DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Karisma yarn
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 1.84 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.44€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Evening Star

Gebreide trui voor heren in DROPS Karisma of DROPS Lima. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met Scandinavisch patroon en dubbele halsrand. Maten S – XXXL.

Markeer maat:
DROPS 251-5

#eveningstarsweater

DROPS Design: Patroon u-985
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS KARISMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
550-600-650-700-750-850 g kleur 37, donkerblauw/groen
250-250-300-300-350-350 g kleur 85, lichtbeige

Of gebruik:
DROPS LIMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
550-600-650-700-750-850 g kleur 9016, marineblauw
250-250-300-300-350-350 g kleur 0206, tarwe

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte, met tricotsteek en Scandinavisch patroon op naald 4 mm = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 1.84 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.44€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant.
1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. De telpatronen tonen het patroon aan de goede kant. Het patroon wordt gebreid in tricotsteek.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd).

TIP VOOR HET BREIEN:
Om te voorkomen dat het werk haar elasticiteit verliest wanneer u in patroon breit, is het belangrijk dat de draden aan de achterkant niet te strak zijn. Gebruik een naald in een maat groter wanneer u in patroon breit en het wordt wat te strak.
Als er grote hiaten in het kleurpatroon zijn, draai dan de draden samen aan de achterkant om de draad mee te nemen.


-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig.
De voor- en achterpanden worden eerst apart heen en weer gebreid, van boven naar beneden tot de armsgaten. Dan wordt het werk samen gevoegd en het lijf wordt in de rondte gebreid. Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten en de mouwen wordt in de rondte gebreid, van boven naar beneden. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn voor de hals, welke in de rondte wordt gebreid.

ACHTERPAND:
RECHTER SCHOUDER:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald.
Zet 38-42-46-46-54-62 steken op met rondbreinaald 4 mm en donkerblauw/groen DROPS Karisma of marineblauw DROPS Lima.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant en brei dan 4 naalden van PATROON A.1 met 1 kantsteek in RIBBELSTEEK aan elke kant – lees de uitleg hierboven. De kantsteken worden altijd in ribbelsteek gebreid. Laat het werk rusten en brei de linker schouder.

LINKER SCHOUDER:
Zet 38-42-46-46-54-62 steken op met rondbreinaald 4 mm en donkerblauw/groen DROPS Karisma of marineblauw DROPS Lima.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant, brei dan 4 naalden in patroon A.1, met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Voeg op de volgende naald aan de goede kant de twee schouders samen als volgt:
Brei naald 5 in A.1 over de linker schouder, zet 39-39-39-47-47-47 steken op met licht beige/tarwe, brei naald 5 in A.1 over de rechter schouder = 115-123-131-139-155-171 steken. Lees TIP VOOR HET BREIEN! Brei 1 kantsteek, dan A.1 tot er 2 steken over zijn, brei de eerste steek in A.1 (zodat het patroon symmetrisch is) en 1 kantsteek.
Als A.1 klaar is, ga dan verder als volgt:
1 kantsteek, vind de beginpijl voor uw maat in A.2, brei A.2 tot er 1 steek over is op de naald, 1 kantsteek. U krijgt geen hele herhalingen van het patroon aan elke kant maar wel een hele herhaling op het midden van de naald.
Als het werk 20-21-22-23-24-25 cm meet vanaf de opzetrand, voeg dan 1 markeerder in aan elke kant. Let op naar beneden welke naald in het patroon dit is. Ga verder met A.2 en kant af voor de armsgaten op het begin van elke naald: 1 keer 2 steken, dan 3 keer 1 steek aan elke kant = 105-113-121-129-145-161 steken. Eindig na een naald aan de verkeerde kant, knip de draad af, laat het werk rusten en brei het voorpand.

