DROPS Alpaca Party - 13 alpacagarens heel oktober in de aanbieding!
Product image DROPS Nord yarn
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.15 € /50g
Product image DROPS Kid-Silk yarn
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.55€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Alpaca Party

Soft Braid Vest

Gebreide top in 1 draad DROPS Nord en 1 draad DROPS Kid-Silk of 1 draad DROPS Alpaca en 1 draad DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met kabels en diagonale schouders. Maat XS – XXXL.

Markeer maat:
DROPS 264-5

#softbraidvest

DROPS design: Patroon no-098
Garengroep A + A of C
----------------------------------------------------------

MAAT:
XS - S – M – L – XL – XXL – XXXL

GAREN:
DROPS NORD van garnstudio (behoort tot garengroep A)
250-250-300-300-350-400-400 g kleur 29, Marsepein
En gebruik:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
100-100-125-125-150-150-175 g kleur 56, Marsepein

Of gebruik:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
250-250-300-300-350-400-400 g kleur 9036, Tarwe
En gebruik:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
100-100-125-125-150-150-175 g kleur 56, Marsepein

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 3.5 mm: Lengte: 80 cm
DROPS RONDBREINAALD 3 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS KABELNAALD.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
20 steken in de breedte en 27 naalden in de hoogte in tricotsteek en 1 draad van elke kwaliteit op naald 3.5 mm = 10 x 10 cm.
26 steken in de breedte en 27 naalden in de hoogte in A.1/A.2 en 1 draad van elke kwaliteit op naald 3.5 mm = 10 x 10 cm.
3 herhalingen (= 24 steken) met A.1/A.2 = ongeveer 9 cm in de breedte.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Nord
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.15 € /50g
Product image DROPS Kid-Silk yarn
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.55€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Recht op alle naalden, dus recht aan de goede kant en recht op de verkeerde kant.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.
Lees de telpatronen van rechts naar links als u aan de goede kant breit en van links naar rechts als u aan de verkeerde kant breit.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (geldt voor het minderen in de kabels):
Minder 2 steken in iedere kabel aan de goede kant (6 steken in de kabel worden 4 steken in tricotsteek) als volgt:
Brei 2 steken gedraaid recht samen, 2 recht, 2 recht samen (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor de armsgaten):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt.
MINDER NA 9 STEKEN ALS VOLGT:
2 gedraaid averecht samen (= 1 steek geminderd).
MINDER VOOR 9 STEKEN ALS VOLGT:
Brei tot er 11 steken over zijn op de naald, 2 averecht samen (= 1 steek geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN-3 (geldt voor de mouwranden):
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerder, 2 averecht samen, 2 recht (de markeerder is in het midden van deze 2 steken), 2 gedraaid averecht samen (= 2 steken geminderd).

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TAILLEBAND - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
In dit patroon worden naalden van verschillende lengte gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig.
Het werk wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van onder naar boven tot de armsgaten. Verdeel dan het werk voor het voorpand en het achterpand en eindig elk deel apart heen en weer gebreid. Naai de schoudernaden samen. Neem steken op rondom de armsgaten en brei de mouwranden in de rondte. Eindig door steken op te nemen rondom de hals en brei een halsrand in de rondte.

LIJF:
Zet 256-288-320-320-352-384-416 steken op rondbreinaald 3 mm met 1 draad DROPS Nord of 1 draad DROPS Alpaca samen met 1 draad DROPS Kid-Silk (= 2 draden).
Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek als volgt: 1 averecht, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn op de naald, 2 recht en 1 averecht. Ga zo verder tot de boordsteek 3-3-3-4-4-5-5 cm meet.

Brei nu in patroon – lees uitleg hierboven, ga verder met rondbreinaald 3.5 mm, voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= in de zijkant op het lijf) en als volgt (patroon moet mooi doorlopen over de boordsteek): * Brei A.1 8-9-10-10-11-12-13 keer in totaal, brei A.2 8-9-10-10-11-12-13 keer in totaal *, voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek (= in de zijkant op het lijf), brei van *-* 1 keer.
Ga zo verder in patroon in de rondte. Denk om de stekenverhouding!

Brei tot het werk 23-25-26-27-27-28-29 cm meet – pas zo aan dat de volgende naald een even naald in de telpatronen is (dit is belangrijk zodat de kabel aan de goede kant zit als het werk heen en weer wordt gebreid op de naald).
Brei de volgende naald zoals hiervoor en minder tegelijkertijd 2-2-2-2-2-4-4 steken aan elke kant van beide markeerdraden door 2 steken te minderen in elke van de 1-1-1-1-1-2-2 kabels het dichtstbij de markeerdraad aan elke kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 (= 8-8-8-8-8-16-16 steken geminderd) = 248-280-312-312-344-368-400 steken. Verdeel nu het werk voor het voorpand en het achterpand.

