Reindeer Lineup |
|||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||
Lang DROPS Vest met rendiermotief en kraag van “Karisma”. Handschoenen van “Camelia” en sjaal van “Big Bouclé”. Maat S - XL
DROPS 63-6 |
|||||||||||||||||||
VEST: Steekverhouding: Karisma: 21 st x 28 nld met op breinld 4 mm = 10 x 10 cm. Puddel: 11 st x 14 nld op breinld 7 mm = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Rand: Brei 3 cm tricotsteek, 1 nld av (= omslagrand), 3 cm tricotsteek. Patroon: Zie teltekening M.1 – M.7. De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant. Eén keer de teltekening = 1 rapport. Panden: Brei het vest rond op de rondbreinld vanaf de omslagrand. Knip naderhand het armsgat en middenvoor open. Zet 241-255-269 st (inclusief 2 kantst) op met rondbreinld 2,5 mm en antraciet Karisma. Brei heen en weer. Brei 7 nld tricotsteek, 1 nld av (= omslagrand – Meet steeds vanaf dit punt het werk). Brei daarna 7 nld tricotsteek. Wissel naar rondbreinld 4 mm. Brei rond. Brei volgens teltekening M.1 en meerder tegelijkertijd middenvoor 3 st. Deze 3 st + 2 kantst = 5 st - om later door te knippen, brei deze st niet mee in het Patroon = 244-258-272 st. Brei na M.1 verder volgens teltekening M.2 tot een hoogte van ca 40-43-46 cm (er komen van M.2 - ca 11-12-13 rapporten in de hoogte). Let op de steekverhouding. Brei na M.2 verder volgens teltekening M.3 en daarna M.4. Brei bij een hoogte van 50-52-55 cm (er moeten nog 0-4-4 nld van M.3 worden gebreid) de nld als volgt: 5 st om door te knippen middenvoor, 42-56-56 st voorpand, kant 34-14-21 st af voor het armsgat, 86-112-112 st achterpand, kant 34-14-21 st af voor het armsgat, 43-57-57 st voorpand (1 st meer dan aan de andere kant, zodat het patroon doorloopt middenvoor). Meerder in de volgende nld 5 st boven de afgekante armsgatst aan weerszijden (deze st zijn om later door te knippen, brei deze st niet mee in het Patroon) = 186-240-240 st op de breinld. Brei na M.4 de volgende nld als volgt: 5 st om door te knippen middenvoor, M.5 over 42-56-56 st, 5 st om door te knippen aan de zijkant, brei M.5 over 86-112-112 st, 5 st om door te knippen aan de zijkant, eindig met M.7 over de resterende 43-57-57 st. Brei hierna M.6. Kant na M.6 de 5 st om door te knippen middenvoor af. Brei het werk verder heen en weer op de breinld met antraciet (er moet nog ca 8-8-8 cm worden gebreid). Brei bij een hoogte van 73-76-79 cm de nld als volgt: zet 21-23-23 st op een hulpnld voor de kraag, kant 48-71-71 st af voor de schouder, zet 42-46-46 st op een hulpnld voor de kraag, kant 49-72-72 st af voor de schouder, zet 21-23-23 st op een hulpnld voor de kraag. Mouwen: Zet 49-56-56 st op met breinaalden zonder knop 2,5 mm en antraciet Karisma. Brei rond. Brei 7 nld tricotsteek, 1 nld av (= omslagrand – Meet steeds vanaf dit punt het werk!). Brei 7 nld tricotsteek. Wissel naar breinaalden zonder knop 4 mm. Brei verder volgens teltekening M.1. Brei daarna volgens teltekening M.2– meerder tegelijkertijd in M.2 24-22-22 keer 2 st midden in de ondermouw in om en om iedere 4e en 5e nld = 97-100-100 st. Brei vanaf een hoogte van 42-36-37 cm (= ca 12-10-10 rapporten van M.2, er moet nog ca 15 cm van de mouw worden gebreid) volgens M.3 en daarna M.6 tot de gewenste afmetingen- deel, als de mouw een hoogte heeft van 48,5-48-48 cm, het werk midden in de ondermouw. Brei verder heen en weer op de breinld. Brei vanaf een hoogte van 57-51-52 cm, (er zijn nu ca 11 nld van M.6 gebreid) 2 cm averechte tricotsteek voor het beleg over de knipranden op de panden. Kant daarna alle st af. Afwerken: Rijg een merkdraad midden in de gemeerderde st middenvoor en aan de zijkant bij de gemeerderde st in de armsgaten. Werk met de naaimachine (bijvoorbeeld zigzagsteek of locksteek) de zomen rond de merkdraden af: 1e zoom = ½ st van de merkdraad, 2e zoom= ½ st van de 1e zoom. Knip de st in de armsgaten en middenvoor door. Sluit de schoudernaden. Kraag: Zet de st van de hulpnld rond de hals op rondbreinld 4 mm = 84-92-92 st. Plaats een markeerring midden achter en 1 aan weerszijden (= de schouders). Brei heen en weer. Brei tricotsteek (gezien aan de goede kant) met antraciet Karisma. Meerder vanaf een hoogte van 8-8-8 cm 5 keer 1 st aan weerszijden van alle markeerringen en aan weerszijden van middenvoor (= 8 st per nld) in iedere 5e nld = 124-132-132 st. Wissel, als de kraag een hoogte heeft van 21-21-21 cm, naar breinaalden zonder knop 7 mm en Puddel (brei heen en weer) – minder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 60-64-64 st