DROPS Ull-Tweed
DROPS Ull-Tweed
100% puur wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
DROPS SS24

Dream Tweed

DROPS Vest met ingebreide Noorse motieven van "Ull-Tweed" en "Karisma". Maat S - XL

DROPS 70-20
Maat: S - M - L - XL
Materiaal: DROPS Ull-Tweed van Garnstudio,
400-450-500-550 gr nr. 02, bruin.
En gebruik: DROPS Karisma Superwash van Garnstudio,
50-50-50-50 gr nr. 01, gebroken wit.
50-50-50-50 gr nr. 39, donker oud roze.
50-50-50-50 gr nr. 40, licht oud roze.
50-50-50-50 gr nr. 55, licht bruin gemêleerd.

DROPS Rondbreinaald en breinaalden zonder knop 3 mm en 4,5 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

DROPS Knoop Kokos, nr. 515: 5 stk.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Ull-Tweed
DROPS Ull-Tweed
100% puur wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g

Instructies voor het patroon

Steekverhouding:
19 st x 24 nld met Karisma of Ull-Tweed op breinld 4,5 in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje!

Boordsteek:
* 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*.

Patroon:
Zie teltekening - M.1. Eén keer de teltekening = 1 rapport. De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant.
Brei het hele Patroon in tricotsteek.

Ribbelst (heen en weer breien):
Alle naalden recht breien.

Dubbele gerstekorrel:
1e nld: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*.
2e nld: r boven r en av boven av.
3e nld: av boven r en r boven av.
4e nld: av boven av en r boven r.
Herhaal steeds de 3e en 4e nld.

Tip afkanten (geldt voor de hals):
Alle minderingen gebeuren aan de goede kant binnen 1 kantsteek.
Kant af als volgt na 1 kantsteek: Haal 1 st r af, brei 1 st r, haal de afgehaalde st over de gebreide st.
Kant af als volgt voor 1 kantsteek: 2 r sm.

Panden:
Brei vanaf het boord het vest rond op de rondbreinld en knip het vest naderhand middenvoor open.
Zet 163-179-195-211 st (inclusief 1 kantst aan weerszijden van middenvoor) op met rondbreinld 3 mm en bruin Ull-Tweed. Brei als volgt heen en weer op de breinld (gezien aan de goede kant): 1 nld av, 1 nld r, brei daarna 3,5 cm Boordsteek - zie de beschrijving hierboven - (begin met 1 ribbelst en 1 st r middenvoor), brei daarna 1 nld r, 1 nld av. Wissel naar rondbreinld 4,5 mm. Brei rond. Brei verder in tricotsteek en meerder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld in de nld 4 st én zet middenvoor 3 nieuwe st op (deze 3 st + 2 kantst = 5 st die later worden doorgeknipt. Brei deze st niet mee in het Patroon) = 170-186-202-218 st. Brei de volgende nld als volgt: 5 st om door te knippen middenvoor, 41-45-49-53 st voorpand, plaats 1 markeerring, 83-91-99-107 st achterpand, plaats 1 markeerring, 41-45-49-53 st voorpand. Let op de steekverhouding! Meerder vanaf een hoogte van 5 cm 3 keer 1 st aan weerszijden van beide markeerringen in iedere 5e-6e-7e-8e nld = 182-198-214-230 st. Brei vanaf een hoogte van 10-11-12-13 cm volgens teltekening M.1 (brei de 5 st om door te knippen niet in het Patroon).

Lees eerst de hele beschrijving voor u verder breit!
Brei na M.1 verder met Ull-Tweed in tricotsteek tot de gewenste afmetingen. Kant, als er nog 5 nld van M.1 moeten worden gebreid (de totale hoogte is ca 32-33-34-35 cm) de middelste 3 st om door te knippen middenvoor af. Brei het werk verder heen en weer op de breinld. Kant daarna aan beide halszijden af - zie Tip afkanten: in iedere 2e nld: 9 keer 1 st en daarna in iedere 4e nld: 7 keer 1 st. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 34-36-37-39 cm aan weerszijden 6 st af voor het armsgat (dwz 3 st aan weerszijden van beide markeerringen). Brei ieder deel apart verder.

