DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
DROPS Silke-Tweed
DROPS Silke-Tweed
52% zijde, 48% lamswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

January Travel

DROPS Trui, muts en tas met geometrisch motief van "Alaska" en "Silke-Tweed". Maat S - XL.

DROPS 66-1
Trui: Maat S-M/L-XL
Muts: Hoedmaat 56 cm
Tas: Breedte: 28 cm, lengte: 32 cm

Materiaal: DROPS Alaska van Garnstudio,
TRUI+ MUTS:
550-600-700 gr nr. 02, gebroken wit.
150-150-150 gr nr. 23, bruin.
TRUI:
450-550-650 gr nr. 02, gebroken wit.
100-150-150 gr nr. 23, bruin.
TAS:
200 gr nr. 23, bruin.

En gebruik: DROPS Silke-Tweed van Garnstudio
TRUI+ MUTS:
150-200-200 gr nr. 17, gebroken wit.
50 - 50 - 50 gr nr. 02, bruin.
TRUI::
150-150-200 gr nr. 17, gebroken wit.
50 - 50 - 50 gr nr. 02, bruin.
TAS:
50 - 50 - 50 gr nr. 02, bruin.

DROPS Rondbreinaald en breinaalden zonder knop 6 mm en 7 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
DROPS Silke-Tweed
DROPS Silke-Tweed
52% zijde, 48% lamswol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Steekverhouding:
Trui: 13 st x 17 nld met 1 draad Alaska + 1 draad Silke-Tweed op breinld 7 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm.
Muts + Tas: 14 st x 18 nld met 1 draad Alaska + 1 draad Silke-Tweed op breinld 6 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm.
Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje!

Boordsteek:
* 2 r, 2 av *, herhaal steeds *-*.

Patroon:
Zie teltekening - M.1 en M.2. De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant. Eén keer de teltekening = 1 rapport. Brei de teltekening in tricotsteek.

TRUI:
Brei de trui rond.

Panden:
Zet 120-144-168 st op met rondbreinld 6 mm en 1 draad gebroken wit Alaska + 1 draad gebroken wit Silke-Tweed. Brei rond. Brei 4-4-4 cm Boordsteek – zie de beschrijving hierboven. Wissel naar rondbreinld 7 mm. Brei verder in tricotsteek. Let op de steekverhouding! Brei vanaf een hoogte van 20-21-22 cm volgens teltekening M.1. Brei bij een hoogte van 34-36-37 cm de nld als volgt: Kant 3 -3-3 st af voor het armsgat, brei 54-66-78 st = voorpand, kant 6-6-6 st af voor het armsgat, brei 54-66-78 st = achterpand, kant 3-3-3 st af voor het armsgat. Brei de panden apart verder heen en weer op de breinld.

Voorpand: = 54-66-78 st.
Kant daarna af voor het armsgat in iedere 2e nld: 0-2-3 keer 2 st en 3-4-7 keer 1 st = 48-50-52 st. Brei na M.1 verder met 1 draad gebroken wit Alaska + 1 draad gebroken wit Silke-Tweed tot de gewenste afmetingen. Kant bij een hoogte van 50-52-54 cm de middelste 10-12-12 st af voor de hals. Kant daarna aan beide halszijden af in iedere 2e nld: 2-2-2 keer 2 st en 2-2-2 keer 1st = 13-13-14 st over voor iedere schouder. Kant alle st af bij een totale hoogte van 56-58-60 cm.

Achterpand: = 54-66-78 st.
Kant voor het armsgat af als bij het voorpand = 48-50-52 st. Kant bij een hoogte van 54-56-58 cm de middelste 20-22-22 st af voor de hals. Kant in de volgende nld aan beide halszijden nog 1 st af = 13-13-14 st over voor iedere schouder. Kant alle st af bij een totale hoogte van 56-58-60 cm.

Mouwen:
Zet 36-36-40 st op met breinaalden zonder knop 6 mm en 1 draad gebroken wit Alaska + 1 draad gebroken wit Silke-Tweed. Brei rond. Brei 6-6-6 cm Boordsteek. Wissel naar breinaalden zonder knop 7 mm. Brei verder in tricotsteek. Meerder na de Boordsteek 8-8-8 keer 2 st midden in de ondermouw op iedere 6-5,5-5 cm = 52-52-56 st. Brei vanaf een hoogte van 36-32-28 cm volgens teltekening M.1. Kant bij een hoogte van 50-47-43 cm 4-4-4 st midden in de ondermouw af en brei verder heen en weer op de breinld. Kant daarna af voor de mouwkop aan weerszijden in iedere 2e nld: 3-2-1 keer 2 st, 1-6-12 keer 1 st en 3-2-1 keer 2 st. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van ca 58-59-59 cm.

Afwerken:
Sluit de schoudernaden. Neem ca 55 tot 65 st op rond de hals met breinaalden zonder knop 6 mm en 1 draad gebroken wit Alaska + 1 draad gebroken wit Silke-Tweed. Brei 2 nld av, brei daarna ca 10 cm Boordsteek. Wissel naar 1 draad bruin Alaska + 1 draad bruin Silke-Tweed en brei 1 nld Boordsteek. Kant daarna af met r boven r en av boven av. Zet de mouwen in de trui.




