DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 1.80 € /50g
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Memory Lane

DROPS bolero in ribbelst met verkorte toeren van ”Fabel” en randen van gehaakte vierkantjes. Maat S - XXXL.

DROPS 113-14
DROPS design: Model nr. FA-074
----------------------------------------------------------
Maat: S – M – L – XL – XXL - XXXL
Materiaal: DROPS FABEL
250-300-300-350-350-400 gr kleur nr. 904, lavendelmix:
En gebruik: DROPS COTTON VISCOSE
50 gr voor alle maten kleur nr. 27, lila

DROPS BREINLD 3.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 23 st x 45 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS HAAKNLD 3.5 mm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 1.80 € /50g
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

KEERPUNTEN: Brei verkorte toeren voor de bolero aan het voorpand. Brei de keerpunten als volgt:
Nld 1: Brei 24-27-30-33-36-39 st, keer het werk.
Nld 2: Brei alle st.
Nld 3: Brei 21-24-27-30-33-36 st, keer het werk.
Nld 4: Brei alle st.
Nld 5: Brei 18-21-24-27-30-33 st, keer het werk.
Nld 6: Brei alle st.
Nld 7: Brei 15-18-21-24-27-30 st, keer het werk.
Nld 8: Brei alle st.
Ga zo verder met 3 st minder iedere keer tot u 2 nld heeft gebreid over alleen de 3 eerste st. Brei nu 2 nld over alle st.
Er zijn nu 18-20-22-24-26-28 nld in ribbelst middenvoor en 2 nld in ribbelst aan de zijkanten. Herhaal dit patroon in totaal 5 keer. Het voorpand meet nu ongeveer 20-22-24-27-29-31 cm middenvoor en 2 cm aan de zijkant.
----------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------
ACHTERPAND: Wordt heen en weer gebreid op de nld - zie fig.1.
Zet 68-78-88-98-110-122 st op met nld 3.5 mm en Fabel en brei ribbelst – zie boven. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei bij een hoogte van 4 cm verder als volgt:
MAAT S: Meerder 1 st aan iedere kant, herhaal dit meerderen elke 2.5 cm in totaal 7 keer = 82 st.
MAAT M: Meerder 1 st aan iedere kant, herhaal dit meerderen elke 3 cm in totaal 6 keer = 90 st.
MAAT L: Meerder 1 st aan iedere kant, herhaal dit meerderen elke 5 cm in totaal 3 keer = 94 st.
MAAT XL: Meerder 1 st aan iedere kant, herhaal dit meerderen elke 5 cm in totaal 3 keer = 104 st.
MAAT XXL: Geen meerderingen.
MAAT XXXL: Geen meerderingen.
ALLE MATEN: Kant bij een hoogte van 20-21-22-22-23-24 cm de middelste 22-24-22-26-26-32 st af voor de hals en brei iedere schouder apart verder. Kant af aan het begin van iedere nld voor de hals: 3 x 1 st = 27-30-33-36-39-42 st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 22-23-24-24-25-26 cm.

VOORPAND: Wordt vanaf een schouder naar de onderkant gebreid, dan weer omhoog naar de andere schouder – zie fig.2.
Zet 27-30-33-36-39-42 st op met nld 3.5 mm en Fabel. Brei 21-22-23-23-24-25 cm ribbelst. Nu ga verder met de KEERPUNTEN – zie boven. Brei na de KEERPUNTEN 28-32-36-41-46-51 cm ribbelst (= onderkant) en brei nu de KEERPUNTEN weer aan de andere kant. Brei 21-22-23-23-24-25 cm ribbelst en kant alle st af.

AFWERKING: Plaats het achterpand tussen de zijkant delen van het voorpand. Vouw de 2 zijkant delen van het voorpand naar het midden. Naai de schoudernaden A tegen A en B tegen B in de buitenste lusjes van de st, naai C tegen C aan de onderkant van het achterpand op dezelfde manier – ga verder met de naad langs de zijkanten en laat ongeveer 18-19-20-21-22-23 cm open voor de armsgaten.

BOBBEL = haak 3 stk samen, dus wacht met de laatste doorhaling van ieder stk tot alle 3 stk zijn gehaakt, maak een omsl en haal de haak door alle 4 lussen op de haak)

