DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.94€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Sommarfin

Gehaakte trui in DROPS Air. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt, met ronde pas en kantpatroon. Maten XS - XXL.

DROPS 232-49
DROPS Design: Patroon nr. ai-379
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL

MATERIAAL:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
300-350-400-400-450-500 g kleur 33, zandroos

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 5 MM.

STEKENVERHOUDING:
14 stokjes in de breedte en 8.5 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.94€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.8.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 stokje door 2 stokjes in dezelfde steek te haken.

LOSSEN:
Als u op het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak; 1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Elke toer van halve stokjes begint met 2 lossen (deze vervangen niet het eerste halve stokje) en eindigt met 1 halve vaste in de 2e losse op het begin van de toer.
Elke toer van stokjes begint met 3 lossen (deze vervangen niet het eerste stokje) en eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer.

TIP VOOR HET MINDEREN (mouwen):
Haak de eerste en de laatste 2 stokjes samen als volgt:
* Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in bij de volgende steek, neem de draad op, maak 1 omslag en haal de omslag door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* 1 keer, maak 1 omslag en haal het door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 steek geminderd), haak zoals hiervoor tot er 2 steken over zijn, haak 2 stokjes samen zoals beschreven hierboven.
-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden in de rondte gehaakt, van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en elk deel wordt apart verder gehaakt.

HALS:
Haak 64-70-72-78-82-84 LOSSEN – lees beschrijving hierboven, met haaknaald 5 mm en DROPS Air. Vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse - lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN. Haak 1 half stokje in elke losse = 64-70-72-78-82-84 steken.
Haak A.1 over alle steken.
Als A.1 klaar is in de hoogte, meet het werk ongeveer 4 cm.
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de toer; de pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Haak 1 toer met 1 stokje in elke steek en meerder 0-2-8-10-14-20 stokjes verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 64-72-80-88-96-104 steken.
Haak A.2 8-9-10-11-12-13 keer op de toer. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.2 klaar is in de hoogte zijn er 128-144-160-176-192-208 steken.
Het werk meet ongeveer 7 cm vanaf de markeerdraad.
Haak 0-0-0-0-1-1 toer met 1 stokje in elke steek.
Haak A.3 16-18-20-22-24-26 keer op de toer.
Haak 0-0-0-0-1-1 toer met 1 stokje in elke steek.
Haak A.4 8-9-10-11-12-13 keer op de toer.
Als A.4 klaar is in de hoogte zijn er 176-198-220-242-264-286 steken.
Haak 0-0-0-0-1-1 toer met 1 stokje in elke steek.
Het werk meet ongeveer 19-19-19-19-22-22 cm vanaf de markeerdraad.
Haak A.5 16-18-20-22-24-26 keer op de toer.

Ga zo verder. TEGELIJKERTIJD als het werk 21-22-23-24-26-28 cm meet vanaf de markeerdraad – pas aan zodat de laatste toer geen 3 lossen/vasten in het patroon heeft, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen als volgt:
Haak A.5 over 22-22-22-33-33-33 steken, A.6 (pas het patroon aan volgens de toer waarop u begint), 1 stokje in elk van de volgende 3-0-3-1-0-4 steken, sla 34-40-45-49-51-54 steken over voor de mouw, haak 11 lossen onder de mouw, 1 stokje in elk van de volgende 3-0-3-1-0-4 steken, A.5 over de volgende 44-55-55-66-77-77 steken, A.6, 1 stokje in elk van de volgende 3-0-3-1-0-4 steken, sla 34-40-45-49-51-54 steken over voor de mouw, haak 11 lossen onder de mouw, 1 stokje in elk van de volgende 3-0-3-1-0-4 steken, A.5 over de volgende 22-33-33-33-44-44 steken. Het lijf en de mouwen worden apart verder gehaakt.

