DROPS Camelia/Jasmin
DROPS Camelia/Jasmin
100% puur lamswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale

Saturday Adventures

DROPS Dames-, Heren- en Kindertrui met structuurpatroon en een V-hals of Col van “Alpaca”

DROPS 59-17
Dames- en herentrui:
Maat:
Dames: Small/Medium - Medium/Large
Afmetingen: 120-126 cm
Heren: Small/Medium - Medium/Large - Extra Large – Extra Extra Large
Afmetingen: 120-126-132-138 cm
De herenmaten staan tussen ()
Materialen: DROPS Alpaca van Garnstudio
DROPS Alpaca fra Garnstudio
200-200(200-250-250-300) gr kleur nr 6309, turkoois/grijs
100-150(150-150-150-150) gr kleur nr 7895, donkergroen
100-150(150-150-150-150) gr kleur nr 601, donkerbruin
100-150(150-150-150-150) gr kleur nr 6790, kobaltblauw

DROPS Rondbreinld en sokkenbreinld 2.5mm en 3.5mm of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

Kindertrui:
Maat: 2 - 3/4 - 5/6 - 7/8 (9/10 - 11/12 - 13/14) jaar.
Afmetingen: 74-80-86-94 (98-104-108) cm
Materialen: DROPS Alpaca van Garnstudio
100-150-150-150 (150-200-200) gr kleur nr 6309, turkoois/grijs
50-100-100-100 (100-100-100) gr kleur nr 7895, donkergroen
50-100-100-100 (100-100-100) gr kleur nr 601, donkerbruin
50-100-100-100 (100-100-100) gr kleur nr 6790, kobaltblauw

DROPS Rondbreinld en sokkenbreinld 2.5mm en 3.5mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Camelia/Jasmin
DROPS Camelia/Jasmin
100% puur lamswol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

DAMES- EN HERENTRUI:

Steekverhouding: 24 st x 40 nld met breinld 3.5mm in patroon = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!
NB: In verband met de raglan is het heel belangrijk dat de steekverhouding goed klopt in de hoogte.

Patroon: Zie de teltekening (1 teltekening = 1 herhaling). Het patroon is weergegeven op de goede kant en alle naalden zijn afgebeeld. De teltekening staat verticaal op de pagina.

Boordst: * 2 r, 2 av *. Herhaal van * - *.

Panden: De getallen tussen ( ) = herenmaat. Zet 244-260 (248-260-268-280) st op met rondbreinld 2.5mm en turkoois/grijs; brei in het rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 5-5 (6-6-6-6) cm boordst. Meerder in de laatste nld gelijkmatig verdeeld 40-44 (40-44-48-52) st = 284-304 (288-304-316-332) st. Wissel naar rondbreinld 3.5mm en brei het patroon. Brei bij een hoogte van 32-35 (39-40-40-42) cm, de volgende nld als volgt: Kant 4 st af voor het armsgat, 134-144 (136-144-150-158) st voor het voorpand, kant 8 st af voor het armsgat, 134-144 (136-144-150-158) st voor het achterpand, kant 4 st af voor het armsgat. Leg het werk terzijde.

Mouwen: Zet 52-56 (56-60-60-64) st op met sokkenbreinld 2.5mm en turkoois/grijs. Brei rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 5-5 (6-6-6-6) cm boordst en meerder tegelijkertijd in de laatste nld gelijkmatig verdeeld 8-8 (8-4-8-4) st. = 60-64 (64-64-68-68) st. Wissel naar sokkenbreinld 3.5mm en brei het patroon. Meerder na de boord aan weerskanten van de merkdraad 28-28 (28-30-28-31) x 1 st. Maat S/M + M/L + (XXL): in elke 5e nld. Maat (S/M + M/L + XL): afwisselend in elke 5e en 6e nld = 116-120 (120-124-124-130) st – brei de gemeerderde st gaandeweg mee in het patroon. Kant bij een hoogte van 45-45 (49-50-49-49) cm (d.w.z. na een volledige herhaling van het patroon – en op dezelfde nld als de panden) 4 st af aan weerskanten van de merkdraad en leg het werk terzijde = 108-112 (112-116-116-122) st.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de panden boven de 8 afgekante st = 484-512 (496-520-532-560) st op de breinld. Plaats een merkdraad in elke overgang van mouwen naar panden (4 merkdraden). Brei verder volgens het patroon, maar brei de eerste steken naast elke merkdraad in tricotst (2 tricotst op elke overgang van mouwen naar panden).

