Misty Horizon Cardigan#mistyhorizoncardigan |
|
![]() |
![]() |
Gebreid vest in 1 draad DROPS Alpaca en 1 draad DROPS Kid-Silk, of 1 draad DROPS BabyMerino en 1 draad DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek met Europeaanse pas, hals met rolrand en PUNNIKRAND. Maten XS - XXXL.
DROPS 263-19 |
|
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- TIP VOOR HET MEERDEREN-1: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de goede kant (de nieuwe steek draait naar links): Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de goede kant (de nieuwe steek draait naar rechts): Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – op de verkeerde kant (de nieuwe steek draait naar links): Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht in de voorste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – op de verkeerde kant (de nieuwe steek draait naar rechts): Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht in de achterste lus. RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant. 1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden recht. BIEZEN MET PUNNIKRAND: BEGIN VAN DE NAALD: Brei de voorbies als volgt: Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht, brei 5 ribbelsteken. EINDE VAN DE NAALD: Brei de voorbies als volgt: Brei tot er 7 steken over zijn op de naald, brei 5 ribbelsteken, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. Brei zo aan zowel de goede als de verkeerde kant. KNOOPSGATEN: Brei de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt) aan de goede kant, als er 5 steken over op de naald als volgt: NAALD 1 (goede kant): Maak 1 omslag, 2 recht samen, 1 recht, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de voorbies zoals hiervoor, brei de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Het eerste knoopsgat wordt gebreid als het voorpand 1 cm meet vanaf de opzetrand. Brei dan de andere 6-6-6-6-7-7-7 knoopsgaten met 6½-7-7-7½-6½-6½-6½ cm tussen elk. Pas aan zodat het onderste knoopsgat in de overgang tussen de tricotsteek en boordsteek wordt gebreid. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Brei volgens punten 1 – 5. 1 ACHTERPAND: Zet steken op voor de achterkant van de hals. Brei het achterpand heen en weer gebreid, meerder steken aan elke kant tot het aantal steken voor de schouders bereikt is. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder. 2 VOORPAND: Wordt gebreid in 2 delen (elke kant van de hals). Begin door steken op te nemen over de schouder achter, brei naar beneden en meerder voor de halslijn. Herhaal op de andere schouder. 3 PAS: Voeg de voor- en achterpanden samen, brei een voorpand, neem steken op voor de mouw langs de zijkant van dit voorpand, over het achterpand, neem steken op voor de mouw langs de zijkant van het tweede voorpand, brei dan dit voorpand. De pas wordt verder heen en weer gebreid vanaf midden voor. 4 MEERDEREN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Terwijl u de pas breit, meerdert u eerst steken voor de mouwen en later voor het lijf. 5 LIJF EN MOUWEN: Als de pas klaar is, wordt het lijf verder heen en weer gebreid terwijl de mouwen wachten. Dan worden de mouwen van boven naar beneden gebreid. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en de hals wordt op het einde gebreid. Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie. ACHTERPAND: Zet 32-32-34-36-38-40-40 steken op met rondbreinaald 4 mm, 1 draad DROPS Alpaca en 1 draad DROPS Kid-Silk (= 2 draden) of 1 draad DROPS Baby Merino en 1 draad DROPS Kid-Silk (= 2 draden). NAALD 1 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht. NAALD 3 (= verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Brei 2 averecht, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot er 2 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 2 averecht. Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 10-10-10-10-10-11-11 keer (20-20-20-20-20-22-22 naalden gebreid) = 72-72-74-76-78-84-84 steken. Denk om de stekenverhouding. Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad. RECHTER VOORPAND: Vind de rechter schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer, met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; de goede kant van het werk = rechterschouder. Begin aan de goede kant en neem steken op langs de rechter schouder achter, vanaf het armsgat richting de hals, neem 1 steek op in elke gebreid naald aan de binnenkant van de buitenste steek = 20-20-20-20-20-22-22 steken. Voeg 1 markeerder in bij de hals. Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf hier genomen. Brei tricotsteek (de eerste naald is aan de verkeerde kant). Als het werk 6-6-7-7-7-8-9 cm meet vanaf de markeerder, meerder dan voor de halslijn als volgt NAALD 1 (goede kant): Brei tot er 3 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 5-5-5-5-5-5-5 keer (10-10-10-10-10-10-10 naalden gebreid) = 25-25-25-25-25-27-27 steken. Zet op de volgende naald, 18-18-19-20-21-22-22 steken op voor de halslijn aan het einde van de naald = 43-43-44-45-46-49-49 steken. Brei de volgende naald aan de verkeerde kant als volgt: 7 steken volgens BIEZEN MET PUNNIKRAND – lees uitleg hierboven, brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD. De halsmeerderingen zijn klaar. Het werk meet 11-11-12-12-12-13-14 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halshoogte zit op het achterpand. De halshoogte aan de voorkant = 9-9-9-9-9-10-11 cm. De halshoogte aan de achterkant = 2-2-3-3-3-3-3 cm. Knip de draad af en zet de steken op een hulpdraad. Brei nu het linker voorpand. LINKER VOORPAND: Begin aan de goede kant en neem steken op over de linker schouder achter, vanaf de hals richting het armsgat, neem 1 steek op in elke gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek = 20-20-20-20-20-22-22 steken. Voeg 1 markeerder in bij de hals. Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf hier genomen. Brei tricotsteek (de eerste naald is aan de verkeerde kant). Als het werk 6-6-7-7-7-8-9 cm meet vanaf de markeerder, meerder dan voor de halslijn als volgt NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot het einde van de naald. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 5-5-5-5-5-5-5 keer (10-10-10-10-10-10-10 naalden gebreid) = 25-25-25-25-25-27-27 steken. Zet op de volgende naald aan de verkeerde kant, 18-18-19-20-21-22-22 steken op voor de halslijn aan het einde van de naald. Knip de draad niet af = 43-43-44-45-46-49-49 steken. De halsmeerderingen zijn klaar. Het werk meet 11-11-12-12-12-13-14 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halshoogte zit op het achterpand. De halshoogte aan de voorkant = 9-9-9-9-9-10-11 cm. De halshoogte aan de achterkant = 2-2-3-3-3-3-3 cm. Alle delen worden nu samengevoegd voor de pas en er worden steken opgenomen voor de mouwen als volgt: PAS NAALD 1 (goede kant): Begin aan de goede kant en brei de steken op het linker voorpand als volgt: 7 steken volgens BIEZEN MET PUNNIKRAND, brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, haal 1 steek af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (1 steek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 20-20-22-22-24-24-26 steken op aan de binnenkant van de buitenste steek langs de zijkant van het linker voorpand, voeg 1 markeerder in, brei de eerste 2 steken op het achterpand recht samen (1 steek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het achterpand, 1 steek afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (1 steek geminderd) voeg 1 markeerder in, neem 20-20-22-22-24-24-26 steken op aan de binnenkant van de buitenste steek over het rechter voorpand, voeg 1 markeerder in, brei de eerste 2 steken op het rechter voorpand recht samen (1 steek geminderd), brei de steken op het rechter voorpand recht tot er 7 steken over zijn, brei 7 steken volgens biezen met PUNNIKRAND = 194-194-202-206-214-226-230 steken. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de voorbies, brei dan averecht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei averecht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechtst, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei tot het EINDE VAN DE NAALD zoals hiervoor = 198-198-206-210-218-230-234 steken. NAALD 3 (goede kant): Brei de voorbies en brei recht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei recht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei tot het EINDE VAN DE NAALD zoals hiervoor, brei het knoopsgat aan het einde van de naald – lees uitleg hierboven = 202-202-210-214-222-234-238 steken. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei de voorbies en brei averecht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei averecht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei tot EINDE VAN DE NAALD zoals hiervoor = 206-206-214-218-226-238-242 steken. NAALD 5 (goede kant): Brei de voorbies en brei recht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei recht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei tot het EINDE VAN DE NAALD zoals hiervoor = 210-210-218-222-230-242-246 steken. NAALD 6 (verkeerde kant): Brei de biezen en brei averecht, zonder te meerderen. Herhaal NAALDEN 5 en 6, 8-6-6-7-4-3-1 keer (16-12-12-14-8-6-2 naalden gebreid). Er zijn in totaal 12-10-10-11-8-7-5 meerderingen in de hoogte op de mouwen = 44-40-42-44-40-38-36 steken op elke mouw, 42-42-43-44-45-48-48 steken op elk voorpand en 70-70-72-74-76-82-82 steken op het achterpand = 242-234-242-250-246-254-250 steken. U meerdert nu op zowel het lijf als de mouwen; meerder 2 steken aan de binnenkant van de markeerders op het lijf zodat er 2 steken tussen de meerderingen op de mouwen en het lijf zitten als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei de voorbies en brei recht tot er 2 steken over zijn voor de eerste markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn voor de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei tot EINDE VAN DE NAALD zoals hiervoor (8 gemeerderde steken; 1 gemeerderde steek aan elke kant van 2 gebreide steken in elke overgang tussen het lijf en de mouwen). NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de biezen en brei averecht. Brei NAALDEN 1 en 2 tot u 6-10-11-13-16-19-22 meerderingen in de hoogte heeft op het lijf en de mouwen. Er zijn in totaal 18-20-21-24-24-26-27 meerderingen in de hoogte op de mouwen = 56-60-64-70-72-76-80 mouwsteken, 48-52-54-57-61-67-70 steken op elk voorpand en 82-90-94-100-108-120-126 steken op het achterpand = 290-314-330-354-374-406-426 steken. De mouwen meten ongeveer 13-15-16-18-18-20-20 cm – LET OP: als het vest dubbel gevouwen wordt op de schouders meet het vest ongeveer 19-21-22-24-24-27-27 cm gemeten vanaf de schouder naar beneden tot de armsgaten. Als het werk korter is dan dit, brei dan verder zonder verdere meerderingen tot de juiste lengte. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Brei 48-52-54-57-61-67-70 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 56-60-64-70-72-76-80 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-10-12-12-14 steken op (midden onder de mouw), brei 82-90-94-100-108-120-126 tricotsteken (= achterpand), plaats de volgende 56-60-64-70-72-76-80 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-10-12-12-14 steken op (midden onder de mouw), brei de laatste 48-52-54-57-61-67-70 steken (= voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 190-206-218-234-254-278-294 steken. Ga verder met de biezen en tricotsteek tot het werk 26-26-27-27-28-27-29 cm meet vanaf de scheiding. Begin op de volgende naald aan de goede kant met de boordsteek, Meerder tegelijkertijd 25-29-37-37-37-39-45 steken verdeeld op de naald (meerder niet over de biezen), brei als volgt: Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm. Brei 7 voorbiessteken, boordsteek (1 recht, 1 averecht – denk het meerderen) tot er 8 steken over zijn, 1 recht en 7 voorbiessteken = 215-235-255-271-291-317-339 steken. Brei deze boordsteek voor 3-3-3-3-4-4-4 cm. Kant af met boordsteek. De top meet ongeveer 52-54-56-58-60-62-64 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Plaats de 56-60-64-70-72-76-80 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-8-10-12-12-14 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 62-66-72-80-84-88-94 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-10-12-12-14 steken onder de mouw- de naald begint bij de markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 2 steken iedere 2 cm in totaal 0-0-3-3-3-3-3 keer = 62-66-66-74-78-82-88 steken. Brei verder tot de mouw 12-11-10-9-8-6-7 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht). Als de boordsteek 3-3-3-3-4-4-4 cm meet, kant dan af met recht. De mouw meet ongeveer 15-14-13-12-12-10-11 cm vanaf de scheiding. HALS: Gebruik 1 draad van elke kwaliteit. Begin aan de goede kant en neem 107 tot 133 steken op over de halslijn, met naald 2.5 mm (het aantal steken moet een oneven aantal zijn). Brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 7 voorbiessteken zoals hiervoor, * 1 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 8 steken over zijn, 1 averecht en brei de voorbies zoals hiervoor. Brei nog 1 naald in boordsteek aan de goede kant, dan 3 naalden in tricotsteek. Kant af met recht aan de goede kant. AFWERKING: Naai de knopen op de linker voorbies. |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #mistyhorizoncardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 39 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 263-19
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.