Soft Spire Sweater#softspiresweater |
||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Nepal. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met kabels en diagonale schouders. Maten XS - XXXL.
DROPS 263-28 |
||||||||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.5. De telpatronen tonen het patroon aan de goede kant. De telpatronen worden van rechts naar links gelezen als u aan de goede kant breit en van links naar rechts als u aan de verkeerde kant breit. Als er te weinig steken zijn om de kabel te breien, brei de steken dan in tricotsteek. RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant. 1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden recht. TIP VOOR HET BREIEN: Als u verkorte toeren breit, ontstaat er een klein gaatje na elke keer dat u het werk keert. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad aan te trekken of de techniek Duitse Verkorte toeren te gebruiken als volgt: Haal de eerste steek averecht af, breng de draad over de rechter naald en trek goed aan vanaf de achterkant (2 lussen op de naald). Deze lussen worden samen gebreid op de volgende naald. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Het werk wordt in de rondte gebreid, van onder naar boven tot de armsgaten, dan verdeeld voor de voor- en achterpanden welke apart verder worden gebreid. De schoudersteken worden afgekant terwijl 1 steek van het voorpand en 1 steek van het achterpand samen worden gebreid. Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten en de mouwen worden eerst heen en weer gebreid met verkorte toeren voor de mouwkop, dan verder in de rondte gebreid. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en de hals wordt op het einde in de rondte gebreid. Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie. LIJF: Zet 180-200-220-230-250-270-300 steken op met rondbreinaald 4.5 mm en DROPS Nepal. Brei in de rondte als volgt: 1 averecht, brei boordsteek (3 recht, 2 averecht) tot er 4 steken over zijn, 3 recht, 1 averecht. Brei deze boordsteek voor 3-3-3-3-4-4-4 cm. Meerder op de volgende naald, 1 steek in elk recht gebreid deel als volgt: * 1 averecht, 1 recht, maak 1 omslag, 2 recht, 1 averecht *, brei van *-* tot het einde van de naald = 216-240-264-276-300-324-360 steken. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= midden achter). Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm en brei in patroon vanaf het begin van de naald als volgt: Brei A.1 18-20-22-23-25-27-30 keer in totaal en A.2 18-20-22-23-25-27-30 keer in totaal. Ga verder met dit patroon. Denk om de stekenverhouding. Brei tot het werk 27-29-31-32-33-34-35 cm meet, met de volgende naald een oneven naald in de telpatronen (zodat u aan de goede kant kabelt als u heen en weer breit). Verdeel nu het werk voor de armsgaten. VERDELEN VOOR DE ARMSGATEN: Brei de eerste 46-52-58-58-64-70-76 steken zoals hiervoor (= helft van het achterpand), kant 16-16-16-22-22-22-28 steken af, brei de volgende 92-104-116-116-128-140-152 steken zoals hiervoor (= voorpand), kant 16-16-16-22-22-22-28 steken af, brei de laatste 52-58-64-64-70-76-82 steken zoals hiervoor (= helft van het achterpand). Knip de draad af. De voor- en achterpanden worden apart heen en weer verder gebreid. ACHTERPAND: = 92-104-116-116-128-140-152 steken. De eerste naald is aan de verkeerde kant. Het patroon wordt verder gebreid, maar nu met 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees uitleg hierboven en 2 tricotsteken aan elke kant van het werk (en 14-16-18-18-20-22-24 kabels). Minder daarnaast voor de armsgaten op elke naald aan de goede kant als volgt (als er te weinig steken zijn voor een kabel (4 steken), brei dan de steken in tricotsteek): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 2 tricotsteken, 2 averecht samen, ga verder met het patroon tot er 5 steken over zijn, 2 gedraaid averecht samen, 2 tricotsteken en 1 kantsteek in ribbelsteek. Minder zo iedere 2e naald in totaal 7-7-7-7-13-13-13 keer = 78-90-102-102-102-114-126 steken (12-14-16-16-16-18-20 kabels). Brei verder tot het werk 45-47-49-51-53-55-57 cm meet, met de laatste naald aan de verkeerde kant. De kabels zijn klaar en u mindert nu met het patroon zoals te zien is in de telpatronen: NAALD 1 (goede kant): Brei A.3a, A.3b 11-13-15-15-15-17-19 keer, brei A.3c. NAALD 2 (verkeerde kant): Recht boven