DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 71-9
Maat: S - M - L - XL
Het vest kan worden gebreid met overslagsluiting (zoals op de foto) of met een knoopsluiting en een diepe V-hals.
Materiaal: DROPS Vivaldi van Garnstudio,
200-200-250-250 gr nr. 03, wijnrood

DROPS Breinaalden 3 mm, 3,5 mm en 4,5 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Steekverhouding:
20 st x 28 nld met Vivaldi op breinld 3,5 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje!

Boordsteek:
* 1 r, 1 av *. Herhaal steeds *-*.

Patroon:
Zie teltekening - M.1. De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant.
De Nederlandse verklaring van de symbolen in de teltekening staan onderaan dit patroon, in dezelfde verticale volgorde als de symbolen bij de teltekening. 1 keer de teltekening = 1 rapport.

Ribbelst (heen en weer breien):
Alle naalden recht breien.

Tip Breien:
De beschrijving voor de rechter en linker kant is bedoeld voor de kant zoals u het vest draagt.

Achterpand:
Zet 86-94-102-110 st (inclusief 1 kantst aan weerszijden) op met breinld 3 mm en wijnrood. Brei 1,5 cm Boordsteek. Wissel naar breinld 3,5 mm. Brei verder in tricotsteek. Let op de steekverhouding. Meerder vanaf een hoogte van 8 cm 4 keer 1 st aan weerszijden op iedere 6,5 cm = 94-102-110-118 st. Kant vanaf een hoogte van 34-35-36-37 cm af voor het armsgat aan weerszijden in iedere 2e nld: 1-1-2-2 keer 3 st, 1-2-2-4 keer 2 st en 3-5-4-4 keer 1 st = 78-78-82-82 st. Kant bij een hoogte van 52-54-56-58 cm de middelste 24 st af voor de hals. Kant in de volgende nld aan beide halszijden nog 2 st af = 25-25-27-27 st over voor iedere schouder. Kant alle st af bij een totale hoogte van 54-56-58-60 cm.

Rechter voorpand (met overslagsluiting):
Zet 75-83-91-99 st (inclusief 1 kantsteek aan de zijkant) op met breinld 3 mm en wijnrood. Brei Boordsteek als volgt vanaf middenvoor: 1 ribbelst, 1 r, * 1 av, 1 r * Herhaal steeds *-*. Wissel bij een hoogte van 1,5 cm naar breinld 3,5 mm. Brei verder in tricotsteek, maar brei de 5 st middenvoor verder in Boordsteek met de buitenste st in ribbelst.

Lees de hele beschrijving voor u verder breit:
Meerder bij een hoogte van 8 cm 4 keer 1 st aan de zijkant op iedere 6,5 cm.
Kant vanaf een hoogte van 14-14-15-15 cm middenvoor af in iedere 2e nld: 1 keer 5 st, 1 keer 3 st, 2-3-5-7 keer 2 st en 20-22-22-22 keer 1 st. Kant daarna af in iedere 4e nld: 14 keer 1 st.
Kant tegelijkertijd vanaf een hoogte van 34-35-36-37 cm af voor het armsgat aan de zijkant zoals bij het achterpand.
Na alle minderingen voor het armsgat en de hals zijn er 25-25-27-27 st over op de breinld. Kant alle st af bij een totale hoogte van 54-56-58-60 cm.

Rechter voorpand (met knopen en diepe V-hals):
Zet 44-48-52-56 st (inclusief 1 kantsteek aan de zijkant en 1 kantsteek middenvoor) op met breinld 3 mm en wijnrood. Brei Boordsteek vanaf middenvoor als volgt: 1 st ribbelst, 1 r, * 1 av, 1 r * Herhaal steeds *-*. Wissel bij een hoogte van 1,5 cm naar breinld 3,5 mm. Brei verder in tricotsteek.

Lees de hele beschrijving voor u verder breit:
Meerder vanaf een hoogte van 8 cm 4 keer 1 st aan de zijkant op iedere 6,5 cm = 48-52-56-60 st. Kant vanaf een hoogte van 32-34-35-36 cm af voor de hals in iedere 2e nld: 7 keer 1 st en daarna in iedere 4e nld: 8 keer 1 st.
Kant vanaf een hoogte van 34-35-36-37 cm af voor het armsgat aan de zijkant zoals bij het achterpand. Na alle minderingen zijn er 25-25-27-27 st over op de breinld. Kant alle st af bij een totale hoogte van 54-56-58-60 cm

Linker voorpand:
Zet op en brei zoals het rechter voorpand, maar dan in spiegelbeeld.

Mouwen:
Zet losjes 43-51-51-51 st (inclusief 1 kantst aan weerszijden) op met breinld 4,5 mm en 2 draden wijnrood. Knip 1 draad af en brei volgens teltekening M.1, met aan weerszijden 1 kantst in ribbelst. Brei M.1 5 keer, brei daarna teltekening M.2 één keer. De hoogte is nu ca 15 cm. Wissel naar breinld 3,5 mm. Brei verder in tricotsteek. Meerder 16-14-16-18 keer 1 st (na M.2) aan weerszijden in:

Maat S: Iedere 6e nld.
Maat M: Om en om iedere 6e en 7e nld.
Maat L: om en om iedere 5e en 6e nld.
Maat XL: Iedere 5e nld = 75-79-83-87 st.

