DROPS Super Sale - Bespaar 30% op 5 merinogarens!
Product image DROPS Nord yarn
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.79 € /50g
Product image DROPS Kid-Silk yarn
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 5.05 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 46.51€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2526

Autumn Nutmeg Cardigan

Gebreid vest in 1 draad DROPS Nord en 2 draden DROPS Kid-Silk of 1 draad DROPS Baby Merino en 2 draden DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met Europeaanse pas. Maat XS – XXXL.

Markeer maat:
DROPS 262-8

#autumnnutmegcardigan

DROPS design: Patroon no-099
Garengroep A + A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
XS - S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS NORD van garnstudio (behoort tot garengroep A)
200-250-250-300-300-350-350 g kleur 22, Kastanje
En gebruik:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
175-175-200-225-225-250-275 g kleur 35, Chocolade

Of gebruik:
DROPS BABY MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep A)
200-250-250-300-300-350-350 g kleur 52, Chocolade
En gebruik:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
175-175-200-225-225-250-275 g kleur 35, Chocolade

KNOPEN:
DROPS KNOOP NR 818: 6-6-6-7-7-7-7 stuks

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 mm: Lengte: 80 cm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 mm
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte in tricotsteek en 2 draden DROPS Kid-Silk en 1 draad DROPS Nord of 2 draden DROPS Kid-Silk en 1 draad DROPS Baby Merino (= 3 draden) op naald 5 mm = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Nord
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.79 € /50g
Product image DROPS Kid-Silk yarn
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 5.05 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 46.51€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - aan de goede kant (= de nieuwe steek draait naar links):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus van de steek.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - aan de goede kant (= nieuwe steek draait naar rechts):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus van de steek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - op de verkeerde kant (= de nieuwe steek draait naar links):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek averecht in de voorste lus van de steek.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - op de verkeerde kant (= de nieuwe steek draait naar rechts):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek averecht in de achterste lus van de steek.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.

VOORBIES MET PUNNIKRAND:
BEGIN VAN DE NAALD:
Brei de voorbies als volgt: haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant van het werk, 1 recht en brei 5 steken in ribbelsteek.
EINDE VAN DE NAALD:
Brei de voorbies als volgt: Brei tot er 7 steken over zijn op de naald, brei 5 steken in ribbelsteek, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant van het werk, 1 recht.
Brei op dezelfde manier aan zowel de goede als de verkeerde kant.

MOUWTIP:
Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Minder aan de goede kant als er 5 steken over zijn op de naald als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Maak 1 omslag, 2 recht samen, 1 recht, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant van het werk, 1 recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei de voorbies zoals hiervoor en brei de omslag recht om een knoopsgat te maken.
Minder voor het eerste knoopsgat op de eerste naald aan de goede kant nadat alle steken voor de V-hals hebben op het rechter voorpand zijn opgezet. Maak dan de volgende 5-5-5-6-6-6-6 knoopsgaten met ongeveer 7-7½-8-7-7-7½-7½ cm tussen elk.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
In dit patroon worden naalden van verschillende lengtes gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Het kledingstuk wordt gebreid volgens punten 1 - 5.
1
ACHTERPAND: Zet steken op aan de achterkant van de hals en brei het achterpand heen en weer gebreid naar beneden terwijl u tegelijkertijd meerdert aan elke kant van het werk tot het aantal steken voor de schouderbreedte bereikt is. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder.
2
VOORPANDEN: Begin door steken op te nemen over een schouder van het achterpand, brei het voorpand naar beneden en meerder richting de hals. Herhaal op de andere schouder.
3
PAS: Brei op de volgende naald alle steken op dezelfde rondbreinaald - brei dan als volgt: Brei een voorpand, neem steken op voor de mouw langs de zijkant van het voorpand, brei de steken op het achterpand, neem steken op voor de mouw langs de zijkant van het andere voorpand en brei de steken op het laatste voorpand = brei de pas over alle steken heen en weer gebreid vanaf midden voor.
4
MEERDERINGEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Als u de pas breit, meerder dan steken voor het lijf en de mouwen, meerder eerst voor de mouwen en meerder dan voor het lijf en de mouwen.
5
LIJF EN MOUWEN: Als alle steken gemeerderd zijn en de pas is gebreid tot de aangegeven afmetingen, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf naar beneden heen en weer gebreid op de rondbreinaald terwijl de mouwen wachten. Brei dan de mouwen naar beneden in de rondte op de naald. Eindig door steken op te nemen rondom de hals en brei de halsrand heen en weer gebreid.
Als er een 0 staat in uw maat, sla dan de informatie over en ga verder met de volgende informatie.

