DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 2.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

White Shore

Gehaakt vest met kantpatroon, gehaakt in een vierkant vanaf midden achter naar buiten toe. Maten S - XXXL. Het werk wordt gehaakt in DROPS Belle.

DROPS 187-7
DROPS Design: Patroon nr. vs-046
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BELLE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
500-550-600-650-750-800 g kleur 01, wit

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep B)" – zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 4.5 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 16 stokjes en 8 toeren is 10 cm breed en 10 cm hoog.
1 herhaling van A.1 meet 7 cm in de hoogte gemeten vanaf de lossenring tot het midden van de 3 lossenlussen (= midden van het telpatroon).
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 2.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van iedere toer met stokjes vervangt u het eerste stokje door 3 lossen. De toer eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer, haak dan halve vasten tot de eerste lossenlus op de toer.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Haak 1 vaste om de volgende lossenlus, maar wacht met de laatste doorhaling, haak de volgende vaste om de volgende lossenlus (haak de 6 lossen niet tussen de vasten), haal op de laatste doorhaling de draad door alle 3 lussen op de haaknaald.

TIP VOOR HET HAKEN (voor de mouwen):
Na de laatste vaste op de toer, gaat u verder met de volgende toer met 1 vaste om de volgende lossenlus (= de eerste lossenlus op de volgende toer). LET OP: Markeer het begin van de toer met een markeerdraad tussen de laatste losse op de toer en de eerste vaste op de volgende toer; neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het haken in de hoogte. LET OP: Zorg ervoor dat de markeerdraad op dezelfde plaats blijft.
----------------------------------------------------------

VEST:
Het werk wordt eerst in de rondte gehaakt vanaf midden achter en naar buiten toe in een vierkant, ga dan verder heen en weer gehaakt op de voorpanden aan elke kant. De mouwen worden in de rondte gehaakt vanaf de armsgaten naar beneden.

VIERKANT:
Haak 5 lossen met haaknaald 4.5 mm en Belle en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Haak in patroon in de rondte vanaf de toer gemarkeerd met een pijl in telpatroon A.1 in totaal 4 herhalingen op de toer – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 klaar is, meet het werk ongeveer 14 x 14 cm.

Haak verder in de rondte vanaf de toer met een pijl in elk telpatroon als volgt: * A.2a, A.3, A.4a *, haak van *-* in totaal 4 keer in de rondte op elke toer. Als A.2a en A.4a klaar zijn in de hoogte, haak dan A.2b over A.2a en A.4b over A.4a.

Herhaal alle toeren in A.2b, A.3 en A.4b in de hoogte, maar voor elke keer dat u A.3 een keer in de hoogte haakt en A.2b en A.4b twee keer in de hoogte, haakt u nog 2 herhalingen van A.3 in de breedte langs elke kant van het vierkant. Als het werk 36-38-40-42-44-46 x 36-38-40-42-44-46 cm meet – pas zo aan dat de laatste gehaakte toer toer 2 of toer 4 is in A.2b en A.4b, haak de armsgaten als volgt:
Haak in patroon zoals hiervoor over de eerste kant van het vierkant (= richting de hals), haak (3 stokjes, 2 lossen, 3 stokjes) om de lossenlus in de hoek, haak losjes 29-30-32-34-35-37 lossen, sla de helft van de steken/ lossenlussen over op de volgende kant van het vierkant (= armsgat) en haak 1 vaste om de volgende lossenlus (= middelste lossenlus op de kant), ga verder in patroon zoals hiervoor over de rest van deze kant en over de hele volgende kant (= naar beneden over het lijf), haak in patroon zoals hiervoor tot de middelste lossenlus over de volgende kant, haak 1 vaste om de volgende lossenlus (= de middelste lossenlus op de kant), haak losjes 29-30-32-34-35-37 lossen, sla de overgebleven steken/ lossenlussen over op deze kant en eindig met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer, haak dan halve vasten tot de lossenlus in de hoek. Ga verder in patroon in de rondte zoals hiervoor, maar over de nieuw gehaakte lossen voor de armsgaten, haakt u stokjes en vasten om deze lossen in plaats van erin. Als het werk ongeveer 72-74-76-78-80-82 x 72-74-76-78-80-82 cm meet, is het vierkant klaar – pas aan tot na een hele herhaling van A.2b, A.3b en A.4b in de hoogte. Knip de draad af. Haak dan de voorpanden apart heen en weer verder.