Raglanminderingen: Lees het onderstaande stukje eerst goed door voordat u verder gaat! Minder 2 (3-3-6-5) x 1 st aan weerskanten van de 2 tussenst in tricotst in elke 4e nld, vervolgens in elke 2e nld 46-50 (47-50-48-52) x 1 st (8 geminderde st per nld).
Maak de minderingen als volgt: Voor de 2 tussenst: Goede kant: 2 r samenbr. Verkeerde kant: Haal de 2 volgende st af en zet ze verdraaid terug op de nld (een voor een), brei 2 verdraait av samen.
Na de 2 tussenst: Goede kant: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh. Verkeerde kant: 2 av samenbr.

Col: Kant als er nog 6-6 (5-6-8-8) raglanminderingen gedaan moeten worden, de middelste 20-24 (22-22-20-22) st van het voorpand af voor de hals en brei de rest van het werk heen en weer. Kant vervolgens aan beide halskanten af in elke 2e nld: 2-2 (2-2-3-3) x 2 st, 4-4 (3-4-5-5) x 1 st. Kant af na de laatste raglanmindering.

V-hals: tegelijk met de raglanminderingen beginnen de minderingen voor de V-hals. Deel het werk bij een hoogte van 42-45 (49-50-52-54) cm op de middenvoor in tweeën en brei de rest van het werk heen en weer. Kant af voor de hals in elke 2e nld: 1 x 2 st, 6-7 (5-6-8-8) x 1 st, en dan in elke 4e nld: 8-9 (8-8-9-10) x 1 st, en vervolgens in elke 6e nld: 2-2 (3-3-3-3) x 1 st Kant alle st af na de laatste raglanmindering. Het werk heeft een hoogte van ca 58-62 (65.5-68-70-73) cm en 56-56 (60-58-58-60) st resteren op de nld. De trui meet tot aan de schouder = 60-64 (68-70-72-75) cm.

Afwerking: Sluit de 8 st onder de mouwen.

Col: Neem ca. 96-100 (100-100-104-108) st op langs de hals met sokkenbreinld 2.5mm en turkoois/grijs. Brei boordst, en meerder in de 1e nld naar ca. 120-140 st (deelbaar door 4). Kant bij een hoogte van 16-16 (16-16-18-18) cm losjes af in patroon.

V-hals: Neem ca. 148-160 st op (deelbaar door 4) langs de hals met breinld 2.5mm en turkoois/grijs en brei 3 cm boordst heen en weer vanaf de middenvoor als volgt: 1 r (kantst in ribbelst op het hele werk), * 2 r, 2 av *, herhaal van * - * tot er nog 3 st over zijn, 2 r, 1 r (kantst in ribbelst op het hele werk). Kant af in patroon. Leg de rechterkant van het halsboord (links voor de heren) over het linker (rechts voor de heren) en zet de delen op elkaar vast.




KINDERTRUI:

Steekverhouding: 24 st x 40 nld met breinld 3.5 mm in patroon = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!
NB: Het is heel belangrijk voor de raglan dat de steekverhouding in de hoogte goed klopt.

Patroon: Zie de teltekening (1 teltekening = 1 herhaling). Het patroon is weergeven op de goede kant en alle naalden zijn afgebeeld. De teltekening staat verticaal op de pagina.

Boordst: * 2 r, 2 av *. Herhaal van * - *.

Panden: Zet 156-168-184-196 (208-216-228) st op met rondbreinld 2.5 mm en turkoois/grijs. Brei rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 4-4-5-5 (5-6-6) cm boordst, en meerder in de laatste nld, gelijkmatig verdeeld 20-24-24-28 (28-32-32) st = 176-192-208-224 (236-248-260) st. Wissel naar rondbreinld 3.5mm en brei het patroon. Brei bij een hoogte van 26-28-28-32 (33-33-34) cm de volgende nld als volgt: Kant 2-3-3-3 (4-4-4) st af voor het armsgat, 84-90-98-106 (110-116-122) st voor het voorpand, kant 4-6-6-6 (8-8-8) st af voor het armsgat, 84-90-98-106 (110-116-122) st voor het achterpand, kant 2-3-3-3 (4-4-4) st af voor het armsgat. Leg het werk terzijde.

