Twilight Ridge Sweater#twilightridgesweater |
||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||
Gebreide trui voor heren in DROPS Lima. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid, met Europeaanse pas en reliëfpatroon. Maten S - XXXL.
DROPS 260-38 |
||||||||||
|
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- TIP VOOR HET MEERDEREN-1: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht in de lus aan de achterkant van de naald. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei recht in de lus aan de voorkant van de naald. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht in de lus aan de voorkant van de naald. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht in de lus aan de achterkant van de naald. PATROON: Zie telpatroon A.1. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Brei volgens points 1 – 5. 1. ACHTERPAND: Zet steken op voor de achterkant van de hals. Brei het achterpand van boven naar beneden en heen en weer gebreid, meerder steken aan elke kant tot het aantal schoudersteken bereikt is. Het achterpand heeft ietwat diagonale schouders. 2. VOORPAND: Wordt in 2 delen gebreid (elke kant van hals). Begin door steken op te nemen over een schouder achter, brei naar beneden en meerder voor de halslijn. Herhaal op de andere schouder. Dan worden er steken opgezet voor de voorkant van de halslijn en de 2 schouders worden samengevoegd. De voorkant van het werk wordt heen en weer gebreid tot de juiste afmetingen. 3. PAS: Plaats de voor- en achterpanden op dezelfde rondbreinaald, brei eerst het voorpand, neem steken op voor een mouw langs de zijkant van het voorpand, brei het achterpand en neem steken op voor de tweede mouw langs de andere kant van het voorpand. Ga verder in de rondte. Na een paar cm, wordt het patroon gebreid op de pas zoals beschreven in de tekst. 4. MEERDEREN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Terwijl u de pas breit, worden eerst steken gemeerderd voor de mouwen en later voor zowel het lijf als de mouwen. 5. LIJF EN MOUWEN: Als de pas is klaar, wordt het werk verdeeld en het lijf wordt verder in de rondte gebreid terwijl de mouwen wachten. Dan worden de mouwen in de rondte gebreid, van boven naar beneden. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en de hals wordt in de rondte gebreid op het einde. ACHTERPAND: Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald. Zet 35-35-37-37-39-39 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Lima. NAALD 1 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht. NAALD 3 (verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Brei 2 averecht, meerder 1 steek richting rechts, brei averecht tot er 2 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting links, 2 averecht. NA NAALD 3: Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 13-14-15-16-17-18 keer (26-28-30-32-34-36 naalden gebreid) = 87-91-97-101-107-111 steken. Denk om de stekenverhouding. Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad. LINKER SCHOUDER: Vind de linker schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven en de hulpdraad naar u toe; de linkerkant van het werk = linkerschouder. Gebruik rondbreinaald 4 mm, begin aan de goede kant bij de hals op de linker schouder achter en neem 1 steek op in elke rechte naald, aan de binnenkant van de buitenste steek tot het armsgat = 26-28-30-32-34-36 steken. Voeg 1 markeerder in bij de hals. Alle afmetingen op het voorpand worden vanaf de opneemnaald genomen. Brei tricotsteek, met de eerste naald aan de verkeerde kant, tot het werk 6-7-8-8-8-8 cm meet vanaf de markeerder. Meerder nu voor de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht zonder te meerderen. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 6-6-6-6-7-7 keer (12-12-12-12-14-14 naalden gebreid) = 32-34-36-38-41-43 steken. De meerderingen voor de halslijn zijn nu klaar. Het werk meet ongeveer 10-11-12-12-13-13 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halslijn zit op het achterpand. De halsdiepte op het voorpand = 8-9-10-10-11-11 cm. De halsdiepte op het achterpand = 1-2-2-2-2-2 cm. Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad. Brei nu de rechter schouder voor over de rechter schouder achter. RECHTER SCHOUDER VOOR: Begin aan de goede kant bij het armsgat op de rechter schouder achter en neem 1 steek op in elke gebreide naald, aan de binnenkant van de buitenste steek tot de halslijn = 26-28-30-32-34-36 steken. Voeg 1 markeerder in bij de hals. Alle afmetingen op het voorpand worden vanaf de opneemnaald genomen. Brei tricotsteek, met de eerste naald aan de verkeerde kant, tot het werk 6-7-8-8-8-8 cm meet vanaf de markeerder. Meerder nu voor de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht zonder te meerderen. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 6-6-6-6-7-7 keer (12-12-12-12-14-14 naalden gebreid) = 32-34-36-38-41-43 steken. De meerderingen voor de halslijn zijn nu klaar. Het werk meet ongeveer 10-11-12-12-13-13 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halslijn zit op het achterpand. De halsdiepte op het voorpand = 8-9-10-10-11-11 cm. De halsdiepte op het achterpand = 1-2-2-2-2-2 cm. VOORPAND: Voeg de volgende naald (goede kant) de 2 voorste schouders samen als volgt: Brei recht over de 32-34-36-38-41-43 steken op de rechter schouder voor, zet 23-23-25-25-25-25 steken op voor de halslijn, brei recht over de 32-34-36-38-41-43 steken op de linker schouder voor = 87-91-97-101-107-111 steken. Brei tricotsteek heen en weer gebreid tot het voorpand 11-13-14-14-15-16 cm meet vanaf de markeerder, met de laatste naald aan de verkeerde kant. De voor- en achterpanden worden nu samengevoegd en er worden steken opgenomen voor de mouwen als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei de eerste 2 steken op het voorpand recht samen (1 steek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het voorpand, 1 steek afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (1 steek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 23-27-29-29-31-33 steken op over de linker kant van het voorpand (= mouwsteken, opgenomen aan de binnenkant van 1 steek), voeg 1 markeerder in, brei recht samen over de eerste 2 steken op het achterpand (1 steek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het achterpand, 1 steek afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (1 steek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 23-27-29-29-31-33 steken op over de rechter kant van het voorpand (= mouwsteken, opgenomen aan de binnenkant van 1 steek), voeg 1 markeerder in = 216-232-248-256-272-284 steken. PAS: Brei verder in de rondte. NAALD 1: Brei alle steken recht en meerder 1 steek aan elke kant van elke mouw – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 – meerder 1 steek richting links op het begin van de mouw en meerder 1 steek richting rechts aan het einde van de mouw (het aantal steken op de mouwen neemt toe maar blijft hetzelfde op de voor- en achterpanden). Brei deze naald 3 keer: 29-33-35-35-37-39 steken op elke mouw en 85-89-95-99-105-109 steken op de voor- en achterpanden = 228-244-260-268-284-296 steken. Ga nu verder met meerderen voor de mouwen, begin dan met het patroon. Lees beide volgende 2 delen door voordat u verder gaat. MEERDEREN VOOR DE MOUWEN: NAALD 1: Brei alle steken recht en meerder 1 steek aan elke kant van elke mouw zoals hiervoor – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (het aantal steken op de mouwen neemt toe maar blijft hetzelfde op de voor- en achterpanden). NAALD 2: Brei recht zonder te meerderen. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 2 9-9-11-9-8-4 keer (18-18-22-18-16-8 naalden gebreid (in totaal 12-12-14-12-11-7 meerderingen in de hoogte op de mouwen: 47-51-57-53-53-47 steken op elke mouw en 85-89-95-99-105-109 steken op de voor- en achterpanden = 264-280-304-304-316-312 steken. PATROON: TEGELIJKERTIJD, als het werk 5-5-5½-5½-6-6 cm meet vanaf de 23-23-25-25-25-25 opgezette steken voor de halslijn, brei dan in PATROON – lees beschrijving hierboven, als volgt: Brei A.1 over alle steken en meerder zoals beschreven hierboven, brei de gemeerderde steken in het patroon. Ga verder met het patroon. Als de mouwmeerderingen klaar zijn, worden de meerderingen voortgezet zowel de mouwen als het lijf (A.1 wordt ook verder gebreid). Meerder voor het lijf aan de binnenkant van 1 steek na/voor de markeerders zodat er 1 steek tussen de meerderingen op de mouwen en het lijf zit (deze steek wordt recht gebreid). Brei de volgende naald als volgt: NAALD 1: 1 recht, meerder 1 steek richting links, ga