SCHEIDING OP DE ARMSGATEN:
Op de volgende naald (= oneven naald in de telpatronen), verdeelt u het werk in het voorpand en het achterpand als volgt:
Kant de eerste 5-5-5-5-5-11-11 steken voor het armsgat af, brei zoals hiervoor over de volgende 114-130-146-146-162-162-178 steken (= voorpand), kant de volgende 10-10-10-10-10-22-22 steken voor het armsgat af (de markeerdraad zit in het midden van deze steken), brei zoals hiervoor over de volgende 114-130-146-146-162-162-178 steken (= achterpand), kant de laatste 5-5-5-5-5-11-11 steken voor het armsgat af, knip het garen af. Brei nu het achterpand en voorpand heen en weer gebreid op de naald tot de gewenste afmetingen.

ACHTERPAND:
= 114-130-146-146-162-162-178 steken. Ga verder in patroon heen en weer gebreid - brei de buitenste steek aan elke kant in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven. Begin TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant met de minderingen voor de armsgaten. Minder 1 steek aan elke kant aan de binnenkant van de buitenste 9 steken aan elke kant (= 1 steek in ribbelsteek, 1 averecht, 6 steken kabel, 1 averecht) - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere andere naald 6-12-22-22-22-20-20 keer en dan iedere 4e naald 2-4-2-2-2-4-4 keer (= 8-16-24-24-24-24-24 steken geminderd voor het armsgat) = 98-98-98-98-114-114-130 steken.
Ga verder met breien tot het werk ongeveer 46-49-51-53-55-57-59 cm meet. Minder nu 2 steken in elk van de middelste 6-6-6-6-6-6-6 kabels – denk om TIP VOOR HET MINDEREN-1 (= 12-12-12-12-12-12-12 steken geminderd). Kant dan op de volgende naald de middelste 32-32-32-32-32-32-32 steken af voor de hals en eindig elk schouder apart.

SCHOUDER (achterpand):
= 27-27-27-27-35-35-43 steken. Ga verder in patroon heen en weer gebreid zoals hiervoor – kant TEGELIJKERTIJD af voor de hals op het begin van iedere naald vanaf de hals als volgt: Kant 2 keer 1 steek af.
Zet tegelijkertijd, bij een hoogte van 46-49-51-53-55-57-59 cm, vanaf de opzetrand, de steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder als volgt - LET OP: Om te voorkomen dat u de draad af moet knippen, breit u de steken voordat u ze op een hulpdraad zet: Begin bij het armsgat, zet 3-3-3-3-4-4-4 keer de buitenste 6-6-6-6-7-7-8 steken op de hulpdraad en zet dan de laatste 7-7-7-7-5-5-9 steken op een hulpdraad = 25-25-25-25-33-33-41 steken op de hulpdraad. Knip het garen af.
Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
= 114-130-146-146-162-162-178 steken. Ga verder in patroon heen en weer gebreid - brei de buitenste steek aan elke kant in ribbelsteek. Begin TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant met de minderingen voor de armsgaten. Minder 1 steek aan elke kant aan de binnenkant van de buitenste 9 steken aan elke kant zoals op het achterpand - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere andere naald 6-12-22-22-22-20-20 keer en dan iedere 4e naald 2-4-2-2-2-4-4 keer (= 8-16-24-24-24-24-24 steken geminderd voor het armsgat) = 98-98-98-98-114-114-130 steken.
Ga verder met breien tot het werk ongeveer 42-44-45-46-47-48-49 cm meet. Minder nu 2 steken in elk van de 4-4-4-4-4-4-4 middelste kabels – denk om TIP VOOR HET MINDEREN-1 (= 8-8-8-8-8-8-8 steken geminderd). Zet op de volgende naald de middelste 22-22-22-22-22-22-22 steken op 1 hulpdraad voor de hals en eindig elke schouder apart.

