DROPS Denim
DROPS Denim
100% katoen
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS Children 9-22
Maat: 2- 3/4- 5/6 (7/8- 9/10) jaar
Maat in cm: 86/92- 98/104-110/116 (122/128- 134/140)

Materiaal:
DROPS Den-M-nit van Garnstudio
Kleur 51 middenblauw 500-550-600 (700-750) gram.

of gebruik:
DROPS Muskat van Garnstudio (garengroep B)
500-550-600 (650-700) g kleur nr. 15 koningsblauw

of gebruik:
DROPS Daisy van Garnstudio (garengroep B)
450-500-550 (600-650) g kleur nr. 24 kobaltblauw

DROPS rondbreinaald en breinaalden zonder knop 3 en 3.5 mm
DROPS Houten Duffelknoop, nr 520: 5 (6) stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Denim
DROPS Denim
100% katoen
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Stekenverhouding: 22 st x 30 nld op naalden 3.5 mm in M.3 = 10 x 10 cm.

Ribbelsteek, heen en weer gebreid: alle naalden recht.
Ribbelsteek, in de rondte gebreid: *naald 1: recht, naald 2: averecht *. Herhaal van * - *.

Boordsteekrand-1: Zie telpatroon M.4
Boordsteekrand-2: * 2 recht, 2 averecht*. Herhaal van * - *.

Patroon: Zie telpatronen. (1 telpatroon = 1 herhaling). De goede kant van het patroon is weergegeven – zorg dat de kabels op de goede kant komen.

Achterpand en voorpand: Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald van middenvoor naar middenvoor. Zet 308-340-364 (388-412) st op (incl 1 kant st aan iedere kant middenvoor) op rondbreinaald 3 mm in blauw en brei Boordsteekrand-1 (zie M.4 in het telpatroon) met de kant st in ribbelsteek. Na de Boordsteekrand-1 staan er 156-172-184 (196-208) st op de naald. Ga verder met rondbreinaalden 3.5 mm en brei 2 nld ribbelsteek; meerder tegelijkertijd 38 st gelijkmatig verdeeld over de naald = 194-210-222 (234-246) st.

Brei na de 2 ribbelsteek naalden de volgende naald (aan de GOEDE KANT) als volgt: 1 kant st in ribbelsteek, M.2 = 42 st, 12-20-26 (32-38) st van M.3, M.1 = 42 st, M.2 = 42 st, 12-20-26 (32-38) st van M.3, M.1 = 42 st, 1 kant st in ribbelsteek. Knip de draad af en start de volgende naald opnieuw aan de GOEDE KANT (kabels aan de GOEDE KANT). Ga verder in dit patroon. Denk om de stekenverhouding! Brei bij een hoogte van 29-32-34 (38-39) cm de volgende naald als volgt: 46-50-53 (56-59) st voorpand, kant 6 st af voor het armsgat, 90-98-104 (110-116) st achterpand, kant 6 st af voor het armsgat, 46-50-53 (56-59) st voorpand. Brei ieder deel apart verder.

Rechter voorpand: = 46-50-53 (56-59) st. Minder voor de armsgaten om de naald: 0-0-0 (1-1) keer 3 st, 0-3-3 (3-4) keer 2 st, 4-2-3 (3-2) keer 1 st = 42-42-44 (44-46) st. Ga verder in patroon maar brei de kant st aan het armsgat in ribbelsteek. Kant bij een hoogte van 37-41-44 (48-50) cm 5-6-6 (7-7) st af voor de hals middenvoor. Kant dan af om de naald: 2 keer 2 st, 3 keer 1 st = 30-29-31 (30-32) st over op de schouder. Brei bij een hoogte van 40-44-47 (52-54) cm 1 naald tricotsteek en minder tegelijkertijd 5 st gelijkmatig verdeeld over de schouder = 25-24-26 (25-27) st. Brei 2 nld ribbelsteek en kant af.

Linker voorpand: Brei als het rechter deel, maar in spiegelbeeld.

Achterpand: = 90-98-104 (110-116) st. Minder voor de armsgaten als beschreven voor het voorpand = 82-82-86 (86-90) st. Ga verder tot een totale hoogte van 39-43-46 (51-53) cm. Kant de middelste 20-22-22 (24-24) st af voor de hals en minder 1 st aan weerskanten voor de hals in de volgende naald = 30-29-31 (30-32) st over voor iedere schouder. Brei 1 naald tricotsteek en meerder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 5 st op de schouders = 25-24-26 (25-27) st. Brei 2 nld ribbelsteek, kant af.

