Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
= recht | |
= averecht | |
= zet 3 steken op een kabelnaald voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald | |
= zet 3 steken op een kabelnaald achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald | |
= zet 2 steken op een kabelnaald achter eht werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald | |
= zet 2 steken op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
DROPS 47-7 |
|||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
DROPS Trui met Aran patroon van “Karisma Superwash”
DROPS 47-7 |
|||||||||||||||||||
Steekverhouding: 21 st x 28 nld met breinld 3.5 mm in M.2 =10 x 10 cm. 52 st van M.1 = 18 cm breed. Gebruik eventueel grotere of kleinere nld om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje! Ribbelst, heen en weer op de breinld: brei alle nld recht. Ribbelst, op de rondbreinld: 1 nld r, 1 nld av. Boordst: *1 r, 1 av*, herhaal van *-*. Patroon: Zie de teltekeningen M1 en M.5. De teltekeningen geven het patroon weer op de goede kant. De Nederlandse vertaling van de symbolen in de teltekeningen staan onderaan dit patroon, en ze staan in dezelfde verticale volgorde als de symbolen naast de teltekening. Achter- en voorpand: De trui wordt in het rond gebreid met de rondbreinld. Zet 236 (252-264) st op met rondbreinld 3 mm. Brei als volgt: 4 nld ribbelst, 4 cm boordst, 2 nld ribbelst, en meerder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 76 (80-80) st in de laatste nld = 312 (332-344) st. Wissel naar rondbreinld 3.5 mm en brei dan het patroon als volgt: *8 (13-16) st M.2, M.3, M.4, M.3, M.4, M.3, 52 (52-52) st M.1, M.3, M.4, M.3, M.4, M.3, 8 *13-16) st M.2*, herhaal van *-* op het achterpand. Brei het patroon zo door. Brei bij een hoogte van 42 (45-46) cm de volgende nld als volgt: kant af 2 st voor het armsgat, 152 (162-168) st van het voorpand, kant af 4 st voor armsgat, 152 (162-168) st van het achterpand, kant 2 st af voor het armsgat. Brei het voor- en achterpand afzonderlijk verder. Voorpand: = 152 (162-168) st. Minder voor de armsgaten in elke 2e nld als volgt: 1 (2-3) x 3 st, 1 (2-2) x 2 st en 1 (1-1) x 1 st = 140 (140-140) st. Kant bij een hoogte van 58 (61-63) cm de middelste 48 (48-48) st af voor de hals en kant in de volgende nld 2 st af aan weerskanten van de hals. Kant af bij een hoogte van 60 (63-65) cm, en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeelt 12 (12-12) st in de een na laatste nld van beide schouders. Achterpand: 152 (162-168) st. Minder voor de armsgaten zoals beschreven voor het voorpand = 140 (140-140) st. Kant af bij een hoogte van 60 (63-65) cm, en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 40 (40-40) st in de een na laatste nld. Rechtermouw: Zet 64 (64-70) st op met de sokkenbreinld 3 mm en brei 4 nld ribbelst en dan 10 cm boordst. De boord wordt later omgevouwen dus meet het werk vanaf het midden van de boord (= 5 cm). Brei 2 nld ribbelst, en meerder in de laatste nld, gelijkmatig verdeeld 6 (8-2) st = 70 (72-72) st. Wissel naar breinld 3.5 mm en brei het patroon als volgt: 11 (12-12) st M.2, 2 herhalingen van M.3, M.5, 2 herhalingen van M.3, 11 (12-12) st M.2. Brei het patroon zo door. Meerder tegelijkertijd na de boord 25 (24-26) x 2 st op de middenondermouw in elke 4e nld = 120 (120-124) st – brei de gemeerderde st gaandeweg mee in M.2. Kant bij een hoogte van 47 (46-45) cm 4 st af op het midden ondermouw en brei de rest van de mouw heen en weer. Kant af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 7 (10-8) x 4 (3-3) st en 1 (1-6) x 6 (4-2) st = 48 (48-48) st. Meet het werk verder vanaf hier. Brei door in patroon: 2 herhalingen van M.3, M.5, 2 herhalingen van M.3 tot een hoogte van 15 (15-15) cm. Kant nu aan de rechterkant van de mouw (gezien op de goede kant) af in elke 2e nld: 1 x 24 (24-24) st, 2 x 3 st en dan in elke 4e nld: 1 x 1 st = 17 (17-17) st. Brei verder tot een hoogte van 24 (24-24) cm. Zet de 17 st op een hulpdraad. De mouw heeft een hoogte van 78 (79-80) cm vanaf het midden van de boord. Linkermouw: Zet op en brei zoals de rechtermouw met het afkanten aan de andere kant. Afwerking: Zet de mouwen in de trui. Zet de schouderst van de panden aan M.3 aan weerskanten van de mouw met matras st. Zet de st van de bovenkant van de mouwen aan elkaar op het midden achterhals met matras st. Neem ca 120 tot 128 st op langs de hals met sokkenbreinld 3 mm en brei als volgt: 4 nld ribbelst, 8 (8-8) cm boordst, 2 nld ribbelst en kant af. VERTALING SYMBOLEN TELTEKENING: leeg hokje = recht zwart hokje = averecht driehoekje met de punt naar boven in 6 hokjes = zet 3 st op de kabelnld voor het werk, 3 r, 3 r van de kabelnld driehoekje met de punt naar beneden in 6 hokjes = zet 3 st op de kabelnld achter het werk, 3 r, 3 r van de kabelnld driehoekje met de punt naar boven in 4 hokjes = zet 2 st op de kabelnld voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld driehoekje met de punt naar beneden in 4 hokjes = zet 2 st op de kabelnld achter het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (11)
Lene Jensen wrote:
Drops 47-7. forstykket : luk til ærmegab : antal af aflukning passer ikke med antal som der står.
