.5 mm : Lengte 40 en 60 of 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 mm
DROPS RONDBREINAALD 4.5 mm: Lengte 40 of 60 cm voor de boordsteek.
DROPS KABELNAALD - voor de kabels.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 1.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een grotere naald gebruiken. Als het nog steeds te strak is, brei dan 1 omslag na ongeveer iedere 4e steek terwijl u afkant (kant de omslagen af als normale steken).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Wordt van boven naar beneden gebreid. Brei de halsrand in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald. Brei de pas met kabels en raglanmeerderingen op de rondbreinaald. Verdeel het werk voor het lijf en de mouwen. Ga verder met het lijf in de rondte op de rondbreinaald met kabels. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop.

HALSRAND:
Zet 52-52 (60-60-68-68) steken op breinaalden zonder knop/rondbreinaald 4.5 mm met Alaska.
Brei 1 naald recht. De naald begint ongeveer midden achter.
Brei dan boordsteek als volgt:
Helft van het achterpand: * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over 4-4 (4-4-8-8) steken, A.1 (= 5 steken).
Rechter mouw: * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* over de volgende 6-6 (10-10-10-10) steken (dus begin en eindig met 2 averecht).
Voorpand: A.2 (= 5 steken), * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* over de volgende 10-10 (10-10-14-14) steken (dus begin en eindig met 2 averecht), A.1 over 5 steken.
Linker mouw: * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* over de volgende 6-6 (10-10-10-10) steken (dus begin en eindig met 2 averecht).
Helft van het achterpand: A.2 over 5 steken, * 2 averecht, 2 recht *, over de laatste 6 steken (dus begin en eindig met 2 averecht).
Ga verder met recht boven recht en averecht boven averecht tot het werk 3 cm meet. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald, meet vanaf deze markeerdraad!
Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm en brei de pas als volgt:

PAS:
Brei de volgende naald als volgt:
Helft van het achterpand: 3-3 (3-3-7-7) recht en meerder 0-1 (2-3-1-3) steken verdeeld, 1 omslag, A.3 (= 7 steken).
Rechter mouw: 1 omslag, 4-4 (8-8-8-8) recht en meerder 4-4 (0-2-2-2) steken verdeeld, 1 omslag.
Voorpand: A.4 (= 7 steken), 1 omslag, 8-8 (8-8-12-12) recht en meerder 0-2 (4-6-2-6) steken verdeeld, 1 omslag, A.3 over 7 steken.
Linker mouw: 1 omslag, 4-4 (8-8-8-8) recht en meerder 4-4 (0-2-2-2) steken verdeeld, 1 omslag.
Helft van het achterpand: A.4 over 7 steken, 1 omslag, 5 recht en meerder 0-1 (2-3-1-3) steken verdeeld.
Er zijn in totaal 8-12 (8-16-8-16) steken verdeeld gemeerderd, 1 omslag aan elke kant van A.3/A.4 (= 8 steken gemeerderd in totaal voor de raglan) en 1 steek in iedere A.3/A.4 (= 4 steken) = 72-76 (80-88-88-96) steken in totaal op de naald.
Brei de omslagen aan elke kant van A.3/A.4 op de volgende naald recht om gaatjes te maken.
Brei de andere omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.
Ga verder met A.3 en A.4 en tricotsteek over de overgebleven steken en meerder om de naald 10-11 (12-12-13-14) keer in totaal (inclusief de eerste meerdering uitgelegd hierboven)= 144-156 (168-176-184-200 ) steken.
Als A.3a en A.4a een keer in de hoogte zijn gebreid, herhaal dan A.3a en A.4a in de hoogte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Na alle meerderingen meet het werk ongeveer. 10-11 (12-12-13-14) cm vanaf de markeerdraad.
Brei dan zoals hiervoor zonder meerderingen tot het werk 11-12 (13-14-15-16) cm meet. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen op de volgende naald als volgt:
Brei over de eerste 21-23 (25-26-29-32) steken zoals hiervoor, zet de volgende 28-30 (32-34-36-38) steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 6 steken op onder de mouw, brei zoals hiervoor over de volgende 44-48 (52-54-56-62) steken, zet de volgende 28-30 (32-34-36-38) steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 6 steken op onder de mouw en brei de laatste 23-25 (27-28-27-30) steken zoals hiervoor.

