DROPS Brushed Alpaca Silk
DROPS Brushed Alpaca Silk
77% Alpaca, 23% Zijde
vanaf 2.40 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Ashford Castle

Gebreide trui in DROPS Brushed Alpaca Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan en structuurpatroon. Maten S - XXXL.

DROPS 215-26
DROPS Design: Patroon nr. as-143
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS BRUSHED ALPACA SILK van garnstudio (behoort tot garengroep C)
125-150-150-175-200-200 g kleur 21, saliegroen
25-25-25-25-25-25 g kleur 11, bosgroen

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 5 MM: Lengte 40 cm en 60 cm of 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Brushed Alpaca Silk
DROPS Brushed Alpaca Silk
77% Alpaca, 23% Zijde
vanaf 2.40 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 78 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 26) = 3.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na elke 3e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

RAGLAN:
Meerder 8 steken op de naald als volgt:
Meerder 1 steek met 1 omslag aan elke kant van A.2 in alle overgangen tussen het lijf en de mouwen (= 8 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de gemeerderde steken in patroon A.1 op de voor- en achterpanden en in tricotsteek op de mouwen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouw):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 6e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden vanaf midden achter. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop van boven naar beneden. Het structuurpatroon wordt op de voor- en achterpanden gebreid, tricotsteek op de mouwen.

HALS:
Zet 78-81-87-90-93-96 steken op met rondbreinaald 4 mm en bosgroen. Brei 1 naald recht, ga dan verder met saliegroen en brei 8 cm boordsteek (= 1 recht, 2 averecht). Als de boordsteek klaar is, brei dan 1 naald recht terwijl u 26-23-27-24-31-28 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 104-104-114-114-124-124 steken. Brei 1 naald recht. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald; de pas wordt vanaf deze markeerdraad gemeten!

PAS:
Brei patroon als volgt: A.1 (= 5 steken) over de eerste 30-30-35-35-40-40 steken, brei de eerste steek in A.1 (= achterpand), 1 omslag, A.2 over de volgende 7 steken (= raglan), 1 omslag, 7 recht (= mouw), 1 omslag, A.2 over de volgende 7 steken (= raglan), 1 omslag, A.1 over de volgende 30-30-35-35-40-40 steken, brei de eerste steek in A.1 (= voorpand), 1 omslag, A.2 over de volgende 7 steken (= raglan), 1 omslag, 7 recht (= mouw), 1 omslag, A.2 over de volgende 7 steken (= raglan), 1 omslag. U heeft nu 8 steken voor de raglan gemeerderd – lees beschrijving hierboven. Ga verder met dit patroon en meerder voor de raglan iedere 2e naald in totaal 18-22-22-26-27-32 keer = 248-280-290-322-340-380 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei verder tot het werk 19-21-23-25-28-31 cm meet vanaf de markeerdraad op de hals. Verdeel nu de pas voor het lijf en mouwen, begin 4 steken voor het begin van de naald:

Brei de eerste 75-83-88-96-103-113 steken (= achterpand), plaats de volgende 49-57-57-65-67-77 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 75-83-88-96-103-113 steken (= voorpand), plaats de volgende 49-57-57-65-67-77 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw).
Het lijf en de mouwen worden klaar apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LIJF:
= 162-178-192-208-226-250 steken. Ga verder in de rondte met A.1 over alle steken zoals hiervoor; de steken die niet in het patroon passen onder de mouw worden gebreid in ribbelsteek. Als het werk 25-25-25-25-24-23 cm meet vanaf de scheiding, brei dan 1 naald recht terwijl u 21-23-27-29-35-35 steken verdeeld meerdert = 183-201-219-237-261-285 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei 4 cm boordsteek (= 1 recht, 2 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN. De trui meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Plaats de 49-57-57-65-67-77 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 5 mm en neem 1 steek op in elk van de nieuw opgezette steken onder de mouw = 55-63-65-73-77-89 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken. Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 4 cm meet, begin dan met minderen onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 12-4-4-2½-2-1 cm in totaal 3-6-6-9-11-16 keer = 49-51-53-55-55-57 steken. Brei verder tot de mouw 32-31-30-29-26-24 cm meet. Brei 1 naald recht terwijl u 5-6-7-8-8-9 steken verdeeld meerdert = 54-57-60-63-63-66 steken. Brei 12 cm boordsteek (= 1 recht gedraaid, 2 averecht). De mouw meet ongeveer 44-43-42-41-38-36 cm vanaf de scheiding. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 215-26

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (23)

country flag Jutta Lobbenmeier wrote:

Die Anleitung ist geschrieben für Garngruppe C oder A+A. Wenn ich ein Garn der Gruppe A verwende, muss ich es dann zweifädig verarbeiten? Danke und Gruß

07.04.2023 - 10:17

DROPS Design answered:

Liebe Jutta. Die Anleitung ist für Garngruppe C geschrieben, die durch 2 Garne aus Gruppe A ersetzt werden kann. Daher müssen Sie mit 2 Garnen aus Gruppe A stricken. Viel Spaß beim Stricken

09.04.2023 - 12:09

country flag Sarah Kelly wrote:

Hello. Increasing on the neck, I am knitting size L so 87 stitches increasing by 27 stitches to 114 stitches evenly spaced; 87 divided by 27 is 3.22. How often am I to increase? Thank you.

