DROPS Kid-Silk uni colour 75% mohair, 25% zijde |
4.70 € /25g |
Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
DROPS Kid-Silk uni colour 75% mohair, 25% zijde 4.70 € /25g Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
Dit patroon is gecorrigeerd. Klik hier om de correcties te bekijken.
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant |
|
= averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant |
|
= zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 st r, 2 st r van de kabelnld |
|
= zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 st r, 2 st r van de kabelnld |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Lavender Glory |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Gebreid DROPS vest met korte, wijde mouwen, raglan en kabel boordsteek van ”Alpaca” en ”Kid-Silk”. Maat: S - XXXL.
DROPS 141-15 |
|||||||||||||
RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): brei alle nld recht. RIBBELST (in de rondte op de rondbreinld): * brei 1 nld av en brei 1 nld recht *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld r. PATROON: Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. KNOOPSGATEN: Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = brei de 3e en 4e st vanaf middenvoor en maak 1 omsl. Maak knoopsgaten bij een hoogte van: MAAT S: 5, 12, 20, 27, 35 en ongeveer 42 cm. MAAT M: 5, 13, 21, 29, 37 en ongeveer 44 cm. MAAT L: 5, 13, 21, 29, 37 en ongeveer 45 cm. MAAT XL: 7, 15, 23, 31, 39 en ongeveer 47 cm. MAAT XXL: 7, 15, 23, 31, 39 en ongeveer 48 cm. MAAT XXXL: 7, 16, 24, 33, 41 en ongeveer 50 cm. LET OP: Brei het laatste knoopsgat als er nog 2 nld over zijn voor het afkanten voor de halsrand. RAGLAN: Minder aan elke kant van telpatroon A.2. Minder als volgt aan de goede kant: Voor A.2: 2 st r samen. Na A.2: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. Minder als volgt aan de verkeerde kant: Voor A.2: 2 st av gedraaid samen. Na A.2: 2 st av samen. ---------------------------------------------------------- LIJF: Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor. Zet 204-224-244-264-294-324 st op (incl 5 voorbies st aan elke kant) met rondbreinld 4 mm en 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk. Brei als volgt (1e nld = goede kant): 5 voorbies st in RIBBELST – zie uitleg boven, telpatroon A.1 tot er 9 st over zijn, brei de eerste 4 st in A.1 nog een keer en eindig met 5 voorbies st in ribbelst. Ga zo verder – maak TEGELIJKERTIJD vanaf een hoogte van 5-5-5-7-7-7 cm knoopsgaten - zie uitleg boven. Brei bij een hoogte van ongeveer 8 cm (pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is) de volgende nld als volgt: 5 st in ribbelst, * 2 st r samen, 2 st r samen, 2 st r, 2 st r samen, 2 st r * (dus 10 st worden 7 st), herhaal van *-* tot er 9 st over zijn, 2 st r samen, 2 st r samen en 5 st in ribbelst = 145-159-173-187-208-229 st. Plaats 2 markeerders in het werk; 38-42-46-49-54-60 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (= 69-75-81-89-100-109 st tussen de markeerders voor het achterpand). Ga verder met rondbreinld 5 mm in tricotst en de voorbiezen in ribbelst als hiervoor. