DROPS 32-20 |
|||||||
|
|||||||
DROPS Dames- of herentrui of vest met Noorse motieven in een lang of kort model van “Karisma”. Bijpassende sokken, muts, hoofdband en wanten van “Karisma”.
DROPS 32-20 |
|||||||
TRUI EN VEST: Lang Model: Brei voor een lang model als volgt: vermeerder de maten tot aan het armsgat, M.3, de hals en het afkanten met 10 cm. Vermeerder de hoeveelheid garen met ca 50 gr donker grijs en 50 gr naturel. Patroon: Zie teltekening M.1 – M.8 (1 keer de teltekening = 1 rapport). De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant. Zowel de heengaande als de teruggaande nld zijn weergegeven. De Nederlandse verklaring van de symbolen in de teltekening staan onderaan dit patroon, in dezelfde verticale volgorde als de symbolen bij de teltekening. Boordsteek: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*. Rand: Brei 3,5 cm tricotsteek, 1 nld av, 3,5 cm tricotsteek. Vest Panden: Brei het vest rond op de rondbreinld vanaf het boord. Knip de st middenvoor en in de armsgaten later door. Zet 194-202-210 (210-218) st op met breinld 2,5 mm en Alt.1-donker grijs, of Alt.2-naturel. Brei 5 cm boordsteek heen en weer op breinld. Wissel naar rondbreinld 4 mm. Meerder middenvoor 5 st (deze st zijn om later door te knippen. Brei de st niet mee in het Patroon). Brei 1 nld tricotsteek. Meerder 40-50-60 (42-52) st gelijkmatig verdeeld in deze nld = 234-252-270 (252-270) st. Brei volgens teltekening M.1 en daarna volgens teltekening M.2. Let op de steekverhouding. Meerder bij een hoogte van 32-33-34 (35-37) cm aan weerszijden 5 st voor de armsgaten (deze st zijn om later door te knippen. Brei de st niet mee in het Patroon). Brei vanaf een hoogte van 35-36-37 (38-40) cm volgens teltekening M.3. Kant bij een hoogte van 56-57-58 (59-61) cm middenvoor de 35-36-37 (36-37) st (+ 5 st) af voor de hals. Brei het werk verder heen en weer op de breinld. Kant daarna aan beide halszijden af in iedere 2e nld: 1 keer 3 st, 1 keer 2 st en 2 keer 1 st. Kant bij een hoogte van 60-61-62 (63-65) cm de middelste 45-46-47 (46-47) st achter af voor de hals. Kant in de volgende nld aan beide halszijden nog 2 st af. Brei na M.3 verder met de kleur van de laatste nld. Kant alle st af bij een totale hoogte van 62-63-64 (65-67) cm. Trui: Brei de trui rond op de rondbreinld. Knip de st in de armsgaten later door. Zet 180-188-196 (196-204) st op met rondbreinld 2,5 mm en Alt.1-donker grijs of Alt.2-naturel. Brei 5 cm boordsteek. Wissel naar rondbreinld 4 mm. Brei 1 nld tricotsteek. Meerder 54-64-74 (56-66) st gelijkmatig verdeeld in deze nld = 234-252-270 (252-270) st. Brei volgens teltekening M.1 en daarna M.2. Let op de steekverhouding. Meerder bij een hoogte van 32-33-34 (35-37) cm aan weerszijden 5 st voor de armsgaten (deze st zijn om later door te knippen. Brei de st niet mee in het Patroon). Brei vanaf een hoogte van 35-36-37 (38-40) cm volgens teltekening M.3. Kant bij een hoogte van 44-45-45 (47-49) cm de middelste 13-14-15 (14-15) st voor af voor het split. Brei ieder deel apart verder. Kant vanaf een hoogte van 57-58-59 (60-62) aan beide halszijden voor af in iedere 2e nld: 1 keer 11-12-12 (12- 12) st, 1 keer 3 st, 1 keer 2 st en 1 keer 1 st. Kant bij een hoogte van 60-61-62 (63-65) cm de middelste 45-46-47 (46-47) st achter af voor de hals Kant in de volgende nld aan beide halszijden nog 2 st af. Brei na M.3 verder met de kleur van de laatste nld. Kant alle st af bij een totale hoogte van 62-63-64 (65-67) cm. Mouwen trui en vest: Zet 48-48-50 (50-52) st op met breinaalden zonder knop 2,5 mm en dezelfde kleur als de panden. Brei rond. Brei 5 cm boordsteek (als u een sierband aan de mouw wilt naaien, breit u de rand. U naait de band later op de rand). Wissel naar