Frosted Cranberry Sweater#frostedcranberrysweater |
||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS BabyMerino. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek met Europeaanse pas, kabels en hals met rolrand. Maten XS - XXXL.
DROPS 264-13 |
||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.4. De telpatronen worden van links naar rechts gebreid als u aan de goede kant breit en van links naar rechts als u aan de verkeerde kant breit. TIP VOOR HET MEERDEREN-1: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht door de achterste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei recht door de voorste lus. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht door de voorste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht door de achterste lus. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Brei volgens punten 1 – 5. 1 ACHTERPAND: Zet steken op voor de achterkant van de hals. Brei het achterpand heen en weer gebreid, meerder steken aan elke kant tot het aantal schoudersteken bereikt is. Het achterpand heeft ietwat diagonale schouders. 2 VOORPAND: Wordt in 2 delen gebreid (elke kant van de hals). Begin door steken op te nemen langs een schouder achter, brei naar beneden en meerder voor de halslijn. Herhaal op de andere schouder. Dan worden er steken opgezet voor de halslijn midden voor en de 2 voorste delen worden samengevoegd. 3 PAS: Plaats de voor- en achterpanden op dezelfde naald, brei eerst het voorpand, neem steken op voor de mouw langs een zijkant van het voorpand, brei dan het achterpand, neem steken op voor de tweede mouw langs de andere kant van het voorpand. De pas wordt verder in de rondte gebreid. 4 MEERDEREN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Terwijl u de pas breit meerdert u eerst steken voor de mouwen en dan voor zowel het lijf als de mouwen. 5 LIJF EN MOUWEN: Als alle meerderingen klaar zijn en de pas heeft de juiste lengte, wordt het werk verdeeld en het lijf wordt verder in de rondte gebreid terwijl de mouwen wachten. Dan worden de mouwen van boven naar beneden gebreid in de rondte. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en de hals wordt in de rondte gebreid. Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie. ACHTERPAND: Het werk wordt heen en weer gebreid. Zet 42-44-46-48-54-56-58 steken op met rondbreinaald 3 mm en DROPS Baby Merino. NAALD 1 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht. NAALD 3 (verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN -2. Brei 3 averecht, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot er 3 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht. Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 13-13-13-13-13-14-15 keer (26-26-26-26-26-28-30 naalden gebreid). Er zijn 94-96-98-100-106-112-118 steken. Denk om de stekenverhouding. Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad. LINKER SCHOUDER VOOR: Vind de linker schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; de linkerkant van het werk = linkerschouder. Begin aan de goede kant bij de halslijn op de linker schouder achter en neem 1 steek op in elke gebreide naald tot het armsgat (aan de binnenkant van de buitenste steek = 26-26-26-26-26-28-30 steken), neem dan 1 steek op aan de buitenkant op de schouder (= kantsteek) = 27-27-27-27-27-29-31 schoudersteken. Voeg 1 markeerder in bij de hals. Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf hier genomen. Ga verder met tricotsteek, met de eerste naald aan de verkeerde kant. Als het werk 5-5-4-5-6-7-8 cm meet, meerder dan voor de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): 4 recht, brei naald 1 in A.1, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD (= 1 gemeerderde steek). NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht, brei de omslag zoals beschreven in de symbool uitleg. NAALD 3 (goede kant): 4 recht, brei naald 3 in A.1, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD (= 1 gemeerderde steek). NAALD 4 (verkeerde kant): Brei averecht, brei de omslag gedraaid. NAALD 5 (goede kant): Brei recht zonder te meerderen. NAALD 6 (verkeerde kant): Brei averecht zonder te meerderen. Brei NAALDEN 1 tot 6 in totaal 3-3-4-4-4-4-4 keer (18-18-24-24-24-24-24 naalden gebreid) = 33-33-35-35-35-37-39 steken. De meerderingen voor de halslijn zijn klaar. Het werk meet ongeveer 10-10-11-12-14-14-15 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halslengte zit op het achterpand. De halslengte aan de voorkant is ongeveer 8-8-9-9-10-10-11 cm. De halslengte op het achterpand is ongeveer 2-2-2-3-4-4-4 cm. Knip de draad af en zet de steken op een hulpdraad. Brei de rechter schouder voor. RECHTER SCHOUDER VOOR: Begin aan de goede kant bij het armsgat op de rechter schouder achter en neem 1 steek op aan de buitenkant op de schouder (kantsteek), neem dan 1 steek op in elke gebreide naald tot de halslijn (aan de binnenkant van de buitenste steek = 26-26-26-26-26-28-30 steken) = 27-27-27-27-27-29-31 schoudersteken. Voeg 1 markeerder in bij de hals. Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf hier genomen. Ga verder met tricotsteek, met de eerste naald aan de verkeerde kant. Als het werk 5-5-4-5-6-7-8 cm meet, meerder dan voor de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 8 steken over zijn op de naald, brei naald 1 in A.2, 4 recht. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht, brei de omslag zoals beschreven in de symbool uitleg. NAALD 3 (goede kant): Brei recht tot er 9 steken over zijn, brei naald 3 in A.2, 4 recht. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei averecht, brei de omslag gedraaid. NAALD 5 (goede kant): Brei recht zonder te meerderen. NAALD 6 (verkeerde kant): Brei averecht zonder te meerderen. Brei NAALDEN 1 tot 6 in totaal 3-3-4-4-4-4-4 keer (18-18-24-24-24-24-24 naalden gebreid) = 33-33-35-35-35-37-39 steken. De meerderingen voor de halslijn zijn klaar. Het werk meet ongeveer 10-10-11-12-14-14-15 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halslengte zit op het achterpand. De halslengte op het voorpand is ongeveer 8-8-9-9-10-10-11 cm. De halslengte op het achterpand is ongeveer 2-2-2-3-4-4-4 cm. VOORPAND: Voeg op de volgende naald (goede kant) de 2 voorste delen samen als volgt: Brei de 33-33-35-35-35-37-39 steken van de rechter schouder, zet 28-30-28-30-36-38-40 steken op voor de halslijn, brei de 33-33-35-35-35-37-39 steken van de linker schouder = 94-96-98-100-106-112-118 steken. Brei tricotsteek heen en weer gebreid tot het werk 11-11-12-13-15-15-16 cm meet vanaf de markeerder, met de laatste naald aan de verkeerde kant. De voor- en achterpanden worden nu samengevoegd en er worden steken opgenomen voor de mouwen als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei de eerste 2 steken op het voorpand recht samen (1 steek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het voorpand, 1 steek afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (1 steek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 28-28-30-34-38-40-42 steken op langs de linkerkant van het voorpand (= mouwsteken, opgenomen aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, brei de eerste 2 steken op het achterpand recht samen (1 steek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het achterpand, 1 steek afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (1 steek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 28-28-30-34-38-40-42 steken op langs de goede kant van het voorpand (= mouwsteken, opgenomen aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in = 240-244-252-264-284-300-316 steken. PAS: Het werk wordt nu in de rondte gebreid. NAALD 1: Brei alle steken recht, meerder 1 steek aan elke kant van de mouwen - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, meerder 1 steek richting links op het begin van de mouw en 1 steek richting rechts aan het einde van de mouw. Het aantal steken op de mouwen nemen toe maar blijft hetzelfde op de voor- en achterpanden. Brei deze naald 3-3-3-3-5-5-5 keer; 34-34-36-40-48-50-52 steken op elke mouw en 92-94-96-98-104-110-116 steken op de voor- en achterpanden = 252-256-264-276-304-320-336 steken. Ga verder als volgt: NAALD 1: Brei alle steken recht, meerder 1 steek aan elke kant van de mouwen zoals hiervoor. Het aantal steken op de mouwen nemen toe maar blijft hetzelfde op de voor- en achterpanden. NAALD 2: Brei recht zonder te meerderen. Brei NAALDEN 1 en 2, 11-9-7-6-3-1-1 keer (22-18-14-12-6-2-2 naalden gebreid). Er zijn in totaal 14-12-10-9-8-6-6 meerderingen in de hoogte op de mouwen (56-52-50-52-54-52-54 mouwsteken en 92-94-96-98-104-110-116 steken op de voor- en achterpanden) = 296-292-292-300-316-324-340 steken. Meerder nu op zowel het lijf als de mouwen, meerder 4 steken aan de binnenkant van de markeerders op het lijf zodat er 4 gebreide steken tussen de meerderingen op het lijf en de mouwen zijn. NAALD 1: 4 recht, brei naald 1 in A.3, brei recht tot er 8 steken over zijn op het voorpand voor de markeerder, brei naald 1 in A.4, 4 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 4 recht, brei naald 1 in A.3, brei recht tot er 8 steken over zijn op het achterpand voor de markeerder, brei