DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 43.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Ocean Ropes

Gebreide trui in DROPS Merino Extra Fine. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met reliëfpatroon, kabels, ingenaaide mouwen en dubbele halsrand. Maten S - XXXL.

DROPS 243-26
DROPS Design: Patroon me-265
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS MERINO EXTRA FINE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
600-650-750-800-900-950 g kleur 50, lichtbeige

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD MAAT 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD MAAT 3 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS KABELNAALD.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
24 steken in de breedte met patroon A.1/A.5 = 10 cm.
88 steken met patronen A.2, A.3, A.4, A.3 en A.2 = 34 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 43.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel in de hoogte = 2 naalden; Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de mouwen):
Meerder aan elke kant van de markeerdraadsteek (= 1 gebreid steek). Maak 1 omslag na de markeerdraadsteek, brei tot het einde van de naald en maak 1 omslag voor de markeerdraadsteek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon A.1. De markeerdraadsteek wordt altijd recht gebreid.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het lijf wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van onder naar boven tot de armsgaten, dan worden de voor- en achterpanden apart heen en weer verder gebreid verder gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/ rondbreinaald, van onder naar boven tot de mouwkop en verder heen en weer gebreid. De hals wordt op het einde in de rondte gebreid met de korte rondbreinaald.

LIJF:
Zet 252-264-288-312-336-372 steken op met rondbreinaald 3 mm en DROPS Merino Extra Fine. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 6 cm.
Brei 2 RIBBELS – lees RIBBELSTEEK in de rondte en minder 2 steken verdeeld op de eerste naald = 250-262-286-310-334-370 steken.
Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en 1 markeerdraad na 125-131-143-155-167-185 steken = zijkanten.
Brei patroon als volgt: A.1 over de eerste 19-22-28-34-40-49 steken (eindig met de eerste steek in A.1), brei A.2, A.3, A.4, A.3, A.2, brei A.1 over de volgende 37-43-55-67-79-97 steken (eindig met de eerste steek in A.1), brei A.2, A.3, A.4, A.3, A.2, brei A.1 over de laatste 18-21-27-33-39-48 steken.
Ga verder met dit patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk 35-36-37-38-39-40 cm meet – en de volgende naald is een oneven naald in het patroon, brei dan als volgt: Kant de eerste 5-5-9-12-16-23 steken voor het armsgat af, brei 116-122-126-132-136-140 steken zoals hiervoor, kant de volgende 9-9-17-23-31-45 steken af, brei de volgende 116-122-126-132-136-140 steken zoals hiervoor, kant de laatste 4-4-8-11-15-22 steken af. Knip de draad af. De voor- en achterpanden worden apart verder gebreid. Plaats de eerste 116-122-126-132-136-140 steken op een hulpdraad voor het voorpand en brei de laatste 116-122-126-132-136-140 steken.

ACHTERPAND:
= 116-122-126-132-136-140 steken. Ga verder met het patroon heen en weer gebreid.
Als het werk 53-55-57-59-61-63 cm meet, minder dan 8 steken verdeeld over de steken in A.4 = 108-114-118-124-128-132 steken.
Kant dan, op de volgende naald, de middelste 36-36-38-38-40-40 steken af voor de halslijn en eindig elke schouder apart. Kant op de volgende naald vanaf de hals, 1 steek af = 35-38-39-42-43-45 steken. Ga verder in patroon tot het werk 55-57-59-61-63-67 cm meet. Minder op de volgende naald 2 steken over de kabel in A.2 = 33-36-37-40-41-43 steken. Kant af als het werk 56-58-60-62-64-66 cm meet. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Plaats de 116-122-126-132-136-140 steken van de hulpdraad op rondbreinaald 4 mm. Ga verder in patroon heen en weer gebreid. Als het werk 50-52-53-55-56-58 cm meet, minder dan 8 steken verdeeld over de steken in A.4 = 108-114-118-124-128-132 steken.
Plaats op de volgende naald, de middelste 24-24-26-26-28-28 steken op een hulpdraad voor de halslijn en eindig elke schouder apart. LET OP! Er wordt nu niet gekabeld in A.4, de overgebleven steken in A.4 worden averecht aan de goede kant en recht gebreid aan de verkeerde kant.
Kant af als volgt op elke naald vanaf de hals: 2 keer 2 steken en 3 keer 1 steek = 35-38-39-42-43-45 schoudersteken. Ga verder met het patroon tot het werk 55-57-59-61-63-65 cm meet. Minder op de volgende naald 2 steken over de kabel in A.2 = 33-36-37-40-41-43 steken.
Kant af als het werk 56-58-60-62-64-66 cm meet.
Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUWEN:
Zet 68-70-74-76-78-80 steken op met breinaalden zonder knop maat 3 mm en DROPS Merino Extra Fine. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 8 cm. Brei 2 ribbels en minder 5-4-5-4-3-2 steken verdeeld op de eerste naald = 63-66-69-72-75-78 steken.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei A.1 in de rondte - voeg 1 markeerdraad in, in de eerste rechte steek en neem deze mee tijdens het breien in de hoogte.
Als de mouw 10-10-8-12-10-9 cm meet vanaf de opzetrand, meerder dan aan elke kant van de markeerdraadsteek – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Ga verder met A.1 en herhaal het meerderen iedere 2-2-21½-1½-1 cm in totaal 19-19-20-21-22-23 keer = 101-104-109-114-119-124 steken. Als de mouw 49-49-47-46-45-42 cm meet, verdeel dan het werk op de markeerdraadsteek en ga verder in patroon heen en weer gebreid tot de mouw 51 cm meet in alle maten (een split van ongeveer 2-2-4-5-6-9 cm). Kant af. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwkop aan het armsgat, naai de split aan de onderkant van het armsgat – zie tekening.

