Lines in the Sand#linesinthesandsweater |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||
Gebreide trui voor heren in DROPS Alaska of DROPS Big Merino. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met reliëfpatroon en dubbele halsrand. Maten S - XXXL.
DROPS 246-12 |
|||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.5. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor de halslijn): Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! OP HET BEGIN VAN DE NAALD AAN DE GOEDE KANT: 2 recht, haal 1 steek recht af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (1 steek geminderd). OP HET EINDE VAN DE NAALD AAN DE GOEDE KANT: Brei tot er 4 steken over zijn, 2 recht samen, 2 recht (1 steek geminderd). TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht/averecht samen afhankelijk van het patroon, 1 recht, markeerdraad, brei 2 steken gedraaid recht/averecht samen, afhankelijk van het patroon (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het lijf wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van onder naar boven tot de armsgaten. Dan worden de voor- en achterpanden apart heen en weer gebreid met de rondbreinaald. Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten, de mouwkop wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald voordat u de mouw samenvoegt en eindigt in de rondte met de rondbreinaald/de breinaalden zonder knop. De hals wordt op het einde gebreid. LIJF: Zet 196-212-224-248-272-296 steken op met rondbreinaald 3.5 mm en DROPS Alaska of DROPS Big Merino. Brei 1 naald recht. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht) voor 5 cm. Brei 1 naald recht en minder 28-32-32-36-40-44 steken verdeeld = 168-180-192-212-232-252 steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht, brei dan A.1 over alle steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als het werk 22-23-24-25-26-27 cm meet, brei dan A.2 over alle steken – pas TEGELIJKERTIJD op de eerste naald, het aantal steken aan naar 168-180-192-213-231-252 steken. Meerder op de laatste naald in A.2 0-4-0-3-1-4 steken verdeeld = 168-184-192-216-232-256 steken. Als A.2 klaar is, meet het werk ongeveer 31-32-33-34-35-36 cm vanaf de opzetrand. Als het werk korter is dan dit, ga dan verder met tricotsteek tot de juiste lengte. Brei A.3 over alle steken en twee keer in de hoogte. Als A.3 klaar is meet het werk ongeveer 36-37-38-39-40-41 cm vanaf de opzetrand. Als het werk korter is dan dit, ga dan verder met tricotsteek tot de juiste lengte. Brei 1 naald recht en minder 0-4-0-4-0-4 steken verdeeld = 168-180-192-212-232-252 steken. Voeg nu een markeerdraad in midden voor en midden achter en ook een markeerdraad aan elke kant als volgt: Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald, tel 42-45-48-53-58-63 steken, voeg een markeerdraad in de volgende steek (midden voor), tel 42-45-48-53-58-63 steken, voeg een markeerdraad in voor de volgende steek, tel 42-45-48-53-58-63 steken, voeg een markeerdraad in de volgende steek (midden achter). Er zijn 42-45-48-53-58-63 steken over na de laatste markeerdraad. Brei A.4 als volgt: Tel naar buiten vanaf het symbool dat het midden aangeeft van het telpatroon om vast te stellen waar u begint met het patroon aan de zijkant, brei A.4 zo ver mogelijk naar de andere kant (de markeerdraadsteek midden voor moet overeenkomen met het symbool voor het midden van A.4), begin dan opnieuw met A.4 op dezelfde manier op het achterpand, brei het patroon zo ver mogelijk richting de markeerdraad op het begin van de naald (de markeerdraadsteek midden achter moet overeenkomen met het symbool voor het midden van A.4). Ga verder met dit patroon en kant af voor de armsgaten zoals beschreven hieronder. ARMSGATEN: Als het werk 37-38-39-40-41-42 cm meet, kant dan af als volgt: Begin 3-2-5-6-7-8 steken voor de markeerdraad op het begin van de naald, kant 6-4-10-12-14-16 steken af, brei tot er 3-2-5-6-7-8 steken over zijn voor de markeerdraad aan de andere kant, kant 6-4-10-12-14-16 steken af, brei tot het einde van de naald. De voor- en achterpanden worden apart verder gebreid. ACHTERPAND: = 78-86-86-94-102-110 steken. Begin aan de verkeerde kant en ga verder met A.4 met 1 RIBBELSTEEK aan elke kant – lees beschrijving hierboven. Meerder op de laatste naald aan de goede kant, 2 steken verdeeld = 80-88-88-96-104-112 steken. Als A.4 klaar is, brei dan A.1 met 1 ribbelsteek aan elke kant. Herhaal A.1 in de hoogte tot de gewenste lengte. Brei nu de diagonale schouders en halslijn. Dit wordt tegelijkertijd gedaan. Lees beide paragrafen door voordat u verder gaat. DIAGONALE SCHOUDERS: Tegelijkertijd, als het werk 58-60-62-64-66-68 cm meet, plaats dan de steken van de zijkant op een hulpdraad voor de diagonale schouders, brei ze eerst om te voorkomen dat u de draad af moet knippen, als volgt: Plaats 4 keer 4-4-4-5-5-6 steken op de