Uli schreef:
Ich finde das Pattern und auch die Frage wunderschön. Aber auch ich wundere mich über die Garnmenge, die mir sehr wenig vorkommt. Der ebenfalls in der Frühjahrkollektion veröffentlichte Pulli Tide Turn, mit einem ähnlichen Schnitt benötigt deutlich mehr Wolle. Eine kurze Antwort zu der Frage wäre super!
03.04.2025 - 16:10DROPS Design antwoorde:
Liebe Ulli, der Pullover Tide Turn ist aber größer, dh breiter und länger, deshalb braucht man dafür mehr Garn. Viel Spaß beim Stricken!
04.04.2025 - 08:16
Marlies Van Dijk schreef:
Goedemorgen, zou ik nog antwoord op mijn vraag over de hoeveelheid garen kunnen krijgen?
22.03.2025 - 09:44
Marlies schreef:
Kan het zijn dat de hoeveelheid garen voor dit patroon niet klopt? De aangegeven hoeveelheid Paris per maat lijkt mij veel te weinig, gezien mijn ervaring met Paris. Ook hebben andere patronen met Paris veel meer garen nodig dan in dit patroon aangegeven staat.
11.03.2025 - 21:21DROPS Design antwoorde:
Dag Marlies,
Dit lijkt inderdaad vrij weinig en komt in mijn ogen ook niet overeen met vergelijkbare patronen in DROPS Paris. Ik zal het doorgeven aan de ontwerpafdeling om na te kijken en aan te passen. Voor nu zou je kunnen kijken naar een vergelijkbaar patroon om de hoeveelheid te bepalen, bijvoorbeeld dit patroon.
13.04.2025 - 11:03
Lilac Bliss#lilacblisssweater |
|
![]() |
![]() |
Gebreide trui in DROPS Paris. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met tricotsteek, PUNNIKRAND en ingenaaide mouwen. Maten S - XXXL.
DROPS 259-40 |
|
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor de zijkanten): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 4 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 4 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 4 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor de armsgaten en de halslijn): Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! BEGIN VAN DE NAALD: 4 recht, haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. EINDE VAN DE NAALD: Brei tot er 6 steken over zijn op de naald, 2 recht samen, 4 recht. TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de zijkanten): Meerder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad. Begin 2 steken voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 4 steken), maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen als volgt: VOOR DE MARKEERDRAAD: Haal de omslag af en zet hem gedraaid terug (voeg de linker naald in aan de achterkant als u het terug zet). Brei recht door de voorste lus om een gaatje te voorkomen. NA DE MARKEERDRAAD: Brei recht door de achterste lus om een gaatje te voorkomen. Brei de nieuwe steken in tricotsteek. AFKANTEN IN PUNNIKRAND: Zet de 3 nieuwe steken op de linker naald met de breidraad 3 steken naar binnen op de naald (de draad trekt het werk aan om een kleine tube te vormen). NAALD 1 (goede kant): 2 recht, brei 2 steken gedraaid recht samen. Zet de 3 steken van de rechter naald op de linker naald. Keer het werk niet. Herhaal NAALD 1 tot er 3 steken over zijn op de rechter naald. Zet deze 3 steken op de linker naald. Kant af. Naai een kleine steek, om het begin en einde van de PUNNIKRAND samen te voegen. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig. Het werk wordt in de rondte gebreid van onder naar boven tot de armsgaten, dan verdeeld voor de voor- en achterpanden welke verder heen en weer worden gebreid. De schoudernaden worden dicht genaaid. De mouwen worden in de rondte gebreid, van onder naar boven tot de mouwkop welke daarna verder heen en weer wordt gebreid. De delen worden samengenaaid. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en op het einde wordt een rand gebreid. LIJF: Zet 172-190-202-220-246-268 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Paris. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 4 cm. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht en minder 16-18-18-20-22-24 steken verdeeld = 156-172-184-200-224-244 steken. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en 1 markeerdraad na 78-86-92-100-112-122 steken (= zijkanten). Er zijn hetzelfde aantal steken tussen de markeerdraden op zowel het voorpand als het achterpand. Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gebruikt voor het minderen en meerderen aan elke kant. Ga verder met tricotsteek. Denk om de stekenverhouding. Als het werk 8 cm meet, minder dan aan elke kant - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 4 cm in totaal 2 keer = 148-164-176-192-216-236 steken. Als het werk 4 cm meet vanaf de laatste mindering, meerder dan aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 4 cm in totaal 2 keer = 156-172-184-200-224-244 steken. Brei tricotsteek tot het werk 27-28-29-30-31-32 cm meet. Kant nu af voor de armsgaten als volgt: Begin 4-6-6-8-8-8 steken voor de eerste markeerdraad, kant 8-12-12-16-16-16 steken af, brei 70-74-80-84-96-106 recht (= achterpand), kant 8-12-12-16-16-16 steken af, brei 70-74-80-84-96-106 recht (= voorpand). De voor- en achterpanden worden apart verder gebreid. VOORPAND: = 70-74-80-84-96-106 steken. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei tricotsteek heen en weer gebreid. Als u 3 naalden heeft gebreid (de volgende naald aan de goede kant), begin dan met minderen voor de armsgaten – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder iedere 4-4-4-4-2-2 naalden in totaal 5-6-8-10-15-19 keer = 60-62-64-64-66-68 steken. Als het werk 41-43-45-45-47-49 cm meet vanaf de opzetrand, plaats dan de middelste 18-20-22-22-24-26 steken op een hulpdraad voor de halslijn en eindig de schouders apart = 21-21-21-21-21-21 schouder-steken. Op het begin van elke naald vanaf de hals, mindert u voor de halslijn – denk om TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder 1 steek in totaal 3 keer = 18-18-18-18-18-18 schoudersteken. Ga verder met tricotsteek tot het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet. Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier. ACHTERPAND: = 70-74-80-84-96-106 steken. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei tricotsteek heen en weer gebreid. Als u 3 naalden heeft gebreid (de volgende naald aan de goede kant), begin dan met minderen voor de armsgaten – denk om TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder iedere 4-4-4-4-2-2 naalden in totaal 5-6-8-10-15-19 keer = 60-62-64-64-66-68 steken. Als het werk 44-46-48-50-52-54 cm meet, kant dan de middelste 22-24-26-26-28-30 steken af voor de halslijn en eindig de schouders apart = 19-19-19-19-19-19 steken. Minder op het begin van de volgende naald vanaf de hals, 1 steek voor de halslijn = 18-18-18-18-18-18 schoudersteken. Ga verder met tricotsteek tot het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet. Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier. MOUWEN: De mouw wordt eerst in de rondte gebreid, dan wordt de mouwkop verder heen en weer gebreid. Zet 48-52-54-58-60-62 steken op met breinaalden zonder knop maat 5 mm. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald, welke gebruikt wordt voor het minderen onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte. Brei tricotsteek in de rondte. Als de mouw 8-8-8-9-9-9 cm meet, meerder dan 2 steken midden onder de mouw als volgt – lees TIP VOOR HET MEERDEREN: Meerder iedere 10-8-8-6-4½-3½ cm in totaal 4-5-5-6-7-8 keer = 56-62-64-70-74-78 steken. Brei verder tot de mouw 44-43-43-42-40-38 cm meet. Brei nu de mouwkop. MOUWKOP: Begin de volgende naald 4-6-6-8-8-8 steken voor de markeerdraad, kant 8-12-12-16-16-16 steken af en brei recht tot het einde van de naald. Ga verder met tricotsteek heen en weer gebreid, kant iedere 2e naald af als volgt: 1 steek aan elke kant tot de mouw 53-53-53-54-55-55 cm meet, kant dan 1 keer 3 steken af aan elke kant. Kant de overgebleven steken af. De mouw meet ongeveer 54-54-54-55-56-56 cm. PUNNIKRAND: Neem 1 steek op in elke steek rondom de manchet, gebruik breinaalden zonder knop maat 5 mm = 48-52-54-58-60-62 steken en zet 3 steken op aan het einde van de naald = 51-55-57-61-63-65 steken. Brei AFKANTEN IN PUNNIKRAND– lees beschrijving hierboven. AFWERKING: Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwen aan de armsgaten. HALSRAND: Gebruik rondbreinaald 5 mm, begin bij een schoudernaad aan de goede kant en neem 56 tot 78 steken op rondom de halslijn (inclusief de steken op de hulpdraad midden voor). Zet aan het einde van de naald 3 steken op, keer het werk niet. Brei afkanten in PUNNIKRAND. |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #lilacblisssweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 28 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 259-40
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.