breinaalden zonder knop 4 mm. Brei volgens teltekening M.1 (let er op dat er één rapport midden op de mouw komt). Meerder 12-14-12 (12-10) st gelijkmatig verdeeld in de 1e nld van M.1 = 60-62-62 (62-62) st. Meerder bovendien 32-32-32 (32-32) keer 2 st midden in de ondermouw in Maat Dames: iedere 3e nld (Heren: om en om iedere 3e en 4e nld) = 124-126-126 (126-126) st. Brei na M.1 verder volgens teltekening M.2. Brei vanaf een hoogte van 39-38-37 (43-43) cm – na een heel patroon, volgens teltekening M.3 tot een hoogte van 50-49-48 (54-54) cm. Brei dan nog 2 cm averechte tricotsteek voor het beleg over de knipranden van de panden. Kant alle st losjes af. Afwerken trui + vest: Rijg een merkdraad midden in de gemeerderde st middenvoor (alleen vest) en aan de zijkant bij de gemeerderde st in de armsgaten. Werk met de naaimachine (bijvoorbeeld zigzagsteek of locksteek) de zomen rond de merkdraden af: 1e zoom = ½ st van de merkdraad, 2e zoom= ½ st van de 1e zoom. Knip de st in de armsgaten en middenvoor (alleen vest) door. Sluit de schoudernaden. Vest: Neem ca 120 st op langs de linker de voorbies met breinld 2,5 mm. Brei de rand (alle randen hebben dezelfde kleur als de bordsteek). Kant alle st af. Sla de rand dubbel naar binnen en zoom deze vast. Herhaal dit langs de rechter voorbies, maar kant na 1 cm gelijkmatig verdeeld op de breinld af voor het 6 knoopsgaten - 1 knoopsgat = kant 2 st af. Zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de afgekante st. Hals-vest: Neem ca 114 st op rond de hals met breinaalden zonder knop 2,5 mm. Brei heen en weer. Brei de rand. Kant alle st af. Sla de rand dubbel naar binnen en zoom deze vast. Naai evt. band op de voorbiezen en de hals. Trui split-hals: Neem ca 32 st op langs de linker kant van het split in het voorpand met breinld 2,5 mm. Brei de rand(alle randen hebben dezelfde kleur als de bordsteek). Kant alle st af. Sla de rand dubbel naar binnen en zoom deze vast. Herhaal dit langs het rechter split. Neem ca 114 st op rond de hals met breinld 2,5 mm. Brei de rand. Kant alle st af. Sla de rand dubbel naar binnen en zoom deze vast. Naai evt. band op de voorbiezen en de hals en onderaan de mouwen. Naai de mouwen in de panden aan de goede kant als volgt: naai om en om 1 st van de laatste rechtgebreide nld van de mouw voor het beleg en 1 st van de panden naast de machinale zoom. Keer de panden met de verkeerde kant naar buiten. Zoom het beleg van de mouwen over de knipranden op de panden. Zet de knopen aan het vest, of de sluitingen in het split. MUTS EN SOKKEN: Muts: Zet 150 (158) st op met rondbreinld 2,5 mm en donker grijs (brei de muts in kleur Alt.1). Brei 6 cm boordsteek. Wissel naar rondbreinld 4 mm. Brei volgens teltekening M.5. Meerder 102 (108) st gelijkmatig verdeeld in de 1e nld van M.5. Brei na M.5 verder met donker grijs. Plaats tegelijkertijd een markeerring na iedere 6e st. Brei in de volgende nld de 2 st na de markeerringen r sm. Herhaal dit in iedere 6e nld, tot er 17 st over zijn. Rijg een draad door deze st. Trek de draad aan en maak die goed vast. SOKKEN: Maat: Lengte: 58 (65) cm. Voet: 23 (26) cm. Steekverhouding: 22 st x 32 nld met Karisma op breinld 3 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Boordsteek: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*. Enkel: Haal 1 st r af, brei 1 st r (av st: brei 1 st av), haal de afgehaalde st over de gebreide st. Hiel: 1e nld: (goede kant) Brei tot er nog 6 (7) st op de breinld staan. Keer het werk. 2e nld: (verkeerde kant): Brei tot er nog 6 (7) st op de breinld staan. Keer het werk. 3e nld: Brei tot er nog 8 st op breinld staan, brei de enkel (zie hierboven !). Keer het werk. 4e nld: Brei tot er nog 8 st op de breinld staan, brei de enkel, keer