VOORPAND:
LINKER SCHOUDER:
Zet 38-42-46-46-54-62 steken op met rondbreinaald 4 mm en donkerblauw/groen DROPS Karisma of marineblauw DROPS Lima.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant, brei dan als volgt: 1 kantsteek, brei de laatste 4 steken in A.3 1-0-1-1-1-1 keer, brei A.3 over de volgende 32-40-40-40-48-56 steken, 1 kantsteek.
Op de 14e-14e-14e-16e-16e-18e naald in het telpatroon begint u met meerderen voor de halslijn, zet steken op aan het einde van elke naald aan de verkeerde kant: 1 keer 1 steek, 2 keer 2 steken en 1 keer 3 steken = 46-50-54-54-62-70 steken (brei de nieuwe steken in het patroon). Als de meerderingen klaar zijn, met de laatste naald aan de verkeerde kant, knip dan de draad af. Laat het werk rusten en brei de rechter schouder.

RECHTER SCHOUDER:
Zet 38-42-46-46-54-62 steken op met rondbreinaald 4 mm en donkerblauw/groen DROPS Karisma of marineblauw DROPS Lima.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant, brei dan als volgt: 1 kantsteek, brei A.1 over de volgende 32-40-40-40-48-56 steken, brei de eerste 4 steken in A.1 1-0-1-1-1-1 keer en 1 kantsteek.
Op de 13e-13e-15e-15e-17e-17e naald in het telpatroon begint u met meerderen voor de halslijn, zet steken op aan het einde van elke naald aan de goede kant: 1 keer 1 steek, 2 keer 2 steken en 1 keer 3 steken = 46-50-54-54-62-70 steken (brei de nieuwe steken in het patroon). Brei de teruggaande naald. Op de volgende naald worden de schouders samen gevoegd.

Brei aan de goede kant als volgt:
Brei de volgende naald in A.1 over de rechter schouder, zet 23-23-23-31-31-31 steken op met licht beige/tarwe, brei de volgende naald in A.1 over de linker schouder = 115-123-131-139-155-171 steken. Lees TIP VOOR HET BREIEN! Brei 1 kantsteek, A.1 tot er 2 steken over zijn, brei de eerste steek in A.1 (zodat het patroon symmetrisch is) en 1 kantsteek.
Als A.1 klaar is, ga dan verder als volgt:
1 kantsteek, vind de beginpijl voor uw maat in A.2, brei A.2 tot er 1 steek over is, 1 kantsteek. U krijgt geen hele herhaling van het patroon aan elke kant, maar er wel een volledige herhaling in het midden van de naald.
Als het werk 20-21-22-23-24-25 cm meet vanaf de opzetrand, voeg dan 1 markeerder in aan elke kant, zorg ervoor dat dit dezelfde naald in het patroon is als op het achterpand. Ga verder met A.2 en kant af voor de armsgaten op het begin van elke naald: 1 keer 2 steken, dan 3 keer 1 steek aan elke kant = 105-113-121-129-145-161 steken. Eindig na een naald aan de verkeerde kant, knip de draad niet af.

LIJF:
Aan de goede kant, brei over de 105-113-121-129-145-161 steken op het voorpand (ga verder met A.2 tot aan de zijkant), brei over de 105-113-121-129-145-161 steken op het achterpand (ga verder met A.2 tot aan de zijkant) = 210-226-242-258-290-322 steken. Ga verder met A.2 in de rondte. LET OP! Het patroon past niet onder de armsgaten; brei tot het patroon naar elke zijkant gaat, maar met minstens 1 steek met donkerblauw/groen/marineblauw aan elke kant als u de "stippen" breit. Als A.2 klaar is, ga dan verder met herhalen van de laatste 8 naalden in het patroon (gemarkeerd met x).
Brei tot het werk 35-36-37-37-38-39 cm meet vanaf het samenvoegen, pas zo aan dat u een aantal naalden zonder "stippen" heeft gebreid voor de boordsteek. Eindig het werk met donkerblauw/groen/marineblauw.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Begin met de boordsteek (2 recht, 2 averecht), meerder tegelijkertijd 42-46-50-50-62-66 steken verdeeld op de eerste naald = 252-272-292-308-352-388 steken.
Kant af als de boordsteek 6-6-6-7-7-7 cm meet. De trui meet ongeveer 64-66-68-70-72-74 cm.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen.

