Geray schreef:
Je suis en train de réaliser la taille 1/3 mois. Merci
09.10.2017 - 19:48DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Geray, en taille 1/3 mois, vous commencez avec 220 m pour le bas de la cagoule. Bon tricot!
10.10.2017 - 09:25
Geray schreef:
Bonjour, je suis en train de réaliser la cagoule. Pourriez vous m'indiquer le tour de la collerette ( qui couvre les bras) à l'endroit le plus large ? Merci d'avance
09.10.2017 - 19:43DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Geray, la cagoule se tricote de bas en haut, en commençant par la partie qui recouvre les épaules et les bras sur la photo. Cette partie est donc les mailles à monter et à tricoter en côtes avant de diminuer et de tricoter le diagramme M.7. Bon tricot!
10.10.2017 - 08:47
Christel Rasmussen schreef:
Jeg Skal til at strikke huen til Drops Baby 19-32. Ønsker hjælp da jeg skal strikke en hue til en dreng med hoved mål 56.
17.09.2017 - 20:26DROPS Design antwoorde:
Hej Christel, vi har desværre ikke mulighed for at regne opskriften om, men hvad tror du om at strikker det midterste stykke på huen 2 cm bredere ved at tage ud, så får du et større mål på selve huen. God fornøejlse!
19.09.2017 - 08:41
U.Pohlmann schreef:
Hallo liebes Dropsteam, werden die Muster auf der Rückreihe strickt, wie sie erscheinen, oder ist die Rückreihe mit auf der Strickschrift? Über eine Antwort freut sich Urte
02.10.2013 - 11:58DROPS Design antwoorde:
Liebe Urte, in der Strickschrift sind alle Reihen dargestellt.
03.10.2013 - 07:14Beata Szep schreef:
Mütze: "1 Randm in Krausrippe, * 1 re., 3 li. *, von *-* wiederholen und die letzten 2 R. 1 re. und 1 Randm in Krausrippe stricken." Meinen Sie nicht die letzten 2 M.? Und was passiert am Ende mit den früher auf Hilfsfaden gelegten 21 Maschen (=vorne)?
23.03.2013 - 18:33DROPS Design antwoorde:
Liebe Beata, Danke für den Hinweis, es sind wirklich die beiden letzten M gemeint. Wir werden das gleich korrigieren. Die Maschen vorne werden am Schluss in die Runde mit dem Abschlussbördchen integriert.
26.03.2013 - 09:33
Jane Doiron schreef:
This pattern is very complicated to understand and i am an experienced knitter. Not done in regular knitting instructions. Very disapointed because I have tried to figure it out by myself but since I had knitted most of the sweather tring to figure it out it realy does not come out as illustrated and the charts are also very very complicated.
23.10.2012 - 14:19
Anne schreef:
Socken: bei folgendem Arbeitsschritt:(nach dem Schaft) 4cm gestrickter Mittelteil und das darauffolgende Aufnehmen von 11 M. auf beiden seiten dieses. Nehme ich die Maschen vom Rand des Mittelteils (also dessen Randmaschen) oder komplett neu auf? Vielen Dank
30.09.2012 - 13:49DROPS Design antwoorde:
Hallo Anne, die Maschen werden aus den Seiten des Mittelteils aufgenommen und sind so auch gleich damit verbunden. Gutes Gelingen!
01.10.2012 - 12:36
DROPS Deutsch schreef:
Man strickt je 1 M. re. auf beiden Seiten (nicht "und 1 R. re. auf beiden Seiten stricken").
09.02.2012 - 09:24
Mareike schreef:
Vielen Dank. Noch eine Frage: Halskante: "Das Bündchen = 1 re./ 1 li. mit .... und 1 R. re. auf beiden Seiten stricken." Wo soll man die 2 R rechts stricken?
08.02.2012 - 15:14
DROPS Deutsch schreef:
Nach 2 cm abk.
08.02.2012 - 10:21
Jonas#jonasbalaclava |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||
De set bevat: Gebreid vest, broek, muts en sokken met Scandinavisch patroon voor baby en kinderen in DROPS BabyMerino.
