DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 107-19
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materialen: DROPS Fabel
Kleur nr. 904, lavendel mix:
100-150-150-150-200-200 gr.
En gebruik DROPS Cotton Viscose
Kleur nr. 27, lila:
200-250-250-300-300-350 gr.

DROPS Rondbreinaald 5 mm (80 cm) – of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 17 st x 22 nld tricotst met 1 draad van beide kleuren = 10 x 10 cm.

DROPS Sokkenbreinaald 5 mm – voor de mouwen.

DROPS Hoekig zilveren knoop, nr. 534: 2 stk.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

Ribbelst (rondbreien): * 1 nld recht, 1 nld averecht *, herhaal steeds *-*.

Tip Meerderen: Meerder 1 st naast de 5 voorbiesst als volgt: 1 omslag. Brei de omslag in de volgende nld verdraait r/av om een gaatje te voorkomen (dwz u breit achter in de st in plaats van voorin).

Knoopsgat: Kant af voor 2 knoopsgaten in de rechter voorbies. 1 knoopsgat = brei de tweede en derde voorbiesst r samen en maak 1 omslag.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
15-15-16-16-17-17 cm en 19-19-20-20-22-22 cm.
NB: Het tweede knoopsgat wordt gemaakt als de bies voor zich zelf wordt gebreid.

Motief:
1e nld: recht op de goede kant.
2e nld: averecht op de verkeerde kant.
3e nld: recht op de goede kant.
4e nld: averecht op de verkeerde kant.
5e nld: recht op de goede kant (minder in deze nld)
6e nld: recht op de verkeerde kant.

Achter- en voorpanden: Dit vest wordt heen en weer gebreid van middenvoor naar middenvoor op de rondbreinld. U zou ook rechte naalden kunnen gebruiken.
Zet 110-124-138-154-174-194 st op (incl. 5 voorbiesst aan weerskanten) met rondbreinld 5 mm en 1 draad van beide kwaliteiten. Brei 4 nld ribbelst – lees de instructie hierboven. Plaats 1 merkdraad 24-28-31-35-40-45 st vanaf het middenvoor aan beide kanten (62-68-76-84-94-104 st tussen de merkdraden = achterpand).
Lees a.u.b. het volgende stukje zorgvuldig door voordat u verder gaat met het breien!
Brei door in tricotst, maar brei de 5 voorbiesst aan weerskanten in ribbelst tot de vereiste afmetingen. Meerder tegelijkertijd aan weerskanten langs het middenvoor – lees Tip Meerderen – 9 x 1 st in elke 2e nld en vervolgens 3 x 1 st in elke 4e nld.
Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 6 cm 3 x 1 st aan weerskanten van beide merkdraden op elke 4-4-5-5-6-6 cm. Let op de steekverhouding en vergeet niet de knoopsgaten in de rechter voorbies.
Als alle meerderingen voltooid zijn, staan er 146-160-174-190-210-230 st op de breinld. Brei door in tricotst en de voorbiezen in ribbelst tot een hoogte van 17-18-19-20-21-22 cm. Kant 6 st af aan weerskanten voor de armsgaten (dwz kant 3 st af aan weerskanten van beide merkdraden) = 134-148-162-178-198-218 st. Leg het werk terzijde en brei de mouwen.

Mouwen: De mouwen worden in het rond gebreid op de sokkenbreinld.
Zet 48-50-52-54-56-58 st op met sokkenbreinld 5 mm en 1 draad van beide kwaliteiten. Brei 4 nld ribbelst – lees de instructie hierboven. Brei vervolgens door in tricotst – en meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 2 cm 3-4-5-5-6-7 x 2 st in het midden van de ondermouw in elke 6-4-3-3-3-2 nld = 54-58-62-64-68-72 st. Kant bij een hoogte van 10 cm 6 st af in het midden van de ondermouw = 48-52-56-58-62-66 st. Leg het werk terzijde en brei nog 1 mouw op dezelfde manier.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de panden boven de afgekante st = 230-252-274-294-322-350 st. Plaats de 5 voorbiesst aan weerskanten op een hulpnld (draad) = 220-242-264-284-312-340 st op de breinld.
Brei 1 nld r op de verkeerde kant.
Brei door volgens het Motief – lees de instructie hierboven – en minder tegelijkertijd gelijkmatig voor de pas 7-7-7-8-8-8 x 21-23-25-25-28-28 st in elke 6e nld (= dwz in de 5e nld van het motief). Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 21-21-22-22-23-23 cm af voor de hals langs het middenvoor als volgt: 7 x 1 st in elke 2e nld en kant vervolgens steeds in st af in elke 4e nld tot de vereiste afmetingen.
Brei door volgens het motief tot een hoogte van 36-38-40-42-44-46 cm (vanaf de opzetnld tot aan de schouder). Kant alle resterende st af (= ca 50 tot 60 st).

