DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale

Cleo

Gebreide DROPS trui met ronde pas en kantpatroon van ”BabyAlpaca Silk”. Maat: S - XXXL.

DROPS 141-18
DROPS design: Model nr. bs-025
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
400-450-500-550-600-650 gr. kleur nr. 8465, grijs.

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 en 80 cm) 3 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm, 31 st in patroon volgens telpatroon A.1 = 10 cm in de breedte en 18 st in patroon volgens telpatroon A.3 = 10 cm in de breedte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.3. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. De telpatronen worden in de rondte gebreid.

TIP VOOR HET BREIEN:
Vanwege de verschillende kantpatronen die in deze trui gecombineerd worden, is de stekenverhouding in ieder patroon anders. Zorg dat uw stekenverhouding in ieder patroon klopt.
----------------------------------------------------------

LIJF:
LEES TIP VOOR HET BREIEN!
Zet 258-288-312-342-372-408 st op met rondbreinld 3 mm en BabyAlpaca Silk. Brei 1 nld recht. Brei dan boordsteek (= 2 st r/4 st av). Brei als de boordsteek 5 cm meet in patroon volgens telpatroon A.1 (zorg dat de rechte st in het patroon boven de rechte st in boordsteek komen). Brei bij een hoogte van 15 cm 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 56-68-72-78-84-92 st gelijkmatig = 202-220-240-264-288-316 st. Brei telpatroon A.2. Brei na A.2 in tricotst. Brei bij een hoogte van 21 cm 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 14 st gelijkmatig = 188-206-226-250-274-302 st. Brei telpatroon A.2 weer en minder TEGELIJKERTIJD 46-52-56-64-68-76 st gelijkmatig in de laatste nld = 142-154-170-186-206-226 st. Plaats 2 markeerders in het werk als volgt; plaats 1 markeerder in de 1e st op de nld en 1 markeerder in de 72e-78e-86e-94e-104e-114e st op de nld (= 70-76-84-92-102-112 st tussen de 2 st met de markeerders). Brei in patroon volgens telpatroon A.3 maar brei de st met de markeerders r. Meerder bij een hoogte van 24 cm 1 st aan elke kant van de st met de markeerders – brei de gemeerderde st r tot ze in het patroon passen, brei de st die niet in het patroon passen en de st met de markeerders r elke nld. Herhaal dit meerderen elke 4-4-4-5-5-5 cm nog 2 keer = 154-166-182-198-218-238 st (verwijder de markeerders aan de zijkanten). Brei tot een hoogte van 33-34-34-35-35-36 cm – pas zo aan dat het na 1 nld met gaatjes is, brei dan 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 52-54-62-66-74-78 st gelijkmatig = 206-220-244-264-292-316 st. Brei telpatroon A.2 en meerder TEGELIJKERTIJD 58-68-74-78-86-92 st gelijkmatig verdeeld in de laatste nld = 264-288-318-342-378-408 st – plaats 1 nieuwe markeerder aan elke kant (= 132-144-159-171-189-204 st op het voorpand en achterpand). Brei nu in patroon volgens telpatroon A.1. Kant bij een hoogte van 38-39-40-41-42-43 cm 12 st af aan elke kant (dus 6 st aan elke kant beide van markeerders) = 120-132-147-159-177-192 st over op het voorpand en achterpand. Laat het werk rusten en brei de mouwen.