DROPS Baby 19-32 |
|||||||||||||
-------------------------------------------------------- VEST: -------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon M.1 tot en met M.5. Het hele patroon wordt in tricotst gebreid. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): brei alle nld recht. -------------------------------------------------------- -------------------------------------------------------- VEST: LIJF: Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor. Zet 153-177-201 (223-245) st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant middenvoor) met rondbreinld 2 mm en ijsblauw. Brei 1 nld boordsteek, 1 st recht/1 st av met 1 st recht en 1 kant st in RIBBELST - zie boven – aan iedere kant middenvoor (gezien vanaf de goede kant). Ga verder met naturel in boordsteek. Wissel als de boordsteek 4-4-4 (5-5) cm meet naar rondbreinaald 2,5 mm en brei 1 nld recht aan de goede kant en minder TEGELIJKERTIJD 24-30-36 (40-44) st gelijkmatig = 129-147-165 (183-201) st. Plaats een markeerdraad 33-37-42 (46-51) st vanaf iedere kant middenvoor om de zijkanten aan te geven = 63-73-81 (91-99) st tussen de markeerders voor het achterpand. Ga verder in M.1 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant middenvoor – LET OP: brei de een na laatste st op de nld als de eerste st in M.1 om het patroon symmetrisch te maken aan beide kanten middenvoor. Ga na M.1 verder in M.2 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei bij een hoogte van ongeveer 15-17-20 (23-26) cm – pas zo aan dat het minimaal 2 nld na een nld met stippen in het patroon is - M.3 (denk erom de een na laatste st op de nld als de eerste st in M.3 te breien om het patroon symmetrisch te maken aan beide kanten middenvoor). Splits TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 17-18-21 (24-27) cm het werk bij de markeerders voor de armsgaten en brei de voorpanden en het achterpand apart verder. ACHTERPAND: = 63-73-81 (91-99) st. Zet 1 nieuwe st op aan iedere kant (= kant st voor de naad) = 65-75-83 (93-101) st. Ga verder in M.3 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant. Brei na M.3 patroon M.4 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant – LET OP: de pijl in M.4 geeft het midden van het achterpand aan, tel de st richting de zijkant vanaf hier om te zien waar u moet beginnen in M.4. Brei na M.4 het werk af in ijsblauw. Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 27-29-33 (37-41) cm de middelste 23-25-27 (27-29) st af voor de hals en brei iedere schouder apart verder. Kant 2 st af langs de hals in de volgende nld = 19-23-26 (31-34) st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 28-30-34 (38-42) cm. RECHTER VOORPAND: = 33-37-42 (46-51) st. Zet 1 nieuwe st op richting het armsgat (= kant st voor de naad) = 34-38-43 (47-52) st. Ga verder in M.3 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant. Brei na M.3 patroon M.4 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant – LET OP: pas het patroon aan zodat het netjes wordt middenvoor, er dient 1 st in lichtblauw middenvoor te komen na de kant st en voor 1 naturel vierkant of kruis. Brei na M.4 het werk af in ijsblauw. Zet TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 24-26-29 (33-36) cm 9-9-10 (11-12) st middenvoor op een hulpdraad voor de hals. Kant af voor de hals aan het begin van iedere nld vanaf middenvoor: 2-2-2 (1-1) x 2 st en 2-2-3 (3-4) x 1 st = 19-23-26 (31-34) st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 28-30-34 (38-42) cm. LINKER VOORPAND: Als het rechter voorpand maar in spiegelbeeld. MOUW: Wordt in de rondte gebreid. Zet 48-50-56 (58-64) st op met breinld zonder knop 2 mm en ijsblauw. Brei 1 nld boordsteek, 1 st recht/1 st av, en ga verder met naturel in boordsteek. Ga bij een hoogte van 4-4-4 (5-5) cm verder met breinld zonder knop 2.5 mm. Brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 11-13-13 (15-15) st gelijkmatig = 37-37-43 (43-49) st. LEES DE REST VAN DE BESCHRIJVING VOOR DE MOUW DOOR VOOR U VERDER GAAT! Brei M.1 – pas zo aan dat het patroon netjes in het midden komt, zie de pijl in het telpatroon. Ga na M.1 verder in M.2 (pas zo aan dat het patroon netjes in het midden komt, zie de pijl) tot het werk ongeveer 16-16-18 (23-26) cm meet – pas zo aan dat het minimaal 2 nld na een nld met stippen in het patroon is. Brei nu M.5 (pas zo aan dat het patroon netjes in het midden komt, zie de pijl in het telpatroon) – brei zo nodig het werk af in ijsblauw na M.5 tot het de juiste lengte heeft. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 5-6-6 (7-7) cm 2 st midden onder de mouw. Herhaal dit meerderen in totaal 11-13-13 (15-15) keer als volgt: MAAT 1/3 MAANDEN en 12/18 MAANDEN en 2 JAAR: elke 4e nld, MAAT 6/9 MAANDEN: elke 3e nld, MAAT 3/4 JAAR: elke 5e nld = 59-63-69 (73-79) st – verwerk de gemeerderde st gaandeweg in het patroon. Kant losjes af bij een hoogte van ongeveer 19-19-21 (26-29) cm (M.5 is nu klaar en er zijn misschien een paar nld in ijsblauw gebreid.) AFWERKING: Naai de schoudernaden dicht. LINKER VOORBIES: Neem ongeveer 75-83-93 (105-115) st op (deelbaar door 2 plus 1 st) langs het linker voorpand met nld 2 mm en naturel. Brei boordsteek, 1 st recht/1 st av met 1 st recht en 1 kant st in ribbelst aan iedere kant (gezien vanaf de goede kant). Kant als de voorbies 2 cm meet af met recht boven recht en averecht boven averecht. RECHTER VOORBIES: Als de linker voorbies maar maak na 1 cm 5-5-5 (6-6) knoopsgaten gelijkmatig verdeeld – plaats het onderste knoopsgat ongeveer 1.5 cm vanaf de onderkant en het bovenste knoopsgat ongeveer 4 cm van de hals (het laatste knoopsgat wordt op de halsbies gemaakt). 1 KNOOPSGAT = kant 2 st af en zet 2 nieuwe st op in de volgende nld. HALS: Neem aan de goede kant ongeveer 87 tot 117 st op rond de hals - inclusief de st op de hulpdraden aan het voorpand en neem ook st op over de voorbiezen (het aantal st moet deelbaar zijn door 2 plus 1 st) met rondbreinld 2 mm en naturel. Brei boordsteek, 1 st recht/1 st av met 1 st recht en 1 kant st in ribbelst aan iedere kant middenvoor (gezien vanaf de goede kant). Maak TEGELIJKERTIJD na 1 cm 1 knoopsgat in lijn met de anderen op de voorbies. Ga als de hals 2 cm meet verder met ijsblauw en brei 1 nld boordsteek en kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Naai de mouwen in het lijf naast de kant st. Naai de knopen aan. -------------------------------------------------------- BROEK: -------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon M.1 en M.2. Het hele patroon wordt in tricotst gebreid. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. TIP VOOR HET MINDEREN: Begin 2 st voor de markeerdraad en brei als volgt: 2 st recht samen, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. -------------------------------------------------------- -------------------------------------------------------- BROEK: Wordt in de rondte gebreid vanaf de taille naar beneden. Zet 142-150-160 (166-172) st op met rondbreinld 2 mm en ijsblauw – begin van de nld = middenachter. Brei 1 nld boordsteek, 1 st recht/1 st av en ga verder met naturel in boordsteek. Ga als de boordsteek 4 cm meet verder met rondbreinld 2.5 mm. Brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 16-18-22 (22-22) st gelijkmatig = 126-132-138 (144-150) st. VERHOOGDE DEEL MIDDENACHTER: Ga nu verder in M.2 en brei TEGELIJKERTIJD een verhoging middenachter als volgt: brei 10-11-11 (12-12) st vanaf het begin van de rondte, keer het werk (haal om een gaatje te voorkomen de eerste st recht af en trek de draad stevig aan). Brei 20-22-22 (24-24) st en keer het werk. Brei 30-33-33 (36-36) st en keer het werk. Brei 40-44-44 (48-48) st en keer het werk. Ga zo nog 8 keer verder en brei steeds 10-11-11 (12-12) st meer voor iedere keer dat u het werk keert (= 12 verkorte toeren