Mouw: Zet 40-40-44 (44-48) st op met breinaalden zonder knop 3 mm en blauw en brei in de rondte; plaats een markeerdraad waar de eerste en de laatste steek samenkomen. Brei 3 cm Boordsteekrand-2. Ga verder met breinaalden zonder knop 3.5 mm, brei 2 naalden ribbelsteek en ga dan verder in M.3. Meerder tegelijkertijd na 2 naalden ribbelsteek 2 st midden onder de arm (1 st aan iedere kant van de markeerdraad): 4-6-7 (9-9) keer iedere 5.5-4-4 (3-3.5.) cm = 48-52-58 (62-66) st.

Kant bij een hoogte van 25-28-31 (34-38) cm 6 st af midden onder de arm en eindig de mouw heen en weer op de naalden. Kant af voor de mouwkop om de naald: 2-2-2 (1-2) keer 2 st, 1-4-6 (11-9) keer 1 st, 2-2-2 (1-2) keer 2 st, 1-1-1 (1-1) keer 3 st. Kant alle st af, de mouw is ongeveer 30-35-39 (44-48) cm hoog.

Afwerking: Naai de schoudernaden.
Voorbies: Neem ongeveer 84-108 st op met naalden 3.5 mm en blauw langs het linker voorpand (neem op in de kant st) en brei 2.5 cm Boordsteekrand-2. Kant alle st af. Herhaal dit langs de rechter voorbies, maar maak na 1 cm 5-5-5 (6-6) knoopsgaten gelijkmatig verdeeld over de bies (onderste knoopsgat ongeveer 5 cm van de onderkant en bovenste 1 cm van de bovenkant): 1 knoopsgat = kant 2 st af en zet 2 nieuwe st op boven de afgekant st in de volgende naald.

Kraag: Neem ongeveer 60-72 st (deelbaar door 4) op langs de hals van de VERKEERDE KANT met naalden 3 mm in blauw - start met opnemen 0.5 cm van het begin van de voorbies (neem 8 st meer op als u over de hele voorbiezen wilt opnemen). Brei 2 nld ribbelsteek en ga verder in Boordsteekrand-2 met 1 ribbelsteek aan iedere kant middenvoor.
Meerder als de kraag 2-2-3 (3-3) cm hoog is aan de GOEDE KANT (GOEDE KANT = de kant die je ziet als het vest wordt gedragen): 1 st av tussen de 2 av st – dus 2 av st worden 3 av st over de hele naald.
Meerder als de kraag 4-4-5 (5-5) cm hoog is aan de GOEDE KANT als volgt: 1 st av st tussen de 3 av st – dus 3 av st worden 4 av st over de hele naald.
Brei als de kraag 6-6-7 (7-7) cm hoog is 2 nld ribbelsteek en kant alle st af. Naai de mouwen in de trui en zet de knopen aan.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = 2 st av samen
symbols = zet 2 st op kabelnaald voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnaald
symbols = zet 2 st op kabelnaald achter het werk, 2 r, 2 r van de kabelnaald
symbols = zet 3 st op kabelnaald voor het werk, 1 st av, 3 r van de kabelnaald
symbols = zet 1 st op kabelnaald achter het werk, 3 r, 1 st av van de kabelnaald
symbols = zet 3 st op de kabelnaald voor het werk, 3 r, 3 r van de kabelnaald
symbols = zet 3 st op kabelnaald achter het werk, 3 r, 3 r van de kabelnaald
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 9-22

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (16)

country flag Elizabeth Petrie wrote:

Me again! I'm ready to decrease for the sleeve cap and have cast off 6 under the arm. Do I work back and forth still on the double-pointed needle, or move everything to regular needles? For the next decreases, they're supposed to be "every other row," but does that mean just the right side? Wouldn't the sleeve then be lopsided, with decreases only on the one side? Or should I split the decreases up: one decrease on the right side, the next on the wrong side, etc.? Thanks!

14.11.2023 - 01:04

DROPS Design answered:

Hi Elizabeth, Yes, you continue back and forth for the sleeve cap, so use the needles you feel most comfortable with for this part. Each further cast-off is on both sides of the sleeve cap (both the beginning and end of the row) on the first row, then work the next row without casting off, etc. Hope this helps and happy knitting!

14.11.2023 - 06:35

country flag Elizabeth Petrie wrote:

I've reached the desired length (38 cm), but how to continue is confusing. The 234 stitches include the 1 garter stitch at each side. So I'm continuing the pattern over 232 stitches. If I cast off after 56, that puts me in the middle of a stitch pattern in M3; is that correct? Also, the instructions at this point say "knit the next row as follows: 56, c/o 6, 110, c/o 6, 56." Does this mean "knit" all these stitches, or just continue in the pattern? I'm assuming the latter. Thanks.

31.10.2023 - 22:08

DROPS Design answered:

Dear Mrs Petrie, the 56 sts includes the edge stitch, just work this row in pattern as before: 56 sts (front piece), cast off 6 sts, work 110 sts (back piece), cast off 6 sts and work the remaining 56 sts = 234 stitches. Happy knitting!