MOUW:
Zet 66-72-72-72-78-78 st op met breinld zonder knop 3 mm e BabyAlpaca Silk. Brei 1 nld recht. Brei dan boordsteek (= 2 st r/4 st av). Brei als de boordsteek 5 cm meet in patroon volgens telpatroon A.1 (zorg dat de rechte st in het patroon boven de rechte st in boordsteek komen). Brei bij een hoogte van 15 cm 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 10-14-12-10-16-14 st gelijkmatig = 56-58-60-62-62-64 st. Plaats 1 markeerder in de 1e st op de nld.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN VOOR DE MOUW DOOR VOOR U VERDER GAAT!
PATROON:
Brei nu telpatroon A.2. Brei na A.2 in tricotst. Brei bij een hoogte van 21 cm weer telpatroon A.2 en minder TEGELIJKERTIJD 14 st gelijkmatig in de laatste nld. Brei in patroon volgens telpatroon A.3. Brei bij een hoogte van 41-41-39-39-37-37 cm 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 14-14-14-18-18-18 st gelijkmatig. Brei telpatroon A.2 en meerder TEGELIJKERTIJD in de laatste nld 18-18-18-22-22-22 st gelijkmatig. Brei dan in patroon volgens telpatroon A.1 – zorg dat er 2 rechte st midden boven op de mouw zijn en tel dan naar de onderkant om te zien waar het patroon moet beginnen vanaf de markeerder midden onder de mouw.
MEERDEREN MIDDEN ONDER DE MOUW:
Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 16-19-16-15-19-17 cm 1 st aan elke kant van de st met de markeerder midden onder de mouw (= 2 st gemeerderd) – brei de gemeerderde st in patroon maar brei de nieuwe st recht zolang ze nog niet in het patroon passen. Herhaal dit meerderen elke 2-1½-1½-1½-1-1 cm nog 13-15-17-18-21-23 keer (= 28-32-36-38-44-48 st gemeerderd).
Bij een hoogte van 46-46-45-45-44-44 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) meet A.1 aan de bovenkant van de mouw ongeveer even hoog als A.1 aan de bovenkant van het lijf = 5-5-6-6-7-7 cm. Alle minderen en meerderen is nu gedaan en er staan 102-108-114-126-132-138 st op de nld. Kant nu 12 st af midden onder de mouw = 90-96-102-114-120-126 st over op de mouw. Laat het werk rusten en brei nog een mouw.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het lijf waar afgekant is voor de armsgaten = 420-456-498-546-594-636 st. Brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 96-104-114-124-136-144 st gelijkmatig (brei ongeveer elke 3e en 4e st samen) = 324-352-384-422-458-492 st. Plaats 1 markeerder – MEET NU HET WERK VANAF HIER.
Brei telpatroon A.2. Ga na A.2 verder in tricotst. Brei bij een hoogte van 5-5-5-6-6-6 cm vanaf de markeerder 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 52-64-76-88-100-110 st gelijkmatig = 272-288-308-334-358-382 st. Brei A.2 en minder TEGELIJKERTIJD 62-72-82-90-98-106 st gelijkmatig in de laatste nld = 210-216-226-244-260-276 st. Brei in patroon volgens telpatroon A.3. Brei tot een hoogte van 12-13-14-15-16-17 cm vanaf de markeerder – pas zo aan dat het na een nld met gaatjes is, brei dan 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 42-46-50-56-62-68 st gelijkmatig = 168-170-176-188-198-208 st. Brei telpatroon A.2 en meerder TEGELIJKERTIJD 48-46-46-34-30-20 st gelijkmatig in de laatste nld = 216-216-222-222-228-228 st. Brei nu in patroon volgens telpatroon A.1. Brei bij een hoogte van 16-17-18-19-20-21 cm boordsteek (= 2 st r/4 st av) - pas zo aan dat de rechte st in boordsteek boven de rechte st in het patroon komen. Minder na 1 cm boordsteek 4 av st tot 3 av st (brei de 2 eerste st av samen) = 180-180-185-185-190-190 st. Plaats 1 markeerder middenvoor. Knip de draad af en begin de nld nu vanaf middenachter. Brei nu een ronding op het achterpand vanaf de hals als volgt (ga verder in boordsteek): Brei tot er 18 st over zijn voor de markeerder op het voorpand, keer het werk, trek de draad aan en brei tot er 18 st over zijn voor de markeerder aan de andere kant. Keer, trek de draad aan en brei tot er 30-30-30-30-36-36 st over zijn voor de markeerder middenvoor, keer, trek de draad aan en brei tot er 30-30-30-30-36-36 st over zijn voor de markeerder aan de andere kant. Ga verder heen en weer en keer steeds 12-12-12-12-18-18 st eerder elke keer aan elke kant tot in totaal 8 nld met verkorte toeren zijn gebreid. Keer en brei tot middenachter. Ga dan verder in boordsteek in de rondte over alle st en minder TEGELIJKERTIJD alle 3 av st tot 2 av st in de 1e nld = 144-144-148-148-152-152 st. Minder na nog 1 cm, minder alle 2 rechte st tot 1 rechte st = 108-108-111-111-114-114 st. Kant bij een hoogte van 18-19-20-21-22-23 cm vanaf de markeerder - gemeten middenvoor (het werk meet ongeveer 58-60-62-64-66-68 cm vanaf de onderkant naar boven) - losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen samen.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant
symbols = av aan de goede kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 st gedraaid r samen
symbols = 2 st r samen
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 141-18

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (57)

country flag Mallin wrote:

Hei Jeg lurer på hvordan jeg skal finne den midterste masken fremme etter at jeg har fellt fra 4vr til 3vr?

12.12.2013 - 23:05

DROPS Design answered:

Hej Mallin. Du har ex 180 m paa pinden, dvs 60 m til forstk og 60 til bak, saa masken midt for og midt bak er midt i mellem (= 30).