26.11.2022 - 17:00

DROPS Design answered:

Dear Sarah, you increase after every 3rd stitch, you can leave the last few stitches without increases, it won't affect the pattern. Happy knitting!

27.11.2022 - 15:59

country flag Anne wrote:

Wenn ich die Umschläge für die Raglanzunahme verschränkt Abstriche, muss ich das auch schon an das Muster A1 anpassen. Also dann verschränkt links stricken und an den Ärmeln verschränkt rechts? Oder soll immer verschränkt recht abgestrickt werden und dann erst in der kommenden Runde das Muster von A1 fortgesetzt werden? Vielen lieben Dank!

10.11.2021 - 14:21

DROPS Design answered:

Liebe Anne, die Umschläge sollen immer verschränkt gestrickt, also beim A.1 in das Muster anpassen, dh entweder rechts verschränkt oder links verschränkt je nach A.1, und bei den Ärmeln immer rechts verschränkt. Viel Spaß beim stricken!

11.11.2021 - 08:53

country flag Silke wrote:

Hallo, bedeutet die erste Masche von A.1 (=Rückenteil) dass man dann 1 linke Masche stricken muss? Nun wie folgt im Muster stricken: A.1 (= 5 Maschen) über die ersten 30-30-35-35-40-40 Maschen, die erste Masche von A.1 (= Rückenteil),

02.11.2021 - 08:22

DROPS Design answered:

Liebe Silke, siehe Antwort unten - A.1muss mit 1 Masche glatt rechts anfangen (= 1. Masche im Diagram), und mit 1 Masche glatt rechts enden (= die 1. Masche im Diagram), so wird das Muster symmetrisch. Viel Spaß beim stricken!

03.11.2021 - 07:58

country flag Silke wrote:

Hallo, stricke den Pullover in M. Nach Halsblende habe ich 104 Maschen. Wenn ich die Passe in der 1. Runde stricke, bleiben 2 Maschen übrig ( 30-7-7-7-30-7-7-7-), also nur 102 verstrickt. Was mache ich falsch ?

31.10.2021 - 20:19

DROPS Design answered:

Liebe Silke, wenn Sie A.1 stricken sollen Sie mit der ersten Maschen A.1 enden, dh: 30 Maschen in A.1 (= wiederholen Sie 6 Mal diese 5 Maschen) und jetzt stricken Sie die erste Masche in A.1 = so wird das Muster symetrisch, und so haben Sie: 30+1, 7,7,7,30+1, 7+7+7=104 M. Viel Spaß beim stricken!

03.11.2021 - 07:31

country flag Johanne Nielsen wrote:

Skal raglanstykket med ærmet eller ryg og front, når man deler det op efter strikning af bærestykket?

11.04.2021 - 06:04

DROPS Design answered:

Hej Johanne, det er ikke usædvanligt at nogle af raglanmaskerne går med til ærmet og andre går med til ryg & forstykke, derfor beskriver vi nøje i hver størrelse hor mange masker du skal have på pinden når stykket deles til ærmer og ryg & forstykke. God fornøjelse!

12.04.2021 - 14:28

country flag Bucklisch wrote:

Hallo ich fange nun mit dem Rumpfteil in Größe M an. Wenn A1 weitergestrickt werden soll, so wird das Muster der Raglanzunahmen unterbrochen. Ist das richtig? Dies bedeutet dann auch, dass 8 Maschen kraus rechts werden, oder?

04.04.2021 - 23:05

DROPS Design answered:

Ja, das Muster wird am Rumpfteil an beiden Seiten unterbrochen (d.h. unter den Armen). Die Maschen, die nicht in A.1 aufgehen, stricken Sie einfach kraus rechts. Gutes Gelingen weiterhin!

04.04.2021 - 23:31

country flag Bucklisch wrote:

Hallo ich fange nun mit dem Rumpfteil in Größe M an. Wenn A1 weitergestrickt werden soll, so wird das Muster der Raglanzunahmen unterbrochen. Ist das richtig? Dies bedeutet dann auch, dass 8 Maschen kraus rechts werden, oder?

04.04.2021 - 23:04

country flag Pam wrote:

Ca you provide this pattern so that it is not knitting top down but bottom up please?

22.03.2021 - 16:59

DROPS Design answered:

Hi Pam, unfortunately we are not able to adjust our patterns to any individual requests. Should you need any individual assistance, please contact the store where you bought the yarn, even per mail or telephone. Happy knitting!

22.03.2021 - 17:26

country flag Johanne Nørgaard wrote:

Hej. Jeg har lige lavet halsstykket (XL) og slutter med 114 masker, men nu er jeg gået vidre til bærestykket. Problemet er bare, at bærestykkets mønster har for mange masker i forhold til de 114 masker. Så jeg forstår ikke helt hvad det er jeg gør forkert.

10.03.2021 - 17:53

DROPS Design answered:

Hej Johanne, du strikker 35+1+oms+7+oms+7+oms+7+oms+35+1+oms+7+oms+7+oms+7+oms=114 m + 8 omslag.

11.03.2021 - 09:44