verder met A.1 tot er 1 steek over is op het voorpand voor de markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 1 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, ga verder met A.1 tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 1 recht, meerder 1 steek richting links, ga verder met A.1 tot er 1 steek over is op het achterpand voor de markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 1 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, ga verder met A.1 tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald (8 gemeerderde steken, dus 1 steek gemeerderd aan elke kant van 1 steek in elke overgang tussen het lijf en de mouwen). NAALD 2: Ga verder met A.1 zonder te meerderen (de 1 steek in elke overgang tussen het lijf en de mouwen wordt recht gebreid). Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 9-11-11-15-16-21 keer (18-22-22-30-32-42 naalden gebreid). Er zijn in totaal 21-23-25-27-27-28 meerderingen in de hoogte op de mouwen en 9-11-11-15-16-21 meerderingen in de hoogte op het lijf: 65-73-79-83-85-89 steken op elke mouw en 103-111-117-129-137-151 steken op de voor- en achterpanden = 336-368-392-424-444-480 steken. De mouw meet ongeveer 14-15-17-18-18-19 cm – als de trui gevouwen is op de schouder, meet het ongeveer 20-22-24-25-26-27 cm vanaf de buitenkant op de schouder en naar beneden over het armsgat. Brei verder zonder verdere meerderingen tot het werk 21-22-24-25-26-27 cm meet vanaf buitenkant op de schouder en naar beneden over het armsgat. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Ga verder A.1 over de eerste 103-111-117-129-137-151 steken (= voorpand), plaats de volgende 65-73-79-83-85-89 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 5-5-7-7-9-9 steken op (midden onder de mouw), brei A.1 zoals hiervoor over de volgende 103-111-117-129-137-151 steken (= achterpand), plaats de volgende 65-73-79-83-85-89 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 5-5-7-7-9-9 steken op (midden onder de mouw). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 216-232-248-272-292-320 steken. Ga verder met A.1 in de rondte tot het lijf 31-32-31-31-32-32 cm meet vanaf de opgezette steken onder de mouwen, pas zo aan dat er minstens 5 cm tricotsteek na de laatste naald van het reliëfpatroon zit. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht). Meerder tegelijkertijd 42-46-50-56-62-64 steken verdeeld op de eerste naald = 258-278-298-328-354-384 steken. Als de boordsteek 5-5-5-6-6-6 cm meet, kant dan af met boordsteek. De trui meet ongeveer 62-64-66-68-70-72 cm. MOUWEN: Plaats de 65-73-79-83-85-89 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 5-5-7-7-9-9 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 70-78-86-90-94-98 steken. Voeg een markeerdraad in, in de middelste steek van de 5-5-7-7-9-9 steken onder de mouw- de naald begint bij de markeerdraad. Ga verder met A.1 in de rondte, zorg ervoor dat u verder gaat met het patroon vanaf de pas. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 2 steken iedere 2e naald 2-2-2-3-3-3 keer, minder dan 2 steken iedere 8-5-3½-3-2½-2½ cm 5-8-11-11-12-13 keer = 56-58-60-62-64-66 steken. Brei verder tot de mouw 41-40-38-36-35-34 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht). Meerder tegelijkertijd 11-11-11-11-13-13 steken verdeeld op de eerste naald = 68-70-72-74-78-80 steken. Als de boordsteek 5-5-5-6-6-6 cm meet, kant dan af met boordsteek. De mouw meet ongeveer 60-60-60-60-59-59 cm vanaf de schouder. HALS: Gebruik rondbreinaald 3 mm. Begin aan de goede kant op een schouderlijn en neem 98-100-108-108-114-114 steken op aan de binnenkant van 1 steek, rondom de halslijn (het aantal steken moet deelbaar zijn door 2). Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 4-4-4-5-5-5 cm, pas zo aan zodat 1 rechte steek van de boordsteek doorloopt met 1 rechte steek op elke diagonale schouderlijn. Kant af met boordsteek. |
||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||
|
||||||||||
![]() |
||||||||||
![]() |
||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #twilightridgesweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 36 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
||||||||||
Laat een opmerking achter voor DROPS 260-38
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.