DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Copper Harbor Sweater

Gebreide trui in DROPS Alpaca. Het werk wordt gebreid met knooppatroon en ¾-lengte ballonmouwen. Maten S - XXXL.

DROPS 221-39
DROPS Design: Patroon nr. z-922
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
300-350-400-400-450-500 g kleur 9026, blush

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 40 cm en 60 cm of 80 cm voor tricotsteek en knooppatroon.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor de randen.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

GERSTEKORREL:
NAALD 1: * 1 recht, 1 averecht *, brei van *-*.
NAALD 2: Recht over averecht en averecht over recht.
Herhaal naald 2.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd).

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 80 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 16) = 5.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na elke 5e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het lijf wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald tot de armsgaten. De voor- en achterpanden worden daarna apart heen en weer verder gebreid op de naald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van onder naar boven. De mouwkop wordt heen en weer gebreid op het einde. De schoudernaden worden samen genaaid en de mouwen worden ingenaaid. Er wordt een hals gebreid in gerstekorrel op het einde.

LIJF:
Zet 195-211-231-255-279-311 steken op met rondbreinaald 2.5 mm en Alpaca.
Brei GERSTEKORREL in de rondte voor 2 cm – lees beschrijving hierboven.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei 2 naalden tricotsteek en minder 1 steek op de eerste naald = 194-210-230-254-278-310 steken.
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en 1 markeerdraad na 97-105-115-127-139-155 steken (= zijkanten van het lijf). Neem de markeerdraden gaandeweg mee tijdens het breien in de hoogte.
Brei de volgende naald als volgt: 6-2-7-5-3-3 steken in tricotsteek, brei A.1A (= 12 steken), A.1B over de volgende 64-80-80-96-112-128 steken (= 4-5-5-6-7-8 herhalingen van 16 steken), A.1C (= 9 steken), 12-4-14-10-6-6 steken in tricotsteek (de markeerdraad zit in het midden van deze steken), brei A.1A (= 12 steken), A.1B over de volgende 64-80-80-96-112-128 steken (= 4-5-5-6-7-8 herhalingen van 16 steken), A.1C (= 9 steken) en eindig met 6-2-7-5-3-3 steken in tricotsteek.
Ga verder met dit patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.1 2 keer in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 20 cm vanaf de opzetrand.
Brei de volgende naald als volgt: 6-2-7-5-3-3 steken in tricotsteek, brei A.2A (= 4 steken), A.2B over de volgende 72-88-88-104-120-136 steken (= 9-11-11-13-15-17 herhalingen van 8 steken), A.2C (= 9 steken), 12-4-14-10-6-6 steken in tricotsteek (de markeerdraad zit in het midden van deze steken), brei A.2A (= 4 steken), A.2B over de volgende 72-88-88-104-120-136 steken (= 9-11-11-13-15-17 herhalingen van 8 steken), A.2C (= 9 steken) en eindig met 6-2-7-5-3-3 steken in tricotsteek.
Ga verder met dit patroon – A.2 wordt in de hoogte herhaald tot de gewenste lengte.
TEGELIJKERTIJD als het werk 25-26-27-28-29-30 cm meet, kant dan af voor de armsgaten op de volgende naald als volgt – zorg ervoor dat dit een oneven naald in A.2 is (dit is belangrijk om te voorkomen dat u aan de verkeerde kant knopen moet breien, wanner de voor- en achterpanden apart heen en weer verder worden gebreid): Begin 3 steken voor de markeerdraad op het begin van de naald en kant 6 steken af voor het armsgat, brei 91-99-109-121-133-149 steken zoals hiervoor (= voorpand), kant 6 steken af voor het armsgat en brei de laatste 91-99-109-121-133-149 steken zoals hiervoor (= achterpand). De voor- en achterpanden worden apart verder gebreid.