02.11.2023 - 17:06

country flag Elizabeth wrote:

Follow-up question re: M1 and M2: up to row 12, everything is clear. Rows 13 and 14: how do I deal with the "missing" 4 stitches on each side? After that, do I start again at row 1 for the sides of M1 and M2, while continuing on rows 15 through 22 in the middle section? I can't see how the patterns will match up, since there's a difference of 10 rows rather than a straight doubling. It is very frustrating. I'm almost ready to give up and knit something else.

04.10.2023 - 01:47

DROPS Design answered:

See previous answer - you just have to repeat the diagram parts in height, not the diagram as drawn in chart. Happy knitting!

04.10.2023 - 08:08

country flag Elizabeth wrote:

I'm still confused: after row 12 of the diagrams M1 and M2, rows 13 and 14 have 4 knit stitches missing. From row 15 to 22, there are only 24 stitches illustrated. How do I continue the pattern unit the piece measures the desired length? Just by repeating rows 1 through 12? Or do I assume the "missing" pattern has just continued from row 15 on? Also, when decreasing and casting off for the armholes and neck piece, do I continue in the patterns with the stitches that are left? Thank you!

04.10.2023 - 01:38

DROPS Design answered:

Dear Elizabeth, all cable patterns in the diagram are not repeated over the same number of rows in height; when diagram part/cable part is done in height, repeat this section from 1st row but continue the other diagrams just as before. Happy knitting!

04.10.2023 - 08:08

country flag Elizabeth wrote:

For this pattern, what length(s) of the circular needles is/are required? This is the one guideline that is missing in many of the DROPS patterns, and is pretty important information! Thanks.🇨🇦🙂

16.09.2023 - 01:54

DROPS Design answered:

Dear Elizabeth, we try to add all of the information for the necessary materials in all of our patterns. However, some of our older patterns may be slightly outdated and lack some information available in the newer ones. In this case, you need circular needles of 80cm. For the sleeves you could use double pointed needles or a circular needle of 40cm. Happy knitting!

17.09.2023 - 21:18

country flag Marianne Langholm wrote:

Spørgsmål 1: 364 str 5/6år. Det passer ikke på mønster m.4. 364÷8=45.5 eller fratræk 1 kantmaske 362÷8=45.25 Spørgsmål 2: Skal man strikke vrang på begge sider eller vrang over ret og ret over vrang?

19.02.2023 - 11:12

DROPS Design answered:

Hei Marianne. 1) Du strikker 1 kantmaske, deretter M.4 over 362 masker (den siste gangen du strikker M.4 strikker du bare 2 masker av M.4. Da blir starten av vrangborden 2 masker rett og slutten av vrangborden 2 masker rett = lik på begge sider) og 1 kantmaske = 1+360+2+1= 364 masker. 2) Mønsteret i diagrammet sees fra retten. Da strikkes den blanke firkanten i diagrammet rett fra retten og vrang fra vrangen og firkanten med kryss strikkes vrang fra retten og rett fra vrangen. mvh DROPS Design

27.02.2023 - 14:34

country flag Marianne Langholm wrote:

Spørgsmål 1: 364 str 5/6år. Det passer ikke på mønster m.4. 364÷8=45.5 eller fratræk 1 kantmaske 362÷8=45.25 Spørgsmål 2: Skal man strikke vrang på begge sider eller vrang over ret og ret over vrang?

19.02.2023 - 11:12

country flag Louise wrote:

20 Minuten nach meiner Frage: Ich habe meinen Denkfehler entdeckt, die zwei zusätzlichen Maschen sorgen dafür, dass beide Seiten vorne in der Mitte gleich aussehen :) LG

31.12.2022 - 22:11

country flag Louise wrote:

Hallo, ich bin verwirrt von der Machenanzahl, die zu Beginn angeschlagen werden soll. Die Maschen nach Abzug der zwei Randmaschen sind nicht durch acht Maschen (M4) teilbar, es bleiben immer zwei Maschen übrig. Ist das so beabsichtigt oder kann ich auch zwei Randmaschen pro Seite stricken, damit das Muster symmetrisch ist? Vielen Dank für die Hilfe und liebe Grüße, Louise

31.12.2022 - 11:40

DROPS Design answered:

Liebe Luise, diese 2 Maschen stricken Sie wie die 2 ersten Maschen M.4, so wird das Muster symmetrisch sein. Viel Spaß beim stricken!

02.01.2023 - 13:46

country flag Marie wrote:

Tack för snabbt svar ang M3 och M4, men vad jag kan se är det M1 och M2 som ligger dubbelt. Ser fortfarande inte M3.

28.06.2020 - 20:46

DROPS Design answered:

Hei Marie. Om den fremdeles ikke vises, trykk på F5. Eller gå ut av nettleseren og prøv igjen, evnt med en anne nettleser. Den vises hos oss. mvh DROPS design

29.06.2020 - 13:20