recht en averecht boven averecht met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Brei NAALDEN 1 en 2 tot A.3 klaar is in de hoogte (8 naalden gebreid), met de laatste naald aan de verkeerde kant = 54-62-70-70-70-78-86 steken. Kant op de volgende naald, steken af voor de halslijn als volgt: 16-20-24-24-24-24-28 recht (= rechterschouder), kant 22-22-22-22-22-30-30 steken af, 16-20-24-24-24-24-28 recht (= linkerschouder). Ga verder met de linker diagonale schouder zoals beschreven hieronder. LINKERSCHOUDER: NAALD 1 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 2 (goede kant): Kant de eerste steek af (= 15-19-23-23-23-23-27 schoudersteken), brei recht tot er 3-4-5-5-5-5-6 steken over zijn, keer het werk. NAALD 3 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 4 (goede kant): Brei recht tot zijn er 6-8-10-10-10-10-12 steken over zijn (dus, 3-4-5-5-5-5-6 steken voor de vorige keer dat u het werk keerde), keer het werk. NAALD 5 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 6 (goede kant): Brei recht tot er 9-12-15-15-15-15-18 steken over zijn (dus, 3-4-5-5-5-5-6 steken voor de vorige keer dat u het werk keerde), keer het werk. NAALD 7 (verkeerde kant): Averecht. Plaats de overgebleven 15-19-23-23-23-23-27 schoudersteken op een hulpdraad. Ze worden later samen afgekant met de linker schoudersteken aan de voorkant. RECHTERSCHOUDER NAALD 1 (verkeerde kant): Kant de eerste steek af (= 15-19-23-23-23-23-27 schoudersteken), brei averecht tot er 3-4-5-5-5-5-6 steken over zijn, keer het werk. NAALD 2 (goede kant): Recht. NAALD 3 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 6-8-10-10-10-10-12 steken over zijn (dus, 3-4-5-5-5-5-6 steken voor de vorige keer dat u het werk keerde), keer het werk. NAALD 4 (goede kant): Recht NAALD 5 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 9-12-15-15-15-15-18 steken over zijn (dus, 3-4-5-5-5-5-6 steken voor de vorige keer dat u het werk keerde), keer het werk. NAALD 6 (goede kant): Recht Plaats de overgebleven 15-19-23-23-23-23-27 schoudersteken op een hulpdraad. Ze worden later samen afgekant met de schoudersteken van het rechter voorpand. VOORPAND: = 92-104-116-116-128-140-152 steken. De eerste naald is aan de verkeerde kant. Brei op dezelfde manier als het achterpand tot het voorpand 45-47-49-50-52-53-55 cm meet, met de laatste naald aan de goede kant = 78-90-102-102-102-114-126 steken. Brei de volgende naald aan de verkeerde kant als volgt: Brei de eerste 27-33-39-39-39-39-45 steken zoals hiervoor (= linkerschouder), kant 24-24-24-24-24-36-36 steken af, brei de laatste 27-33-39-39-39-39-45 steken zoals hiervoor. Knip de draad niet af. Brei de rechterschouder als volgt. RECHTERSCHOUDER: = 27-33-39-39-39-39-45 steken. De kabels zijn klaar en u nu mindert in het patroon zoals te zien is in de telpatronen terwijl u tegelijkertijd mindert voor de halslijn: NAALD 1 (goede kant): Brei A.4a, dan A.4b 2-3-4-4-4-4-5 keer, brei A.4c. NAALD 2 (verkeerde kant): Recht boven recht en averecht boven averecht met 1 kantsteek in ribbelsteek bij het armsgat. Brei NAALDEN 1 en 2 tot A.4 klaar is in de hoogte (8 naalden gebreid), met de laatste naald aan de verkeerde kant = 15-19-23-23-23-23-27 steken. Brei de diagonale schouder als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 3-4-5-5-5-5-6 steken over zijn, keer het werk. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 3 (goede kant): Brei recht tot er 6-8-10-10-10-10-12 steken over zijn (dus, 3-4-5-5-5-5-6 steken voor de vorige keer dat u het werk keerde), keer het werk. NAALD 4 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 5 (goede kant): Brei recht tot er 9-12-15-15-15-15-18 steken over zijn (dus 3-4-5-5-5-5-6 steken voor de vorige keer dat u het werk keerde), keer het werk. NAALD 6 (verkeerde kant): Averecht. De 15-19-23-23-23-27-31 overgebleven schoudersteken worden nu samen afgekant met de 15-19-23-23-23-27-31 steken van de rechter schouder achter. Houd de naalden samen met het voorpand naar u toe en kant af als volgt: Brei 1 steek van de rechter schouder voor en 1 steek van de rechter schouder achter recht samen, * brei 1 steek van de rechter schouder voor en 1 steek van de rechter schouder achter recht samen, haal de eerste steek over de laatste steek *, herhaal van *-* tot alle steken afgekant zijn. LINKERSCHOUDER: = 27-33-39-39-39-39-45 steken. De kabels zijn nu klaar en u mindert nu binnen het patroon zoals te zien is in de telpatronen terwijl u tegelijkertijd mindert voor de halslijn: NAALD 1 (goede kant): Brei A.5a, dan A.5b 2-3-4-4-4-4-5 keer, brei A.5c. NAALD 2 (verkeerde kant): Recht boven recht en averecht boven averecht met 1 kantsteek in ribbelsteek bij het armsgat. Brei NAALDEN 1 en 2 tot A.5 klaar is in de hoogte (8 naalden gebreid), met de laatste naald aan de verkeerde kant = 15-19-23-23-23-23-27 steken. Brei de diagonale schouder als volgt: NAALD 1 (goede kant): Recht. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 3-4-5-5-5-5-6 steken over zijn, keer het werk. NAALD 3 (goede kant): Recht. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 6-8-10-10-10-10-12 steken over zijn (dus, 3-4-5-5-5-5-6 steken voor de vorige keer dat u het werk keerde), keer het werk. NAALD 5 (goede kant): Recht. NAALD 6 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 9-12-15-15-15-15-18 steken over zijn (dus, 3-4-5-5-5-5-6 steken voor de vorige keer dat u het werk keerde), keer het werk. NAALD 7 (goede kant): Recht. De 15-19-23-23-23-27-31 overgebleven schoudersteken worden nu samen afgekant met de 15-19-23-23-23-27-31 steken van de linker schouder achter. Houd de naalden samen met het achterpand naar u toe en kant af als volgt: Brei 1 steek van de linker schouder voor en 1 steek van de linker schouder achter averecht samen, * brei 1 steek van de linker schouder voor en 1 steek van de linker schouder achter averecht samen, haal de eerste steek over de laatste steek *, herhaal van *-* tot alle steken afgekant zijn. MOUWEN: De mouwen worden van boven naar beneden gebreid. Leg het werk plat neer en voeg 1 markeerder in op de bovenkant van het armsgat. Gebruik rondbreinaald 4.5 mm. Begin in het midden van de afgekante steken onder de mouw en neem 66-66-66-70-74-78-82 steken op aan de binnenkant van de 1 kantsteek rondom het armsgat, zorg ervoor dat u een gelijk aantal steken heeft aan elke kant van de markeerder. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Brei tricotsteek heen en weer gebreid met verkorte toeren voor de mouwkop (om de mouw een betere pasvorm te geven), beginnend midden onder de mouw als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot 4 steken voorbij de schoudermarkeerder, keer het werk – lees TIP VOOR HET BREIEN. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot 4 steken voorbij de schoudermarkeerder, keer het werk. NAALD 3 (goede kant): Brei recht tot 2 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei averecht tot 2 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk. Herhaal NAALDEN 3 en 4 tot u in totaal 22-22-22-22-24-24-24 keer heeft gekeerd (11-11-11-11-12-12-12 keer aan elke kant, met de laatste naald aan de verkeerde kant). NA DE LAATSTE KEER KEREN: Nadat u naald 4 voor de laatste keer heeft gebreid, keert u het werk en brei recht tot het begin van de naald (midden onder de mouw). Voeg een markeerdraad in midden onder de mouw, deze wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte. Brei in tricotsteek in de rondte. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 1 cm meet onder de mouw (lees TIP VOOR HET MINDEREN), minder dan 2 steken iedere 5½-7-8½-5½-4½-3½-3 cm in totaal 7-6-5-7-8-9-11 keer = 52-54-56-56-58-60-60 steken. Brei verder tot de mouw ongeveer 49-49-47-48-48-46-45 cm meet vanaf midden boven van de schouder (38-38-36-37-36-34-33 cm midden onder de mouw). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm. Brei boordsteek (3 recht, 2 averecht). Meerder tegelijkertijd 8-6-9-9-7-10-10 steken verdeeld op de eerste naald = 60-60-65-65-65-70-70 steken. Als de boordsteek 6-6-6-6-7-7-7 cm meet, kant dan af met boordsteek. De mouw meet ongeveer 55-55-53-54-55-53-52 cm vanaf midden boven van de schouder. HALS: Gebruik rondbreinaald 4.5 mm. Begin bij een schouderlijn en neem aan de goede kant (aan de binnenkant van 1 steek) 72-72-72-74-74-86-86 steken op rondom de halslijn. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 4-4-4-4-4-5-5 cm. Kant af met boordsteek. |
||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #softspiresweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 34 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 263-28
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.