Walnut Dreams Sweater#walnutdreamssweater |
|||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||
Gebreide trui voor heren in DROPS Daisy of DROPS Karisma. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met Europeaanse pas en kabels. Maat: S - XXXL
DROPS 260-14 |
|||||||||||||||||||
---------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.5. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. Begin op de pijl voor de juiste maat (geldt voor A.1, A.2 en A.3). Als er niet genoeg steken zijn voor de kabel, brei dan de steken in tricotsteek totdat er genoeg steken zijn voor de kabel. TIP VOOR HET MEERDEREN-1: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus van de steek. Brei de nieuwe steken in patroon. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus van de steek. Brei de nieuwe steken in patroon. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek averecht in de voorste lus van de steek. Brei de nieuwe steken in patroon. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek averecht in de achterste lus van de steek. Brei de nieuwe steken in patroon. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). Er worden meer steken geminderd over het patroon, dus zorg ervoor dat de 2 middelste steken midden onder de mouw altijd in tricotsteek gebreid worden (dus de eerste en laatste steek op de naald). ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: In dit patroon worden naalden van verschillende lengte gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Als er een 0 staat in uw maat, sla dan de informatie over en ga verder met de volgende informatie. Het kledingstuk wordt gebreid volgens punten 1 - 5. 1 ACHTERPAND: Zet steken op aan de achterkant van de hals en brei het achterpand heen en weer gebreid naar beneden terwijl u tegelijkertijd meerdert aan elke kant van het werk naar het aantal steken voordat de schouderbreedte bereikt is. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder. 2 VOORPAND: Wordt in 2 delen gebreid (= elke kant van de hals). Begin door steken op te nemen over een schouder van het achterpand, brei het voorpand naar beneden en meerder richting de hals. Herhaal op de andere schouder, zet dan nieuwe steken op voor de hals midden voor = zet de voorpanden samen in één deel. Brei het voorpand heen en weer tot de aangegeven afmetingen. 3 PAS: Brei op de volgende naald alle steken op dezelfde rondbreinaald - brei dan als volgt: Brei steken op het voorpand, neem steken op voor de mouw langs de zijkant van het voorpand, brei het achterpand, neem steken op voor de mouw langs de andere kant van het voorpand. Brei dan de pas in de rondte over alle steken. 4 MEERDERINGEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Als u de pas breit, meerder dan steken voor het lijf en de mouwen, meerder eerst voor de mouwen en dan voor zowel het lijf als de mouwen. 5 LIJF EN MOUWEN: Als alle steken gemeerderd zijn en de pas wordt gebreid tot de aangegeven afmetingen, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf naar beneden in de rondte op de naald terwijl u de mouwen aan de kant zet. Brei dan de mouwen naar beneden in de rondte op de naald. Eindig door steken op te nemen rondom de hals en brei een halsrand in de rondte. ACHTERPAND: Brei het werk heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Zet 38-37-37-38-38-38 steken op rondbreinaald 4 mm met DROPS Daisy of DROPS Karisma. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant en meerder 12-9-9-12-12-12 steken verdeeld = 50-46-46-50-50-50 steken. Meerder nu aan elke kant op iedere naald aan de binnenkant van 1 kantsteek en 2 steken in tricotsteek, brei de nieuwe steken in patroon zoals te zien is in het telpatroon. Brei en meerder voor het patroon zoals uitgelegd hieronder - LET OP! Begin op de pijl op de 1e naald - geldt voor A.1 (= 4-8-8-4-4-4 steken), A.2 (= 12 steken) en A.3 (= 3-7-7-3-3-3 steken): NAALD 1 (= goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei A.1, brei A.2 over de volgende 43-31-31-43-43-43 steken (dus brei A.2 3-2-2-3-3-3 keer, brei dan de 7 eerste steken in A.2), brei A.3 (= 2 steken gemeerderd). NAALD 2 (= verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 en brei