hulpdraad, dan de laatste 9-11-11-11-13-13 steken bij de hals. Plaats alle steken terug op rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald tricotsteek (om gaatjes te voorkomen in de overgangen tussen de steken, neemt u de draad op tussen 2 steken en brei deze gedraaid samen met de volgende steek op de linker naald). Kant af. HALSLIJN: Tegelijkertijd als het werk 59-61-63-65-67-69 cm meet, kant dan de middelste 24-28-28-28-32-32 steken voor de halslijn af en eindig elk schouder apart. Ga verder met A.1, plaats de steken op de hulpdraad voor de schouder en brei de buitenste 3 steken bij de hals in tricotsteek. Minder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant, 1 steek bij de hals – lees TIP VOOR HET MINDEREN-1. Minder zo 1 keer op de volgende naald aan de goede kant. Als alle steken afgekant zijn meet het werk 62-64-66-68-70-72 cm vanaf de bovenkant van de schouder. Brei de andere schouder op dezelfde manier. VOORPAND: = 78-86-86-94-102-110 steken. Begin aan de verkeerde kant en brei patroon op dezelfde manier als op het achterpand. Brei daarnaast de halslijn en diagonale schouders zoals beschreven hieronder. HALSLIJN: Als het werk 56-57-59-60-62-63 cm meet, plaats dan de middelste 20-24-24-24-26-26 steken op een hulpdraad voor de halslijn en eindig elk schouder apart. Ga verder met A.1, met de 3 buitenste steken bij de hals gebreid in tricotsteek. Minder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant, 1 steek voor de halslijn – lees TIP VOOR HET MINDEREN-1. Minder zo op elke naald aan de goede kant in totaal 4-4-4-4-5-5 keer. DIAGONALE SCHOUDERS: Tegelijkertijd, als het werk 59-61-63-65-67-69 cm meet, plaats dan steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder op dezelfde manier als op de achterkant, dus 4 keer 4-4-4-5-5-6 steken, zet dan de laatste 9-11-11-11-13-13 steken op een hulpdraad. Als alle steken op de hulpdraad zijn gezet, brei dan 1 naald tricotsteek op dezelfde manier als op het achterpand. Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de schoudernaden samen. MOUWEN: Gebruik rondbreinaald 5 mm en DROPS Alaska of DROPS Big Merino. Neem aan de goede kant 36-37-39-41-43-44 steken op vanaf de onderkant van het armsgat naar boven tot de schouder en 36-37-39-41-43-44 steken vanaf de schouder naar beneden tot de onderkant van het armsgat op de andere kant = 72-74-78-82-86-88 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de naald – de mouw wordt gemeten vanaf hier en de markeerdraad wordt tevens gebruikt voor het positioneren van het patroon. Begin aan de verkeerde kant en brei A.5 als volgt: Tel naar buiten vanaf het symbool welke het midden aangeeft van het telpatroon en de markeerdraad op de mouw om te bepalen waar u moet beginnen met het patroon en brei A.5 heen en weer gebreid met 1 ribbelsteek aan elke kant. Als de mouw 1-1-2-3-4-4 cm meet vanaf de markeerdraad, voeg dan de mouw samen en brei verder in de rondte, met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5 mm. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (midden onder de mouw). Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte. Begin op de markeerdraad en ga verder met A.5 in de rondte (het symbool in het telpatroon en de markeerdraad op de mouw moeten nog steeds met elkaar overeen komen – het patroon past niet onder de mouw). Als de mouw 5-3-4-5-6-8 cm meet vanaf de markeerdraad, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere 3-3-3-2½-2½-2½ cm in totaal 14-15-15-17-17-18 keer = 44-44-48-48-52-52 steken. Als A.5 klaar is in de hoogte, brei dan A.1 over alle steken. Brei tot de mouw 52-50-51-50-49-48 cm meet vanaf de markeerdraad (5 cm over, pas de trui en brei tot de gewenste lengte). Brei 1 naald recht en meerder 8 steken verdeeld = 52-52-56-56-60-60 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht) voor 5 cm. Kant ietwat losjes af. De mouw meet ongeveer 57-55-56-55-54-53 cm vanaf de markeerdraad. Brei de andere mouw op dezelfde manier. Naai de openingen onder elke mouw samen – zie tekening. DUBBELE HALSRAND: Begin op een schouder, met korte rondbreinaald 3.5 mm, en neem 80-96-96-104-112-112 steken op rondom de halslijn aan de binnenkant van 1 kantsteek (inclusief de steken op de hulpdraad). Brei boordsteek in de rondte (4 recht, 4 averecht – pas aan zodat u midden voor 4 averecht of 4 recht heeft). Voeg een markeerdraad in als de hals 4 cm meet; deze wordt gebruikt om vanaf te meten. Ga verder met 2 recht, 2 averecht voor nog een 9 cm. Ga verder met 5 mm korte rondbreinaald. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Vouw de tweede boordsteek (2 recht, 2 averecht) naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #linesinthesandsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 29 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 246-12
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.