MOUWEN:
Gebruik rondbreinaald 4 mm en donkerblauw/groen/marineblauw.
Neem aan de goede kant 84-88-92-96-100-106 steken op rondom het armsgat, beginnend op de markeerder aan een zijkant onder het armsgat en neem steken op tot de markeerder aan de andere kant; de afgekante steken onder de armsgaten worden op het einde samen genaaid. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald. Voeg daarnaast 1 markeerdraad in, in een van de 2 middelste steken op de naald (midden boven van de mouw).
De markeerdraad wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw, de markeerder om te bepalen waar het kleurpatroon begint.
Brei 1 naald recht met donkerblauw/groen/marineblauw. Brei A.4 in de rondte – de steek gemarkeerd met een pijl in A.4 moet overeenkomen met de gemarkeerde steek op de bovenkant van de mouw – tel terug vanaf de gemarkeerde steek om te bepalen waar het kleurpatroon onder de mouw begint (welke niet onder de mouw past).
Als de mouw 3 cm meet vanaf de schoudermarkeerder, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3-2½-2½-2-2-1½ cm in totaal 13-14-14-15-16-18 keer = 58-60-64-66-68-70 steken. Als A.4 klaar is, herhaal dan de laatste 8 naalden in het patroon (gemarkeerd met x).
Brei tot de mouw 47-46-46-44-41-38 cm meet vanaf de markeerder, pas zo aan dat u een aantal naalden zonder "stippen" heeft gebreid voor de boordsteek. Eindig de mouw met donkerblauw/groen/marineblauw. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht), meerder tegelijkertijd 10-12-12-10-12-14 steken verdeeld op de eerste naald = 68-72-76-76-80-84 steken. Als de boordsteek 6-6-6-7-7-7 cm meet, kant dan af.

DUBBELE HALSRAND:
Gebruik rondbreinaald 3 mm en donkerblauw/groen/marineblauw.
Begin op een schoudernaad en neem 120 tot 136 steken op rondom de halslijn; het aantal steken moet deelbaar zijn door 4. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht) in de rondte voor 9 cm. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en kant af.

AFWERKING:
Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is.
Naai de openingen onder elke mouw dicht.

Telpatroon

lichtbeige/tarwe = lichtbeige/tarwe
donkerblauw/groen/marineblauw = donkerblauw/groen/marineblauw
Diagram for DROPS 251-5
Diagram for DROPS 251-5
Diagram for DROPS 251-5

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #eveningstarsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 251-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (3)

country flag Finn schreef:

Guten Tag, für das Zusammensetzen des Vorderteiles: Die Strickanleitung besagt, dass "A.1 über die Maschen der rechten Schulter stricken, [...], A.1 über die Maschen der linken Schulter stricken". Jedoch ist zuvor beschrieben, dass für die LINKE Schulter das Muster A.3 gestrickt werden soll. Dieses Muster ist bei den Zunahmerunden bereits angefangen. Müsste daher beim Zusammensetzen es nicht heißen "A.1 über die rechte, A.3 über die linke Schulter stricken"?

24.02.2025 - 18:42

DROPS Design antwoorde:

Lieber Finn, wenn die neuen Maschen für den Halsausschnitt angeschlagen sind, werden alle Maschen mit A.1 gestrickt, das Muster sollte dann genau über A.3 passen. Viel Spaß beim Stricken!

25.02.2025 - 09:47

country flag Chiara schreef:

Are the garter stitch edges counted in the stitch # to be cast on or do we need to add those on top?

15.01.2025 - 11:48

DROPS Design antwoorde:

Dear Chiara, yes they are, do not add any further stitch. Happy knitting!

15.01.2025 - 15:59

country flag Annbjørg Randi Tufte schreef:

Skal de 23 maskene på forstykket legges opp fra der jeg har felt til hals?

09.12.2024 - 10:18

DROPS Design antwoorde:

Hei Annbjørg. Usikker på om jeg helt skjønner spørsmålet ditt, men når du har strikket venstre og høyre skulder på forstykket skal du legge opp 23 masker ( i str, S-M-L) som kommer mellom venstre og høyre forstykke, blir masker under halsen. Om du skriv er en bedre beskrivelse på hvor nøyaktig du er i oppskriften, hvilken str du strikker og evnt mer viktig info, er det lettere for oss å gi deg et svar. mvh DROPS design

10.12.2024 - 14:45