MUTS:

Muts:
Zet 78 st op met breinaalden zonder knop 6 mm en 1 draad gebroken wit Alaska + 1 draad gebroken wit Silke-Tweed. Brei rond. Brei 7 cm tricotsteek. Brei daarna volgens teltekening M.2. Na M.2 is de totale hoogte ca 19 cm. Brei 3 nld met 1 draad gebroken wit Alaska + 1 draad gebroken wit Silke-Tweed. Brei nu als volgt een bies: Neem aan de verkeerde kant, 6 nld naar beneden (dwz in de 3e nld van M.2), 78 st op. Brei iedere opgenomen st samen met 1 st van de breinld. Brei zo de hele toer. Brei daarna nog 5 nld. Zet dan 6 markeerringen in het werk met 13 st tussen elke markeerring. Minder in de volgende nld 1 st na elke markeerring door 2 st r sm te breien. Herhaal deze mindering in iedere nld tot er 12 st over zijn. Rijg een 1 draad door de resterende st en maak de draad goed vast. De muts rolt aan de onderkant om.




TAS:

Tas:
Brei de tas van boven naar beneden, brei de bodem samen. Zet 78 st op met breinaalden zonder knop 6 mm en 1 draad bruin Alaska + 1 draad bruin Silke-Tweed. Brei rond. Brei 2 nld ribbelst (= brei 1 nld r en 1 nld av). Brei verder in tricotsteek tot een hoogte van ca 31 cm. Zet de helft van de st op één breinld en de andere helft op een andere breinld.

Brei de bodem van de tas als volgt:
Brei 1 st van de ene breinld recht samen met 1 st van de andere breinld. Brei zo tot het einde van de nld = 39 st. Keer het werk en kant alle st recht af. Er komt zo 1 nld av aan beide zijden van de onderkant.

Schouderriem:
Knip 21 draden bruin Alaska en 15 draden bruin Silke-Tweed van ca 250 cm lengte. Verdeel de draden in 3 gelijke bosjes. Vlecht een lange, losse vlecht van ca 150 cm. Leg een knoop in beide uiteindes, op ca 7-8 cm van het einde. Naai de riem zo vast langs de zijkanten van de tas dat de kwastjes er aan de onderzijde aan hangen (zie foto).

Franje:
Maak 7 bosjes franje aan de onderkant van de tas. 1 franje = 6 draden bruin Alaska van ca 20 cm lengte. Sla de draad dubbel en maak de franje vast om de ribbelst aan de onderkant van de tas.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 03.03.2006
Mouw: Brei vanaf een hoogte van 36-32-28 volgens M.1 (niet M.2)...

Telpatroon

symbols = 1 draad naturel Alaska + 1 draad naturel Silke-Tweed (geldt voor de tas)
symbols = 1 draad bruin Alaska + 1 draad bruin Silke-Tweed (geldt voor de tas)
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 66-1

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (7)

country flag Marja wrote:

Lisäys vielä edelliseen: englanninkielisessä ohjeessa tuo kohta on kerrottu eritavalla.

03.10.2023 - 16:08

country flag Marja wrote:

Hei! Saisinko selvennystä tuohon rullareunan ohjeen kohtaan. Käsittääkseni se neulotaan heti työn alussa ennen M2 kuviota? Ohje antaa eri käsityksen.

03.10.2023 - 14:27

DROPS Design answered:

Hei, olet oikeassa. Rullareuna tehdään työn alussa. Ohjeeseen on tehty korjaus.

18.10.2023 - 16:57

country flag Linda Danielsen wrote:

Hei. Skal man bare bruke én tråd Alaska for mønsteret i genseren?

13.09.2020 - 15:47

DROPS Design answered:

Hej Linda. Genseren stickas med 1 tråd Alaska och 1 tråd Silke-Tweed. Se gärna vår garnkalkylator för alternativa garn till Silke-Tweed, eftersom det utgått ur sortimentet. Mvh DROPS Design

15.09.2020 - 07:42

country flag Linda Danielsen wrote:

Hvor mye/antall trenger jeg for Drops Melody? Største størrelsen. Det står ikke beskrevet.

09.09.2020 - 22:42

DROPS Design answered:

Hej Linda, du skal bruge ca 500 g DROPS Melody, men du vil få et helt andet udtryk end modellen på billedet. Se her Gensere - DROPS Melody genseren på billedet er strikker med 13 masker på 10 cm. God fornøjelse!

10.09.2020 - 15:41

country flag Anita Stoker wrote:

Hallo, Ik ben met de muts van patroon 66-1 bezig. Nu staat er in de beschrijving dat ik een bies moet breien....... Zit deze aan de bovenkant van het telpatroon? Of moet ik de steken aan de onderkant van het telpatroon opnemen? Het is mij niet helemaal duidelijk wat hier bedoeld wordt..... Kunt u me hierbij helpen?? Anits Stoker

12.08.2020 - 21:49

DROPS Design answered:

Dag Anita,

Deze bies zit boven het telpatroon. Dus als je het telpatroon klaar hebt brei je 3 naalden met gebroken wit en dan brei je de bies. De bies zit dus vlak voor de minderingen. Op de foto kun je ook een soort rand zien boven het patroon.

17.08.2020 - 21:31

country flag Ester Laursen wrote:

Er det muligt at strikke blusen kun med 1 tråd Alaska? eller en anden garn type så jeg kun skal strikke med en tråd?

22.03.2020 - 12:33

DROPS Design answered:

Hei Ester. For å få akkurat denne tykkelsen (1 tråd Alaska + 1 tråd Silke Tweed), må du nok bruke 2 tråder. Eneste kvaliteten vi har som har nogenlunde samme strikkefastheten som er oppgitt i oppskriften er et mohair garn, DROPS Melody. mvh DROPS design

23.03.2020 - 15:46

country flag Christina Eklund wrote:

Hur stickar man rullkanten?

27.12.2017 - 04:15

DROPS Design answered:

Rullkanten uppstår då man stickar de 7 cm slätstickning i början på arb. Kanten kommer att rulla sig automatiskt.

02.01.2018 - 14:20