SCHOUDER (voorpand):
= 34-34-34-34-42-42-50 steken. Ga verder in patroon heen en weer gebreid zoals hiervoor – kant TEGELIJKERTIJD af voor de hals op het begin van iedere naald vanaf de hals als volgt: Kant 3 keer 2 steken af en 3 keer 1 steek - brei de steken die niet in een hele kabel herhaling passen in tricotsteek tijdens het minderen.
Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 46-49-51-53-55-57-59 cm vanaf de opzetrand, steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder op dezelfde manier als op het achterpand, dus begin bij het armsgat, zet 3-3-3-3-4-4-4 keer de buitenste 6-6-6-6-7-7-8 steken op een hulpdraad en zet dan de laatste 7-7-7-7-5-5-9 steken op een hulpdraad (brei eerst de steken voordat u ze op een hulpdraad zet) = 25-25-25-25-33-33-41 steken op de draad. Knip het garen af.

AFWERKING:
Zet de steken van een diagonale schouder achter op naald 3.5 mm, Brei 1 naald recht op de verkeerde kant over alle steken en minder tegelijkertijd 6-6-6-6-8-8-10 steken verdeeld = 19-19-19-19-25-25-31 steken (om gaatjes te voorkomen zet u de draad tussen 2 steken op de naald brei deze gedraaid recht samen met de eerste steek op de volgende naald). Kant ietwat losjes af door recht te breien aan de goede kant. Herhaal op elke schouder.
Naai de schoudernaden aan de binnenkant van de afkantranden = 2 naalden averecht (gezien aan de goede kant) naar elkaar toe op het midden op de bovenkant van de schouder.

MOUWRANDEN:
Voeg 1 markeerder in op de onderkant van het armsgat en 1 markeerder in de schoudernaad. Gebruik korte rondbreinaald 3 mm en 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden), neem steken op rondom het armsgat aan de goede kant als volgt:
Begin op de onderkant van het armsgat en neem ongeveer 104-112-112-120-128-136-144 steken op rondom het armsgat aan de binnenkant van 1 steek (Het aantal steken moet deelbaar zijn door 8) – pas zo aan dat het aantal steken hetdezelfde is aan elke kant tussen de 2 markeerders en pas zo aan dat er 1 recht steek is aan elke kant van beide markeerders (boordsteek = 2 recht/2 averecht).
Brei boordsteek als volgt: 1 recht, * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 averecht en 1 recht. Ga verder in boordsteek op deze manier, maar in iedere tweede naald mindert u 1 steek aan elke kant van de 2 markeerders - lees TIP VOOR HET MINDEREN-3. Minder zo om de naald tot de boordsteek 3-3-3-4-4-4-4 cm meet en de boordsteek is weer 2 recht/2 averecht. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.

HALSRAND:
Gebruik korte rondbreinaald 3 mm en 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden), neem steken op rondom de hals aan de goede kant als volgt:
Begin op een schoudernaad en neem ongeveer 92-92-96-96-100-100-104 steken op (inclusief de steek van de hulpdraad) - Het aantal steken moet deelbaar zijn door 4 - pas zo aan dat de boordsteek mooi doorloopt over de 4 middelste kabels op de voorkant van de hals, dus neem 8 steken op over elke herhaling van het patroon. Brei boordsteek (= 2 recht/2 averecht) in de rondte voor 3-3-3-4-4-4-4 cm. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
zet 2 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald = zet 2 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
zet 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald = zet 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
Diagram for DROPS 264-5
Diagram for DROPS 264-5

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #softbraidvest of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 264-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (4)

country flag Justine schreef:

Très beau

12.10.2025 - 11:34

country flag Anna-Greta Larsson schreef:

Stickas denna med en tråd Nord och en tråd Kid silk? dvs med två trådar

10.10.2025 - 09:23

DROPS Design antwoorde:

Hej Anna-Greta. Ja det stämmer. Mvh DROPS Design

10.10.2025 - 09:47

country flag Rannveig schreef:

Blir ikke dette en ekstremt vid vest? Jeg begynte å strikke str S, som jeg pleier med Drops. Omkretsen er ekstremt stor, når jeg forsøker å ta vekk 22 masker for å se str i XS er den fortsatt veldig vid. Er dette riktig?

27.09.2025 - 13:35

DROPS Design antwoorde:

Hei Rannveig. Flettene vil trekke plagget sammen, og det er mange fletter. Men ta en titt på målene på målskissen. Er strikkefastheten overholdt, skal vesten få disse målene. mvh DROPS Design

06.10.2025 - 15:38

country flag Ingrid schreef:

When I look at the picture of the border of the vest I don't see knit 1 then knit 2 ribbing at the beginning, instead I see the cable pattern knit in a smaller needle size.

17.09.2025 - 10:25