A.3, recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 43-31-31-43-43-43 steken, brei A.1 (= 2 steken gemeerderd). Brei de 1e en 2e NAALD 12-16-16-18-18-18 keer in totaal (= 24-32-32-36-36-36 naalden gebreid en 48-64-64-72-72-72 steken gemeerderd – A.2 wordt 3-4-4-4½-4½-4½ keer in de hoogte gebreid = 98-110-110-122-122-122 steken. Denk om de stekenverhouding! Het patroon is nu gecreëerd op het achterpand. Er zijn 2 steken in tricotsteek en 1 kantsteek aan elke kant. Knip het garen af en zet de steken op een hulpdraad. Het gecreëerde patroon op de voorpanden en op de mouwen (= pas) wordt apart van het patroon op het achterpand gebreid. Later als het lijf in de rondte wordt gebreid, past het patroon over alle steken. Brei de hele trui in boordsteek (= 4 recht/1 averecht/6 recht /1 averecht aan de goede kant) – de kabel in het tricotsteek deel bestaat uit 6 steken in tricotsteek. RECHTERSCHOUDER: Vind de rechterschouder op het achterpand als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, plaats het achterpand zodat de steken op de hulpdraad naar u toe zitten met de goede kant van het werk = rechterschouder. Neem nu steken op over de rechter diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op het armsgat en neem steken op richting de hals als volgt: Begin door 1 steek op te nemen in de buitenste hoek van de schouder (= kantsteek), neem dan 1 steek op in iedere naald gebreid aan de binnenkant van de kantsteek (= 24-32-32-36-36-36 steken) = 25-33-33-37-37-37 steken. Voeg 1 markeerder in het werk richting de hals. Alle lengte afmetingen worden vanaf deze markeerder gedaan, gemeten in de steekrichting. Brei dan als volgt: NAALD 1 (= verkeerde kant): 2-0-0-2-2-2 averecht, 1-0-0-1-1-1 recht, 6-5-5-6-6-6 averecht, 1 recht, brei boordsteek (= 4 averecht/ 1 recht/ 6 averecht /1 recht) tot er 3 steken over zijn, 2 averecht, eindig met 1 averecht (= kantsteek) – het patroon is een spiegelbeeld van het achterpand. NAALD 2 (= goede kant): 1 kantsteek recht, 2 recht, 1 averecht, brei A.2 over de rest van de naald. NAALD 3 (= verkeerde kant): Recht boven recht en averecht boven averecht. Brei de 2e en 3e naald tot het werk 5-5-6-7-7-8 cm meet – de laatste naald wordt op de verkeerde kant gebreid. Let op welke naald als laatste naald gebreid is in A.2, zodat de meerderingen voor de hals op de linkerschouder op dezelfde naald in de telpatronen beginnen. Brei de 2e en 3e NAALD terwijl u TEGELIJKERTIJD steken opzet voor de hals aan het einde van iedere naald aan de goede kant als volgt: Zet 4 keer 1 steek op, dan 4 keer 2 steken (= 16 naalden gebreid) - brei de gemeerderde steken in A.2 = 37-45-45-49-49-49 steken. Als alle meerderingen klaar zijn, brei dan de laatste naald aan de goede kant zonder te meerderen. Het werk meet nu 11-11-12-13-13-14 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halsdiepte zit op het achterpand. De halsdiepte op de voorkant = 9-10-11-12-12-13 cm. De halsdiepte aan de achterkant = 2-1-1-1-1-1 cm. Knip het garen af, zet de steken op een hulpdraad, brei nu de linkerschouder over de linker diagonale schouder op het achterpand zoals uitgelegd hieronder. LINKERSCHOUDER: Neem steken op over de linker diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant bij de hals en neem steken op richting het armsgat als volgt: Neem 1 steek op in iedere naald gebreid aan de binnenkant van de kantsteek (= 24-32-32-36-36-36 steken), eindig door 1 steek op te nemen in de buitenste hoek van de schouder (= kantsteek) = 25-33-33-37-37-37 steken voor de schouder. Voeg 1 markeerder in het werk richting de hals. Alle lengte afmetingen worden vanaf deze markeerder gedaan, gemeten in de steekrichting. Brei dan als volgt: NAALD 1 (= verkeerde kant): 1 averecht (= kantsteek), 2 averecht, brei boordsteek (= 1 recht/6 averecht/1 recht/4 averecht) over de rest van de naald (eindig de naald met 2-5-5-2-2-2 averecht) – het patroon is het spiegelbeeld van het achterpand. NAALD 2 (= goede kant): Brei A.2 tot er 3 steken over zijn op de naald (pas het patroon aan aan de kabel over de delen in tricotsteek met 6 steken), 2 recht, eindig met 1 recht (= kantsteek). NAALD 3 (= verkeerde kant): Recht boven recht en averecht boven averecht. Brei de 2e en 3e