het werk. – Brei zo verder, er staat steeds 1 st minder aan weerszijden voor de enkel, tot er 12 (14) st over zijn. Sokken: Zet 72 (80) st op met breinaalden zonder knop 2,5 mm en donker grijs (brei de sokken in kleur Alt.1). Brei 14 (16) cm boordsteek. Wissel naar breinaalden zonder knop 3 mm. Brei 2 nld tricotsteek. Meerder 0 (4) st gelijkmatig verdeeld in de 1e nld tricotsteek = 72 (84) st. Brei volgens teltekening M.1. Brei daarna volgens teltekening M.2. Bij een hoogte van 30 (32) cm begint het minderen voor de voet. Minder aan weerszijden van de middelste st achter: Brei de 2 st voor en na de middelste st sm (zie beschrijving enkel) - herhaal dit 12 (16) keer in iedere 5e nld (4e nld) = 48 (52) st. Zet bij een hoogte van 50 (56) cm de middelste 24 (26) st voor op een hulpnld. Brei verder met donker grijs. Brei 5 (6) cm tricotsteek (= hiel) over de 24 (26) middelste st achter. Brei daarna de hielmindering (zie beschrijving hiel). Neem daarna aan weerszijden van de hiel 12 (13) st op. Zet alle st terug op dezelfde nld = 60 (66) st. Minder dan in iedere 2e nld als volgt: Brei de 2 eerste st van de bovenste 24 (26) st r sm en brei de 2 laatste van de bovenste 24 (26) st r sm. Doe dit 6 keer = 48 (54) st. Brei tot de voet een lengte heeft van ca 19 (21,5) cm. Plaats een markeerring aan weerszijden van de voet. Minder voor de teen aan weerszijden van de markeerringen in iedere 2e nld 3 keer als volgt: Brei de 2 st voor de markeerring r sm en brei de 2 st na de markeerring r sm = 36 (42) st. Herhaal dit 7 (9) keer in iedere nld = 8 (6) st. Rijg een draad door de laatste st en maak deze goed vast. HOOFDBAND: Zet 120 (126) st op met breinaalden zonder knop 2,5 mm en dezelfde kleur als de boordsteek van de trui. Brei 16 nld tricotsteek, 1 nld av (= omslagrand), M.4, 1 nld av (= omslagrand), 2 nld tricotsteek. Kant alle st af. Maas de opzetrand en de afkantrand tegen elkaar. WANTEN: Steekverhouding: 22 st x 32 nld met Karisma op breinld 3 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Boordsteek: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*. Wanten: Zet 48 (56) st op met breinaalden zonder knop 3 mm en donker grijs (= kleur Alt.1). Brei 2 cm tricotsteek, 1 nld av, M.5. Brei daarna 3 cm boordsteek – minderen gelijkmatig verdeeld in de laatste nld: 4 (4) st = 44 (52) st. Meet steeds vanaf dit punt het werk!. Brei de volgende nld als volgt: M.7, 17 (21) van M.8, M.7, 17 (21) st van M.8. (plaats een markeerring in de overgang tussen M.8 en M.7 voor de duimspie). Meerder vanaf een hoogte van 1 cm 6 keer 1 st aan weerszijden van de 1 st bij de markeerringen in iedere 3e nld = 56 (64) st – brei de gemeerderde st mee in M.8. Zet bij een hoogte van 6,5 (7) cm de middelste 13 (13) st voor de duim op een hulpnld. Zet in de volgende nld 1 nieuwe st op boven deze st = 44 (52) st. Brei tot een hoogte van 17 (18) cm. Plaats een markeerring midden in beide patronen van M.7. Minder aan weerszijden van de markeerringen in iedere nld: 10 (11) keer 1 st (= 4 st geminderd per nld)-. Rijg een draad door de laatste st en maak deze goed vast. Duim: Neem 16 (20) st op voor de duim (inclusief de st van de hulpnld). Brei 6,5 cm volgens teltekening M.8. Brei de st 2 aan 2 sm. Rijg een draad door de laatste st en maak deze goed vast. VERKLARING SYMBOLEN TELTEKENING: Alt. 1 = naturel = grijs Alt.2 = grijs = naturel |
|||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||
|
|||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (23)
Drops Design wrote:
It refers to the numbers on the charts M.1, M.2 etc that are located below the pattern text.
30.01.2010 - 02:18D. Rore wrote:
What does 'M' mean in this pattern?
29.01.2010 - 22:28D Rore wrote:
What does
29.01.2010 - 22:26