Mint Breeze

Gebreide trui in DROPS BabyAlpaca Silk. Het werk wordt gebreid van onder naar boven met kantpatroon op de mouwen. Maat: S - XXXL

DROPS 220-21
DROPS design: Patroon bs-162
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS BABYALPACA SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
300-300-350-400-400-450 g kleur 7402, licht zeegroen

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte in tricotsteek en kantpatroon = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm
DROPS RONDBREINAALD 3 mm: Lengte 40 en 60 of 80 cm voor tricotsteek/kantpatroon.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 mm: Voor de boordsteek.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 mm: Lengte 40 en 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1, A.2 en A.3. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MINDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 232 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 40) = 5.8.
In dit voorbeeld minder door afwisselend ongeveer iedere 4e en 5e steek en iedere 5e en 6e steek recht samen te breien.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de kanten van lijf):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 4 steken), maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden, dus brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei het lijf in de rondte op de rondbreinaald, vanaf de onderkant en tot de armsgaten. Kant af voor de armsgaten. Brei dan het achterpand en het voorpand apart heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop / een korte rondbreinaald, van onder naar boven tot waar de mouwkop begint. Brei dan de mouwkop heen en weer op de rondbreinaald. Naai het werk samen op de schouders en naai de mouwen in. Brei een halsrand in ribbelsteek aan het einde.

LIJF:
Zet 232-256-276-304-340-376 steken op rondbreinaald 2.5 mm met Baby Alpaca Silk. Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek = 2 recht/2 averecht. Ga zo verder met boordsteek voor 6 cm. Als de boordsteek is gebreid, ga dan verder met rondbreinaald 3 mm.
Brei 1 naald recht en minder 40-44-48-52-56-64 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MINDEREN = 192-212-228-252-284-312 steken. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en 1 markeerdraad na 96-106-114-126-142-156 steken (= de zijkanten). Neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien; ze worden later gebruikt voor de meerderingen in de zijkanten op het lijf. Brei in tricotsteek. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Meerder bij een hoogte van 8 cm, 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 4-4-4-4-5-5 cm 5 keer in de hoogte in totaal aan elke kant = 212-232-248-272-304-332 steken. Ga verder met breien tot het werk 26-27-28-29-30-31 cm meet. Kant nu af voor het armsgat, dus brei de volgende naald als volgt - begin 3-3-3-4-4-4 steken voor de markeerdraad op het begin van de naald: kant de eerste 6-6-6-8-8-8 steken af voor de armsgaten, brei 100-110-118-128-144-158 steken zoals hiervoor (= voorpand), kant 6-6-6-8-8-8 steken af voor het armsgat (de markeerdraad is in het midden van deze steken) en brei dan de overgebleven 100-110-118-128-144-158 steken zoals hiervoor (= achterpand). Eindig het achter- en voorpand apart zoals uitgelegd hieronder.

ACHTERPAND:
= 100-110-118-128-144-158 steken. Ga verder met tricotsteek heen en weer gebreid op de rondbreinaald en kant af voor de armsgaten op het begin van iedere naald aan elke kant als volgt: Kant 0-0-0-1-2-3 keer 0-0-0-3-3-3 steken af, 2-3-4-4-6-7 keer 2 steken af en 2-3-4-5-5-6 keer 1 steek = 88-92-94-96-98-100 steken over.
Kant dan bij een hoogte van 44-46-48-50-52-54 cm, de middelste 42-44-46-48-50-52 steken af voor de hals en eindig elke schouder apart.
Ga verder met tricotsteek en kant 1 steek af op de volgende naald vanaf de hals = 22-23-23-23-23-23 steken over op de schouder. Brei tot het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet. Kant dan losjes af met recht aan de goede kant. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
= 100-110-118-128-144-158 steken. Ga verder met tricotsteek heen en weer gebreid op de rondbreinaald en kant af voor de armsgaten op het begin van iedere naald aan elke kant als volgt: Kant 0-0-0-1-2-3 keer 0-0-0-3-3-3 steken af, 2-3-4-4-6-7 keer 2 steken en 2-3-4-5-5-6 keer 1 steek = 88-92-94-96-98-100 steken over.
Zet bij een hoogte van 42-44-46-48-50-52 cm, de middelste 36-38-40-42-44-46 steken op een hulpdraad voor de hals en eindig elke schouder apart.
Ga verder met tricotsteek en kant af voor de hals op het begin van iedere naald vanaf de hals als volgt: Kant 1 keer 2 steken af en 2 keer 1 steek = 22-23-23-23-23-23 steken over voor de schouder. Brei tot het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet. Kant dan losjes af met recht aan de goede kant. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUW:
Zet 80-88-88-96-96-96 steken op breinaalden zonder knop 2.5 mm met Baby Alpaca Silk. Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek in de rondte (= 2 recht/2 averecht) voor 6 cm. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei 1 naald recht en meerder 1-1-1-5-5-5 steken verdeeld = 81-89-89-101-101-101 steken. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald = midden onder de mouw. Brei patroon als volgt: 4-8-8-1-1-1 steken tricotsteek, A.1 over de volgende 26-26-26-39-39-39 steken (= 2-2-2-3-3-3 herhalingen van 13 steken), A.2 (= 4 steken), A.3 (= 13 steken), A.1 over de volgende 26-26-26-39-39-39 steken (= 2-2-2-3-3-3 herhalingen van 13 steken), A.2, 4-8-8-1-1-1 steek in tricotsteek. Ga verder met dit patroon tot de mouw 21-22-21-21-19-18 cm meet, maar eindig de naald als er 3 steken over zijn voor de markeerdraad. LET OP: Minder voor de grotere maten vanwege bredere schouders en een langere mouwkop.
Kant op de volgende naald de eerste 6-6-6-6-6-6 steken af, brei dan in patroon zoals hiervoor over de rest van de naald. Brei dan de mouwkop heen en weer gebreid op de rondbreinaald als volgt: Ga verder met A.1, A.2 en A.3 zoals hiervoor en kant af voor de mouwkop op het begin van iedere naald aan elke kant als volgt: Kant 12 keer 1 steek af aan elke kant = 51-59-59-71-71-71 steken. Ga verder met A.1, A.2 en A.3 tot het werk 29-30-30-31-31-32 cm meet. Brei alle steken 2 aan 2 samen, kant op de volgende naald alle steken af. De mouw meet ongeveer 30-31-31-32-32-33 cm van boven naar beneden. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden aan de binnenkant van de afkantrand. Naai de mouwen in de trui aan de binnenkant van de 1 kantsteek.