GEHAAKTE VIERKANTJES: Haak 4 l met haaknld 3.5 mm en Fabel en vorm een ring met 1 hv in de eerste l.
TOER 1: 6 v in de ring.
TOER 2: 2 v in iedere v = 12 v.
TOER 3: 2 stk in iedere v (vervang het eerste stk door 3 l), haak in de achterste lus van de st = 24 stk.
TOER 4: 4 l, sla 1 stk over, * 1 v, 3 l, sla 1 stk over*, herhaal van *-*, en eindig met 1 hv in de eerste l = 12 l-lussen
TOER 5: 4 l, haak in de eerste l-lus van *-* als volgt: * 1 bobbel - zie boven, 2 l, 1 bobbel, 4 l, 1 bobbel, 2 l, 1 bobbel *, 3 l, 1 stk in de v tussen de volgende 2 l-lussen, 3 l, haak in de volgende l-lus van *-* als hierboven, 4 l, 1 stk in de v tussen de volgende 2 l-lussen, 4 l, haak in de volgende l-lus van *-* als hierboven, 3 l, 1 stk in de v tussen de volgende 2 l-lussen, 3 l, haak in de volgende l-lus van *-* als hierboven, en eindig met 1 l en 1 hv in de derde l van het begin van de toer.
Twee van de zijkanten zijn nu even breed, ongeveer 6 cm, 1 kant is smaller, ongeveer 5 cm en 1 kant is breder, ongeveer 7 cm.
TOER 6: Haak v in alle l-lussen als volgt: 1 v in de eerste l-lus, 2 v in de volgende, 5 v in de volgende (= hoek), dan 2 v, 3 v, 3 v, 2 v, 5 v (= hoek), 2 v, 4 v, 4 v, 2 v, 5 v (= hoek), 2 v, 3 v, 3 v, 2 v, 5 v (= hoek), 2 v en 1 v in de laatste l-lus, eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de toer. Knip de draad af.

Maak ongeveer 25-27-29-32-34-36 vierkantjes. Naai de vierkantjes samen tot een lange strook, zijkant tegen zijkant - plaats de vierkantjes zo dat alle korte zijkanten van de vierkantjes aan dezelfde kant komen en alle lange zijkanten aan de tegengestelde kant zodat de strook rond loopt.
Naai de strook aan het lijf en begin middenachter bij de hals. Naai de korte kanten aan het lijf, ga verder naar beneden langs de onderkant, omhoog en eindig weer op de hals. Als u meer of minder vierkantjes nodig hebt, voeg ze dan toe of laat ze weg middenachter en middenonder.

MOUW: Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet 58-60-62-66-66-68 st op met nld 3.5 mm en Fabel. Brei ribbelst. Meerder bij een hoogte van 7 cm 1 st aan iedere kant en herhaal dit meerderen elke 3.5-3-2.5-2.5-2-2 cm in totaal 9-10-12-12-14-15 keer = 76-80-86-90-94-98 st. Kant bij een hoogte van 37 cm 3 st af aan iedere kant aan het begin van iedere nld tot het werk 40 cm meet. Kant de overgebleven st af.
Naai de mouwnaden in de buitenste lusjes van de st en naai de mouwen in de bolero.

GEHAAKTE RAND: Haak een rand rond de opening van de hele bolero met haaknld 3.5 mm en Cotton Viscose als volgt – begin in het eerste vierkantje middenachter aan de hals: 1 v in de tweede st van het vierkant, * 1 picot (= 3 l, 1 v in de eerste l), sla 1 v over, 1 v in de volgende v *, herhaal van *-* (= 7 picots langs ieder vierkant en 1 in de naad tussen ieder vierkant) en eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de rondte.
Haak een gelijke rand rond de mouwranden.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 15.04.2009
BOBBEL = haak 3 stk samen, dus wacht met de laatste doorhaling van ieder stk tot alle 3 stk zijn gehaakt, maak een omsl en haal de haak door alle 4 lussen op de haak)

GEHAAKTE VIERKANTJES: Haak 4 l met haaknld 3.5 mm en Fabel en vorm een ring met 1 hv in de eerste l.
TOER 1: 6 v in de ring.
TOER 2: 2 v in iedere v = 12 v.
TOER 3: 2 stk in iedere v (vervang het eerste stk door 3 l), haak in de achterste lus van de st = 24 stk.
TOER 4: 4 l, sla 1 stk over, * 1 v, 3 l, sla 1 stk over*, herhaal van *-*, en eindig met 1 hv in de eerste l = 12 l-lussen
TOER 5: 4 l, haak in de eerste l-lus van *-* als volgt: * 1 bobbel - zie boven, 2 l, 1 bobbel, 4 l, 1 bobbel, 2 l, 1 bobbel *, 3 l, 1 stk in de v tussen de volgende 2 l-lussen, 3 l, haak in de volgende l-lus van *-* als hierboven, 4 l, 1 stk in de v tussen de volgende 2 l-lussen, 4 l, haak in de volgende l-lus van *-* als hierboven, 3 l, 1 stk in de v tussen de volgende 2 l-lussen, 3 l, haak in de volgende l-lus van *-* als hierboven, en eindig met 1 l en 1 hv in de derde l van het begin van de toer.
Twee van de zijkanten zijn nu even breed, ongeveer 6 cm, 1 kant is smaller, ongeveer 5 cm en 1 kant is breder, ongeveer 7 cm.
TOER 6: Haak v in alle l-lussen als volgt: 1 v in de eerste l-lus, 2 v in de volgende, 5 v in de volgende (= hoek), dan 2 v, 3 v, 3 v, 2 v, 5 v (= hoek), 2 v, 4 v, 4 v, 2 v, 5 v (= hoek), 2 v, 3 v, 3 v, 2 v, 5 v (= hoek), 2 v en 1 v in de laatste l-lus, eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de toer. Knip de draad af.

