DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Bomull-Lin yarn
DROPS Bomull-Lin
53% katoen, 47% linnen
vanaf 2.17 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.72€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425
DROPS 64-11

#cablemagicsweater

Maat: XS - S/M - L
Materiaal: DROPS Bomull-lin van Garnstudio,
800-900-1000 gr nr. 01, wit

DROPS Rondbreinaald en breinaalden zonder knop 3,5 mm en 4,5 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Bomull-Lin
DROPS Bomull-Lin
53% katoen, 47% linnen
vanaf 2.17 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.72€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Steekverhouding:
20 st x 26 nld met Bomull-lin op breinld 4,5 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje!

Patroon:
Zie teltekening - M.1 en M.2, De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant.
1 keer de teltekening = 1 rapport. (Er worden per rapport 9 st gecompenseerd).

Ribbelst (heen en weer breien):
Alle naalden recht breien.

Ribbelst (op de rondbreinaald):
1e nld recht, 2e nld averecht. Herhaal steeds de 1e en 2e nld.

Panden:
Zet 180-210-240 st op met rondbreinld 3,5 mm en wit. Brei rond. Brei 2 nld ribbelst, meerder in de laatste nld ribbelst gelijkmatig verdeeld 108-126-144 st als volgt: * 1 r, meerder 1 st in de volgende 2 st, 1 r, meerder 1 st in de volgende st *, herhaal steeds *-* = 288-336-384 st op de breinld. Wissel naar rondbreinld 4,5 mm. Brei volgens teltekening M.1 over alle st. Plaats 1 markeerring middenvoor en middenachter - zie de pijl in de teltekening. Let op de steekverhouding! Kant bij een hoogte van 39-41-44 cm voor het armsgat aan weerszijden 8 st af (tel de st vanaf de markeerringen middenvoor en middenachter). Brei het voor- en achterpand (= 136-160-184 st) verder heen en weer op de nld.

Voorpand: = 136-160-184 st.
Kant daarna aan weerszijden af voor het armsgat in iedere 2e nld: 0-1-1 keer 4 st, 0-2-4 keer 3 st, 1-2-4 keer 2 st, 3-3-5 keer 1 st = 126-126-126 st (inclusief 1 kantst aan weerszijden). Brei verder volgens het Patroon, maar brei de kantst aan weerszijden steeds in ribbelst. Minder bij een hoogte van 50-53-56 cm gelijkmatig verdeeld over de middelste 38-38-38 st: 16-16-16 st. Kant in de volgende nld de middelste 24-24-24 st af voor de hals. Kant daarna af aan beide halszijden in iedere 2e nld: 4 keer 2 st en 3 keer 1 st= 32-32-32 st over voor iedere schouder. Minder bij een totale hoogte van 58-61-64 cm gelijkmatig verdeeld in beide schouders: 10-10-10 st = 22-22-22 st. Kant in de volgende nld de resterende st af.

Achterpand: = 136-160-184 st.
Kant af voor het armsgat zoals bij het voorpand = 126-126-126 st. Brei verder tot een hoogte van 56-59-62 cm. Minder nu gelijkmatig verdeeld over de middelste 54-54-54 st: 20-20-20 st. Kant in de volgende nld de middelste 34-34-34 st af. Kant daarna 2 keer 2 st af aan beide halszijden in iedere 2e nld = 32-32-32 st over voor iedere schouder. Minder bij een totale hoogte van 58-61-64 cm 10-10-10 st gelijkmatig verdeeld in beide schouders = 22-22-22 st. Kant in de volgende nld de resterende st af.