LIJF:
= 100-108 (116-120-124-136) steken. Ga verder in de rondte met tricotsteek en A.3/A.4 zoals hiervoor. Brei de opgezette steken onder de mouw in tricotsteek.
Bij een hoogte van 13-15 (17-20-23-26) cm vanaf de scheiding (er is ongeveer 3 cm over), brei dan de volgende naald als volgt:
13-15 (17-18-21-24) recht en meerder 0-2 (4-3-4-1) steken verdeeld, A.3a zoals hiervoor, 6 recht en meerder 2 steken verdeeld, A.4a zoals hiervoor, 28-32 (36-38-40-46) recht en meerder 4-4 (4-6-4-6) verdeeld, A.3a zoals hiervoor, 6 recht en meerder 2 steken verdeeld, A.4a zoals hiervoor, 15-17 (19-20-19-22) recht en meerder 4-2 (0-3-0-5) steken verdeeld = 112-120 (128-136-136-152) steken.
Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm.
Brei dan boordsteek als volgt:
* 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* over de eerste 12-16 (20-20-24-24) steken, 1 averecht, A.3b over A.3a, 1 averecht, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over 6 steken, 1 averecht, A.4b over A.4a, 1 averecht, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over 30-34 (38-42-42-50) steken, 1 averecht, A.3b over A.3a, 1 averecht, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over 6 steken, 1 averecht, A.4b over A.4a, 1 averecht, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over 18-18 (18-22-18-26) steken (dus begin en eindig met 2 recht). Ga verder met recht boven recht en averecht boven averecht tot het werk 16-18 (20-23-26-29) cm meet vanaf de scheiding. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - lees TIP VOOR HET AFKANTEN.
De trui meet ongeveer. 30-33 (36-40-44-48) cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Zet de 28-30 (32-34-36-38) steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 5.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6 opgezette steken onder de mouw = 34-36 (38-40-42-44) steken.
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6 nieuwe steken onder de mouw. Minder later aan elke kant van deze markeerdraad.
Brei in tricotsteek in de rondte.
Als de mouw 3 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 2 steken geminderd). Minder zo iedere 3-2½ (3½-5-5½-6) cm 3-4 (4-4-4-4) keer in totaal = 28-28 (30-32-34-36) steken.
Meerder bij een hoogte van 13-15 (18-22-25-29) cm vanaf de scheiding, 0-0 (2-0-2-0) steken verdeeld = 28-28 (32-32-36-36) steken.
Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm.
Brei boordsteek (= 2 recht/2 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht als de mouw 16-18 (21-25-28-32) cm meet vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 21.04.2023
PAS:...Als A.3a en A.4a een keer in de hoogte zijn gebreid, herhaal dan A.3a en A.4a in de hoogte...

Telpatroon

recht = recht
averecht = averecht
maak 1 omslag tussen 2 steken, brei de omslag gedraaid op de volgende naald = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei de omslag gedraaid op de volgende naald
zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald = zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald = zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
2 recht samen = 2 recht samen
Diagram for DROPS Baby & Children 38-9
Diagram for DROPS Baby & Children 38-9
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby & Children 38-9

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (82)

country flag Rachel schreef:

Sorry I'm none the wiser! My question was: Do I work all 13 rows of A.4 and then go back and keep repeating A.4a? My guess is that I just do the first 10 rows of A.4 before keep repeating A.4a. Please can you answer this question.

13.04.2022 - 19:53

DROPS Design antwoorde:

Dear Rachel, yes, you work the first 10 rows of A.4 and then keep repeating A.4a (you have worked A.4 1 time vertically and 1 repeat of A.4a). Happy knitting!

14.04.2022 - 17:23

country flag Rachel Dowding schreef:

I am knitting the baby leaf sweater and am a bit puzzled as to A4 and A3. Do I do all 13 rows of the pattern of A.4 (including A.4b) at the beginning of the yoke and then go back and do A.4a.? Do I then keep repeating the A.4a section? Continental patterns are just so different from our English ones!!

12.04.2022 - 09:53

DROPS Design antwoorde:

Dear Rachel, A.3 and A.4 are the charts for the cables in the raglan lines. YOu work A.3 in the first raglan line (= back) and A.4 in the second one (= front). You work A.3 again in the 3rd raglan line (= front) and A.4 in the 4th raglan line, in the back. When you have repeated A.3/ A.4 once vertically, that is, you have worked all 4 rows of A.3/ A.4, start working A.3a over A.3 and A.4a over A.4. Happy knitting!