naald 1 in A.4, 4 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald (= 8 gemeerderde steken, meerder 1 steek aan elke kant van alle 4 markeerders in elke overgang tussen het lijf en de mouwen). NAALD 2: Brei recht zonder te meerderen. NAALD 3: 4 recht, brei naald 3 in A.3, brei recht tot er 9 steken over zijn op het voorpand voor de markeerder, brei naald 3 in A.4, 4 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 4 recht, brei naald 3 in A.3, brei recht tot er 9 steken over zijn op het achterpand voor de markeerder, brei naald 3 in A.4, 4 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald (= 8 gemeerderde steken). NAALD 4: Brei recht zonder te meerderen. NAALD 5: 4 recht, brei naald 5 in A.3, brei recht tot er 10 steken over zijn op het voorpand voor de markeerder, brei naald 5 in A.4, 4 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 4 recht, brei naald 5 in A.3, brei recht tot er 10 steken over zijn op het achterpand voor de markeerder, brei naald 5 in A.4, 4 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald (= 8 gemeerderde steken). NAALD 6: Brei recht zonder te meerderen. Brei NAALDEN 1 tot 6, 3-4-5-6-7-9-9 keer (18-24-30-36-42-54-54 naalden gebreid), brei dan de eerste 0-0-2-2-4-0-4 naalden van 1 tot 6 (in totaal 18-24-32-38-46-54-58 naalden gebreid). Er zijn in totaal 23-24-26-28-31-33-35 meerderingen in de hoogte op de mouwen en 9-12-16-19-23-27-29 meerderingen in de hoogte op het lijf; 74-76-82-90-100-106-112 mouwsteken en 110-118-128-136-150-164-174 steken op de voor- en achterpanden = 368-388-420-452-500-540-572 steken. De mouwen meten ongeveer 13-13-14-16-17-18-19 cm. LET OP: Als de trui dubbel gevouwen wordt op de schouder, meet het werk ongeveer 18-19-20-22-24-25-27 cm vanaf de buitenkant van de schouder en naar beneden over het armsgat. Brei verder tot de pas 19-20-21-22-24-25-27 cm meet vanaf de bovenkant van de schouder en naar beneden over het armsgat. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Brei de eerste 110-118-128-136-150-164-174 steken recht (= voorpand), plaats de volgende 74-76-82-90-100-106-112 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-12-12-14-14-16-18 steken op (midden onder de mouw), 110-118-128-136-150-164-174 recht (= achterpand), plaats de volgende 74-76-82-90-100-106-112 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-12-12-14-14-16-18 steken op (midden onder de mouw). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 240-260-280-300-328-360-384 steken. Brei in tricotsteek in de rondte voor nog een 24-25-26-27-26-27-27 cm. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht), meerder tegelijkertijd 40-48-52-56-60-64-72 steken verdeeld op de eerste naald = 280-308-332-356-388-424-456 steken. Als de boordsteek 3-3-3-3-4-4-4 cm meet, kant dan af. De trui meet ongeveer 50-52-54-56-58-60-62 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Plaats de 74-76-82-90-100-106-112 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 3 mm en neem 1 steek op in elk van de 10-12-12-14-14-16-18 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 84-88-94-104-114-122-130 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 10-12-12-14-14-16-18 steken onder de mouw- de naald begint bij de markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 2 steken iedere 2e naald 2-2-2-2-3-3-4 keer, minder dan 2 steken iedere 2-2-1½-1-1-1-1 cm in totaal 6-7-9-12-14-15-16 keer = 68-70-72-76-80-86-90 steken. Brei verder tot de mouw 39-40-40-38-36-35-34 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht). Meerder tegelijkertijd 12-14-16-16-16-14-14 steken verdeeld op de eerste naald = 80-84-88-92-96-100-104 steken. Als de boordsteek 3-3-3-3-4-4-4 cm meet, ga dan verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm en kant af met boordsteek. De mouw meet ongeveer 42-43-43-41-40-39-38 cm vanaf de scheiding. HALS: Met rondbreinaald 2.5 mm, begin aan de goede kant bij een schouderlijn en neem ongeveer 120-128-136-144-160-168-176 steken op aan de binnenkant van 1 steek, rondom de halslijn. Brei een naald recht en pas indien nodig het aantal steken aan; het zou deelbaar moeten zijn door 4. Brei boordsteek in de rondte (2 recht, 2 averecht) voor 3-3-3-3-4-4-4 cm, 2-2-3-3-3-3-3 naalden recht (= rolrand). Ga verder met rondbreinaald 3 mm en kant ietwat losjes af met recht. |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #frostedcranberrysweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 35 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 264-13
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.