Kant, bij een hoogte van 50-49-48-47 cm, af voor de mouwkop aan weerszijden in iedere 2e nld: 2-2-1-1 keer 3 st, 3-3-4-3 keer 2 st, 1-4-5-10 keer 1 st. Kant daarna steeds 2 st af aan weerszijden tot een totale hoogte van 57-58-58-59 cm en kant dan nog 1 keer 3 st af aan weerszijden. De totale hoogte is nu ca 58-59-59-60 cm, kant de resterende st af.

Afwerken (vest met overslagsluiting):
Voorbies/Hals: Sluit de schoudernaden. Neem ca 130 tot 140 st op met breinld 3 mm langs de schuine kant van het ene voorpand tot middenachter in de nek. Brei 2,5 cm averechte tricotsteek, kant de st af. Herhaal dit aan bij het andere voorpand. Sluit het boord middenachter in de nek. Sla het boord om naar binnen en zoom het vast met kleine, onzichtbare steekjes.

Afwerken:
Sluit de zijnaden met de kantsteek als naadtoeslag, laat een opening van ca 3 cm open aan de rechter zijkant ca 11 tot 12 cm van de onderkant. (Hier komt de riem door). Naai festonsteekjes rond de opening. Sluit de mouwen, zet de mouwen in het vest.

Ceintuur:
Neem 17 st op met breinld 3 mm van de bovenkant van de voorbies (dwz waar de overslagminderingen beginnen) naar beneden langs het rechter voorpand. Brei Boordsteek met 1 st ribbelst aan weerszijden. Kant, bij een lengte van 3 cm en 6 cm, 1 st af aan weerszijden (binnen de kantsteek) = 13 st. Brei tot een lengte van ca 70 cm, kant af met r boven r en av boven av. Brei nog een riem aan het linker voorpand.

Afwerken (vest met knoopsluiting):
Sluit de schoudernaden.

Voorbies/Hals: Neem ca 120 tot 130 st op met breinld 3 mm langs het rechter voorpand tot middenachter in de nek - plaats 1 markeerring in de overgang tussen de voorbies en de hals. Brei Boordsteek met 1 kantst aan weerszijden in ribbelst. Minder, als het boord 1 cm hoog is, gelijkmatig verdeeld in de voorbies voor 6 knoopsgaten - 1 knoopsgat = kant 2 st af en zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de afgekante st. Kant bij een hoogte van 2,5 cm af met r boven r en av boven av. Brei de linker voorbies op dezelfde manier, maar zonder knoopsgaten. Sluit het halsboord middenachter.

Afwerken:
Naai de mouwen in het vest. Sluit de mouw- en zijnaden in één keer met de kantsteek als naadtoeslag. Naai de knopen aan.

VERKLARING SYMBOLEN TELTEKENING:
0 = 1 omslag
/ = brei 2 st r sm
= Haal 1 st recht af, brei 1 st r, haal de afgehaalde st over de gebreide st.

Telpatroon

symbols = 1 r
symbols = 1 omsl
symbols = haal 1 st r van de nld af, 2 r sm, haal de afgeh st daarover
symbols = 2 r sm, 1 omsl
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 71-9

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (5)

country flag Nathalie wrote:

Sur le devant droit il est dit qu'il faut augmenter 4fois de chaque côté et à 14cm rabattre milieu devant, on augmente et diminue en même temps ? On arrête les côtes lors du rabattage? Merci d'avance pour votre réponse

23.10.2020 - 14:40

DROPS Design answered:

Bonjour Nathalie, désolée, il y avait ici une erreur, on doit augmenter sur un seul des côtés (= celui qui sera cousu au dos), et on va rabattre ensuite (à 14 cm) côté milieu devant (= côté encolure/bordure devant). La correction a été faite, merci pour votre retour. Bon tricot!

23.10.2020 - 15:51

country flag Nathalie wrote:

Merci

19.10.2020 - 14:35

country flag Nathalie wrote:

Bonjour, je ne comprends pas quand vous dîtes "tricoter en côtes à partir du milieu devant"

18.10.2020 - 16:21

DROPS Design answered:

Bonjour Nathalie, le devant droit se tricote sur l'endroit à partir du milieu du devant = du côté ouverture jusqu'au côté couture au dos. Bon tricot!

19.10.2020 - 10:06

country flag Roos wrote:

Dank voor het antwoord. En hoe doe ik dat als er 5, 3 en 2 sreken afgekant moeten worden?

02.01.2019 - 10:52

country flag Roos wrote:

Bij de voorpanden wordt midvoor 5 steken boorsteek gebreid. Wat doe ik met deze boordsteken als er na 14 cm. steken afgekant moeten worden. Schuiven de boorsteken mee? (ziet er raar uit).

28.12.2018 - 10:22

DROPS Design answered:

Dag Roos,

Het mooist is om dan af te kanten (of minderen) naast de boordsteken, zodat de bies automatisch opschuift. Kant bij het linker voorpand als volgt af aan de goede kant (aan het begin van de naald, maar na de biessteken): 1 steek afhalen, 1 recht, de afgehaalde steek overhalen. Bij het linker voorpand aan de goede kant (dus aan het eind van de naald, maar voor de biessteken): 2 steken samen breien

01.01.2019 - 20:03