DUBBELE HALSRAND:
Gebruik korte rondbreinaald 3 mm en DROPS Merino Extra Fine. Begin aan de goede kant op een schoudernaad en neem 106 tot 122 steken op rondom de halslijn (inclusief de steken van de hulpdraad). Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2. Brei 1 naald averecht, brei 1 naald recht, 1 naald averecht, brei dan 1 naald recht en eindig als er 4 steken over zijn op de naald. Begin de volgende naald hier.
Brei patroon en boordsteek als volgt:
Brei A.5 over de eerste 8 steken (midden schouder), brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) tot er 4 steken over zijn voor de tweede schoudernaad – met de laatste steek een rechte steek, brei A.5 over de volgende 8 steken (midden schouder), brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) tot het einde van de naald - met de laatste steek een rechte steek.
Brei dit patroon voor 14 cm. Kant ietwat losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = plaats 1 steek op een kabelnaald achter het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 1 steek op kabelnaald achter het werk, 1 recht, 1 averecht van de kabelnaald
symbols = plaats 1 steek op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 averecht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 1 steek op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 1 averecht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 averecht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = Naai a tegen A en b tegen B
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 243-26

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (14)

country flag Patricia Sempels wrote:

How do you download bit hard working off a phone I tend to look through patterns as my husbandd getting his chemo so don’t have a tan with me

27.02.2024 - 22:22

DROPS Design answered:

Dear Mrs Sempels, our patterns can only be printed, but using a virtual printer will allow you to save them as a .PDF. Happy knitting!

28.02.2024 - 09:25

country flag Ros-Mari Frisberg wrote:

När arbetet mäter 35-36-37-38-39-40 cm - anpassa så att nästa varv är att varv med ojämnt antal i mönstret, sticka nästa varv så här: Mönster Ocean Ropes/ Drops 243-26 Det är här man ska dela arbetet till fram-och bakstycke Jag förstår inte vad detta innebär. Hoppas på en bra förklaring Mvh// mia frisberg

24.01.2024 - 10:23

DROPS Design answered:

Hei Ros-Mari. Når arbeidet måler 35-36-37-38-39-40 cm (avhenger av hvilken str. du strikker), så skal du felle av til ermhull. Men du må passe på at den omgangen du nå skal strikke er en omgang der du er på 3,5,7,9, 11, 13 eller 15 osv i diagrammet. Altså en omgang i mønstret med ojämnt antal, ikke partall (2,4,6,8 osv). mvh DROPS Design

05.02.2024 - 07:56

country flag Karin Ceylan wrote:

Wie arbeite ich im Ärmel die Zunahme in das Muster A1 ein?\r\nEs sieht immer sehr komisch aus, wenn ich dann erst im Muster weiterstricke, wenn ich genug Maschen dafür zugenommen habe.

19.01.2024 - 19:45

DROPS Design answered:

Liebe Frau Ceylan, die mittlere Masche wird immer rechts gestrickt, dann stricken Sie die Maschen in A.1 damit Das Muster sich in der Breite beidseitig erweitert; die 1. Zunahme wird dann wie die 1. Masche A.1 gestrickt, dann die 2. und 3. M wie die 2. und 3. Masche von A.1 usw. Viel Spaß beim stricken!

22.01.2024 - 07:55

country flag Anna wrote:

Hi, I would like to make the sweater in size L, but I want the ribbing to be the same width as the rest of the body. Casting the number of stitches for larger size (XL) will be enough?

04.11.2023 - 21:45

DROPS Design answered:

Dear Anna, the rib has the same number of stitches than the body, except for the 2 stitches to adjust the pattern. If you work the right gauge, the rib should have the same width than the body; should you have any difficulties adjusting this, you can try using a larger needle, including the one used for the body. Happy knitting!

05.11.2023 - 19:46

country flag DANIELA ESPOSITO wrote:

Salve posso usare i ferri circolari o lineari, perché non li so usare i a doppia punta.

24.10.2023 - 10:38

DROPS Design answered:

Buonasera Daniela, può usare i ferri circolari con un cavo lungo almeno 80 cm e la tecnica del magic loop. Buon lavoro!

24.10.2023 - 22:34

country flag Susi wrote:

Warum so ein schönes Design nicht Topdown :-(

19.10.2023 - 17:22

country flag Lis wrote:

Trods min tidligere kommentar må jeg indrømme, at der alligevel er forskel på 218-3 og 243-26 (Model: me-265). Den nye 243-26 har en dobbelt og mere velsiddende halskant endda med en fin lille snoning. Til gengæld er de smukke ærme-manchetter med snoninger forsvundet og afløst af en løs og slasket ribbort. Forsvundet er også den smukke brede bort med snoninger forneden på sweateren. Denne bort er ligeledes udskiftet med en løs og slasket ribkant. Mvh Lis.

15.10.2023 - 04:13

country flag Lis wrote:

Hvorfor stemme om en sweater, der er opskrift på? Nr. 218-3 Ice Castles Sweater strikkes i Puna el. Soft Tweed (gr. B). Den 'nye' sweater me-265 strikkes i Merino Extra Fine (gr. B). Ellers er der ingen forskel. En rigtig retro-sweater var da bedre end 2 ens sweaters. Mvh Lis.

07.08.2023 - 14:34

country flag Weronika wrote:

Peanut wafers

06.08.2023 - 11:33

country flag Malihe wrote:

Esker den

06.08.2023 - 07:27