Lillehammer#lillehammersweater |
|||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||
De set bestaat uit: Gebreide muts met veelkleurig Noors patroon en pompon. Trui met ronde pas en veelkleurig patroon, van boven naar beneden gebreid. Maten S - XXXL. Het werk wordt gebreid in DROPS Nepal.
DROPS 180-18 |
|||||||||||||||||||
INFORMATIE VOOR HET PATROON: TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (voor de trui): Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert/meerdert, telt u het totaal aantal steken op de naald (dus 88 steken) en deelt deze door het aantal te maken minderingen/meerderingen (dus 10) = 8.8. Met andere woorden, in dit voorbeeld, breit u iedere 8e en 9e steek samen. Als u gaat meerderen, doet u dit na ongeveer iedere 9e steek. PATROON: Trui: Zie telpatronen A.1 tot A.3. Het hele patroon wordt gebreid in tricotsteek. Kies het telpatroon voor uw maat. Muts: Zie telpatroon A.4. Het hele patroon wordt gebreid in tricotsteek. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor de trui - midden onder de mouw): Begin 3 steken voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor de muts): 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de trui - boordsteek): Meerder 1 steek in elk averecht deel als volgt: 2 averecht, neem de lus op voor de volgende steek en brei de lus gedraaid averecht om gaatjes te vermijden. VERHOGING (voor de trui): Voeg 1 markeerdraad in midden achter. Begin aan de goede kant en brei recht tot u 7-8-8-9-9-10 steken heeft gebreid na de markeerdraad, keer het werk, trek de draad aan en brei 14-16-16-18-18-20 steken averecht terug. Keer het werk, trek de draad aan en brei 21-24-24-27-27-30 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 28-32-32-36-36-40 steken averecht terug. Keer het werk, trek de draad aan en brei 35-40-40-45-45-50 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 42-48-48-54-54-60 steken averecht terug. Keer het werk en brei recht terug tot midden achter. ---------------------------------------------------------- TRUI: De trui wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald en van boven naar beneden. PAS: Zet 88-88-96-96-104-112 steken op met de korte rondbreinaald 4 mm en beige. De naald begint midden achter. Brei boordsteek (2 recht/ 2 averecht) de hele naald. Als de boordsteek 3 cm meet brei dan 1 naald recht terwijl u 10-4-6-0-2-4 steken verdeeld op de naald mindert– lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 78-84-90-96-102-108 steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Voor een betere pasvorm kunt u nu een VERHOGING breien – zie uitleg hierboven, op de achterkant van de hals met beige. Ga verder in PATROON – zie uitleg hierboven, in de rondte volgens telpatroon A.1 (kies het telpatroon voor uw maat = 13-14-15-16-17-18 herhalingen van 6 steken). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 klaar is, zijn er 234-252-270-304-323-342 steken op de naald en meet het werk ongeveer 21-23-25-27-29-31 cm midden voor vanaf waar A.1 is begonnen. Als het werk korter dan dit is, brei dan verder met beige (zonder meerderingen) tot de juiste lengte. Brei 1 naald recht terwijl u 2-8-6-0-9-14 steken verdeeld op de naald meerdert = 236-260-276-304-332-356 steken. Brei de volgende naald als volgt vanaf midden achter: 35-38-40-44-49-53 steken tricotsteek (= helft van het achterpand), plaats de volgende 48-54-58-64-68-72 steken op een hulpdraad (= rechter mouw), zet 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken op (= aan de zijkant onder de mouw), brei tricotsteek over de volgende 70-76-80-88-98-106 steken (= voorpand), plaats de volgende 48-54-58-64-68-72 steken op een hulpdraad (= linker mouw), zet 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken op (= aan de zijkant onder de mouw) en brei tricotsteek over de overgebleven 35-38-40-44-49-53 steken (= helft van het achterpand). Het lijf en de mouwen worden nu apart verder gebreid. LIJF: = 152-164-176-192-216-236 steken. Voeg 1 markeerdraad in – HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! Ga verder in patroon in de rondte volgens telpatroon A.2. Minder op de naald gemarkeerd met pijl 1 in het telpatroon 4 steken verdeeld op de naald = 148-160-172-188-212-232 steken. Als A.2 klaar is, ga dan verder volgens telpatroon A.3 op dezelfde manier (A.3 wordt herhaald tot de gewenste lengte). Minder TEGELIJKERTIJD op de naald gemarkeerd met pijl 2 in het telpatroon 8 steken verdeeld op de naald = 140-152-164-180-204-224 steken. Ga verder met 6 steken meerderen verdeeld op de naalden gemarkeerd met pijl 3, pijl 4, pijl 5 en pijl 6 = 164-176-188-204-228-248 steken. Als het werk 35 cm meet vanaf de markeerdraad, brei dan 1 naald recht terwijl u 52-56-60-68-76-80 steken verdeeld meerdert = 216-232-248-272-304-328 steken op de naald. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei boordsteek in de rondte (= 2 recht / 2 averecht). Als de boordsteek 4 cm meet meerder dan alle 2 averecht tot 3 averecht – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 270-290-310-340-380-410 steken. Als de boordsteek 8 cm meet (de hele trui meet nu ongeveer 66-68-70-72-74-76 cm vanaf de schouder) kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht. Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt, kunt u een grotere naald gebruiken of een omslag maken na ongeveer iedere 4e steek, welke vervolgens afgekant wordt. MOUW: De mouw wordt in de rondte gebreid met de korte rondbreinaald. Ga verder met breinaalden zonder knop als dat nodig is. Voeg 1 markeerdraad in – HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! Plaats de steken van de hulpdraad terug op de korte rondbreinaald 5 mm en neem daarnaast nog 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-10-12 steken midden onder de mouw = 54-60-66-72-78-84 steken op de naald. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald = midden onder de mouw. Neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien. Brei in patroon in de rondte volgens telpatroon A.2. Als A.2 klaar is, brei dan in patroon in de rondte volgens telpatroon A.3 (als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan met beige tot de gewenste lengte). Minder TEGELIJKERTIJD als de mouw 3 cm meet 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN-1. Minder op deze manier in totaal 8-11-13-16-18-20 keer in de verschillende maten zoals beschreven hieronder: Maat S: Iedere 10e naald, Maat M: Iedere 6e naald, Maat L: Iedere 5e naald, Maat XL: Afwisselend iedere 3e en 4e naald, Maat XXL: Iedere 3e naald, Maat XXXL: Afwisselend iedere 2e en 3e naald Als alle minderingen klaar zijn, zijn er 38-38-40-40-42-44 steken over – LET OP: Terwijl u mindert, sluit het patroon niet aan midden onder de mouw, maar zorg ervoor dat de ‘punten’ in A.3 boven elkaar komen op de rest van de mouw). Als het werk 36-34-32-30-29-27 cm meet vanaf de markeerdraad (LET OP: minder hoog in grotere maten vanwege de langer pas) brei dan 1 naald recht terwijl u 10-10-12-12-14-16 steken verdeeld op de naald meerdert = 48-48-52-52-56-60 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei 8 cm boordsteek in de rondte (= 2 recht /2 averecht). Meerder op de volgende naald alle 2 averecht tot 3 averecht = 60-60-65-65-70-75 steken (dit wordt gedaan zodat de mouw niet te strak is aan de onderkant). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet nu ongeveer 44-42-40-38-37-35 cm vanaf de markeerdraad. Brei een andere mouw op dezelfde manier. ---------------------------------------------------------- MUTS: Het werk wordt in de rondte gebreid met de korte rondbreinaald. Ga verder met breinaalden zonder knop als u genoeg steken heeft geminderd. Zet 96 steken op met de korte rondbreinaald 4 mm en beige. Brei 4 cm boordsteek (= 2 recht / 2 averecht). Brei 1 naald recht terwijl u 12 steken verdeeld op de naald mindert (iedere 7e en 8e steek recht samen) = 84 steken. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm en brei in PATROON – zie uitleg hierboven, in de rondte volgens telpatroon A.4 (= 7 herhalingen van 12 steken). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.4 klaar is (het werk meet nu ongeveer 18 cm), brei dan verder in tricotsteek met beige. Als het werk 19 cm meet voeg dan 6 markeerdraden in het werk met 14 steken tussen elke markeerdraad. Ga verder met tricotsteek en minder 1 steek na elke markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2 (= 6 steken geminderd). Minder op deze manier iedere 2e naald in totaal 3 keer, dan iedere naald in totaal 3 keer = 48 steken over op de naald. * Brei op de volgende naald alle steken 2 aan 2 gedraaid recht samen, brei 1 naald zonder te minderen*, herhaal van *-* nog 1 keer = 12 steken over op de naald. Knip de draad af, haal deze door de overgebleven steken, trek strak aan en hecht goed af. De muts meet ongeveer 24 cm van boven naar beneden. POMPOM: Maak een pompom met de kleur diepzee en een diameter van ongeveer 6 cm. Naai de pompom op de bovenkant van de muts. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #lillehammersweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 32 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 180-18
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.