in totaal). Ga nu verder in M.2 in de rondte over alle st. MEERDEREN: Plaats bij een hoogte van 13-16-17 (18-19) cm vanaf de taille (gemeten middenvoor) een markeerdraad aan het begin van de nld en een markeerdraad na 63-66-69 (72-75) st (om middenvoor en middenachter aan te geven). Meerder nu 1 st aan iedere kant van beide markeerders (= 4 st gemeerderd per nld) elke 3e nld in totaal 6 keer = 150-156-162 (168-174) st. Na de laatste meerdering meet het werk ongeveer 18-21-22 (23-24) cm vanaf de taille (gemeten middenvoor). PIJP: Brei 75-78-81 (84-87) st - begin middenachter en zet de overgebleven st op een hulpdraad. Ga verder in de rondte met M.2 als hiervoor - plaats een markeerdraad aan de binnenkant van de pijp = begin van de nld. Minder nu 1 st aan iedere kant van de markeerdraad – zie TIP VOOR HET MINDEREN - in totaal 14-13-12 (11-10) keer als volgt: MAAT 1/3 MAANDEN: afwisselend elke 2e en 3e nld, MAAT 6/9 MAANDEN: afwisselend elke 3e en 4e nld, MAAT 12/18 MAANDEN: afwisselend elke 4e en 5e nld, MAAT 2 JAAR: afwisselend elke 6e en 7e nld en MAAT 3/4 JAAR: afwisselend elke 9e en 10e nld = 47-52-57 (62-67) st. Brei M.1 bij een hoogte van ongeveer 27-33-36 (42-49) cm vanaf de taille - pas zo aan dat het minimaal 2 nld na een nld met stippen in het patroon is– begin aan de bovenkant van het telpatroon en zie de pijl die het midden van de rondte aangeeft (= buitenkant van de pijp). Ga na M.1 verder met naturel en breinld zonder knop 2 mm. Brei 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 11-12-13 (16-17) st gelijkmatig = 58-64-70 (78-84) st. Ga verder in boordsteek, 1 st recht/1 st av tot het werk 36-42-46 (52-59) cm meet vanaf de taille (de boordsteek meet nu ongeveer 5-5-6 (6-6) cm), ga dan verder met ijsblauw, brei 1 nld boordsteek en kant losjes af in boordsteek. Brei de andere pijp op dezelfde manier. -------------------------------------------------------- MUTS: -------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon M.7. Het hele patroon wordt in tricotst gebreid. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): brei alle nld recht. -------------------------------------------------------- -------------------------------------------------------- MUTS: Wordt eerst in de rondte gebreid vanaf de onderkant naar boven en brei dan het werk verder heen en weer op de nld. De nld begint middenachter. Zet LOSJES 220-244-256 (280-288) st op met rondbreinld 2 mm en naturel en brei 1 nld boordsteek 1 st recht/1 st av. Ga verder met ijsblauw in boordsteek. Ga als de boordsteek 3-3-3 (4-4) cm meet verder met rondbreinld 2.5 mm. Brei 1 nld tricotst met ijsblauw en minder TEGELIJKERTIJD 52-52-64 (64-72) st gelijkmatig = 168-192-192 (216-216) st. Brei nu M.7. Na M.7 staan er 154-176-176 (198-198) st op de nld en ga verder in de rondte met ijsblauw in tricotst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Minder TEGELIJKERTIJD in de 3e nld na M.7, 14-16-16 (18-18) st gelijkmatig – dus brei iedere 10e en 11e st samen, MAAR zorg dat de minderingen boven de minderingen in de laatste nld van M.7 komen. Herhaal dit minderen om de nld in totaal 4 keer – LET OP: brei voor iedere mindering 1 tricotst minder tussen iedere mindering op de nld = 98-112-112 (126-126) st op de nld en het werk meet ongeveer 10-10-10 (11-11) cm. Brei 2 nld tricotst en minder TEGELIJKERTIJD in de tweede nld 8-18-16 (26-22) st gelijkmatig = 90-94-96 (100-104) st. Ga verder met rondbreinld 2 mm en brei boordsteek, 1 st recht/1 st av, tot de boordsteek 2.5-2.5-2.5 (3-3) cm meet. Ga nu verder heen en weer gebreid op de nld en brei de volgende nld vanaf middenachter als volgt: brei de boordsteek als hiervoor over de eerste 35-36-37 (38-39) st, zet de volgende 21-23-23 (25-27) st op een hulpdraad (zonder deze st te breien) = middenvoor. Ga weer verder met nld 2.5 mm, keer het werk en brei 1 nld av aan de verkeerde kant, meerder TEGELIJKERTIJD 26-32-34 (44-50) st gelijkmatig = 95-103-107 (119-127) st op de nld. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: 1 kant st in ribbelst, * 1 st recht/3 st av *, herhaal van *-* tot er 2 st over zijn en eindig met 1 st recht en 1 kant st in ribbelst. Ga zo verder in boordsteek heen en weer gebreid op de nld. Zet bij een hoogte van 11-12-13 (14-15) cm de middelste 31-31-35 (39-39) st op een hulpdraad voor het midden van de muts. Brei 1 nld recht aan de goede kant, brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en brei 1 nld recht aan de goede kant over de buitenste 32-36-36 (40-44) st aan een kant van het werk, kant dan af in rechte st aan de verkeerde kant. Herhaal aan de andere kant van het werk. Zet de 31-31-35 (39-39) st van de hulpdraad terug op de nld en ga verder in boordsteek met 1 ST RECHT en 1 kant st in ribbelst aan iedere kant (gezien vanaf de goede kant) tot het middenstuk (bovenkant) van het werk 11-12-12 (14-15) cm meet vanaf waar de st op de hulpdraad zijn gezet. Brei 2 nld ribbelst en kant alle st af. AFWERKING: Naai het middenstuk van het werk aan iedere zijkant van het werk met nette, kleine st naast 1 kant st aan iedere kant. BOORDSTEEKRAND ROND DE OPENING AAN DE VOORKANT: Neem ongeveer 120 tot 160 st op (deelbaar door 2) rond de opening (inclusief de st van de hulpdraad aan de voorkant) met rondbreinld 2 mm en ijsblauw. Brei boordsteek, 1 st recht/1 st av, in de rondte tot de boordsteek 4 cm meet en kant losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. Vouw de boordsteekrand dubbel naar de verkeerde kant en zet vast met nette kleine st. -------------------------------------------------------- SOKKEN: -------------------------------------------------------- TIP VOOR HET MINDEREN (voor middenachter op de pijp): Minder 1 st aan iedere kant van de 3 middelste st middenachter (= 1 st recht en 1 st av en 1 st recht) door 2 st av samen te breien. PATROON: Zie telpatroon M.6. Het hele patroon wordt in tricotst gebreid. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): brei alle nld recht. -------------------------------------------------------- -------------------------------------------------------- SOKKEN: Zet 58-66-72 (78-82) st op met breinld zonder knop 2 mm en naturel. Brei 1 nld boordsteek, 1 st recht/1 st av, en ga verder met ijsblauw in boordsteek. Minder bij een hoogte van 2-3-4 (5-6) cm 2 st middenachter – zie TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen iedere 2 cm in totaal 5 keer = 48-56-62 (68-72) st. Ga als de boordsteek 10-11-12 (13-14) cm meet verder met breinld zonder knop 2.5 mm. Brei 1 nld tricotst en minder TEGELIJKERTIJD 6-10-16 (16-20) st gelijkmatig = 42-46-46 (52-52) st. Brei 1 nld tricotst over alle st. Zet nu de eerste 16-17-17 (19-19) st en de laatste 16-17-17 (19-19) st van de nld op verschillende hulpdraden = 10-12-12 (14-14) st over op de nld voor het midden van het werk. Brei 4-5-5.5 (7-8) cm tricotst over deze st. Zet nu de st van de hulpdraden terug op de nld en neem TEGELIJKERTIJD 11-13-15 (18-22) st op aan iedere kant van het midden van het werk = 64-72-76 (88-96) st. Knip de draad af en begin de nld nu middenachter. Brei 1-2-4 (5-7) nld tricotst in de rondte over alle st met ijsblauw. Ga verder in M.6 - LET OP: voor maat 12/18 maanden zijn er 2 gelijke herhalingen van M.6 middenachter. Brei na M.6, 1 nld tricotst met ijsblauw en brei dan 1 nld av over alle st en kant nu alle st af behalve de 10-12-12 (14-14) st van het midden van het werk. Ga verder in RIBBELST - zie boven - heen en weer over deze st voor de zool. Kant als de zool 10-11-12 (14-16) cm meet alle st af. Naai de zool aan de sokken met nette kleine st. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #jonasbalaclava of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 21 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 19-32
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.