12.04.2022 - 18:13

country flag Annette schreef:

Hej! Varvet efter de räta maskorna på halskanten förstår jag inte. Stickar minsta storleken. De 52 maskorna räcker inte för att göra detta varv. Vad gör jag för fel? Mvh Annette

01.04.2022 - 20:34

DROPS Design antwoorde:

Hei Anenette. Jo, strikk slik: Strikk * 2 rett, 2 vrang *, strikk fra *-* 4 over masker (halve bakstykket:), A.1 (5 masker) = 9 masker. Så strikker du: * 2 vrang, 2 rett *, strikk fra *-* over de neste 6 maskene (høyre erme) = 6 masker. Så strikker du: A.2 (5 masker), * 2 vrang, 2 rett *, strikk fra *-* over de neste 10 maskene, A.1 over 5 masker (forstykke)= 20 masker. Så: strikk * 2 vrang, 2 rett *, strikk fra *-* over de neste 6 maskene (venstre erme) = 6 masker. Til slutt strikkes det: A.2 over 5 masker, * 2 vrang, 2 rett *, over de siste 6 maskene (forstykket) = 11 masker. Da blir det 9 + 6 + 20 + 6 + 11 = 52 masker. mvh DROPS Design

04.04.2022 - 14:44

country flag Manoa schreef:

Merci beaucoup !

28.03.2022 - 22:41

country flag Tina Drakenfors schreef:

Jag kan inte tyda mönstret alls. Har vänt mej till mycket kunnig stickerska som säger att det är det krångligaste mönster hon sett. Är väldigt besviken då jag var mycket sugen på att sticka just denna tröja och har köpt garn av er som jag inte hittar något annat mönster till.😌

28.03.2022 - 17:35

country flag Manoa schreef:

Bonjour, Je débute le pull en taille 6/9 mois et ne comprends pas le premier rang !... Si je compte ce qui est indiqué, au lieu de 52 m, j'arrive à 72 m, d'où vient donc la différence, svp ? A1 et A2 sont seulement des m endroit et envers, alors d'où vient cette différence de nombre de mailles et les augmentations svp ? Merci beaucoup, bonne journée.

27.03.2022 - 14:59

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Manoa, tricotez vos 52 mailles ainsi: 2 m end, 2 m env (= 4 m en côtes), A.1 (= 5 m) (demi-dos); 6 m en côtes (= 2 m env, 2 m end, 2 m env) (manche); A.2(5m), 10 m en côtes (2 m env, 2 m end), A.2 (devant); 6 m en côtes (= 2 m env, 2 m end, 2 m env) (manche); A.2, 6 m en côtes = 4+5+ 6 +5+10+5+ 6 +5+6=52 m. Bon tricot!

28.03.2022 - 09:17

country flag Ana Batista schreef:

Boa noite! Nas questões anteriores, não cumprimentei, nem agradeci por falta de espaço. Quero acrescentar que me refiro ao início do encaixe. Muito obrigada pela ajuda

15.03.2022 - 23:59

country flag Ana Batista schreef:

No encaixe -Tamanho 2 anos. Metade costas, diz: 3 malhas aumentando ao mesmo tempo 2 malhas a intervalos regulares o que quer isto dizer? Tricoto 1 malha, faço um aumento, tricoto mais uma, faço mais um aumento e novamente outra malha = 5 malhas?A seguir diz A.3 (=7malhas). Com 1laçada no meio não ficamos com 8 malhas? Manga direita: 1laçada, 8 malhas em meia aumentando ao mesmo tempo 0 malhas, e 1 laçada. Na volta anterior tinhamos na manga 10 malhas.Falta tricotar2 malhas!

15.03.2022 - 23:54

country flag Ana Batista schreef:

Olá, boa noite! Desde já obrigada pelo vosso trabalho. Gostava de saber se as amostras que vêm nas instruções são medidas antes ou depois de se lavar a amostra? Muito obrigada

25.02.2022 - 22:44

DROPS Design antwoorde:

Bom dia, As amostras são medidas após serem lavadas. Bom Tricô!

28.02.2022 - 09:40

country flag Anne schreef:

Hello. I am knitting the baby leaf sweater, size 6-9 months, and I can't figure out the stitch count as follows: When doing the ribbing, there seems to be 4 stockinette stitches for the first half of the back before A1, but when the yoke starts, instructions says to knit 3, yo, A3. What happened to the 4th stockinette stitch? Then on to the sleeve, you are to yo, knit 4 while increasing 4, then yo, but there are 6 stitches for the sleeve established by the ribbing. Etc. What am I missing?

10.02.2022 - 22:27

DROPS Design antwoorde:

Dear Anne, after ribbing and A.1/A.2 you will work the 5 sts in A.1 as A.3 as follows: P1 (back piece) + A.1 + P1 (sleeve) = A.3; P1 (sleeve) + A.2 + P1 (front piece) = A.4; P1 (front piece) + A.1+P1 (sleeve) = A.3; P1(sleeve)+A.2+P1(back piece) = A.4 - the 4 remaining sts on sleeve (previously worked P1,K2, P1) will be now knitted and you will increase 4 sts evenly to get 8 sts on each sleeve. Can this help?

11.02.2022 - 10:03