Rowley schreef:
Modelsk-071 nom du modèle papillon
30.01.2020 - 16:04
Anne Larsen schreef:
Feminin og flot bluse
27.12.2019 - 18:28
Hélène schreef:
Ravissant et simple.
18.12.2019 - 11:47
Sandrine schreef:
Ce petit pull ajouré est tout mignon et parfait pour le printemps il me rappelle un modèle tricoté dans les années 80
16.12.2019 - 23:02
Gransart schreef:
Joli modèle mais encolure trop large
11.12.2019 - 09:49
Butterfly Explosion#butterflyexplosionsweater |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Air. Het werk wordt gebreid met kantpatroon. Maten XS - XXL.
DROPS 210-11 |
|||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.3. Telpatroon A.1 en A.3 geldt alleen voor de maten S-L-XXL. TIP VOOR HET MINDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert, tel het totaal aantal van steken op de naald (dus 164 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 6) = 27.33. In dit voorbeeld mindert u door ongeveer elke 26e en 27e steek recht samen te breien. TIP VOOR HET AFKANTEN: Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een maat groter. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant en de omslagen worden als normale steken afgekant. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het lijf wordt in de rondte gebreid met korte rondbreinaald. Er worden steken afgekant voor de armsgaten en de voor- en achterpanden worden apart verder gebreid. De mouwen worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald. De delen worden op het einde samengenaaid. LIJF: Zet 156-164-180-192-208-220 steken op met rondbreinaald 4.5 mm en Air. Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek (= 2 recht / 2 averecht). Als de boordsteek 5 cm meet, brei dan 1 naald recht terwijl u 6 steken verdeeld mindert – lees TIP VOOR HET MINDEREN = 150-158-174-186-202-214 steken. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm en brei dan als volgt. *2-0-1-0-1-0 recht, brei A.1 (= 4 steken) 0-1-0-1-0-1 keer, A.2 (= 14 steken) in totaal 5-5-6-6-7-7 keer, A.3 (= 5 steken) 0-1-0-1-0-1 keer, 3-0-2-0-2-0 recht *, brei van *-* in totaal 2 keer. Herhaal dit patroon in de hoogte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als het werk 29-30-31-32-33-34 cm meet vanaf de opzetrand (er is ongeveer 17-18-19-20-21-22 cm over; u kunt verder breien tot de gewenste lengte), kant dan steken af voor de armsgaten als volgt: Kant de eerste 4-4-5-5-6-6 steken af, brei 67-71-77-83-89-95 steken zoals hiervoor, kant de volgende 8-8-10-10-12-12 steken af, brei 67-71-77-83-89-95 steken zoals hiervoor en kant de laatste 4-4-5-5-6-6 steken af. Knip de draad af. Eindig nu de voor- en achterpanden apart. Laat de steken voor het voorpand op de naald staan en brei het achterpand. ACHTERPAND. Brei de eerste 67-71-77-83-89-95 steken als volgt: Ga verder met kantpatroon over het kantpatroon (alleen waar u ruimte heeft voor hele herhalingen van het kantpatroon in de breedte), de overgebleven steken worden gebreid in tricotsteek en met 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven – aan elke kant van het werk. Als het werk 41-43-45-47-49-51 cm meet vanaf de opzetrand, plaats dan de middelste 31-31-33-33-35-35 steken op een hulpdraad voor de hals op de volgende naald aan de goede kant (= 18-20-22-25-27-30 steken op elk schouder). Als er zojuist begonnen is met een kantpatroon, eindig dan het patroon en ga verder in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant van het werk. De schouders worden apart verder gebreid. Kant steken af voor de hals op elke naald vanaf de hals als volgt: Kant 2 keer 1 steek af = 16-18-20-23-25-28 steken. Kant af als het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet vanaf de opzetrand. Brei de andere schouder op dezelfde manier. VOORPAND: Brei nu de overgebleven 67-71-77-83-89-95 steken voor het voorpand op dezelfde manier als het achterpand en tot het werk 36-38-38-40-40-42 cm meet vanaf de opzetrand. Plaats de middelste 17-17-19-19-21-21 steken op een hulpdraad voor de hals op de volgende naald aan de goede kant (= 25-27-29-32-34-37 steken op elk schouder). Elk schouder wordt apart verder gebreid. Brei in patroon, tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant van het werk. De steken die niet in het kantpatroon passen in de breedte worden in tricotsteek gebreid. Kant steken af vanaf de hals op elke naald vanaf de hals als volgt: Kant 2 steken 3 keer af, dan 3 keer 1 steek = 16-18-20-23-25-28 steken. Als het werk 41-43-45-47-49-51 cm meet vanaf de opzetrand, eindig dan in de hoogte het kantpatroon waarmee begonnen is, ga dan verder over alle steken in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Kant af als het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet vanaf de opzetrand. Brei de andere schouder op dezelfde manier. MOUWEN: Zet 62-66-66-66-70-70 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) met rondbreinaald 4.5 mm en Air. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei dan als volgt aan de goede kant: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 recht * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 recht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Als de boordsteek 6 cm meet, brei dan 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 4-6-6-4-6-6 steken verdeeld mindert = 58-60-60-62-64-64 steken. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Ga nu verder in patroon als volgt: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-1-1-2-3-3 steken in tricotsteek, A.2 in totaal 4 keer in de breedte, 0-1-1-2-3-3 steken in tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek. Herhaal dit patroon in de hoogte. Als de mouw 16 cm meet, meerder dan 0-0-1-1-1-1 steek aan elke kant van het werk, aan de binnenkant van de 1 kantsteek (= 0-0-2-2-2-2 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 6 cm in totaal 0-0-1-2-3-4 keer = 58-60-62-66-70-72 steken. Als de mouw 46-46-45-44-42-41 cm meet vanaf de opzetrand, voeg dan 1 markeerdraad in aan de binnenkant van de 1 kantsteek op het begin van de volgende naald. De markeerdraad geeft aan waar de onderkant van de armsgaten komen. Begin geen kantpatronen meer; eindig degenen die u al begonnen was. Ga verder met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Kant af als de mouw 49-49-48-47-46-45 cm meet - lees TIP VOOR HET AFKANTEN! Brei de andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de schoudernaden aan de binnenkant van de afkantrand. Naai de mouwnaden maar laat een split van ongeveer 3-3-3-3-4-4 cm aan de onderkant van de mouw (dus vanaf de markeerdraad op de mouw). Naai de split van de bovenkant van de mouw aan de onderkant van het armsgat. Naai dan de mouw in het lijf. HALS: Begin op een van de schouders en neem aan de goede kant ongeveer 80 tot 100 steken op rondom de hals, aan de binnenkant van de 1 kantsteek (inclusief de steken op de hulpdraden) met rondbreinaald 4.5 mm en Air – het aantal steken moet deelbaar zijn door 4. Brei 3 cm boordsteek (= 2 recht / 2 averecht) in de rondte. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #butterflyexplosionsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 29 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 210-11
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.