Mouwen: Zet 40-40-44-44 (48-52-52) st op met sokkenbreinld 2.5cm en turkoois/grijs. Brei in het rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 4-4-5-5 (5-6-6) cm boordst, en meerder in de laatste nld gelijkmatig verdeeld 8-8-8-8 (8-8-8) st = 48-48-52-52 (56-60-60) st. Wissel naar sokkenbreinld 3.5mm en brei het patroon. Meerder na de boord 7-13-16-20 (20-22-24) x 1 st aan weerskanten van de merkdraad in elke 12-7-6-6 (6-6-6) nld = 62-74-84-92 (96-104-108) st – brei de gemeerderde st gaandeweg mee in het patroon. Kant bij een hoogte van 27-30-32-36 (39-42-45) cm (zorg dat u eindigt met dezelfde nld als bij de panden), 2-3-3-3 (4-4-4) st af aan weerskanten van elke merkdraad en leg het werk terzijde = 58-68-78-86 (88-96-100) st. Brei nog een mouw.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de panden boven de 4-6-6-6 (8-8-8) st afgekante st = 284-316-352-384 (396-424-444) st op de breinld. Plaats een merkdraad in elke overgang van mouwen naar panden (4 merkdraden). Ga door volgens het patroon, maar brei de st aan weerskanten van de merkdraden in tricotst (2 tricotst in elke overgang van mouwen naar panden).

Raglanminderingen: Lees het onderstaande goed door voordat u verder gaat!
Minder 1-1-2-0 (1-1-3) keer 1 st aan weerskanten van elke 2 tussenst in elke 4e nld, en hierna 25-28-31-37 (37-40-40) keer 1 st in elke 2e nld (8 geminderde st per nld).
Maak de minderingen als volgt:
Voor de 2 tussenst: Goede kant: 2 r samenbr.
Verkeerde kant: Haal de volgende 2 st af en zet ze en voor een verdraaid terug op de linkernld, 2 verdraaid av samenbr.
Na de 2 tussenst: Goede kant: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
Verkeerde kant: 2 av samenbr.

Kant tegelijkertijd als er nog 5-4-3-3 (5-4-4) nld gebreid moeten worden met de raglanminderingen de middelste 18-20-24-24 (20-22-24) st af voor de hals en brei de schouders heen en weer.
Kant af aan de halszijden in elke 2e nld: 2-2-1-1 (2-2-2 keer 2 st en 3-2-2-2 (3-2-2) keer 1 st. Kant dan de resterende st af, er zijn nog 44-52-56-56 (58-62-64) st op de nld. De trui meet tot aan de schouder = 41-45-48-53 (55-57-60) cm.

Afwerken: Sluit de 4-6-6-6 (8-8-8) st onder de mouwen. Neem ca. 80-88-92-92 (96-100-104) st op langs de hals met breinaald zonder knop 2.5 mm en turkoois/grijs. Brei boordst en meerder gelijkmatig verdeeld naar ca. 92-100-108-108 (112-116-120) st (deelbaar door 4) in de 1e nld. Kant losjes af met r boven r en av boven av bij een hoogte van 10-10-12-12 (14-14-16) cm.

Telpatroon

symbols = turkoois/grijs, recht (vanaf de goede kant gezien)
symbols = turkoois/grijs, averecht (vanaf de goede kant gezien)
symbols = donkergroen, recht (vanaf de goede kant gezien)
symbols = donkergroen, averecht (vanaf de goede kant gezien)
symbols = donkerbruin, recht (vanaf de goede kant gezien)
symbols = donkerbruin, averecht (vanaf de goede kant gezien)
symbols = kobaltblauw, recht (vanaf de goede kant gezien)
symbols = kobaltblauw, averecht (vanaf de goede kant gezien)
symbols = volwassen
symbols = kind
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 59-17

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (16)

country flag Regina Karehnke wrote:

Was ist beim Ärmel die untere Mitte? Bedeutet das an den Rändern, also rechts und links des Ärmels zu-, bzw abnehmen? Vielen lieben Dank für Ihre Mühe.

19.04.2024 - 16:19

DROPS Design answered:

Liebe Frau Karehnke, "untere Mitte" liegt under der Ärmel, wo die Naht normalerweise ist, so wenn man in Runden strickt wird es beim Rundenübergang, so wird man am Anfang + am Ende der Runde zunehmen. Viel Spaß beim Stricken!

22.04.2024 - 07:33

country flag Melissa Rockwood wrote:

I would like to make the child's v-neck pattern in one color using "I Love This Yarn" from Hobby Lobby. It is a 4-Medium weight 4 ply yarn. The 4×4 gauge with a US8 needle is 18 st x23 R. Can you help me with selecting the correct needle sizes to use and any alterations to the pattern, please? Thank you!