HALSRAND:
Neem aan de goede kant ongeveer 96 tot 120 steken op rondom de hals (inclusief de steken op de hulpdraden op de voorkant) op rondbreinaald 2.5 mm met Baby Alpaca Silk.
Brei 3 ribbels in RIBBELSTEEK over alle steken– zie uitleg hierboven, kant dan af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 07.03.2022
VOORPAND:
= 100-110-118-128-144-158 steken. Ga verder met tricotsteek

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Mint Breeze

Marta, Poland

Mint Breeze

Marta, Poland

Laat een opmerking achter voor DROPS 220-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (21)

country flag Tilla wrote:

Meneekö hihan ohje tosiaan : sileät, A1 (2-3 kpl), A2, A3, A1 (2-3kpl), A2, sileät eikä sileät, A1 (2-3 kpl), A2, A3, A2, A1 (2-3kpl), sileät?

08.03.2024 - 16:47

country flag Baida wrote:

Bonjour, y a t il une erreur ou est ce qu'il faut vraiment faire autant de diminutions à la fin des côtes dans le tricot dos et devant. Merci

08.05.2023 - 23:05

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Baida, aucune erreur, il faut bien diminuer autant de mailles pour conserver les mesures souhaitées. Il faut en effet plus de mailles en jersey avec les aiguilles 3 qu'en côtes avec les aiguilles 2,5 pour la même largeur. Bon tricot!

09.05.2023 - 07:41

country flag Helen Kirby wrote:

Please explain what you mean concerning the sleeve cap. Work all stitches together 2by2

27.04.2023 - 00:53

DROPS Design answered:

Hi Helen, All the stitches are worked together along the row; work the first 2 stitches together, then the next 2 stitches together and so on. On the next row, cast off. Happy knitting!

27.04.2023 - 06:49

country flag Patricia Kirby wrote:

What do you mean work together all stitches 2 by 2 on sleeve cap

27.04.2023 - 00:33

DROPS Design answered:

Dear Mrs Kirby, knit 2 together accross the last row from RS to divide the remaining number of stitches in 2 - you will create the puff-effect like this. Happy knitting!

27.04.2023 - 08:29

country flag Birgitta wrote:

Det finns ingen möjlighet att få ärmkupan att räcka till. ärmkupan är mycket för liten i förhållande till ärmhålet. Hur gör jag ?

26.03.2023 - 15:06

DROPS Design answered:

Hej Birgitta, sørg for at ikke lukke af for stramt, så skal ærmet passe ind i ærmegabet :)

12.04.2023 - 07:42

country flag Eva Nielsen wrote:

Kan det passe at selve ærmekuplen ikke skal måle mere end 10 cm? Der lukkes af til ærmegabnår arbejdet måler 21 cm og afsluttes når arbejdet 31 cm fra toppe og ned. Dette er en str L

18.04.2022 - 09:42

DROPS Design answered:

Hej Eva, du måler ærmekuplen hele vejen rundt, fra du lukker af, langs med de første indtagninger og så videre hele vejen rundt :)

20.04.2022 - 15:32

country flag Ditte wrote:

Er der en særlig grund til, man skal strikke 4 m r sammen og slå om to gange, når der tages ind i siderne? Giver det ikke det samme resultat som at strikke to masker sammen før og efter markøren?

20.03.2022 - 15:09

DROPS Design answered:

Hej Ditte, jeg kan ikke finde hvor du er i opskriften. Du tager ud i siderne ved at lave omslag på hver side af 4 masker ret :)

22.03.2022 - 13:16

country flag Suzan wrote:

Na de verdeling voor- en achterpand blijven er 128 steken over voor elk pand. Maar aan het begin van het voorpand staat 130 steken. Wat zie ik over het hoofd? (Maat XL)

15.01.2022 - 20:24

DROPS Design answered:

Dag Suzan,

Dit moet inderdaad 128 zijn en niet 130. Ik zal het doorgeven aan de ontwerpafdeling om aan te passen. Hopelijk kun je nu verder.

16.01.2022 - 14:10

country flag DECOTTIGNIES BRIGITTE wrote:

COMBIEN DE PELOTES DE LAINE POUR CE MODELE ?

19.05.2021 - 14:57

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Decottignies, vous trouverez toujours la quantité indiquée au poids pour chaque taille dans l'en-tête, autrement dit, il faut ici en taille S par exemple 300 g DROPS Baby Alpaca Silk/50 g la pelote = 6 pelotes. Utilisez notre convertisseur si vous souhaitez voir la quantité dans une autre alternative. Bon tricot!

19.05.2021 - 15:54

country flag Gerdine wrote:

Wanneer komt het patroon uit? Zit er met smart op te wachten.

18.03.2021 - 22:23