LIJF:
= 130-140-152-166-184-200 steken. Knip de draad af. Begin op de toer midden onder de rechter mouw.
Haak 1 vaste in de middelste losse, haak 3 lossen, 1 stokje in elk van de volgende 9-6-9-7-6-10 steken (het eerste stokje wordt gehaakt in dezelfde losse als de vaste), A.5 over de volgende 44-55-55-66-77-77 steken, A.6, 1 stokje in elk van de volgende 17-11-17-13-11-19 steken, A.5 over de volgende 44-55-55-66-77-77 steken, A.6, 1 stokje in elke van de laatste 8-5-8-6-5-9 steken.
Ga verder met dit patroon. Op toer 6 in A.5 haakt u een bobbel in het laatste stokje onder de mouw voor A.5 zodat de eerste herhaling van A.5 een hele bloem heeft.
Als het werk 21-22-23-24-24-24 cm meet vanaf de scheiding (pas aan zodat het patroon netjes eindigt) haak dan A.7 over alle steken. Herhaal de laatste toer in A.7 tot het werk 25-26-27-28-28-28 cm meet vanaf de scheiding. Knip en hecht de draad af. Het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Haak nu de 34-40-45-49-51-54 overgeslagen steken aan de ene kant:
Haak 1 vaste in de 6e losse onder de mouw, 3 lossen, 1 stokje in elk van de volgende 3-6-3-5-6-2 lossen (het eerste stokje wordt in dezelfde losse als de vaste gehaakt), A.8 (pas het patroon aan volgens de toer waarop u begint), A.5 over de volgende 33-33-44-44-44-55 steken, 1 stokje in elk van de laatste 2-5-2-4-5-1 steken = 45-51-56-60-62-65 steken.
Op toer 6 in A.5 haakt u de laatste bobbel niet in de laatste herhaling; haak alleen bobbels waar er ruimte voor een hele bloem is.
Ga verder met dit patroon in de rondte tot de mouw 3 cm meet. Minder nu 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN!
Minder zo iedere 10-6-4-2½-2½-2 cm in totaal 3-5-7-9-9-10 keer = 39-41-42-42-44-45 steken. Ga verder in patroon waar het past in de breedte; de andere steken worden gehaakt met stokjes.
Als de mouw 32-31-31-30-28-27 cm meet (pas aan zodat het patroon netjes eindigt) haak dan A.7 over alle steken. Minder TEGELIJKERTIJD op de eerste toer 1-1-0-0-0-1 stokje door 2 stokjes samen te haken (dit wordt gedaan zodat het patroon mooi om de mouw past) = 38-40-42-42-44-44 steken. Herhaal de laatste toer in A.7 tot de mouw 40-39-39-38-36-35 cm meet. Knip en hecht de draad af.
Haak de andere mouw op dezelfde manier.

Telpatroon

symbols = half stokje in de steek eronder
symbols = haak 1 reliëf-half-stokje als volgt: 1 half stokje om de steek eronder (haak niet in de lussen maar om de steek)
symbols = stokje in de achterste lus van de steek eronder
symbols = stokje in de steek eronder
symbols = vaste in de losse eronder
symbols = losse – als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt is de losse vaak te strak; 1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is
symbols = bobbel: haak 2 stokjes samen in/om dezelfde steek: * Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in door/om de steek eronder, neem de draad op, maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* 1 keer, maak 1 omslag en haal het door alle 3 lussen op haaknaald.
symbols = deze toer is reeds gehaakt; het laat zien hoe de steken op de volgende toer worden gehaakt in de steken eronder
symbols = deze toer wordt 1-1-1-1-2-2 keer gehaakt (op toer 2 haakt u de bobbel niet, vervang het met 1 stokje)
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Sommarfin

Ania, Poland

Sommarfin

Elina, Estonia

Laat een opmerking achter voor DROPS 232-49

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (24)

country flag Bianka wrote:

Vielen Dank für die Antwort :). Wie kann ich denn anstatt in Runden in Hin und Rückreihen häkeln? Das muster wird ja in runden gehäkelt?

14.02.2024 - 15:04

DROPS Design answered:

Liebe Bianka, die Rückreihen lesen Sie dann links nach rechts (und die Hin-Reihen wie in Runden, rechts nach links). Viel Spaß beim häkeln!

14.02.2024 - 16:32

country flag Bianka wrote:

Hallo, Ich habe nun den ersten Arm fertig gehäkelt. Das Problem ist, dass sich eine sichtbare Linie von unter dem Arm nach vorne zeigt. Die Linie ist die Stelle an der die Runde endet bzw. Neu beginnt. Da habe ich auch dem Muster angepasst meine Stäbchen abgenommen. Ist diese Linie normal oder habe ich einen Fehler gemacht?

14.02.2024 - 01:22

DROPS Design answered:

Liebe Bianka, sowas passiert oft wenn man in Runden häkelt, um das zu vermeiden dann man abwechslungsweise in Hin- und Rückreihen häkeln (jede Reihe aber mit 1 Kettmasche schließen). Viel Spaß beim häkeln!