ACHTERPAND:
= 91-99-109-121-133-149 steken. Ga verder met het patroon heen en weer gebreid (begin aan de verkeerde kant) en kant af voor de armsgaten aan het begin van elke naald aan beide kanten als volgt: 0-0-0-1-2-2 keer 3 steken, 1-2-3-4-4-6 keer 2 steken en 1-2-4-4-4-6 keer 1 steek aan elke kant = 85-87-89-91-97-101 steken. LET OP: Als er niet genoeg steken zijn om een knoop te maken aan elke kant, worden deze steken in tricotsteek gebreid.
Brei verder tot het werk 42-44-46-48-50-52 cm meet. Kant dan op de volgende naald de middelste 37-37-39-39-41-41 steken af voor de hals en elk schouder wordt apart verder gebreid. Ga verder in patroon en kant 2 steken af op de volgende naald vanaf de hals = 22-23-23-24-26-28 steken.
Brei tot het werk 44-46-48-50-52-54 cm meet vanaf de schouder naar beneden. Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
= 91-99-109-121-133-149 steken. Ga verder met het patroon heen en weer gebreid (begin aan de verkeerde kant), en kant af voor de armsgaten op het begin van elke naald aan beide kanten als volgt: 0-0-0-1-2-2 keer 3 steken, 1-2-3-4-4-6 keer 2 steken en 1-2-4-4-4-6 keer 1 steek = 85-87-89-91-97-101 steken.
Brei verder tot het werk 36-38-39-41-42-44 cm meet. Plaats op de volgende naald de middelste 19-19-21-21-23-23 steken op 1 hulpdraad voor de hals en elk schouder wordt apart verder gebreid. Ga verder in patroon en kant af op elke naald vanaf de hals als volgt: 1 keer 3 steken, 2 keer 2 steken en 4 keer 1 steek = 22-23-23-24-26-28 steken op de schouder.
Brei tot het werk 44-46-48-50-52-54 cm meet vanaf de schouder naar beneden. Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUW:
Zet 57-61-65-69-73-77 steken op met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm en Alpaca. Brei gerstekorrel in de rondte voor 5 cm.
Brei 1 naald recht terwijl u 1 steek recht in zowel de voorste als de achterste lussen van alle steken breit (verdubbelt het aantal steken) = 114-122-130-138-146-154 steken.
Ga verder met korte rondbreinaald 3 mm en voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald = midden onder de mouw. Neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt bij het minderen onder de mouw.
Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 6 cm meet in alle maten, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 4e-4e-4e-3e-3e-3e naald in totaal 17-19-20-21-21-22 keer = 80-84-90-96-104-110 steken.
TEGELIJKERTIJD als de mouw 25-24-24-23-23-22 cm meet, meerder dan 16-16-18-18-20-20 steken verdeeld op de naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN.
Na alle minderingen en meerderingen zijn er 96-100-108-114-124-130 steken.
Als de mouw 34-33-33-31-31-30 cm meet, brei dan de volgende naald als volgt: Begin 3 steken voor de markeerdraad, kant 6 steken af en brei recht tot het einde van de naald. Brei nu de mouwkop heen en weer gebreid met de rondbreinaald als volgt.
Brei tricotsteek en kant af op het begin van elke naald aan elke kant als volgt: 0-0-0-0-1-1 keer 3 steken, 3-4-4-4-4-4 keer 2 steken, 4-4-7-10-9-10 keer 1 steek, 4-4-3-3-3-4 keer 2 steken en dan 1-1-1-1-1-1 keer 3 steken aan elke kant = 48-48-54-54-60-60 steken. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: Brei 8-8-9-9-10-10 steken in tricotsteek, brei de volgende 32-32-36-36-40-40 steken 2 aan 2 recht samen (= 16-16-18-18-20-20 steken geminderd) en brei 8-8-9-9-10-10 steken in tricotsteek = 32-32-36-36-40-40 steken over. Kant af. De mouw meet ongeveer 42-42-43-43-43-43 cm. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen en naai de mouwen in, aan de binnenkant van de 1 kantsteek.