RECHTER VOORPAND:
Begin aan de goede kant in de hoek met een zwarte ster – zie tekening, en haak hetzelfde patroon heen en weer gehaakt als volgt:
Begin op de toer gemarkeerd met een zwart vierkant en haak A.5 (= 1 vaste om de lossenlus in de hoek en 1 vaste in het 2e stokje), haak A.3 zoals hiervoor over de hele kant, eindig met A.6 (= 1 vaste om de lossenlus in de volgende hoek). Keer het werk en ga zo verder heen en weer gehaakt tot het voorpand 63-65-67-69-71-73 cm meet vanaf het centrum van het vierkant – pas zo aan dat u eindigt na de laatste toer in A.3. Knip en hecht de draad af.

LINKER VOORPAND:
Het linker voorpand wordt gehaakt op dezelfde manier als het rechter voorpand, maar begin aan de goede kant bij de hoek gemarkeerd met een zwarte punt – zie tekening.

MOUW:
De mouwen worden in de rondte gehaakt vanaf de het gehaakte vierkant en naar beneden. Hecht de draad aan midden onder de mouw door 1 vaste te haken
TOER 1: Haak * 6 lossen, 1 vaste om de lossenlus /toer van lossen gehaakt voor het armsgat *, haak van *-* in totaal 19-20-21-22-23-24 keer om het armsgat (= 19-20-21-22-23-24 lossenlussen). Lees TIP VOOR HET HAKEN (voor de mouwen). Ga verder door 6 lossen te haken en 1 vaste om elke lossenlus. Als het werk 4 cm meet, minder dan 1 lossenlus voor de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN! Minder zo afwisselend op iedere andere kant van de markeerdraad, ongeveer iedere 8-8-7-6-6-6 cm in totaal 4-4-5-6-6-6 keer = 15-16-16-16-17-18 lossenlussen. Als het werk 39 cm meet in alle maten, eindig dan de toer met 1 halve vaste in de eerste vaste op de toer midden onder de mouw.
Haak nu een rand rondom de onderkant van de mouw als volgt: Haak 3 lossen op het begin van de toer, (3 stokjes, 2 lossen, 3 stokjes) om elk van de lossenlussen, eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer. Knip en hecht de draad af. Haak de andere mouw op dezelfde manier.

GEHAAKTE RAND:
Haak nu een afwerkingsrand om het hele vest als volgt:
Hecht de draad aan met 1 vaste in de buitenste steek op de bovenkant op de hoek van het rechter voorpand.
TOER 1: Haak * 6 lossen, 1 vaste om de volgende lossenlus /in de middelste van de 3 stokjes in de stokjesgroep tussen de lossenlussen in het patroon *, haak van *-* tot het einde van de toer, maar haak een extra lossenlus om de lossenlus in elke hoek en sla ongeveer 2 cm over wanneer u over de kanten van de voorpanden haakt. Eindig de toer met 1 halve vaste in de eerste steek op de toer.

Telpatroon

symbols = 5 lossen, vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse op het begin van de toer. De zwarte punt is het begin van de toer
symbols = 1 losse
symbols = 1 stokje om de lossenlus /lossenring
symbols = 1 stokje in de steek
symbols = 1 dubbel stokje in de steek
symbols = 1 vaste in de steek. LET OP! De laatste vaste in A.1, A.4a/A.4b moeten in de middelste steek van de 3 stokjes op de vorige toer gehaakt worden
symbols = 1 vaste om de lossenlus
symbols = 6 lossen
symbols = Begin op deze toer – zie beschrijving in de tekst.
symbols = als u heen en weer haakt op de voorpanden, begint u op deze toer - zie beschrijving in de tekst. Herhaal dan alle toeren in het telpatroon in de hoogte.
symbols = haak het rechter voorpand door vanaf deze kant te beginnen aan de goede kant
symbols = haak het linker voorpand door vanaf deze kant te beginnen aan de goede kant
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 187-7

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (39)

country flag Sandra wrote:

Hoe moet ik verder haken als het vierkant af is, ik begrijp niet zo goed hoe ik dan moet overstappen naar A2a

18.04.2024 - 22:43

DROPS Design answered:

Dag Sandra,

Als je alle toeren van A.1 hebt gehaakt, dan begin je met A.2a, A.3, A.4a, dus deze patronen haak je achter elkaar elkaar in de breedte gezien. Je begint in A.2a bij de pijl (De eerste toer laat de steken van de vorige toer, dus in dit geval van A.1 zien.)