Telpatroon

diagram measurements
diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 113-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (82)

country flag Gantzer Patricia wrote:

Merci de votre réponse , j'ai fait ce tour comme indiqué , mon carré est identique , bizarre d'avoir aucune différence en cm, 5,6 ,et 7 cm comme c'est préciser à l'explication. Dommage qu'il n'y est pas une grille , chaque point tricot à un schéma... Mais pas pour le crochet , pourtant bien plus facile à comprendre !

15.08.2023 - 07:27

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gantzer, c'est peut-être juste une question de tension? Vérifiez avec le tour 6 que vous allez bien donner la bonne forme à votre motif, vous arriverez peut-être ainsi aux bonnes mesures plus facilement. Bon crochet!

15.08.2023 - 09:23

country flag Gantzer Patricia wrote:

Je bloque au tour n°5, o.k. pour les nopes ,les ml et faire de " a" mais combien de fois ? Je n'arrête pas de défaire , et n'obtiens pas la grandeur différente , PAREIL POUR LES CORRECTIONS ajoutés ,j'ai essayé , puis zoomer pour voir le carré , mais en chiner , on ne le devine même pas ! Le reste est fini et à cause de cette bordure… Pas ce boléro

14.08.2023 - 11:22

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gantzer, vous devez avoir *1 nope, 2 ml, 1 nope, 4 ml, 1 nope, 2 ml, 1 nope* 4 fois au total = pour les 4 coins du carré, puis entre chaque, 2 arceaux non crochetés et 1 bride dans la ms entre ces 2 arceaux, autrement dit: 4 ml (= 1 ms + 3 ml) au début du tour, de *à* dans l'arceau suiv, sautez 1 arceau, 3 ml, 1 b dans la ms suiv, 3 ml, sautez l'arceau suiv, répétez de *-*, sautez l'arceau suiv, 4 ml, 1 bride dans la ms suiva 4 ml, sautez l'arceau suiv, répétez de *-* dans l'arceau suiv, sautez l'arceau suiv, 3 ml, 1 bride dans la ms suiv, 3 ml, sautez l'arceau suiv, 1 mc dans la 3ème ml du début du tour. Bon crochet!

14.08.2023 - 13:31

country flag Gantzer Patricia wrote:

Bonjour ,j'aimerais la grille du carré au crochet ,je ne comprends pas ces écrits même corrigés , ( c'est du charabia) merci d'avance .

14.08.2023 - 10:11

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gantzer, je suis désolée, nous n'avons pas de diagramme pour ce carré au crochet, il vous faudra suivre les indications écrites pas à pas - notez les abréviations si besoin: ml = maille en l'air, B = bride, ms = maille serrée, nope = 3 brides écoulées ensemble, mc = maille coulée. Bon crochet!

14.08.2023 - 10:29

country flag Bernadette Perrier wrote:

Comment faire les carré au crochet pourrais avoir le modele. en Français de préférence .

27.02.2021 - 10:46

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Perrier, tous nos modèles sont disponibles en français; cliquez sur le menu déroulant sous la photo pour changer la langue. Bon crochet!

01.03.2021 - 08:03

country flag Paula wrote:

Oh, my apologies! I see that the pattern was displayed a few days ago in US, and now it is in British. So nothing has changed. You can ignore my earlier question.

19.11.2013 - 20:21

country flag Paula wrote:

Hi--yes, I know that American and UK terminology differs. I printed this pattern off just a few days ago and I see that the double crochets have definitely been changed since then to triple crochets.

19.11.2013 - 20:01

country flag Paula wrote:

I see that a few corrections were made yesterday to the crochet portion of this pattern (double crochets were changed to triple crochets). Are we sure? Now the circle is not laying flat. Should I be turning in between rounds? thanks

19.11.2013 - 17:31

DROPS Design answered:

Dear Paula, note that US-English and UK-English is different in crochet terminology, ie a US- dc is a UK- tr. Did you check the measurement of the square after round 5? Do not hesitate to take a smaller/larger hook if necessary. Happy crocheting!

19.11.2013 - 18:14

country flag Paula wrote:

I tried everything I could, but the crochet part of this pattern, I just couldn't get to work out. A shame, as I already did all the knitting :(

18.11.2013 - 12:08

country flag Paula wrote:

Also, when I do the bobbles in round 5, the chain loops become very stretched, creating big holes. Is that normal? (4 bobbles are crocheted a single chain).

17.11.2013 - 17:28

DROPS Design answered:

Dear Paula, at the end of round 5, 2 sides should measure 3/8’’, 1 is smaller, approx 2’’ and 1 is wider, approx 2¾’’. You may take a smaller crochet hook if necessary. Happy crocheting!

18.11.2013 - 10:05

country flag Paula wrote:

Also, when I do the bobbles in round 5, the chain loops become very stretched, creating big holes. Is that normal? (4 bobbles are crocheted a single chain).

17.11.2013 - 17:26