10.07.2023 - 20:46

DROPS Design answered:

Dear Melissa, this pattern is for a group A yarn (for sport, fingering, lace yarns), while you are using a group C yarn, too thick for this pattern. We recommend you work a jumper for kids made with a group C yarn and apply the charts/ pattern here to the group C jumper, for example this one: https://www.garnstudio.com/pattern.php?id=6342&cid=19. In the pattern we indicated you would need to work the high neck as in this pattern. Happy knitting!

17.07.2023 - 14:19

country flag Marja Keinonen wrote:

Mallineule- kuvio ei näy, mistä johtuu? Miten saan näkymään?

15.01.2021 - 14:34

DROPS Design answered:

Nyt piirros avautuu.

23.03.2021 - 16:49

country flag Kari-Mette Blø wrote:

Hei. Går vel greit å bruke Baby merino på ensfarget genser? Har strikket denne før, ensfarget lys blå, men husker ikke garnmerke. Flott genser å vokse i! Strikket str 2 år men genseren vokser med barnet pga mønsterteknikken. Begynte å bruke den som 1 åring og brukes forts. Er nå 4 år.

24.10.2020 - 14:54

DROPS Design answered:

Hei Kari-Mette. Du kan fint bruke DROPS Baby Merino. Dette garnet tilhører samme garngruppe som DROPS Alpaca og DROPS Camelia (utgått), men husk å sjekke at du får strikkefastheten din til å passe med det som står i oppskriften. mvh DROPS design

25.10.2020 - 20:49

country flag Satu Kettula wrote:

Mallineule-kuvio , en näe sitä. Olen lapsen kokoa tekemässä?

07.09.2020 - 15:52

country flag Teresa wrote:

In knitting The decreases for the raglán, It say, “ wrong side: lift the next 2 sets off the needle..... I am knitting with circular needles, so Ihave no wrong side, how is it then?

05.06.2020 - 23:59

DROPS Design answered:

Dear Tereasa, you are working in the round until you will decrease for neck - either turtleneck or V-neck, so that you will continue back and forth on needle. Happy knitting!

08.06.2020 - 07:58

country flag Martta Pentinniemi wrote:

Aloitan neulomaan miesten villapaitaa nro 59-17 mitenkä on kudottu kun näyttää oikea puoli kun olis nurjaa kudosta vai kudotaanko vain oikeaa.

09.02.2020 - 10:37

DROPS Design answered:

Puserossa neulotaan sekä oikeaa että nurjaa. Piirroksen merkkien selityksistä näet mitkä silmukat neulotaan oikein ja mitkä neulotaan nurin. Piirros näyttää mallineuletta oikealta puolelta katsottuna.

10.02.2020 - 17:41

country flag Bourgeois wrote:

Rectificatif...est ce qu'on tricote en" tour ou en rang."..pas en tour ou en rond naturellement

20.12.2015 - 13:06

DROPS Design answered:

voir réponse ci-dessous.

21.12.2015 - 11:11

country flag Bourgeois wrote:

Bonjour Au montage des mailles vous dites " joindre et placer un marqueur" ce qui suppose de tricoter en rond, mais plus loin il est question de "rang" et non de "tour"...alors est ce en tour ou en rond? Merci de votre réponse Cordialement A.B.

20.12.2015 - 11:47

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bourgeois, tout à fait, les "rangs" ont été modifiés en "tours" quand nécessaire. Bon tricot!

21.12.2015 - 11:04

Iris wrote:

Ik denk dus dat er in de Nederlandse beschrijving zou moeten staan "Minder 1-1-2-0 (1-1-3) x 1 st aan weerskanten van elke 2 tussenst in elke 4e nld, en hierna in elke 2e nld: 25-28-31-37 (37-40-40) x 1 st (8 geminderde st per nld)." Dus voor de kleinste maat totaal (1 + 25) x 8 = 208 minderingen voor de raglan in plaats van (7 + 25) x 8 = 254 minderingen zoals er nu staat. Klopt dat?

14.10.2015 - 16:01

DROPS Design answered:

Hoi Iris. Je hebt gelijk. Er was iets verkeerd hier met de Nederlandse vertaling. Ik heb het online aangepast volgens het originele Noorse patroon.

15.10.2015 - 14:45