Rechter voorpand:
Kant daarna af voor het armsgat in iedere 2e nld: 0-0-1-1 keer 3 st, 1-2-3-4 keer 2 st en 3-4-3-4 keer 1 st. Na alle minderingen voor de hals en het armsgat zijn er 21-22-22-23 st over voor de schouder. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van 56-58-60-62 cm.

Linker voorpand:
Brei zoals het rechter voorpand, maar in spiegelbeeld.

Achterpand: = 83-91-99-107 st.
Kant daarna af voor het armsgat aan weerszijden zoals bij het voorpand = 73-75-75-77 st. Kant bij een hoogte van 54-56-58-60 cm de middelste 29 st af voor de hals. Kant in de volgende nld aan beide halszijden nog 1 st af = 21-22-22-23 st over voor iedere schouder. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van 56-58-60-62 cm.

Mouwen:
Zet 46-48-50-52 st op met breinaalden zonder knop 3 mm en bruin Ull-Tweed. Brei rond. Brei als volgt: 1 nld av, 1 nld r, 1 nld av, 1 nld r, brei verder in dubbele gerstekorrel - zie de beschrijving hierboven. Meerder vanaf een hoogte van 8 cm 15-15-16-15 keer 2 st midden in de ondermouw in: Maat S+M: Om en om iedere 6e en 7e nld. Maat L: Om en om iedere 5e en 6e nld Maat XL: Iedere 6e nld = 76-78-82-82 st. Brei, als de mouw een totale hoogte heeft van 13 cm, 1 nld r, 1 nld av, 1 nld r en 1 nld av. Wissel als de mouw een hoogte heeft van ca 14 cm naar breinaalden zonder knop 4,5 mm. Brei verder in tricotsteek tot de gewenste afmetingen. Kant bij een hoogte van 50-49-47-46 cm midden in de ondermouw 6 st af en brei verder heen en weer op de breinld. Kant daarna af voor de mouwkop aan weerszijden in iedere 2e nld: 1-1-1-1 keer 3 st, 3-3-3-3 keer 2 st en 0-1-4-6 keer 1 st. Kant daarna steeds 2 st aan weerszijden af tot een totale hoogte van 57 cm en kant dan nog 1 keer 3 st aan weerszijden af.
De totale hoogte is nu ca 58 cm. Kant de resterende st af.

Afwerken:
Rijg een merkdraad midden in de gemeerderde st middenvoor. Werk met de naaimachine (bijvoorbeeld zigzagsteek of locksteek) de zomen rond de merkdraden af: 1e zoom = ½ st van de merkdraad, 2e zoom= 1/2 st van de 1e zoom. Knip de st in de armsgaten en middenvoor door. Sluit de schoudernaden.

Voorbies:
Neem ca 66 tot 80 st op langs het linker voorpand met breinld 3 mm en bruin Ull-Tweed. Brei 3 cm ribbelst. Brei daarna 3 cm tricotsteek voor het beleg. Kant de st af. Herhaal dit langs het rechter voorpand, maar kant na 1 cm gelijkmatig verdeeld af voor 5 knoopsgaten in de voorbies - 1 knoopsgat = kant 2 st af en zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de afgekante st. Denk ook aan de knoopsgaten in het beleg. Sla de voorbies naar binnen en zoom deze vast.

Kraag:
Brei de kraag in 2 delen - 1 deel van de bovenkant van beide voorbiezen naar middenachter in de nek, sluit naderhand de kraag middenachter en naai deze netjes in de halsopening.

Neem 7 st op aan de bovenkant van de rechter voorbies. Brei dubbele gerstekorrel. Meerder 15 keer 1 st binnen 1 st van middenvoor in iedere 2e nld = 22 st – brei de gemeerderde st mee in dubbele gerstekorrel. Brei tot de kraag een hoogte heeft van ca 32-33-34-35 cm – de kraag moet precies tot middenachter vallen. Kant de st af. Herhaal dit boven de andere voorbies. Pers het voorpand en de kraagdelen voorzichtig. Sluit de kraag middenachter (de naad is niet zichtbaar als de kraag is omgeslagen). Zet de kraag netjes vast in de halsopening, naai in de buitenste lus van de buitenste st. Zet de mouwen in de panden. Naai de knopen aan.

Telpatroon

symbols = bruin
symbols = lichtbruin mix
symbols = naturel
symbols = licht oudroze
symbols = donker oudroze
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 70-20

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.