Voorbiezen: Zet de 5 st van de hulpnld terug op de breinld en brei ribbelst totdat de bies netjes past langs de hals tot aan het middenachter (u mag de bies een beetje rekken!). Zet de st terug op de hulpnld (draad). Brei de 5 voorbiesst aan de andere kant op dezelfde manier.
Sluit de naad van de 2 biezen op het middenachter en naai de bies netjes vast langs de hals. Naai de knopen aan en sluit de openingen onder de armen.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 107-19

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (46)

country flag Ruth Krokmo Jensen wrote:

Vad skall jag göra med dom 5 maskorna i framkanten som sitter på säkerhetsnål?????

01.03.2017 - 15:49

DROPS Design answered:

Hej Ruth. Se nederst i opskriften under "Framkant". Her staar hvad du gör med maskerne.

01.03.2017 - 16:03

country flag Rebecca Field wrote:

When the pattern says one thread of each quality, how many threads does that mean you're knitting with?

05.11.2016 - 12:59

DROPS Design answered:

Dear Mrs Field, you've to work all the bolero with 1 strand of Fabel and 1 strand of Cotton Viscose. Happy knitting!

05.11.2016 - 18:27

country flag M.Claire wrote:

Je pense qu'il y a une erreur dans le nombre de mailles totales. Par ex. Pour la taille XL, je trouve 184 m et non 190 ou alors j'en oublie. Cordialement

14.08.2014 - 22:55

DROPS Design answered:

Bonjour Mme M.Claire, en taille XL, on commence avec 154 m, on augmente pour chaque devant: 9+3 = 12 m soit 24 m au total + sur les côtés 3 x 2 m x 2 côtés = 12 m. 154 + 24 + 12 = 190 m. Bon tricot!

15.08.2014 - 10:05

country flag Paula wrote:

Hi, I made this bolero and it is so cute...except that it rolls at the bottom, despite the garter stitch. If I were to make it again, I think I would add a couple rows of garter stitch.

04.04.2014 - 18:07

country flag Paula wrote:

I am at the assembly section and need a bit of help please. It says, " Slip the 5 front band sts from one side back on needle and work garter st until piece fits round neckline to mid back (front band to be stretched slightly)." I know I need to pick up the 5 stitches and knit garter, but then I end up with a long ribbon-like piece that is separate from the body. Am I to then attach that? Or as I knit it, am I to be picking up stitches along the front?

16.03.2014 - 22:20

DROPS Design answered:

Dear Paula, the video below will show you how to work the collar. When both edges are done, they will be sewn to front piece + neckline on back piece. Happy knitting!

17.03.2014 - 09:43

country flag Paula wrote:

Hi, I am having some trouble trying to incorporate the sleeves. The instructions say "slip sleeve in on circular needle where cast off for armholes". How exactly do I slip them on? Am I slipping on only the stitches that were cast off?

13.03.2014 - 00:38

DROPS Design answered:

Dear Paula, the video below shows you how to put sts from sleeves worked in the round on the same circular needle as body. Happy knitting!

13.03.2014 - 09:11

country flag Annie B wrote:

Den er bare så flot,kan man ikke få opskriften i str.8 år,det ville være lykken for mit barnebarn,jeg har garnet klar

22.08.2008 - 17:13

country flag Angel wrote:

Un grand merci pour votre aide si rapide et efficace suite à ma demande. Ce modèle est magnifique et avec vos explications, c'est décidé je me lance. Bravo pour vos modèles.

16.06.2008 - 13:05

country flag Drops Nathalie wrote:

Il faut répartir les diminutions de façon régulière sur le 5ème rang du point fantaisie de l'empiècement, ce ne sont pas des diminutions de raglan à proprement parler, mais vous pouvez les répartir pour donner cette impression de raglan : 2 dim à chaque transition manches/dos/devants, 7 dim sur le dos et 3 sur chaque devant.

16.06.2008 - 09:22

country flag Angel wrote:

Je ne comprends pas les diminutions pour le raglan. En effet on nous demande de répartir 7 fois 21 diminutions mais où le faire pour obtenir ce fameux raglan. Merci de votre aide

15.06.2008 - 16:43