04.04.2023 - 19:39Dorthe Susanne Nielsen wrote:
Jeg forstår ikke følgende Skift til rundp 3,5 og strik mønster over p således: * 8 (13-16) m af M.2, M.3, M.4, M.3, M.4, M.3, 52 (52-52) m af M.1, M.3, M.4, M.3, M.4, M.3, 8 (13-16) m af M.2 *, gentag fra *-* over rygstk. Strik mønster opover. Skal der strikkes 8 maskerækker eller 8 masker og hvordan får man et ulige maskeantal (13 til str m) til at passe? På forhånd mange tak Mvh Dorthe
12.01.2020 - 17:35DROPS Design answered:
Hei Dorthe. I størrelse M har du 332 masker, nå strikkes det slik over forstykket: Strikk 13 masker av M.2, strikk M.3 (8 masker), strikk M.4 (10 masker), strikk M.3 (8 masker), strikk M.4 (10 masker), strikk M.3 (8 masker), strikk 52 masker av M.1, strikk M.3 (8 masker), strikk M.4 (10 masker), strikk M.3 (8 masker), strikk M.4 (10 masker), strikk M.3 (8 masker), strikk 13 masker av M.2 = det er strikket over 166 masker. Nå gjentas dette over bakstykket = 166 masker. 166+166= 332 masker. God Fornøyelse!
10.02.2020 - 10:23Jo Robertson wrote:
Excited to knit this jumper. Will let you know how I go
06.07.2019 - 07:14Jette wrote:
Hej - jeg vil gerne strikke denne sweater i Alpaca i stedet for. Kan jeg bytte karisma garnet ud med 2 trådet Alpaca i stedet for? Mvh Jette
16.03.2019 - 20:00DROPS Design answered:
Hei Jette. Det er strikkefastheten so avgjør hvilke garn som kan byttes med hverandre. Karisma tilhører garngruppe B og har derfor en annen strikefasthet en Alpaca, som tilhører garngruppe A. Om du strikker med 1 tråd Alpaca vil du få for mange masker på 10 cm. Hvis du strikker med 2 tråder Alpaca vil du nok få får få masker på 10 cm (dette tilsvarer strikkefastheten i gruppe C). Hva med å evt se på Puna, som er 100% alpakka-garn i garngruppe B? God fornøyelse
19.03.2019 - 15:01Kirsten N Andersen wrote:
Hej. Jeg har nu modtaget garn fra jer 😊Trøjen jeg vil strikke er nr 47-7 i Karisme. Efter nogle strikkeprøver er jeg kommet frem til, at jeg vil strikke på pind nr 6. Mit spørgsmål er, om der er et bestemt maskeantal, som jeg kan dele med, for at få mønsteret til at gå op? Mvh. Kirsten
28.10.2017 - 12:47DROPS Design answered:
Hej Kirsten, opskriften er skrevet ud fra en strikkefasthed med 21 m på 10 cm, det vil sige at du skal vælge den strikkefasthed som vi bruger og du skal vælge en af de størreler i opskriften for at få diagrammerne til at gå op. God fornøjelse!
15.11.2017 - 14:01Kirsten Andersen wrote:
Hej. Ærgerligt, at der ikke er oversætter på spørgsmål og svar.. Så var vi flere, der kunne få glæde af det skrevne. Undrer mig også over, at jeg ikke kan se, hvad jeg skriver, da mit tastatur gemmer spørgerubrikken. Det er måske bare på min ipad?
20.10.2017 - 13:41Kirsten Andersen wrote:
Hej. Hvad betyder M.1 og M.2? Det står ved strikkefastheden.
20.10.2017 - 13:32DROPS Design answered:
Hej Kirsten, du strikker ifølge disse diagrammer når du kommer til dem i opskriften. God fornøjelse!
24.10.2017 - 14:41Lena Almkvist Olsson wrote:
Hej förstår ej följande i mönstret. "Byt till rundst 3,5 och sticka mönster över v så här: * 8 (13-16) m av M.2, M.3, M.4, M.3, M.4, M.3, 52 (52-52) m av M.1, M.3, M.4, M.3, M.4, M.3, 8 (13-16) m av M.2 *, upprepa från *-* över bakst"Om jag ska sticka 8 m M2,M3,M4,M3M4M3 hur menar man 8 m räcker ej?
27.06.2017 - 19:59Toni Maitland wrote:
Thank you so much. I was confused by the last but one instruction so didn't read it properly. Thanks again, most appreciated.
15.08.2011 - 11:06DROPS Design wrote:
Toni, on the back piece you have 140 sts when you are told to dec 40 sts evenly, you do not bind off for neck on back piece.
15.08.2011 - 09:59