Walnut Dreams Sweater#walnutdreamssweater |
|||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Daisy of DROPS Karisma. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met Europeaanse pas en kabels. Maten XS - XXXL.
DROPS 262-3 |
|||||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.5. Begin op de pijl voor uw maat (geldt voor A.1, A.2 en A.3). Als er te weinig steken zijn om te kabelen, brei dan de steken in tricotsteek. De telpatronen tonen het patroon aan de goede kant. TIP VOOR HET MEERDEREN-1: MEERDER EEN STEEK RICHTING LINKS aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht door de achterste lus. MEERDER EEN STEEK RICHTING RECHTS aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei recht door de voorste lus. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: MEERDER EEN STEEK RICHTING LINKS, op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht door de voorste lus. MEERDER EEN STEEK RICHTING RECHTS, op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht door de achterste lus. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). De minderingen hebben na een poosje effect op het patroon. Zorg ervoor dat de 2 steken midden onder de mouw (de eerste en laatste steek op de naald) altijd recht worden gebreid. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie. Brei volgens punten 1 – 5. 1 ACHTERPAND: Zet steken op voor de achterkant van de hals. Brei het achterpand heen en weer gebreid, meerder steken aan elke kant tot het aantal steken voor de schouder bereikt is. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder. 2 VOORPAND: Wordt in 2 delen gebreid (elke kant van de hals). Begin door steken op te nemen over de schouder achter, brei naar beneden en meerder voor de halslijn. Herhaal op de andere schouder. Dan worden er steken opgezet voor de voorkant van de halslijn en de 2 schouders worden samen gevoegd. De voorkant van het werk wordt heen en weer gebreid tot de juiste afmetingen. 3 PAS: Plaats de voor- en achterpanden op dezelfde naald, brei eerst het voorpand, neem steken op voor een mouw langs de zijkant van het voorpand, brei dan het achterpand en neem steken op voor de tweede mouw langs de andere kant van het voorpand. Ga verder in de rondte. 4 MEERDEREN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Terwijl u de pas breit, meerdert eerst steken voor de mouwen en later voor zowel het lijf als de mouwen. 5 LIJF EN MOUWEN: Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld en het lijf wordt verder in de rondte gebreid terwijl de mouwen wachten. Dan worden de mouwen van boven naar beneden gebreid. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en de hals wordt op het einde gebreid. ACHTERPAND: Het werk wordt heen en weer gebreid. Zet 38-37-37-37-38-38-38 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Daisy of DROPS Karisma. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant en meerder 12-9-9-9-12-12-12 steken verdeeld op deze naald = 50-46-46-46-50-50-50 steken. Meerder nu op elk uiteinden van elke naald, aan de binnenkant van 1 kantsteek en 2 tricotsteken, als volgt (de nieuwe steken worden dan in het patroon gebreid zoals te zien is in het telpatroon). LET OP: Begin op de pijl in naald 1 – geldt voor A.1 (= 4-8-8-8-4-4-4 steken), brei A.2 (= 12 steken) dan A.3 (= 3-7-7-7-3-3-3 steken): NAALD 1 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei A.1, dan A.2 over de volgende 43-31-31-31-43-43-43 steken, brei A.3 (2 gemeerderde steken). NAALD 2 (verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Brei A.3, dan recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 43-31-31-31-43-43-43 steken (dus, A.2 wordt 3-2-2-2-3-3-3 keer gebreid, dan de eerste 7 steken in A.2), brei A.1 (2 gemeerderde steken). Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 12-16-16-16-18-18-18 keer (24-32-32-32-36-36-36 naalden gebreid en 48-64-64-64-72-72-72 gemeerderde steken – A.2 wordt 3-4-4-4-4½-4½-4½ keer in de hoogte gebreid) = 98-110-110-110-122-122-122 steken. Het patroon is nu gecreëerd op het achterpand, met 2 tricotsteken en 1 kantsteek aan elke kant. Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad. Het patroon op het voorpand en de mouwen wordt onafhankelijk gebreid van het patroon op het achterpand. Als de delen samen gevoegd worden en het lijf wordt in de rondte gebreid, past het patroon over alle steken. Het hele kledingstuk wordt gebreid in boordsteek (4 recht, 1 averecht, 6 recht, 1 averecht aan de goede kant gezien) en er wordt gekabeld in elk deel van 6 steken in tricotsteek. RECHTER SCHOUDER: Vind de rechter schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; goede kant van het werk = rechter schouder. Begin aan de goede kant op de rechter schouder achter en neem 1 steek op in de buitenste steek bij het armsgat (= kantsteek), neem dan 1 steek op in elke Gebreide naald (aan de binnenkant van de buitenste steek) tot de hals (24-32-32-32-32-36-36-36 steken) = 25-33-33-33-37-37-37 schoudersteken. Voeg 1 markeerder in bij de hals. Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf hier genomen. NAALD 1 (verkeerde kant): 2-0-0-0-2-2-2 averecht, 1-0-0-0-1-1-1 recht, 6-5-5-5-6-6-6 averecht, 1 recht, brei boordsteek (4 averecht, 1 recht, 6 averecht, 1 recht) tot er 3 steken over zijn, 2 averecht, 1 averecht (= kantsteek) – dit patroon komt overeen met het achterpand. NAALD 2 (goede kant): 1 kantsteek recht, 2 recht, 1 averecht, brei A.2 tot het EINDE VAN DE NAALD. NAALD 3 (verkeerde kant): Recht boven recht en averecht boven averecht. Herhaal NAALDEN 2 en 3 tot het werk 5-5-6-6-7-7-8 cm meet, met de laatste naald aan de verkeerde kant. Let op naar beneden de laatste naald gebreid in A.2 zodat u de halslijn-meerderingen op het linker voorpand begint op dezelfde naald in de telpatronen. Ga verder met NAALDEN 2 en 3. Zet TEGELIJKERTIJD steken op voor de halslijn aan het einde van elke naald aan de goede kant als volgt: Zet 4 keer 1 steek op, dan 4 keer 2 steken (16 naalden gebreid). De gemeerderde steken worden in A.2 gebreid = 37-45-45-45-49-49-49 steken. Als alle meerderingen klaar zijn, brei dan de laatste naald aan de goede kant zonder te meerderen. Het werk meet ongeveer 11-11-12-12-13-13-14 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halslijn ligt op het achterpand. De halslengte op het voorpand = 9-10-11-11-12-12-13 cm. De halslengte op het achterpand = 2-1-1-1-1-1-1 cm. Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad en brei de linker schouder over de linker schouder achter als volgt. LINKER SCHOUDER: Begin aan de goede kant op de linker schouder achter bij de hals en neem 1 steek op in elke gebreide naald, aan de binnenkant van de buitenste steek, tot het armsgat (24-32-32-32-32-36-36-36 steken), neem dan 1 steek op aan de buitenkant bij het armsgat (= kantsteek) = 25-33-33-33-37-37-37 schoudersteken. Voeg 1 markeerder in bij de hals. Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf hier genomen. NAALD 1 (verkeerde kant): 1 averecht (= kantsteek), 2 averecht, brei boordsteek (1 recht, 6 averecht, 1 recht, 4 averecht) tot het EINDE VAN DE NAALD (eindig met 2-5-5-5-2-2-2 averecht) - dit patroon komt overeen met het achterpand. NAALD 2 (goede kant): Brei A.2 tot er 3 steken over zijn (pas het patroon aan zodat u kabelt over de 6 tricotsteken), 2 recht en 1 kantsteek. NAALD 3 (verkeerde kant): Recht boven recht en averecht boven averecht. Herhaal NAALDEN 2 en 3 tot het werk 5-5-6-6-7-7-8 cm, meet met de laatste naald aan de verkeerde kant, eindig op dezelfde naald als op de rechterschouder voordat u begint met meerderen voor de halslijn. Ga verder met NAALDEN 2 en 3. Zet TEGELIJKERTIJD steken op voor de halslijn aan het einde van elke naald aan de verkeerde kant als volgt: Zet 4 keer 1 steek op, dan 4 keer 2 steken (16 naalden gebreid). De gemeerderde steken worden in A.2 gebreid, tel naar buiten vanaf de schouder om verder te gaan met het patroon zoals hiervoor = 37-45-45-45-49-49-49 steken. Als alle meerderingen klaar zijn, brei dan de laatste naald aan de goede kant, zorg ervoor dat dit dezelfde naald is als op de rechter schouder; de kabels lopen dan verder op dezelfde naald over het voorpand. Knip de draad niet af. Voeg de 2 schouders samen voor het voorpand als volgt. VOORPAND: Aan de verkeerde kant, brei recht boven recht en averecht boven averecht over de steken op de linker schouder (37-45-45-45-49-49-49 steken), zet 24-20-20-20-24-24-24 steken op, recht boven recht en averecht boven averecht over de steken op de rechter schouder (37-45-45-45-49-49-49 steken) = 98-110-110-110-122-122-122 steken. Ga verder met het patroon als volgt (kabel niet over de opgezette steken op de eerste naald, maar kabel anders zoals hiervoor over het hele voorpand): NAALD 1 (goede kant): 1 kantsteek, 2 recht, 1 averecht, brei A.2 tot er 1 steek over is (eindig de naald met de eerste 7 steken in A.2), 1 kantsteek. NAALD 2 (verkeerde kant): Recht boven recht en averecht boven averecht. Brei dit patroon heen en weer gebreid tot het werk 14 cm meet vanaf de markeerder, pas zo aan dat de laatste naald de laatste naald in A.2 is. Knip de draad af en zet de steken op een hulpdraad. De voor- en achterpanden worden nu samen gevoegd en er worden steken opgenomen voor de mouwen als volgt. PAS: Aan de goede kant, brei de eerste 2 steken op het achterpand recht samen (1 kantsteek geminderd), ga verder met A.2 tot er 2 steken over zijn op het achterpand, haal 1 steek af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (= 1 kantsteek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 42 steken op langs de rechter kant van het voorpand (= mouwsteken, opgenomen aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, brei de eerste 2 steken op het voorpand recht samen (= 1 kantsteek geminderd), ga verder met A.2 tot er 2 steken over zijn op het voorpand, haal 1 steek af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (= 