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Minder bij een hoogte van 10-10-11-11-12-12 cm 1 st aan elke kant van elke markeerder, herhaal dit minderen elke 2 cm nog 3 keer = 129-143-157-171-192-213 st. Meerder bij een hoogte van 20-20-21-21-22-22 cm 1 st aan elke kant van elke markeerder, herhaal dit meerderen elke 2 cm nog 3 keer = 145-159-173-187-208-229 st. Kant bij een hoogte van 30-31-32-33-34-35 cm 6-6-8-8-10-10 st af aan elke kant voor de armsgaten (dus 3-3-4-4-5-5 st aan elke kant van elke markeerder) = 133-147-157-171-188-209 st over op de nld, laat het werk rusten en brei de mouwen. MOUW: Wordt in de rondte gebreid op een korte rondbreinld. Zet 90-92-96-98-102-104 st op met rondbreinld 4 mm en 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld. Brei 2 ribbels in RIBBELST in de rondte - zie uitleg boven! Ga verder met rondbreinld 5 mm in tricotst. Kant bij een hoogte van 7 cm 6-6-8-8-10-10 st af midden onder de mouw (= 3-3-4-4-5-5 st aan elke kant van de markeerder) = 84-86-88-90-92-94 st over op de nld. Laat het werk rusten en brei nog een mouw. PAS: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het lijf = 301-319-333-351-372-397 st. Plaats 1 markeerder in elke overgang tussen lijf en mouwen en brei in al deze overgangen telpatroon A.2 (dus over 6 st aan elke kant van elke markeerder), brei de andere st als hiervoor maar ga verder en brei de voorbiezen in ribbelst. Minder TEGELIJKERTIJD (in de 1e nld aan de goede kant) voor de RAGLAN aan elke kant van A.2 – zie uitleg boven! Minder meer st op de mouwen dan op het lijf als volgt: minder op het LIJF om de nld: 22-24-25-23-22-21 keer en dan elke nld: 0-0-0-6-10-15 keer. Minder op de MOUWEN om de nld: 15-16-17-18-19-20 keer en dan elke nld: 16 keer voor alle maten. Zet TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 43-45-46-48-49-51 cm de buitenste 6 st aan elke kant middenvoor op een hulpdraad voor de hals. Ga verder en kant af aan het begin van elke nld aan elke kant voor de hals: 1 st om de nld 4-4-5-5-6-6 keer aan elke kant en dan 1 st elke 4e nld tot het minderen voor de raglan klaar is (het is ok als de halsrand over de minderingen van de raglan heen komt op de voorpanden). Als alle minderen en afkanten gedaan is, zijn er ongeveer 70 tot 80 st over op de nld. Knip de draad af. HALSRAND: Ga verder met rondbreinld 4 mm. Neem (aan de goede kant) ongeveer 15-20 st op aan het voorpand langs de rechterkant van de hals (incl. de st op de hulpdraad), brei dan de overgebleven 60-70 st van het lijf op de nld en neem tot slot ongeveer 15-20 st op aan het voorpand langs de linkerkant van de hals (incl. de st op de hulpdraad) = ongeveer 90-110 st. Brei 3 nld recht heen en weer – brei TEGELIJKERTIJD in de 1e nld (= verkeerde kant) de rechte st van alle kabels 2 aan 2 samen, dus minder 4 st over elke raglan = ongeveer 74-94 st over op de nld. Kant als er 3 nld gebreid zijn losjes af met rechte st aan de goede kant. AFWERKING: Naai de openingen onder de mouwen samen en naai de knopen aan. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (46)
Brenda Chan wrote:
Yoke question: on sleeves decrease every other row 16 times and then every row: 16 times for all sizes???? I don't understand at all. need help please
17.04.2020 - 23:28DROPS Design answered:
Dear Brenda, on the yoke, you should decrease first every other row 15-16-17-18-19-20 times (number depending on teh size you are knitting), then in every row 16 times for each sizes. Happy Knitting!
19.04.2020 - 21:29Anny Jansen wrote:
Goedemiddag even een vraag over dit vest. moet de kabel ook aan het achterpand gebreid worden? en je begint onder de armen met de kabel he? als ik het goed hebt. dat is vraag 1 vraag 2 is de raglan minderingen moeten aan de goede kant maar dan ook aan de verkeerde kant? is dat niet te veel van het goede? graag hoor ik van u met vriendelijke groet a jansen
18.01.2015 - 14:11DROPS Design answered:
Hoi Anny. Je breit A.2 (de kabel) in alle overgangen op de pas = dus ook op het achterpand. Je mindert eerst alleen op de goede kant (= om de naald) en vervolgens in elke nld = dus ook op de verkeerde kant (maar dit geldt alleen op de mouwen of ook op de panden in de drie grootste maten).