22.04.2024 - 21:41

country flag Regina Jongenelen wrote:

Ja dat heb ik gedaan maar weet niet hoe ik verder moet in de rondte over de armgat

23.02.2023 - 08:41

country flag Regina Jongenelen wrote:

Hoi Heb een vraag zijn er nog filmpjes om verder te kunnen ik weet niet hoe ik de arm gat moet maken

20.02.2023 - 16:09

DROPS Design answered:

Dag Regina,

Helaas is er niet specifiek een filmpje voor het armsgat van dit patroon. Kun je aangeven waar je precies tegenaan loopt? Dan kunnen we je misschien verder helpen. Heb je de maattekening onderaan het patroon bekeken? Daar kun je zien waar de mouw aan het pand komt. Wellicht helpt dat om te begrijpen wat de bedoeling is...

22.02.2023 - 13:14

country flag Ingrid wrote:

Hi, thank you I have been loving the pattern so far and I have completed the square for the back, A3 once and A2a/ A2b & A4a /A4b all once but am now stuck where it says once you have completed A3 once in height and A2b& A4b twice work 2 more repeats of A.3 in width along each side of the square. ( i dont understand what i am meant to do here) Do i only work A3 back and forth or do i continue in the pattern in the round using A.3, A2a & A.2b? Please help, thank you.

06.10.2022 - 22:27

DROPS Design answered:

Dear Ingrid, you just need to work A.3 on its own, back and forth. Happy crochetting!

07.10.2022 - 00:18

country flag Heike Gloria wrote:

Ich habe die Diagramme A2a, A3, A4a, dann A2b, weiter in A3 und A4b bis Ende des Diagramms gehäkelt. Es sind somit 12 Quadrate entstanden. Verstehe nicht wie es weitergeht. Mit A2b ist ok, aber wie weiter? Es passt nicht mit dem Diagramm zusammen. Nach A2b mit A3 weiter, aber in welcher Zeile?

10.08.2022 - 16:02

DROPS Design answered:

Liebe Heike, das Muster häkeln Sie weiter einfach wie zuvor, damit die Quadrate wie zuvor forsetzen. Viel Spaß beim häkeln!

11.08.2022 - 10:27

country flag Heike Gloria wrote:

Ich habe die Diagramme A2a, A3, A4a, dann A2b, weiter in A3 und A4b bis Ende des Diagramms gehäkelt. Es sind somit 12 Quadrate entstanden. Verstehe nicht wie es weitergeht. Mit A2b ist ok, aber wie weiter? Es passt nicht zusammen.

10.08.2022 - 16:00

DROPS Design answered:

Liebe Heike, nachdem Sie A.2b 1x in der Höhe gehäkelt haben, dann häkeln Sie weiter wie zuvor, mit *A.2b in jeder Ecke, dann A.3 wiederholen bis die nächste Ecke, A.4b bis zur Ecke*. Viel Spaß beim häkeln!

11.08.2022 - 10:14

country flag Marlies Peters wrote:

Goedendag, Er staat dat je 800 gram garen nodig hebt, klopt dit of moet dit 800 meter zijn? Met vriendelijke groet Marlies Peters

27.05.2022 - 18:16

DROPS Design answered:

Dag Marlies,

De hoeveelheden worden altijd in grammen aangegeven en de hoeveelheid zou ook moeten kloppen. Je hebt dus 16 bollen nodig voor 800 gram.

28.05.2022 - 08:22

country flag Stefanie Stark wrote:

Wo finde ich das Diagramm A3?

06.09.2021 - 13:30

DROPS Design answered:

Liebe Stefanie. Das Diagramm A.3 liegt zwischen A.5 und A.6.

06.09.2021 - 13:55

country flag Katrien Vandezande wrote:

Als ik voor het rugpand alle toeren van A2b, A3 en A4b in de hoogte haak tot ik aan 42 op 42 cm kom, moet ik dan ook aan de pijl beginnen bij A3 of pas in de 2de helft van A3 (de 5de rij vanaf de pijl)? Alvast bedankt voor de moeite.

13.02.2021 - 19:23

DROPS Design answered:

Dag Katrien,

Ja, dat klopt, telkens als je opnieuw in de hoogte begint met A.3, begin je weer bij de pijl en niet halverwege het telpatroon.

16.02.2021 - 15:21

country flag Carolina Mancera wrote:

Hola. Creo que si pusierais video/tutorial paso a paso de cada labor, seria de gran ayuda a la hora de llevar a cabo las labores tan hermosas que teneis aquí expuestas. Las labores son preciosas, pero sus instrucciones son escasas y dificiles al menos para mi. Tengo interés en varios modelos pero me es imposible de llevar a cabo. Mi enhorabuena por el trabajo. Daros las gracias de antemano. att

04.07.2020 - 22:15