1 kantsteek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 42 steken op langs de linkerkant van het voorpand (= mouwsteken, opgenomen aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in = 276-300-300-300-324-324-324 steken. De naald begint tussen de linker mouw en het achterpand. Als u verder gaat in de rondte, brei dan de kabels op dezelfde naald op zowel de mouwen als het lijf. Op de eerste naald wordt het patroon op de mouwen gecreëerd, terwijl het patroon op het lijf doorloopt. NAALD 1.: Ga verder met het patroon over het achterpand, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei boordsteek over de mouw (6 recht, 1 averecht, 4 recht, 1 averecht) tot er 6 steken over zijn voor de volgende markeerder, 6 recht, meerder 1 steek richting rechts (= 44 mouwsteken), verplaats de markeerder naar de rechter naald, ga verder met het patroon over het voorpand, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei boordsteek over de mouw (6 recht, 1 averecht, 4 recht, 1 averecht) tot er 6 steken over zijn voor de volgende markeerder, 6 recht, meerder 1 steek richting rechts (= 44 mouwsteken), verplaats de markeerder naar de rechter naald = 280-304-304-304-328-328-328 steken. Meerder nu op zowel het lijf als de mouwen zoals te zien is in het telpatroon, meerder aan elke kant van 2 tricotsteken als volgt: * Brei 2 tricotsteken, brei A.4, ga dan verder met A.2 over de volgende 90-102-102-102-114-114-114 steken, brei A.5, 2 tricotsteken, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.4, ga verder met A.2 over de volgende 42 steken, brei A.5 (= mouwsteken), verplaats de markeerder naar de rechter naald, * brei van *-* 1 keer. Ga verder met dit patroon in de rondte voor 36-36-40-44-50-56-60 naalden - als A.4 en A.5 klaar zijn in de hoogte, zijn de meerderingen klaar in de maten XS, S en M. Ga verder met het patroon en meerder door verder te gaan met de telpatronen in de 4 grotere maten (168-168-192-208-232-264-288 gemeerderde steken) = 448-472-496-512-560-592-616 steken: 86-86-92-96-102-110-116 mouwsteken en 138-150-156-160-178-186-192 steken op de voor- en achterpanden. De mouw meet ongeveer 13-13-14-16-18-20-21 cm. Als de trui dubbel gevouwen wordt op de schouder meet het werk ongeveer 20-20-21-23-25-27-28 cm vanaf de buitenkant op de schouder en naar beneden over het armsgat. Als het werk korter is dan dit brei dan verder, zonder verdere meerderingen, tot de juiste lengte. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Brei de eerste 138-150-156-160-178-186-192 steken zoals hiervoor (= achterpand), plaats de volgende 86-86-92-96-102-110-116 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-12-8-14-18-24 steken op (midden onder de mouw), brei de volgende 138-150-156-160-178-186-192 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 86-86-92-96-102-110-116 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-12-8-14-18-24 steken op (midden onder de mouw). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 288-312-336-336-384-408-432 steken. Ga verder met A.2 in de rondte voor nog een 24-24-25-25-24-24-25 cm. De nieuwe steken onder elke mouw passen in het patroon (= 24-26-28-28-32-34-36 herhalingen). Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht). Minder tegelijkertijd 30-28-32-32-34-38-42 steken verdeeld op de eerste naald = 258-284-304-304-350-370-390 steken. Als de boordsteek 3 cm meet, kant dan af met boordsteek. De trui meet ongeveer 51-53-55-57-59-61-63 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Plaats de 86-86-92-96-102-110-116 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-12-8-14-18-24 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 92-92-104-104-116-128-140 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-6-12-8-14-18-24 steken onder de mouw - de naald begint bij de markeerdraad. Ga verder met het gecreëerde patroon in de rondte, de nieuwe steken onder de mouw worden in tricotsteek gebreid. Als de mouw 3 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 2 steken iedere 10-10-10-10-10-3-2 cm in totaal 4-4-4-4-4-10-16 keer = 84-84-96-96-108-108-108 steken. Brei verder tot de mouw 41-40-40-39-36-35-35 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht). Minder tegelijkertijd 8-8-10-10-10-10-10 steken verdeeld op de eerste naald = 76-76-86-86-98-98-98 steken. Als de boordsteek 3 cm meet, kant af met boordsteek. De mouw meet ongeveer 44-43-43-42-39-38-38 cm vanaf de scheiding. HALS: Gebruik rondbreinaald 3 mm. Begin op een schouderlijn aan de goede kant en neem 108-108-112-112-114-114-116 steken op aan de binnenkant van 1 steek rondom de halslijn. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 4-4-4-4-4½-4½-4½ cm. Kant af met boordsteek. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #walnutdreamssweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 32 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 262-3
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.