Mouwen:
Zet 50-50-50 st op met breinaalden zonder knop 3,5 mm en wit. Brei rond. Brei 2 nld ribbelst, meerder in de laatste nld van de ribbelst gelijkmatig verdeeld in de nld: 30-30-30 st = 80-80-80 st. Wissel naar breinaalden zonder knop 4,5 mm. Brei volgens teltekening M.2 over 8 st, en volgens teltekening M.1 over 72 st. Brei verder volgens dit patroon. Meerder vanaf een hoogte van 6 cm 12 keer 1 st in aan weerszijden van M.2:
Maat XS: Iedere 9e nld = 104 st
Maat S/M en L: Om en om iedere 8e en 9e nld = 104-104 st.
Brei de gemeerderde st mee in M.1. Kant, als de mouw een hoogte heeft van 49-46-45 cm, midden in de ondermouw 8 st af (= M.2). Kant daarna af voor de mouwkop aan weerszijden in iedere 2e nld: 2-0-0 keer 4 st, 1-2-1 keer 3 st, 1-8-13 keer 2 st, 1-2-2 keer 3 st en 3-1-0 keer 4 st. Kant in de volgende nld gelijkmatig verdeeld 8 st af in de resterende st. Kant in de nld daarna alle st af.

Afwerken:
Sluit de schoudernaden. Neem ca 90 tot 100 st op rond de hals met breinaalden zonder knop 3,5 mm en wit. Brei rond. Brei 1 nld av, 4 nld tricotsteek, 1 nld av en daarna 5 nld tricotsteek voor het beleg. Kant alle st losjes af. Sla het halsboord naar binnen en zoom het vast. Zet de mouwen in de panden met de 1 kantst als naadtoeslag.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 03.03.2006
Teltekening M.1: de 6 st aan de rechterkant moet pas worden verschoven als de 6 st aan de linkerkant ook worden verschoven.

Telpatroon

r = r
av = av
zet 2 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld = zet 2 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld
zet 4 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 4 r, 4 r van de kabelnld = zet 4 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 4 r, 4 r van de kabelnld
zet 4 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 4 r, 4 r van de kabelnld = zet 4 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 4 r, 4 r van de kabelnld
zet 2 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 av, 2 r van de kabelnld = zet 2 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 av, 2 r van de kabelnld
zet 2 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 2 r, 2 av van de kabelnld = zet 2 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 2 r, 2 av van de kabelnld
zet 4 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 av, 4 r van de kabelnld = zet 4 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 av, 4 r van de kabelnld
zet 2 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 4 r, 2 av van de kabelnld = zet 2 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 4 r, 2 av van de kabelnld
Diagram for DROPS 64-11
Diagram for DROPS 64-11
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #cablemagicsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 64-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (39)

country flag Marie schreef:

Bonjour, pour le modèle 64-11,je ne comprends pas ce que vous voulez dire, à la page 1, dans "note :dans M1, les 6 mailles à droite doivent être déplacées d'abord quand les 6 mailles sont déplacées à gauche “ Pourriez-vous m'expliquer ce qu'il faut faire. Lesquelles 6 mailles ? Je suis novice pour les torsades. Merci d'avance et aussi pour tout ce que vous faites pour les tricoteuses et travailleuses de vos laines magnifiques.

31.07.2019 - 20:40

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Marie, les 6 mailles au début des rangs 27, 28 et 29 de M.1 vont être supprimées du diagramme, ces 6 mailles sont les 6 mailles endroit de la fin de M.1 (= 4 m end + les 2 m end de la torsade). On va ainsi décaler le motif en tricotant ces 6 mailles endroit de la fin du motif précédent avec les 4 mailles endroit du début du diagramme suivant. Bon tricot!

07.08.2019 - 09:35

country flag Olga Antonioli schreef:

Buongiorno, dovrei chiudere le otto maglie laterali x gli scalfi ma non ho capito da dove iniziare......mi trovo all'inizio dell'undicesimo giro di m1 superiore (in cui ci sono le 6 maglie spostate a destra)..... devo iniziare con: 16 m dritte - 4 inrecciate, primo segnapunti, 4 intrecciate e 16 dritte , 2 rovescio, ecc????

11.01.2018 - 14:10

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Olga. Deve prendere come riferimento i segni che indicano i lati del lavoro. Intreccia le quattro maglie che precedono e che seguono ognuno di questi due segni. Buon lavoro!

11.01.2018 - 15:07

country flag Raffaella schreef:

Mi scuso per quest'ultima richiesta: il motivo 1 ad un certo punto ha tre giri su 30 maglie invece di 24, come devo comportarmi? 288 non è divisibile per 30. Grazie.

