Hélène schreef:
Bonjour, Y a-t-il un moyen de poster des photos de nos réalisations sur la page des modèle, par exemple celui-ci, afin que les gens puissent voir le résultat fait par un amateur ? Ou faut-il passer par un compte Instagram avec un # ou quelque chose de ce genre (je ne sais pas bien comment instagram marche) ? Merci d'avance !
23.10.2021 - 13:44DROPS Design antwoorde:
Bonjour Helene, Instagram n'est pas necessaire. Vous pouvez partager des photos p.ex. sur Facebook ou Ravelry et nous fournir un lien internet dans notre galerie #dropsfan ICI. Salutations cordiales!
25.10.2021 - 12:47
Irene Kjærsgaard schreef:
Hej! Hvordan strikker jeg 3. række i diagram A1? Jeg ved jeg skal strikke 6 masker vrang; men dernæst skal jeg STARTE med at "slippe omslaget ned fra forrige p.". Hvordan det? når omslaget er EFTER de 4 ret-masker. Med venlig hilsen Irene Kjærsgaard
22.06.2021 - 13:54DROPS Design antwoorde:
Hei Irene. Se linken du fikk i ditt første spørsmål. mvh DROPS design
28.06.2021 - 11:03
Irene Kjærsgaard schreef:
Hej! Hvordan strikker jeg 3. række i diagram A1? Jeg ved jeg skal strikke 6 masker vrang; men dernæst skal jeg STARTE med at "slippe omslaget ned fra forrige p.". Hvordan det? når omslaget er EFTER de 4 ret-masker. Med venlig hilsen Irene Kjærsgaard
21.06.2021 - 22:08DROPS Design antwoorde:
Hei Irene. Ta en titt på denne hjelpevideoen: Hvordan strikkes picotkanten og strukturmønstret i DROPS 222-28 mvh DROPS design
28.06.2021 - 11:01
Milena schreef:
Beau travail de finition des bordures. La manche bouffante, qui commence plus bas que l'épaule et finit sur l'avant bras, crée une belle originalité à la forme du modèle.
11.01.2021 - 12:55
Spring Impressions#springimpressionssweater |
||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Air. Het werk wordt gebreid met structuurpatroon, ¾-lengte pofmouwen en dubbele randen. Maten S - XXXL.
DROPS 222-28 |
||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht. PICOTRAND: NAALD 1: * Brei 2 steken gedraaid recht samen, maak 1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald. NAALD 2: Brei alle steken en omslagen recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor de zijkanten van het lijf): Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 averecht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken) maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd op de markeerdraad). Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken averecht. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 52 steken) minus de kantsteken (dus 2 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 10) = 5. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na elke 5e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (voor het midden op de bovenkant van mouw): Meerder 2 steken tussen de 2 “kabels” op de bovenkant van de mouw, zodat er steeds meer averechte steken tussen de 2 kabels zijn. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken averecht. TIP VOOR HET AFKANTEN: Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het lijf wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald tot de armsgaten. Er worden steken afgekant voor de armsgaten en de voor- en achterpanden worden apart heen en weer verder gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop tot het armsgat, dan wordt de mouwkop verder heen en weer gebreid. Het werk wordt samen genaaid en de hals wordt gebreid. LIJF: Zet 148-160-176-192-212-232 steken op met rondbreinaald 4 mm en Air. Brei in tricotsteek in de rondte voor 5 cm. Brei PICOTRAND – lees beschrijving hierboven. Brei in tricotsteek in de rondte voor 5 cm. Het werk wordt gemeten vanaf de picotrand (de rand wordt later over de picotrand gevouwen). Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en 1 markeerdraad na 74-80-88-96-106-116 steken (= zijkanten). Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gebruikt bij het meerderen in de zijkanten. Brei de eerste naald als volgt: * 5-3-7-11-11-11 recht, brei A.1 over de volgende 60-70-70-70-80-90 steken (= 6-7-7-7-8-9 herhalingen van 10 steken), A.2 (= 4 steken), 5 averecht-3-7-11-11-11, markeerdraad *, brei van *-* een keer. Ga verder met dit patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als het werk 6 cm meet vanaf de picotrand, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 6-6-6-7-7-7 cm in totaal 3 keer aan elke kant = 160-172-188-204-224-244 steken. Als het werk 23-24-25-26-27-28 cm meet vanaf de picotrand, kant dan af voor de armsgaten, pas zo aan dat de volgende naald, naald 1 of naald 3 in A.1/A.2 is, als volgt: Begin 2-2-3-5-5-6 steken voor de markeerdraad op het begin van de naald en kant 4-4-6-10-10-12 steken af, brei zoals hiervoor tot er 2-2-3-5-5-6 steken over zijn voor de andere markeerdraad, kant 4-4-6-10-10-12 steken af en brei zoals hiervoor over de overgebleven steken. De achter- en voorpanden worden apart verder gebreid. ACHTERPAND: = 76-82-88-92-102-110 steken. Ga verder met het patroon heen en weer gebreid met 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven aan elke kant. LET OP: Op naald 2 in A.1/A.2 wordt er ook een omslag aan de verkeerde kant gemaakt. Als het werk 44-46-48-50-52-54 cm meet vanaf de