naald tot het werk ongeveer 5-5-6-7-7-8 cm meet – de laatste naald wordt aan de verkeerde kant gebreid en moet tot dezelfde lengte gebreid worden als de rechterschouder voordat u begint met de meerderingen voor de hals. Brei de 2e en 3e NAALD terwijl u TEGELIJKERTIJD steken opzet voor de hals aan het einde van iedere naald op de verkeerde kant als volgt: Zet 4 keer 1 steek op, dan 4 keer 2 steken (= 16 naalden gebreid) – brei de nieuwe gemeerderde steken in A.2 door vanaf de schouder uit te tellen waar het patroon verder gaat over alle steken zoals hiervoor = 37-45-45-49-49-49 steken. Als alle meerderingen klaar zijn, brei dan de laatste naald aan de goede kant. Zorg ervoor dat u dezelfde lengte breit van het kabelpatroon op beide schouders – zet nu beide schouders samen in een voorpand terwijl alle kabels verder op dezelfde naald worden gekabeld. Knip de draad niet af, brei de volgende naald zoals uitgelegd hieronder. VOORPAND: Zet op de volgende naald (= verkeerde kant) de schouders samen voor het voorpand als volgt: Brei recht boven recht en averecht boven averecht over alle steken op de linkerschouder (= 37-45-45-49-49-49 steken), zet 24-20-20-24-24-24 nieuwe steken op aan het EINDE VAN DE NAALD, brei recht boven recht en averecht boven averecht over alle steken vanaf de rechterschouder op de verkeerde kant (= 37-45-45-49-49-49 steken) = 98-110-110-122-122-122 steken. Brei dan in patroon als volgt – kabel niet over de steken die opgezet zijn voor de hals op de eerste naald, maar kabel A.2 altijd op dezelfde naald zoals hiervoor over het hele voorpand: NAALD 1 (= goede kant): 1 kantsteek recht, 2 recht, 1 averecht, brei A.2 tot er 1 steek over is (eindig het patroon met de eerste 7 steken in A.2), 1 kantsteek recht. NAALD 2 (= verkeerde kant): Recht boven recht en averecht boven averecht. Brei heen en weer gebreid in patroon zoals hiervoor tot het werk ongeveer 14 cm meet vanaf de markeerder - pas zo aan dat de laatste gebreide naald de laatste naald in A.2 is. Knip het garen af en zet de steken op een hulpdraad. Zet dan het voorpand en achterpand samen en neem steken op voor de mouwen, brei zoals uitgelegd hieronder. PAS: Begin door over het achterpand te breien aan de goede kant als volgt: Brei de eerste 2 steken van het achterpand recht samen (= 1 kantsteek geminderd), brei patroon A.2 zoals hiervoor tot er 2 steken over zijn op het achterpand, haal 1 steek af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 kantsteek geminderd), voeg 1 markeerder in op de naald, neem 42 steken op langs de zijkant op het rechter voorpand (= steken voor de mouw - neem steken op aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, brei de eerste 2 steken van het voorpand recht samen (= 1 kantsteek geminderd), brei dan patroon A.2 zoals hiervoor tot er 2 steken over zijn op het voorpand, 1 steek afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd), voeg 1 markeerder in op de naald, neem 42 steken op langs de zijkant op het linker voorpand (= steken voor de mouw - neem steken op aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in op de naald = 276-300-300-324-324-324 steken. De naald begint tussen de linker mouw en het achterpand - als de pas in de rondte wordt gebreid, kabelt u op dezelfde naald op zowel de mouwen als het lijf. Op de eerste naald maakt u het patroon op de mouwen terwijl u tegelijkertijd in de rondte breit met het patroon zoals hiervoor. NAALD 1: Brei patroon zoals hiervoor over het achterpand, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei boordsteek over de mouw (= 6 recht/1 averecht/4 recht/1 averecht) tot er 6 steken over zijn voor de markeerder, 6 recht, meerder 1 steek richting rechts (= 44 steken voor de mouw), verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei in patroon zoals hiervoor over het voorpand, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei boordsteek over de mouw (= 6 recht/1 averecht/4 recht/1 averecht) tot er 6 steken over zijn voor de markeerder, 6 recht, meerder 1 steek richting rechts (= 44 steken voor de mouw), verplaats de markeerder naar de rechter naald = 280-304-304-328-328-328 steken. Als u meerdert voor het patroon op zowel de mouwen als het lijf, zijn de