in de nld = 64-68-68 st. Brei 1 nld av (= omslagrand – meet steeds vanaf dit punt het werk). Brei verder in tricotsteek. Minder bij een hoogte van 3, 7, 11 en 15 cm gelijkmatig verdeeld 5 st in de nld = 44-48-48 st. Kant alle st af bij een totale hoogte van 22-22-22 cm. Neem ca 197-204-210 st op langs het linker voorpand en omhoog langs de kraag tot aan de omslagrand (waar Puddel begint) met rondbreinld 4 mm en antraciet Karisma. Brei de rand (zie de beschrijving hierboven) heen en weer op de breinld, kant alle st af. Herhaal dit langs het rechter voorpand, maar kant na 1 cm gelijkmatig verdeeld in de nld af voor 12-12-13 knoopsgaten (het bovenste knoopsgat komt 1 cm van de bovenkant, het onderste knoopsgat komt 1 cm van de onderkant) - 1 knoopsgat = kant 2 st af en zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de afgekante st, (denk ook aan een knoopsgat in het beleg). Sla alle randen naar binnen en zoom ze vast. Zoom het Puddelbeleg van de kraag vast aan de binnenkant onderaan rond de hals tot aan de rand van de voorbies. Zet de mouwen in het vest. Sla het beleg van de mouw over de knipranden en zoom het vast. Naai de knopen aan. SJAAL: Steekverhouding: 8 st x 15 nld met Big Bouclé op breinld 8 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien. Sjaal: Zet 26 st op breinld 8 mm en een dubbele draad rood gemêleerd. Knip 1 draad af en brei 4 nld ribbelst. Brei verder in tricotsteek, maar brei de buitenste 2 st aan weerszijden steeds in ribbelst. Brei bij een hoogte van 148 cm nog 4 nld ribbelst. Kant alle st af met een dubbele draad. HANDSCHOENEN: Steekverhouding: 24 st x 30 nld met Camelia op breinld 3 mm in boordsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Boordsteek: * 2 r, 2 av *. Herhaal steeds *-*. Patroon: Zie teltekening M.1 in het kleine kader (1 keer de teltekening = 1 rapport). De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant. De Nederlandse verklaring van de symbolen in de teltekening staan onderaan dit patroon, in dezelfde verticale volgorde als de symbolen bij de teltekening . Handschoenen: Zet 83 st op met sokkenbreinld 3 mm en grijs. Brei rond. Brei volgens het Patroon, tot de handschoen helemaal af is, als volgt: 18 st boordsteek – begin de nld met 2 av, plaats een markeerring tussen deze 2 st av, M.1 (= midden op de handrug), 52 st boordsteek (brei de boordsteek zo dat deze gelijk is aan weerszijden van M.1, begin en eindig met 2 av). Minder bij een hoogte van 24 cm gelijkmatig verdeeld in de nld: 24 st, maar minder niet in M.1 = 59 st. Begin opnieuw met de boordsteek: 2 r en 2 av aan weerszijden van M.1, begin de nld met 2 av. Meet steeds vanaf dit punt het werk. Meerder vanaf een hoogte van 2 cm voor de spie (voor de duim) als volgt: Meerder 1 st aan weerszijden van de markeerringen, deze 2 st = de spie voor de duim. Meerder daarna steeds voor de spie aan weerszijden van deze 2 st in iedere 2e nld: 61 st= 14 st in de spie (brei de gemeerderde st in de spie mee in boordsteek). Zet nu deze 14 st + 1 st aan weerszijden = 16 st op een hulpnld en zet 2 nieuwe st op achter de spie = 59 st. Meerder bij een hoogte van 11 cm 1 st boven M.1 = 60 st, brei tegelijkertijd M.1 in boordsteek. Brei de volgende nld als volgt: 2 st boven de spie, 21 st, zet 13 st op een hulpnld voor de pink, zet 1 nieuwe st op en brei de resterende 24 st. Brei 4 nld over deze 48 st. Zet daarna de nieuwe st en 16 st aan weerszijden van deze st op een hulpnld. Wijsvinger: Brei 15 st, zet 1 nieuwe st op = 16 st. Brei 4 cm boven deze 16 st, kant de st af. Middelvinger: Brei 8 st van de handpalm, zet 1 nieuwe st op, brei 8 st van de handrug en meerder 3 st aan de kant van de wijsvinger = 20 st. Brei 4 cm boven deze 20 st, kant de st af. Ringvinger: Brei 17 st en meerder 3 st aan de kant van de middelvinger = 20 st. Brei 4 cm boven deze 20 st, kant de st af. Pink: Brei 13 st van de hulpnld en meerder 3 st aan de kant van de ringvinger = 16 st. Brei 4 cm boven deze 16 st, kant de st af. Duim: Brei 16 st van de hulpnld en meerder 4 st in de st achter de spie = 20 st. Brei 5 nld, kant de st af. Brei de andere de handschoen op dezelfde manier, maar in spiegelbeeld. Meerder voor de spie van de duim aan het einde van de 2e nld. Brei de nld tot aan de pink als volgt: Brei 24 st, zet 13 st op een hulpnld, zet 1 nieuwe st op en brei daarna 21 st + de 2 st boven de spie. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 29 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 63-6
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.