HALS:
Begin op een schouder en neem aan de goede kant 99 tot 117 steken op rondom de hals (inclusief de steken op de hulpdraad aan de voorkant) met korte rondbreinaald 2.5 mm en Alpaca. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2 + 1. Brei gerstekorrel in de rondte voor 2 cm. Kant af met gerstekorrel.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = knoop: 3 steken averecht samen maar laat de steken niet van de linker naald af glijden, brei nu dezelfde 3 steken recht samen en brei ze dan een keer averecht samen. Laat nu alle 3 steken van de linker naald af glijden.
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 221-39

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (13)

country flag Martina Rumposch wrote:

Ich habe unten 2 cm im Perlmuster gestrickt. Jetzt rollt sich das Bündchen. Was kann ich im Nachhinein tun, um dies zu beseitigen?

18.07.2022 - 19:05

DROPS Design answered:

Liebe Martina, wenn Sie den Pullover nach dem Fertigstellen anfeuchten und dann liegend trocknen lassen oder die betreffenden Stellen unter ein feuchtes Handtuch legen und das dann trocknen lassen, sollte sich nichts mehr rollen.

28.07.2022 - 08:03

country flag Anne Berit Fjelstad wrote:

Hei, jeg lurer på når man lager knutene, så slippes jo tre masker ut, hvordan skal disse erstattes? Det står ingen forklaring på det…..

13.03.2022 - 15:31

DROPS Design answered:

Hej, Du strikker de samme 3 masker sammen ialt 3 gange, til du har 3 nye masker på højre pind, nu kan du slippe dem af venstre pind :)

15.03.2022 - 15:25

country flag Maja Gørschel wrote:

Hej, Jeg er igang med en M og er ved semi starten. Er ved ryg og forstykket. Jeg har strikket A1- 2 gange og det måler kun 9 cm. Skal jeg forsætte A1 til det måler 20 cm?

07.08.2021 - 22:46

DROPS Design answered:

Hej Maja. A.1 består av 28 p, och den ska stickas 2 gånger (=56 p totalt) så om du har riktig strikkefasthet så bör arbetet måle ca 20 cm.. Är du säker på att din strikkefasthet är riktig? Mvh DROPS Design

17.08.2021 - 14:26

country flag Anna wrote:

Hi. Can you explain this section again so I can understand? "On the next row place the middle 19-19-21-21-23-23 stitches on 1 thread for the neck and each shoulder is finished separately. Continue the pattern and cast off on each row from the neck as follows: 3 stitches 1 time, 2 stitches 2 times and 1 stitch 4 times = 22-23-23-24-26-28 stitches on the shoulder."

06.07.2021 - 05:05

DROPS Design answered:

Dear Anna, put the middle stitches on a spare needle, stitch holder, or a piece of thread, then continue with one shoulder. On every other row (the rows that are knitted AWAY from the neck) ast off further 3 stitches once, , 2 stitches twice and then 1 stitch in every 2nd row, 4 times = you will have 22-23-23-24-26 stitches on the shoulder. Happy stitching!

06.07.2021 - 07:16

country flag Esperanza wrote:

Me está costando un poco entender el patrón. El remate para el escote es 3 puntos 1 vez, 2 puntos 2 veces y 1 punto 4 veces, no queda el cuello bien, queda demasiado estrecho y nada redondeado. ¿qué puedo hacer?

10.04.2021 - 19:34

DROPS Design answered:

Hola Esperanza, las disminuciones para el escote están correctas, lo único tienes que asegurarte de cerrar los puntos flojo. Si esto no soluciona tu problema, lo mejor sería contactar con tu tienda DROPS más cercana, para que pueda ofrecerte ayuda más personalizada.

11.04.2021 - 20:44

country flag Laura wrote:

Peaches & Cream

17.01.2021 - 22:35

country flag Laura wrote:

Golden Hour

17.01.2021 - 22:27

country flag Laura wrote:

Marmelade Dreams

17.01.2021 - 22:27

country flag Nastassia wrote:

"Morning Blush"

08.01.2021 - 14:15

country flag Jan Beck wrote:

Poppy barley

07.01.2021 - 23:01