28.11.2016 - 11:07

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Raffaella. Continui a lavorare i tre giri sulle 24 m iniziali (quindi non tenga conto delle 6 m sulla destra). Verifichi di spostare correttamente il motivo dopo aver completato i tre giri con 30 quadretti. Buon lavoro!

28.11.2016 - 12:38

country flag Raffaella schreef:

Riporto: ' lavorare il motivo 1 su tutte le m. Inserire un segnapunti al centro davanti e al centro dietro – vedere la freccia sul diagramma .... Mettere i segnapunti per i lati': però la freccia non è al centro del diagramma ma ha 10 maglie a sinistra e 14 a destra; non capisco come comportarmi con le maglie precedenti e successive, che ripetizione eseguire? (inoltre per xs sono 144 non 133 come indicato) Grazie per l'aiuto, ho il cotone pronto per fare felice le mie due ragazze.

23.11.2016 - 15:10

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Raffaella. Abbiamo corretto le 144 m. Lavora il primo giro di M1 su tutte le m; poi posiziona i segni in questo modo: 1 segno dopo le prime 14 m di M1 (centro davanti o dietro), conta 10 m (e così completa M1), 24 m, 24m, 14 m , inserisce un segno (lato), conta 10 m, 24 m, 24 m, 14 m, segno (centro dietro o davanti), conta 10 m, 24 m, 24 m , 14 m , segno (lato), e rimangono 10 m, 24 m , 24 m , 14 m fino al primo segno. Ci sono 144 m tra i 2 segni ai lati e ha un segno al centro del davanti e del dietro. Buon lavoro!

23.11.2016 - 15:53

country flag Raffaella schreef:

Avrei bisogno di maggiori dettagli per sviluppare il diagramma 1, in pratica non capisco se dal centro poi devo replicare quella parte di disegno a destgra e l'altro a sinistra, o sei poi a destra a sinistra dal centro devo riprendere l'interno diagramma sulle 24 maglie. Grazie per un Vs. cortese riscontro.

23.11.2016 - 09:13

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Raffaella, in che senso dal centro? Il diagramma M.1 viene lavorato su tutte le m quindi quando lavorando in tondo deve partire a lavorare il diagramma dall'angolo in basso a destra verso sinistra e sul giro successivo ancora da destra verso sinistra. Ci riscriva se non abbiamo interpretato correttamente la sua domanda. Buon lavoro!

23.11.2016 - 09:30

country flag Saskia Van Der Burgt schreef:

Wat wordt er bedoeld met er worden per rapport 9st gecompenseerd? Moet je halverwege het telpatroon beginnen(op nieuwe toer?

18.05.2015 - 13:51

DROPS Design antwoorde:

Hoi Saskia. Ik denk dat het heeft te doen met het verplaatsen van het telpatroon M.1 naar rechts.

19.05.2015 - 15:07

country flag Rebekah schreef:

I love this sweater! Can you pattern it for a bigger size? XL or even XXL? Maybe even a bit longer to just below the hip? Thanks!

29.07.2014 - 21:24

DROPS Design antwoorde:

Dear Rebekah, you can get help from another pattern and your swatch for recalculating measurements - you are welcome to get any help from your store or a knitting forum. Happy knitting!

30.07.2014 - 09:39

country flag Christine schreef:

I have a problem with the sleeve increase. How does one knit the increases into the pattern without it looking very odd?

12.07.2014 - 14:46

DROPS Design antwoorde:

Dear Christine, inc for sleeve each side should be worked in pattern M.1, i.e. P or K and then with cables when there are enough sts. Happy knitting!

14.07.2014 - 08:47

Olof schreef:

Det finns inget svar! Dom flesta klarar av att läsa ett diagram både runt och fram och tillbaka.

06.08.2013 - 08:30

country flag Anette Flinke schreef:

Varför är frågan dum. Du har kanske ett svar på den som jag inte tänkt på . Det är väl vad detta forum är till för. Inte klanka ner på andra.

06.08.2013 - 06:22