meerderingen in het telpatroon aangegeven en meerder aan elke kant van 2 steken in tricotsteek. Brei dan als volgt: * Brei 2 steken in tricotsteek, brei A.4, brei patroon (= A.2) zoals hiervoor over de volgende 90-102-102-114-114-114 steken, brei A.5, brei 2 steken in tricotsteek, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.4, brei patroon (= A.2) zoals hiervoor over de volgende 42 steken, brei A.5 (= steken voor de mouw), verplaats de markeerder naar de rechter naald, * brei nog 1 keer in patroon in de rondte van *-*. Brei het patroon in de rondte 36-36-44-50-56-60 naalden in totaal - als A.4 en A.5 in de hoogte zijn gebreid, zijn de meerderingen klaar in maat S en M, ga verder met meerderen voor het patroon met hetzelfde telpatroon in de 4 grootste maten (= 168-168-208-232-264-288 steken gemeerderd) = 448-472-512-560-592-616 steken – er zijn 86-86-96-102-110-116 steken op elke mouw en 138-150-160-178-186-192 steken op het voorpand/achterpand. De mouw meet ongeveer 13-13-16-18-20-21 cm - als de trui dubbel gevouwen wordt op de schouder, het werk meet 20-20-23-25-27-28 cm vanaf de rand op de schouder en naar beneden over het armsgat. Brei zonder te meerderen tot het werk 20-21-23-25-27-28 cm meet vanaf de rand op de schouder en naar beneden over het armsgat. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: TEGELIJKERTIJD als de volgende naald wordt gebreid verdeelt u de pas voor het lijf en de mouwen als volgt: Brei de eerste 138-150-160-178-186-192 steken zoals hiervoor (= achterpand), zet de volgende 86-86-96-102-110-116 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-14-18-24 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw), brei de volgende 138-150-160-178-186-192 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 86-86-96-102-110-116 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-14-18-24 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw). Brei het lijf en de mouwen apart verder. LIJF: = 288-312-336-384-408-432 steken. Brei patroon A.2 zoals hiervoor in de rondte tot het werk 33-32-32-30-30-31 cm meet vanaf de scheiding – de nieuwe steken onder de mouw passen in het patroon rondom het lijf (= 24-26-28-32-34-36 herhalingen). Brei verder met rondbreinaald maat 3 mm, brei boordsteek (= 1 recht/1 averecht) terwijl u tegelijkertijd 30-28-32-34-38-42 steken verdeeld mindert op de 1e naald = 258-284-304-350-370-390 steken. Als de boordsteek 3-3-3-4-4-4 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht. De trui meet ongeveer 60-62-64-66-68-70 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Zet de 86-86-96-102-110-116 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-6-8-14-18-24 opgezette steken onder de mouw - lees MOUWTIP = 92-92-104-116-128-140 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-14-18-24 nieuwe steken onder de mouw – de naald begint op de markeerdraad. Brei in de rondte in het gecreëerde patroon zoals hiervoor – brei de nieuwe steken in tricotsteek. Als de mouw 3 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN en minder 2 steken iedere 10-10-10-10-3-2 cm 4-4-4-4-10-16 keer in totaal = 84-84-96-108-108-108 steken op de naald – als de minderingen klaar zijn, past het patroon rondom de mouw. Brei tot de mouw 46-44-42-38-37-37 cm meet vanaf de scheiding. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm en brei boordsteek (= 1 recht/1 averecht) terwijl u tegelijkertijd 8-8-10-10-10-10 steken verdeeld mindert op 1e naald = 76-76-86-98-98-98 steken. Als de boordsteek 3-3-3-4-4-4 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet ongeveer 49-47-45-42-41-41 cm vanaf de scheiding. HALSRAND: Gebruik rondbreinaald 3 mm, neem steken op rondom de hals aan de goede kant als volgt: Begin op een schoudernaad en neem ongeveer 108-108-112-114-114-116 steken op aan de binnenkant van 1 steek – Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2. Brei boordsteek (= 1 recht/1 averecht) in de rondte voor 4-4-4-4½-4½-4½ cm. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #walnutdreamssweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 34 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 260-14
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.