picotrand, plaats dan de steken op de hulpdraden op beide kanten voor de diagonale schouders, maar om te voorkomen dat u de draad af moet knippen, brei de steken voordat u ze op een hulpdraad zet: Plaats 1 keer 7-8-8-8-10-12 steken op de hulpdraad aan beide kanten, dan 2 keer 6-7-8-9-10-11 steken op de hulpdraden aan elke kant. TEGELIJKERTIJD als het werk 45-47-49-51-53-55 cm meet vanaf de picotrand, kant dan de middelste 34-34-36-36-38-38 steken af voor de hals en elk schouder wordt apart verder gebreid. Ga verder met het plaatsen van schoudersteken op de hulpdraden en kant 2 steken af op de volgende naald vanaf de hals. Als alle steken hebben voor de hals zijn afgekant en de schoudersteken op een hulpdraad zijn gezet, meet het werk ongeveer 47-49-51-53-55-57 cm vanaf de schouder naar beneden (gemeten vanaf de hals). Eindig de andere schouder op dezelfde manier. VOORPAND: = 76-82-88-92-102-110 steken. Ga verder met het patroon heen en weer gebreid met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 42-44-45-47-48-50 cm meet vanaf de picotrand, plaats dan de middelste 20-20-22-22-24-24 steken op 1 hulpdraad voor de hals en elk schouder wordt apart verder gebreid. Ga zo verder als hiervoor en kant af voor de hals op het begin van elke naald vanaf de hals als volgt: Kant 1 keer 5 steken en 1 keer 4 steken af. TEGELIJKERTIJD als het werk 44-46-48-50-52-54 cm meet vanaf de picotrand, plaats dan de steken op hulpdraden voor de diagonale schouders op dezelfde manier als het achterpand: Plaats 1 keer 7-8-8-8-10-12 steken op 1 hulpdraad en dan 2 keer 6-7-8-9-10-11 steken op de hulpdraad. Als alle steken voor de hals zijn afgekant en de schoudersteken op een hulpdraad zijn geplaatst, meet het werk ongeveer 47-49-51-53-55-57 cm vanaf de schouder naar beneden (gemeten vanaf de hals). Eindig de andere schouder op dezelfde manier. MOUWEN: Zet 50-52-54-56-60-62 steken op met breinaalden zonder knop maat 4 mm en Air. Brei in tricotsteek in de rondte voor 5 cm. Brei picotrand en dan tricotsteek voor 5 cm. Het werk wordt gemeten vanaf de picotrand (de rand wordt later over de picotrand gevouwen). Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald = midden onder de mouw. Brei 1 naald tricotsteek terwijl u 10-10-14-14-18-22 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 = 60-62-68-70-78-84 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 5 mm en brei de volgende naald als volgt: 23-24-27-28-32-35 averecht, brei A.1 (= 10 steken), A.2 (= 4 steken) en 23-24-27-28-32-35 averecht. Ga verder met dit patroon. Begin TEGELIJKERTIJD op de volgende naald met meerderen voor de pofmouwen. Meerder steken tussen de 2 kabels door 1 steek te meerderen na de kabel in A.1 en 1 steek voor de kabel in A.2 – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (= 2 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 2e naald in totaal 24-24-23-23-20-18 keer = 108-110-114-116-118-120 steken. Als de mouw 33-32-30-29-27-24 cm meet vanaf de picotrand, voeg dan 1 markeerdraad in midden onder de mouw (dze geeft aan waar de mouw aan het armsgat genaaid wordt). Brei heen en weer gebreid, brei 0-0-0-1-1-2 cm tricotsteken vanaf de markeerdraad, kant dan 9-10-13-10-11-13 steken af op het begin van elke naald in totaal 1-1-1-2-2-2 keer aan elke kant = 90-90-88-76-74-68 steken over. Brei op de volgende naald alle steken 2 aan 2 recht samen = 45-45-44-38-37-34 steken. Kant af met averecht aan de verkeerde kant. De mouw meet ongeveer 34-33-32-32-30-28 cm van boven naar beneden. Brei de andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Plaats de 19-22-24-26-30-34 steken op de ene schouderdraad op rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant, maar om gaatjes te voorkomen waar de steken op de hulpdraad zijn gezet, plaats u de hulpdraad tussen de 2 steken op de linker naald en breit u het gedraaid recht samen met de volgende steek op de linker naald. Kant dan af met recht aan de goede kant – lees TIP VOOR HET AFKANTEN! Herhaal op de andere 3 schouders. Naai de schoudernaden samen aan de binnenkant van de afkantranden. Naai de mouwkoppen aan de armsgaten op de voor- en achterpanden – zie tekening. Naai de onderkant van de armsgaten – de markeerdraden op de mouwen moeten overeenkomen met de zijkanten op het lijf. Vouw de rand dubbel naar de verkeerde kant op de onderkant van het lijf en de mouwen, vouw over de picotrand. Naai naar beneden vast – om te voorkomen dat de rand te strak wordt en naar buiten rolt is het belangrijk dat de naad elastisch is. HALS: Begin aan de goede kant op de ene schouder en neem 82 tot 96 steken op rondom de hals (inclusief de steken op de hulpdraad aan de voorkant) met korte rondbreinaald 4 mm en Air. Brei in tricotsteek in de rondte voor 5 cm. Brei picotrand en dan tricotsteek voor 5 cm. Ga verder met korte rondbreinaald 5 mm en kant af met recht. Vouw de hals dubbel naar de verkeerde kant langs de picotrand en naai naar beneden vast – zorg ervoor dat de naad elastisch is. |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #springimpressionssweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 32 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 222-28
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.