19.01.2015 - 13:48Sandrine PASCAL wrote:
Bonsoir, J'en suis aux diminutions des manches et du dos et devant. Et j'ai du mal a comprendre vos explications: dois-je diminuer en premier pour le dos et devant et ensuite les manches ou bien le tout en même temps. Merci pour votre réponse
03.06.2014 - 21:03DROPS Design answered:
Bonjour Mme Pascal, les diminutions se font différemment pour le dos/les devants et pour les manches, ex en taille S vous diminuez 22 fois tous les 2 rangs pour dos/devant mais pour les manches 15 fois tous les 2 rangs puis 16 fois tous les rangs, c'est-à-dire que pendant les 15 x tous les 2 rangs vous diminuerez partout tous les 2 rangs puis uniquement tous les 2 rangs sur dos/devants mais tous les rangs sur les manches. Bon tricot!
04.06.2014 - 08:53Pascal wrote:
Bonjour, j'ai un souci avec ce modèle notamment avec l'échantillon. Pour obtenir un échantillon de 17 m x 22 rangs en jersey avec 1 fil Alpaca + 1 fil Kid-Silk tricotés ensemble = 10 x 10 cm je me suis retrouver avec des aiguilles à tricoter n°3. Est-ce moi qui tricote trop lâche ou il y a une erreur dans le numéros d'aiguille?
30.12.2013 - 14:26DROPS Design answered:
Bonjour Pascal, la tension habituelle de ces 2 fils tricotés ensemble est bien de 17 m x 22 rangs sur aiguilles 5 (ou la taille nécessaire). N'hésitez pas à consulter notre vidéothèque, elle peut vous aider à apprendre une autre technique qui "régulera" votre tension. Bon tricot!
30.12.2013 - 15:59Marielou67 wrote:
Ce modèle est impossible à réaliser selon moi. vos explications indiquent (pour ma taille) de faire des manches de 96 mailles, ce qui correspond selon votre échantillon à un tour de bras de 56 cm... pour une taille XL je trouve cela vraiment exagéré, voire surréaliste... j'ai tenté de réduire les choses à 72 mailles, mais alors le raglan est impossible à terminer, malgré mes savants calculs... bref, je vais le transformer à ma façon et suis une fois de plus déçue de vos explications...
14.10.2013 - 20:25DROPS Design answered:
Bonjour Marielou67, lorsque vous avez besoin d'aide sur un modèle, n'hésitez pas à contacter le magasin où vous avez acheté votre laine. Vous pouvez également vous inscrire sur le forum DROPS. Bon tricot!
15.10.2013 - 08:40Chrystelle wrote:
Bonjour, je crois qu'il y a une erreur dans ce modèle au niveau des manches. monter 96 mailles (ma taille) pour les manches avec un échantillon de 17 mailles pour 10 cm cela fait une manche de plus de 50 cm de circonférence, cela fait très grand, non ???
14.10.2013 - 20:19DROPS Design answered:
Bonjour Chrystelle, le nombre de mailles à monter est correct, les manches sont volontairement un peu large. Bon tricot!
15.10.2013 - 08:39It V D Eijk wrote:
Je moet 244 st opzetten en na het boord 57 st minderen dat snap ik niet dan klopt de stekenverhouding niet meer ???
07.10.2013 - 11:35DROPS Design answered:
Hoi. Het klopt wel. Je begint met boordsteek en dat trekt altijd meer samen dan tricotsteek. Door te minderen blijft het werk hetzelfde breedte houden als je doorgaat in tricotsteek.
07.10.2013 - 21:04Kitty wrote:
In de omschrijving van de pas staat in de 4e regel: MEERDER meer st op de mouw dan op het lijf. Ik neem aan dat dit MINDER moet zijn?
14.12.2012 - 14:40DROPS Design answered:
U heeft gelijk. Het is aangepast. Bedankt voor de reactie.
15.12.2012 - 17:18Martina wrote:
Ich habe das Jäckchen in grün gestrick und bin seit einer Woche stolze Besitzerin! Wirklich ein tolles Modell.
03.11.2012 - 16:23MaFrançoise wrote:
Voici un beau modèle que pensez-vous de l'alpaca bouclé pour le réaliser ???
26.08.2012 - 12:17DROPS Design answered:
Bonjour Mafrançoise, 2 fils du groupe A = 1 fil du groupe C. Pensez à tricoter votre échantillon pour vérifier les mesures et la visibilité des torsades. Bon tricot !
27.08.2012 - 09:06