Spiced Cranberry Cardigan#spicedcranberrycardigan |
||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||
Gebreid vest in DROPS Alpaca of DROPS Flora. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek, met Europeaanse pas, kantpatroon op het achterpand en rolranden. Maten XS - XXXL.
DROPS 264-11 |
||||||||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.6. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.1 en A.4). De telpatronen worden van rechts naar links gelezen aan de goede kant en van links naar rechts als u op de verkeerde kant breit. TIP VOOR HET MEERDEREN-1: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op aan de voorkant en brei recht door de achterste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei recht door de voorste lus. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht door de voorste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht door de achterste lus. RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant. 1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden recht. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 4 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). KNOOPSGATEN: Brei de knoopsgaten op de rechter voorbies aan de goede kant, brei in een averecht deel als volgt: NAALD 1 (goede kant): 2 averecht samen, maak 1 omslag. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de voorbies zoals hiervoor, brei de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Brei 6-6-6-6-6-6-6 knoopsgaten verdeeld als de voorbies meet 1½ cm. Het bovenste knoopsgat wordt 6-7-7-8-8-7-8 cm vanaf de halslijn gemaakt. Het onderste knoopsgat 3-3-3-3-4-4-4 cm vanaf de onderrand. De overgebleven 4-4-4-4-4-4-4 knoopsgaten worden met ongeveer 7-7-7½-7½-7½-8-8 cm tussen elk gebreid. Het laatste knoopsgat wordt op de hals gebreid. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Brei volgens punten 1 – 5. 1 ACHTERPAND: Zet steken op voor de achterkant van de hals. Brei het achterpand heen en weer gebreid, meerder steken aan elke kant tot het aantal schoudersteken bereikt is. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder. 2 VOORPAND: Begin door steken op te nemen over een schouder achter, brei naar beneden en meerder voor de halslijn. Herhaal op de andere schouder. 3 PAS: Voeg de voor- en achterpanden samen, brei eerst 1 voorpand, neem steken op voor de mouw langs de zijkant van het voorpand, brei het achterpand, neem steken op voor de mouw langs de zijkant van het tweede voorpand, brei dan dit voorpand. De pas wordt verder heen en weer gebreid over alle steken, vanaf midden voor. 4 MEERDEREN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Terwijl u de pas breit, meerdert u eerst steken voor de mouwen en dan voor zowel het lijf als de mouwen. 5 LIJF EN MOUWEN: Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld en het lijf wordt verder heen en weer gebreid terwijl de mouwen wachten. Dan worden de mouwen van boven naar beneden gebreid in de rondte. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en de hals wordt op het einde heen en weer gebreid. Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie. ACHTERPAND: Zet 43-43-49-49-55-55-55 steken op met rondbreinaald 3 mm en 1 draad DROPS Alpaca of 1 draad DROPS Flora. NAALD 1 (verkeerde kant): Brei averecht. NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. 4 recht, meerder 1 steek richting links, brei A.1, dan A.2 1-1-1-1-2-2-2 keer, brei A.3, A.4, meerder 1 steek richting rechts, 4 recht. NAALD 3 (verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Brei 4 averecht, meerder 1 steek richting links, brei A.4, A.3, A.2 1-1-1-1-2-2-2 keer, dan A.1, meerder 1 steek richting rechts, 4 averecht. Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 13-13-13-14-14-14-15 keer (26-26-26-28-28-28-30 naalden gebreid) – de kantpatroon lopen door zoals te zien is in de telpatronen; zorg ervoor dat de lijnen van gaatjes helemaal doorlopen. Na de laatste meerderingen zijn er 95-95-101-105-111-111-115 steken. Denk om de stekenverhouding. Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad. RECHTER VOORPAND: Vind de rechter schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; de goede kant van het werk = rechterschouder. Begin aan de goede kant bij het armsgat op de rechter schouder achter en neem 1 steek op in de buitenste steek (kantsteek), neem dan 1 steek op in elke gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek richting de hals (= 26-26-26-28-28-28-30 steken) = 27-27-27-29-29-29-31 schoudersteken. Voeg 1 markeerder in bij de halslijn. Alle lengte afmetingen voor het voorpand worden vanaf deze markeerder genomen. Brei tricotsteek (met de eerste naald aan de verkeerde kant) tot het werk 5-5-6-7-7-8-8 cm meet vanaf de markeerder. Meerder nu voor de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 7 steken over zijn op de naald, brei de eerste naald in A.5, 4 recht (1 gemeerderde steek). NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 3 (goede kant): Brei recht tot er 8 steken over zijn, brei de derde naald in A.5 (meerder alleen voor de laatste 4 steken op de naald), 4 recht (1 gemeerderde steek). NAALD 4 (verkeerde kant): Averecht. Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 4-4-4-4-5-5-5 keer (16-16-16-16-20-20-20 naalden gebreid) = 35-35-35-37-39-39-41 steken. Zet aan het einde van de volgende naald aan de goede kant, 12-12-15-15-16-16-16 steken op voor de halslijn = 47-47-50-52-55-55-57 steken. Brei averecht terug aan de verkeerde kant, met de eerste steek midden voor gebreid in RIBBELSTEEK – lees uitleg hierboven. De meerderingen voor de halslijn zijn klaar. Het werk meet ongeveer 10-10-11-12-13-14-14 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halslijn komt op het achterpand; de lengte aan de voorkant is ongeveer 8-8-9-9-10-11-11 cm, lengte op het achterpand 2-2-2-3-3-3-3 cm. Brei tricotsteek heen en weer gebreid, met 1 ribbelsteek midden voor tot het werk 11-11-12-13-14-15-15 cm meet vanaf de markeerder. Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad en brei het linker voorpand. LINKER VOORPAND: Begin aan de goede kant bij de halslijn op de linker schouder achter en neem 1 steek op in elke gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek richting het armsgat (26-26-26-28-28-28-30 steken), neem dan 1 steek op in de buitenste steek bij het armsgat (kantsteek) = 27-27-27-29-29-29-31 schoudersteken. Voeg 1 markeerder in bij de halslijn. Alle lengte afmetingen voor het voorpand worden vanaf deze markeerder genomen. Brei tricotsteek (met de eerste naald aan de verkeerde kant) tot het werk 5-5-6-7-7-8-8 cm meet vanaf de markeerder. Meerder nu voor de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): 4 recht, brei de eerste naald in A.6, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD (1 gemeerderde steek). NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht. NAALD 3 (goede kant): 4 recht, brei de derde naald in A.6, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD (1 gemeerderde steek). NAALD 4 (verkeerde kant): Averecht. Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 4-4-4-4-5-5-5 keer (16-16-16-16-20-20-20 naalden gebreid) = 35-35-35-37-39-39-41 steken. Zet aan het einde van de volgende naald aan de verkeerde kant, 12-12-15-15-16-16-16 steken op voor de halslijn = 47-47-50-52-55-55-57 steken. De meerderingen voor de halslijn zijn klaar. Het werk meet ongeveer 10-10-11-12-13-14-14 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halslijn komt op de achterkant; de lengte aan de voorkant is ongeveer 8-8-9-9-10-11-11 cm, de lengte op de achterkant 2-2-2-3-3-3-3 cm. Brei tricotsteek heen en weer gebreid, met 1 ribbelsteek midden voor tot het voorpand 11-11-12-13-14-15-15 cm meet vanaf de markeerder, eindig na een naald aan de verkeerde kant. De voor- en achterpanden worden nu samengevoegd en de steken worden opgenomen voor de mouwen (de voorpanden worden verder gebreid in tricotsteek, het achterpand in het gecreëerde patroon): NAALD 1 (goede kant): Begin aan de goede kant op het linker voorpand, brei 1 ribbelsteek, brei recht tot er 2 steken over zijn op dit voorpand, haal 1 steek af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 28-28-30-34-36-38-40 steken op langs de zijkant van het linker voorpand (= mouwsteken, welke opgenomen worden aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, brei de eerste 2 steken op het achterpand recht samen (= 1 steek geminderd), ga verder in het kantpatroon op het achterpand (zorg ervoor dat de lijnen van gaatjes mooi doorlopen) tot er 2 steken over zijn op het achterpand, haal 1 steek af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 28-28-30-34-36-38-40 steken op langs de zijkant van het rechter voorpand (= mouwsteken, opgenomen aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, brei de eerste 2 steken op het rechter voorpand recht samen (= 1 steek geminderd), brei recht tot er 1 steek over is op het voorpand, brei 1 ribbelsteek = 241-241-257-273-289-293-305 steken. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 1 ribbelsteek, brei averecht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, ga verder met het patroon over het achterpand (dus averecht) tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei averecht tot er 1 steek over is op de naald, brei 1 ribbelsteek = 245-245-261-277-293-297-309 steken. NAALD 3 (goede kant): Brei zoals hiervoor tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, ga verder met het patroon op het achterpand tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei zoals hiervoor tot het einde van de naald = 249-249-265-281-297-301-313 steken. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei zoals hiervoor tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, ga verder met het patroon over het achterpand (dus, averecht) tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei zoals hiervoor tot het EINDE VAN DE NAALD = 253-253-269-285-301-305-317 steken. NAALD 5 (goede kant): Brei zoals hiervoor tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, ga verder met het patroon op het achterpand tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei zoals hiervoor tot het einde van de naald = 257-257-273-289-305-309-321 steken. NAALD 6 (verkeerde kant): Brei averecht met 1 ribbelsteek aan elke kant en zonder te meerderen. NA NAALD 6: Brei NAALDEN 5 en 6, 10-7-5-6-5-0-2 keer (20-14-10-12-10-0-4 naalden gebreid). Er zijn in totaal 14-11-9-10-9-4-6 meerderingen in de hoogte op de mouwen. Er zijn 56-50-48-54-54-46-52 steken op elke mouw, 46-46-49-51-54-54-56 steken op elk voorpand en 93-93-99-103-109-109-113 steken op het achterpand = 297-285-293-313-325-309-329 steken. Meerder nu op zowel het lijf als de mouwen; meerder op het lijf op dezelfde manier als bij de hals, maar meerder 3 steken voor de markeerder zodat er 3 steken tussen de meerderingen op het lijf en de mouw zitten (de gemeerderde steken worden gebreid in tricotsteek op de mouwen/voorpanden en in het patroon op het achterpand): NAALD 1 (goede kant): Brei zoals hiervoor tot er 6 steken over zijn op het voorpand voor de eerste markeerder, brei de eerste naald in A.5, brei 3 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 3 recht, brei de eerste naald in A.6, ga verder het patroon over het achterpand tot er 6 steken over zijn voor de volgende markeerder, brei de eerste naald in A.5, brei 3 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei 3 recht, brei de eerste naald in A.6, brei zoals hiervoor tot het einde van de naald (= 8 gemeerderde steken; meerder 1 steek aan elke kant van de 3 steken in elke overgang tussen het lijf en de mouwen). NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht met 1 ribbelsteek aan elke kant. NAALD 3 (goede kant): Brei zoals hiervoor tot er 7 steken over zijn op het voorpand voor de eerste markeerder, brei de derde naald in A.5 (meerder voor de 3 steken), brei 3 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 3 recht, brei de derde naald in A.6, ga verder het patroon over het achterpand tot er 7 steken over zijn voor de volgende markeerder, brei de derde naald in A.5, brei 3 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 3 recht, brei de derde naald in A.6, brei zoals hiervoor tot het einde van de naald (= 8 gemeerderde steken). NAALD 4 (verkeerde kant): Brei averecht met 1 ribbelsteek aan elke kant. Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 4 4-6-8-8-10-12-14 keer (16-24-32-32-40-48-56 naalden gebreid) = 361-381-421-441-485-501-553 steken. A.5 en A.6 zijn klaar. Meerder nu als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei zoals hiervoor tot er 3 steken over zijn op het voorpand voor de eerste markeerder, 3 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 3 recht, meerder 1 steek richting links, ga verder met het patroon over het achterpand tot er 3 steken over zijn voor de volgende markeerder, 3 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei zoals hiervoor tot het einde van de naald (= 8 gemeerderde steken, meerder 1 steek aan elke kant van 3 steken in elke overgang tussen het lijf en de mouwen). NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht met 1 ribbelsteek aan elke kant. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 2-2-0-2-1-3-1 keer (4-4-0-4-2-6-2 naalden gebreid). Er zijn in totaal 24-25-25-28-30-31-35 meerderingen in de hoogte op de mouwen en 10-14-16-18-21-27-29 meerderingen in de hoogte op het lijf = 76-78-80-90-96-100-110 steken op elke mouw, 56-60-65-69-75-81-85 steken op elk voorpand en 113-121-131-139-151-163-171 steken op het achterpand = 377-397-421-457-493-525-561 steken. De mouwen meten ongeveer 13-14-14-16-17-17-20 cm. Als het vest dubbel gevouwen wordt op de schouder, meet het werk ongeveer 19-19-20-22-24-25-27 cm vanaf de bovenkant van de schouder naar beneden over het armsgat. Als het werk korter is dan dit, brei dan verder tot de juiste lengte zonder verdere meerderingen. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Brei 56-60-65-69-75-81-85 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 76-78-80-90-96-100-110 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-10-12-14-16-18 steken op (midden onder de mouw), brei de volgende 113-121-131-139-151-163-171 steken in patroon zoals hiervoor (= achterpand), plaats de volgende 76-78-80-90-96-100-110 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-10-12-14-16-18 steken op (midden onder de mouw), brei de laatste 56-60-65-69-75-81-85 steken zoals hiervoor (= voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 237-257-281-301-329-357-377 steken. Voeg 1 markeerder in, in het midden van de 6-8-10-12-14-16-18 opgezette steken onder elke mouw. Ga verder met tricotsteek en 1 ribbelsteek midden voor op elk voorpand en ga verder met het patroon op het achterpand (brei het patroon zover mogelijk door tot de markeerders aan elke kant. De steken die niet in het patroon passen worden in tricotsteek gebreid). Brei tot het lijf ongeveer 26-28-29-29-28-29-29 cm meet vanaf de scheiding, pas zo aan dat u minstens 3 of 5 naalden tricotsteek heeft gebreid na de laatste naald van gaatjes). Begin op de volgende naald aan de goede kant met de boordsteek. Meerder tegelijkertijd 43-51-51-55-59-67-71 steken verdeeld op de naald als volgt: Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm, brei 1 ribbelsteek, dan boordsteek (2 recht, 2 averecht – denk om het meerderen) tot er 3 steken over zijn, 2 recht, brei 1 ribbelsteek = 280-308-332-356-388-424-448 steken. Als de boordsteek 3-3-3-3-4-4-4 cm meet, met de volgende naald aan de verkeerde kant, brei dan 3 naalden tricotsteek over alle steken (averecht op de verkeerde kant, recht aan de goede kant = rolrand). Ga verder met rondbreinaald 3 mm en kant ietwat losjes af met recht aan de goede kant. De top meet ongeveer 52-54-56-58-60-62-64 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Plaats de 76-78-80-90-96-100-110 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 3 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-8-10-12-14-16-18 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 82-96-90-102-110-116-128 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-8-10-12-14-16-18 steken onder de mouw- de naald begint bij de markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 2 steken iedere 2e naald 2-3-3-4-4-5-5 keer, minder dan 2 steken iedere 3-3-3-4-2½-2½-1½ cm in totaal 4-4-4-8-11-11-16 keer = 70-72-76-78-80-84-86 steken. Brei verder tot de mouw 40-40-40-38-36-37-35 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht). Meerder tegelijkertijd 10-12-12-14-16-16-14 steken verdeeld op de eerste naald = 80-84-88-92-96-100-100 steken. Als de boordsteek 3-3-3-3-4-4-4 cm meet, brei dan 3 naalden in tricotsteek (= rolrand). Kant ietwat losjes af met recht. De mouw meet ongeveer 43-43-43-41-40-41-39 cm vanaf de scheiding. LINKER VOORBIES: Gebruik rondbreinaald 3 mm. Begin aan de goede kant op het linker voorpand en neem 136-140-144-152-156-156-164 steken op aan de binnenkant van 1 kantsteek (ongeveer 31 steken per 10 cm – het aantal steken moet deelbaar zijn door 4). Brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 1 ribbelsteek, boordsteek (2 averecht, 2 recht) tot er 3 steken over zijn, 2 averecht en 1 ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek tot de voorbies 3 cm meet. Kant af met boordsteek. RECHTER VOORBIES: Neem steken op en brei op dezelfde manier als de linker voorbies tot de rechter voorbies 1 tot 1½ cm meet. Brei 6 KNOOPSGATEN – lees uitleg hierboven, verdeeld over de voorbies. Eindig de voorbies en kant af op dezelfde manier als de linker voorbies. HALS: Gebruik rondbreinaald 2.5 mm. Begin aan de goede kant, midden voor en neem ongeveer 132-136-144-148-164-168-168 steken op rondom de hals, aan de binnenkant van 1 kantsteek (zorg ervoor dat u 1 steek opneemt in elke voorbiessteek en dat het aantal steken deelbaar is door 4). Brei de eerste naald als volgt aan de verkeerde kant: 1 ribbelsteek, boordsteek (2 averecht, 2 recht) tot er 3 steken over zijn, 1 averecht en brei 1 ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek. Na 1-1½ cm, breit u 1 knoopsgat boven de anderen op de linker voorbies. Brei verder tot de hals 3-3-3-4-4-4-4 cm meet, met de volgende naald aan de verkeerde kant. Brei 3 naalden tricotsteek over alle steken (= rolrand). Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Kant ietwat losjes af met recht aan de goede kant. AFWERKING: Naai de knopen op de linker voorbies. |
||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #spicedcranberrycardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 39 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 264-11
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.