14.02.2024 - 08:25

country flag Bianka wrote:

Ich bin beim Muster A5 Runde 4 und habe eine Frage wegen den Noppen bzw. Das ersetzen durch Stäbchen. Ich häkel 44 Maschen (4xA5), muss ich nun 1x Noppe, 1x Stäbchen, 1x Noppe, 1x Stäbchen häkeln? Liebe Grüße

04.02.2024 - 00:10

DROPS Design answered:

Liebe Bianka, die 4. Reihe A.5 wird einmal genauso wie im Diagram gehäkelt, nach dieser Reihe gehäkelt wird, häkelt man 1 bzw 2 (siehe Größe ) Runden mit nur Stäbchen, so gibt es 1 bzw 2 Runden nur Stäbchen zwischen den Blumen. Viel Spaß beim häkeln!

05.02.2024 - 08:58

country flag Maibritt Pedersen wrote:

Ved A2 står der 12 omgange, skal A2 gentages eller forstår jeg det helt forkert ?

30.12.2023 - 05:22

DROPS Design answered:

Hej Maibritt, ja du gentager A2 hele vejen rundt om bærestykket :)

03.01.2024 - 08:14

country flag Barbara Michini wrote:

Liebes Drops-Team Ich bin in der zweiten Runde des Rumpfteils, Größe M. Habe auch diese mit 9 Stäbchen begonnen. Das erste in dieselbe Masche wie die drei Luftmaschen. Am Ende der Runde habe ich aber anstelle von 8 Maschen 9 die zu häkeln wären. Das Muster stimmt ansonsten. Ist es so, dass am Anfang jeder Runde das erste der 9 Stäbchen in dieselbe Masche wie die drei Luftmaschen gehäkelt wird? Danke

23.09.2023 - 16:15

DROPS Design answered:

Liebe Frau Michini, die 3 Luftmaschen am Anfang jeder Runde ersetzen das 1. Stäbchen nicht, die kommer aber extra, so haben Sie in M 72 Stäbchen + 3 Luftmaschen am Anfang der Passe, so 8 Mal die 9 Maschen A.2 + die 3 Lufmaschen am Anfang der Runde - siehe auch HÄKELINFORMATION: am Anfang der Anleitung. Viel Spaß beim häkeln!

25.09.2023 - 08:44

country flag Sofia wrote:

Hi bij A5 en A6 heb je een rij met 11 losse en 34 steken overslaan. Als je daarna naar je volgende rij gaat doe je dan nogsteeds 34 overslaan en elke rij 11 losse voor de mouw?

10.07.2023 - 19:53

DROPS Design answered:

Dag Sofia,

Nee, de volgende toer zie je de lossen als steken waarin je haakt, dus niet opnieuw lossen haken en steken overslaan.

13.07.2023 - 20:16

country flag Lillemor wrote:

Har virkat oket på stl S klart. Har 198 st på sista varvet. Nu till problemet när jag ska dela stycket. Jag har 8 maskor över efter att ha virkat 22 m, hoppat över 40 m, virkat 11 lm, virkat 55 m. hoppat över 40 m, 11 lm och virkat 33 m. När jag räknar ihop så blir det 190 m vilket stämmer med min virkning, men enl. mönstret ska det vara 198 m Det fattas även 8 m på fram och bakstycket som ska vara 140 m enl. mönstret, jag har "bara 132 m (22+11+55+11+33=132 m)

06.07.2023 - 13:17

DROPS Design answered:

Hej Lillemor, har du hoppat över A.6 ?

07.07.2023 - 10:44

country flag Victoria wrote:

Can someone simplify the pattern and diagrams into written rows? I’m having a stroke trying to read this and understand the individual diagrams. I personally don’t think it was translated well at all to American English. Is the entire A1 section one whole row? Why is everything jumbled on one page like that? I love this pattern but I’m getting mad trying to decipher it.

23.05.2023 - 07:56

DROPS Design answered:

Dear Victoria, in this lesson we explain how to read crochet diagrams; when working A.1 repeat the 2 stitches the whole round and A.1 will be done when all rows are worked. Happy crocheting!

23.05.2023 - 08:55

country flag Elin wrote:

Hei, jeg jobber med bærestykke nå og er litt forvirret på hva jeg skal gjøre. Jeg har komme til det punktet der man hekler A5 over 22/33 masker, etter det står «A6» vil det si at jeg skal hekle «A6» en gang?

28.03.2023 - 10:14

DROPS Design answered:

Hej Elin, ja det stemmer, du hækler A.6 en gang på hver side ifølge opskriften :)

12.04.2023 - 15:05

country flag Kelly wrote:

Klopt het dat er dan onder de armen geen patroon is, maar telkens 11 stokjes?

05.02.2023 - 14:17

DROPS Design answered:

Dag Kelly,

Dat klopt, je haakt daar de 11 stokjes en je zet het patroon vanaf de pas door op de mouw. Dan 3 cm begin je met het minderen onder de arm.

05.02.2023 - 17:16