13.12.2013 - 10:29

country flag Sandrine wrote:

Bonjour, très joli modèle, merci! Un doute : les manches sont-elles à tricoter sur des aiguilles circulaires également? En effet, dans les explications il est fait mention de "tour" et de "marqueur au début du tour", ce qui devient inutile sur une aiguille double pointe droite. Merci pour votre réponse et belle journée!

30.05.2013 - 14:32

DROPS Design answered:

Bonjour Sandrine, les manches se tricotent en rond sur les aiguilles doubles pointes (ou sur aiguille circulaire si vous préférez). Le début du tour correspond au moment où vous terminez un tour avant d'en commencer un autre, c'est toujours très utile de conserver un tel repère. Bon tricot !

30.05.2013 - 15:29

country flag Gesine Friedmann wrote:

Fehler bei Rundpasse: ... Rippenmuster (= 1 M re, 4 M li) weiterstricken... Denke, es muss heißen (= 2 M re, 4 M li), ansonsten ist es nicht das Rippenmuster und die M gehen nicht auf.

25.03.2013 - 23:54

DROPS Design answered:

Liebe Gesine, vielen Dank für den Hinweis, wir werden das gleich korrigieren.

26.03.2013 - 08:57

country flag Coco wrote:

La couture de la manche doit-elle être au dessus ou en dessous? Merci

22.03.2013 - 21:26

DROPS Design answered:

Bonjour Coco, on assemble sous les manches les 12 m rabattues pour les manches et le dos/devant. Bon tricot!

25.03.2013 - 12:05

country flag Hege Linvåg Aas wrote:

Hei Jeg har gjort siste økning på diagram A3, gjorde dette på en omgang med rettstrikk (166m), men når jeg nå skal fortsette på mønstret og ta bort merketrådene, går ikke mønstret opp på bakstykket, det blir forskjøvet. Hva er det jeg har missforstått, siden det blir feil.

27.01.2013 - 23:52

DROPS Design answered:

Du skal sørge for at du strikker maskene på samme måde som du gjorde tidligere. Så forskyder du ikke maskene

01.05.2013 - 17:12

country flag BEAUCHOUX SYLVIE wrote:

Je suis entrain de tricoter ce modele et je n'arrive pas à comprendre l-explication suivante dos et devant lorsque l'on met les 2 marqueurs faut il tricoter en point fantaisie A3 entre les 2 marqueurs donc sur 76 mailles (pour moi)ou sur les autres mailles et en jersey sur 76 mailles. merci pour votre réponse

26.01.2013 - 07:17

DROPS Design answered:

Bonjour Madame Beauchoux, vous allez placer vos marqueurs et tricoter ainsi (taille M): tric. la 1ère m du tour à l'end et placer un marqueur sur cette m, tricotez 76 m en point fantaisie A3, 1 m end = 78ème du tour = 2ème marqueur, 76 m en point fantaisie A3. Bon tricot !

26.01.2013 - 10:18

country flag Gudrun Röhricht wrote:

Das Erscheinungsbild des Lochmusters A1 in Runden gestrickt sieht gar nicht gut aus.Man sieht lang gespannte Fäden, aber gar keine richtigen Löcher. Dabei habe ich den Umschlag nicht zu locker gemacht. Was muss ich tun, damit das Musterbild besser wird?

02.01.2013 - 09:42

DROPS Design answered:

Liebe Gudrun, das ist aus der Ferne sehr schwer zu beurteilen. Haben Sie mit dem Originalmaterial gearbeitet? Dann sollte sich nach unserer Anleitung das fotografierte Strickbild ergeben.

02.01.2013 - 14:25

country flag Camilla wrote:

Jeg er kommet igang med den :-) Har strikket dia A1. Glæder mig til den er færdig.

05.09.2012 - 08:57

country flag Katharina Klusmann wrote:

Oh, entschuldigung. Unerfahrenheit mit dem Internet auf dem Handy!

25.08.2012 - 18:37

country flag Katharina Klusmann wrote:

Hallo, bei den Diagrammen ist von Hin -/ und Rückreihen die Rede. Wenn man in Runden strickt, sind das aber eigentlich ja nur Hinreihen. Bei A1 z.B. soll man dort leere Kästchen rechts stricken und die Sterne immer links, oder hat es was zu bedeuten mit der Beschriftung in der Legende? Vielen Dank

25.08.2012 - 18:36

DROPS Design answered:

Danke für den Hinweis, da hatte sich in der Legende ein dummer Fehler eingeschlichen: die Sterne werden li in der Hin-R (bzw. in der Runde) gestrickt. Und ja, bei diesem Modell gibt es eingentlich (bis auf die verkürzten R im Rippenmuster) keine Rückreihen.

28.08.2012 - 17:01