ACHTERPAND:
Brei het werk heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Zet 26-28-30-30-30-32-34 steken op rondbreinaald 5.5 mm met 2 draden DROPS Kid-Silk en 1 draad DROPS Nord of 2 draden DROPS Kid-Silk en 1 draad DROPS Baby Merino (= 3 draden).
NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
NAALD 2 (= goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 3 (= verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 en brei 3 averecht, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht.
NA de 3e NAALD:
Brei de 2e en 3e NAALD 8-8-8-9-9-9-9 keer in totaal (= 16-16-16-18-18-18-18 naalden gebreid), na het meerderen zijn er = 58-60-62-66-66-68-70 steken op de naald. Denk om de stekenverhouding! Knip het garen af, zet de steken op een hulpdraad.

RECHTER VOORPAND:
Vind het rechter voorpand op het achterpand als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, plaats het achterpand zo, dat de steken op de hulpdraad naar u toe liggen, de goede kant van het werk = rechter voorpand.
Neem nu steken op langs de rechter diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op het armsgat en neem steken op richting de hals als volgt:
Neem 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek = 16-16-16-18-18-18-18 steken voor het voorpand.
Voeg 1 markeerder in het werk richting de hals. Alle lengte afmetingen worden vanaf deze markeerder gedaan, gemeten in de steekrichting.
Brei in tricotsteek (brei de eerste naald op de verkeerde kant).
Bij een hoogte van 5-5-6-6-7-7-8 cm vanaf de markeerder, meerdert u steken richting de hals als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
Brei de 1e en 2e NAALD 4-4-4-4-4-4-4 keer (= 8-8-8-8-8-8-8 naalden zijn gebreid) = 20-20-20-22-22-22-22 steken. Zet aan het einde van de volgende naald aan de goede kant 16-17-18-18-18-19-20 nieuwe steken op = 36-37-38-40-40-41-42 steken. Brei 1 naald op de verkeerde kant, brei de eerste 7 steken volgens VOORBIES MET PUNNIKRAND - lees uitleg hierboven. De meerderingen voor de hals zijn nu klaar. Het werk meet nu 10-10-11-11-12-12-13 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halsdiepte zit op het achterpand. De halsdiepte aan de voorkant = 8-7-8-8-9-8-9 cm. De halsdiepte aan de achterkant = 2-3-3-3-3-4-4 cm.

Brei in tricotsteek met voorbies zoals uitgelegd hierboven. Minder voor de knoopsgaten - lees uitleg hierboven. Brei tot het rechter voorpand 11-13-14-15-15-16-16 cm meet vanaf waar steken opgenomen zijn. Knip het garen af, zet de steken op een hulpdraad, brei nu het linker voorpand over de linker diagonale schouder op het achterpand zoals uitgelegd hieronder.

LINKER VOORPAND:
Neem steken op over de linker diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op de hals en neem steken op naar buiten richting het armsgat als volgt:
Neem 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek = 16-16-16-18-18-18-18 steken voor het voorpand.
Voeg 1 markeerder in het werk richting de hals. Alle lengte afmetingen worden vanaf deze markeerder gedaan, gemeten in de steekrichting.
Brei in tricotsteek (brei de eerste naald op de verkeerde kant).
Bij een hoogte van 5-5-6-6-7-7-8 cm vanaf de markeerder, meerdert u steken richting de hals als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei de rest van de naald.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
Brei de 1e en 2e NAALD 4-4-4-4-4-4-4 keer (= 8-8-8-8-8-8-8 naalden zijn gebreid) = 20-20-20-22-22-22-22 steken. Zet aan het einde van volgende naald op de verkeerde kant 16-17-18-18-18-19-20 nieuwe steken op = 36-37-38-40-40-41-42 steken. De meerderingen voor de hals zijn nu klaar. Het werk meet nu 10-10-11-11-12-12-13 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halsdiepte zit op het achterpand. De halsdiepte aan de voorkant = 8-7-8-8-9-8-9 cm. De halsdiepte aan de achterkant = 2-3-3-3-3-4-4 cm.

Ga verder met tricotsteek met de voorbies zoals uitgelegd hierboven tot het linker voorpand 11-13-14-15-15-16-16 cm meet vanaf de markeerder.
Zet nu de voorpanden en het achterpand samen op de naald en neem steken op voor de mouw zoals uitgelegd hieronder.

NAALD 1 (= goede kant): Begin aan de goede kant met de steken van het linker voorpand: Brei 7 steken VOORBIES met PUNNIKRAND - lees uitleg hierboven, brei tot er 2 steken over zijn op het voorpand, haal 1 steek af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 18-20-22-24-24-26-26 steken op langs de zijkant op het linker voorpand (= steken voor de mouw - neem de steken op aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, brei de eerste 2 steken van het achterpand recht samen (= 1 steek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het achterpand, haal 1 steek af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 18-20-22-24-24-26-26 steken op langs de zijkant op het rechter deel (= steken voor de mouw - neem steken op aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, zet de steken van het rechter voorpand terug op de naald, brei de eerste 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd), brei tot er 7 steken over zijn, brei de voorbies zoals hiervoor = 162-170-178-190-190-198-202 steken.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht en brei de voorbies zoals hiervoor tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei averecht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de voorbies = 166-174-182-194-194-202-206 steken.
NAALD 3 (= goede kant): Brei zoals hiervoor tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei de rest van de naald zoals hiervoor = 170-178-186-198-198-206-210 steken.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei averecht en brei de voorbies zoals hiervoor tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei averecht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de voorbies = 174-182-190-202-202-210-214 steken.
NAALD 5 (= goede kant): Brei de voorbies zoals hiervoor tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei de rest van de naald zoals hiervoor = 178-186-194-206-206-214-218 steken.
NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei averecht met 7 steken voorbies aan elke kant zoals hiervoor zonder te meerderen.
NA DE 6E NAALD:
Brei de 5e en 6e naald 5-5-5-5-2-0-0 keer (= 10-10-10-10-4-0-0 naalden gebreid). Er zijn 9-9-9-9-6-4-4 meerderingen gemaakt in totaal voor de mouwen = 36-38-40-42-36-32-34-34 steken op elke mouw, 35-36-37-39-39-40-41 steken op elk voorpand en 56-58-60-64-64-66-68 steken op het achterpand = 198-206-214-226-214-214-218 steken.

Meerder dan op zowel de mouwen als het lijf, meerder op het lijf 2 steken aan de binnenkant van de markeerder zodat er 2 steken tussen het meerderen voor het lijf zijn en meerder voor de mouw - brei de volgende naald als volgt:

NAALD 1 (= goede kant): Brei de voorbies en tricotsteek tot er 2 steken over zijn op het voorpand voor de eerste markeerder, meerder 1 steek richting rechts, brei 2 steken, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei 2 steken, meerder 1 steek richting links, brei tot er 2 steken op het achterpand over zijn voor de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, brei 2 steken, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei 2 steken, meerder 1 steek richting links, brei tot er 6 steken over zijn, brei de voorbies zoals hiervoor (= 8 steken gemeerderd en de meerderingen zijn gedaan aan elke kant van 2 steken in iedere overgang tussen het lijf en de mouw).
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht met 7 steken voorbies aan elke kant zoals hiervoor.
Brei de 1e en 2e NAALD 6-7-9-9-13-15-16 keer (= 12-14-18-18-26-30-32 naalden gebreid).
Er zijn 15-16-18-18-19-19-20 meerderingen in totaal gedaan op de mouwen en 6-7-9-9-13-15-16 meerderingen op het lijf = 48-52-58-60-62-64-66 steken op elke mouw, 41-43-46-48-52-55-57 steken op elk voorpand en 74-80-86-90-96-100 steken op het achterpand = 246-262-286-298-318-334-346 steken.

De mouw meet ongeveer 14-15-17-17-18-18-19 cm - LET OP: Als het vest dubbel gevouwen wordt op de schouder, meet het werk ongeveer 20-22-24-25-26-26-27 cm vanaf de bovenkant van de schouder en naar beneden over het armsgat.
Als het kledingstuk korter is dan dit, ga dan verder tot de juiste afmetingen zonder meerderingen.
Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen.


VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
TEGELIJKERTIJD als de volgende naald wordt gebreid verdeelt u de pas voor het lijf en de mouwen als volgt:
Brei 41-43-46-48-52-55-57 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 48-52-58-60-62-64-66 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-8-10-10-12-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw) en brei de volgende 68-72-78-82-90-96-100 steken in tricotsteek (= achterpand), zet de volgende 48-52-58-60-62-64-66 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-8-10-10-12-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw), brei de laatste 41-43-46-48-52-55-57 steken zoals hiervoor (= voorpand).
Brei het lijf en de mouwen apart verder.

LIJF:
= 162-174-186-198-214-230-246 steken.
Brei tricotsteek en biezen zoals hiervoor tot het werk 19-20-20-21-21-23-24 cm meet vanaf de scheiding.
Begin op de volgende naald aan de goede kant met de boordsteek terwijl u TEGELIJKERTIJD 37-39-43-47-51-55-59 steken verdeeld meerdert op de naald (meerder niet over biezen), brei dan als volgt:
Ga verder met naald 3.5 mm, brei 7 steken voorbies zoals hiervoor, brei boordsteek (= 1 recht/1 averecht) – denk om het meerderen tot er 8 steken over zijn, eindig met 1 recht en brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor = 199-211-229-245-265-285-305 steken.
Brei de boordsteek en de voorbies voor 4-4-4-4-5-5-5 cm - eindig na een naald op de verkeerde kant. Brei 2 naalden in tricotsteek (brei de 2 buitenste steken aan elke kant zoals hiervoor) (= rolrand). Kant ietwat losjes af met recht aan de goede kant.
De top meet ongeveer 48-51-53-55-57-59-61 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

MOUWEN:
Zet de 48-52-58-60-62-64-66 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 5.5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-8-8-10-10-12-16 opgezette steken onder de mouw - lees MOUWTIP = 54-60-66-70-72-76-82 steken.
Voeg 1 markeerder in, in het midden van de 6-8-8-10-10-12-16 nieuwe steken onder de mouw – de naald begint op de markeerdraad.
Brei in tricotsteek in de rondte op de naald - TEGELIJKERTIJD als de mouw 1-1-1-1-1-1-1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN en minder als volgt: Minder 2 steken 2-2-2-3-3-3-4 keer in iedere tweede naald, minder dan 2 steken iedere 13-6½-4-3-3-3-2 cm 3-5-7-8-8-9-10 keer in totaal = 44-46-48-48-50-52-54 steken op de naald.
Brei tot de mouw 35-35-33-33-32-33-32 cm meet vanaf de scheiding.
Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei boordsteek (= 1 recht/1 averecht) terwijl u TEGELIJKERTIJD 12-12-12-12-12-12-14 steken verdeeld meerdert op 1e naald = 56-58-60-60-62-64-68 steken.
Brei tot de boordsteek 4-4-4-4-5-5-5 cm meet. Brei 2 naalden in tricotsteek (= rolrand). Kant ietwat losjes af met recht. De mouw meet ongeveer 39-39-37-37-37-38-37 cm vanaf de scheiding.

HALSRAND:
Neem ongeveer 95-99-109-109-111-115-121 steken op rondom de hals aan de goede kant op rondbreinaald 3.5 mm (zorg ervoor dat u 1 steek opneemt in iedere voorbiessteek, het aantal steken moet deelbaar zijn door 2 steken + 1 steek). Brei de volgende naald als volgt op de verkeerde kant: Brei 7 steken voorbies zoals hiervoor, brei dan * 1 averecht, 1 recht *, herhaal van *-* tot er 8 steken over zijn op de naald, brei 1 averecht en eindig met 7 steken voorbies zoals hiervoor.
Ga zo verder met de halsrand voor 4-4-4-5-5-5-5 cm, eindig na een naald op de verkeerde kant. Brei 2 naalden in tricotsteek (brei de 2 buitenste steken aan elke kant zoals hiervoor). Kant ietwat losjes af met recht aan de goede kant.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

Diagram measurements for DROPS 262-8

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #autumnnutmegcardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 262-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.