DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 5 prachtige garens!
DROPS 158-11

#harlequindreamssweater

DROPS design: Model nr. de-130
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL/XXXL
Materiaal:
DROPS DELIGHT van Garnstudio
450-500-550-650-700 gr. kleur nr. 09, turkoois/paars

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 27 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r

TIP VOOR HET BREIEN 1:
Om te voorkomen dat u steeds de draad af moet knippen, breit u elk vierkant met zijn eigen bol garen in de 1e rij. U knipt de draad niet af, maar laat de bollen garen de vierkantjes volgen in de rij met dominovierkantjes naar boven.

TIP VOOR HET BREIEN 2:
Neem altijd st op aan de goede kant.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de hele dominovierkantjes):
Als u gelijkmatig mindert op de hele dominovierkantjes, minder dan hetzelfde aantal st aan elke kant van de markeerder.

HALF DOMINOVIERKANT (verticaal):
Nld 1 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 2 (= goede kant): r tot er 2 st over zijn, 2 r samen. Brei in spiegelbeeld op het vierkant aan de andere kant van het werk.
Herhaal de 1e en 2e nld, dus minder 1 st op het vierkant om de nld tot er 1 st overblijft. Knip de draad af en haal deze door deze st.

HEEL DOMINOVIERKANT:
Plaats 1 markeerder in de middelste st.
Nld 1 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 2 (= goede kant): r tot er 1 st overblijft voor de markeerder, 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh, brei de rest van de nld r.
Herhaal de 1e en 2e nld, dus minder 2 st in het midden van dit vierkant om de nld tot er 1 st overblijft, knip de draad af en haal deze door de overgebleven st.

HALF/HEEL DOMINOVIERKANT (horizontal):
Brei als heel/half dominovierkant en minder in het midden/zijkant van het vierkant, maar zet ook de laatste st aan het einde van elke nld op 1 hulpdraad. Ga zo verder tot er 4-3-4-4-4 st over zijn op de nld.
MAAT S-L-XL-XXL/XXXL: brei de volgende nld (= goede kant) als volgt: 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh, zet de laatste st op de nld op de hulpdraad aan de kant (6-7-8-9 st op de hulpdraad aan elke kant van de hele en 6-7-8-9 st op hulpdraad op de half). Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st.

MAAT M: 3 st over op de nld (6 st op een hulpdraad aan elke kant).
Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant over de 3 st.
Brei de volgende nld (= goede kant) als volgt: 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh (6 st op een hulpdraad aan elke kant van de hele en 6 st op de hulpdraad van de halve). Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Begin met het opzetten van st voor de hele breedte van de trui, brei dan een voor een de vierkanten heen en weer in RIBBELST - zie uitleg boven.
Zet 370-390-410-430-470 st op met rondbreinld 4 mm en Delight. Brei 1 nld av. LEES TIP VOOR HET BREIEN 1! Brei de volgende nld als volgt: 17-18-19-20-22 r, 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh, * 34-36-38-40-44 r, 1 st r afh, 2 r samen, afgeh st overh *, herhaal van *-* 9 keer in totaal en eindig met 17-18-19-20-22 r = 350-370-390-410-450 st.

1e RIJ MET DOMINOVIERKANTJES: Brei een HEEL DOMINOVIERKANT - zie uitleg boven - over de eerste 35-37-39-41-45 st op de nld. Brei als het Dominovierkant klaar is, de volgende 35-37-39-41-45 st op dezelfde manier. Ga zo verder tot er 10 dominovierkantjes gebreid zijn op de 1e rij. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

2e RIJ MET DOMINOVIERKANTJES: neem 17-18-19-20-22 st op langs de kant van het volgend vierkant - LEES TIP VOOR HET BREIEN 2. Neem dan 1 st op tussen het vierkant en het volgend vierkant van de 1e rij. Neem 17-18-19-20-22 st op langs de kant van het volgend vierkant = 35-37-39-41-45 st op de nld. Brei het hele Dominovierkant als hiervoor. Neem als het Dominovierkant klaar is 35-37-39-41-45 st op tussen 2 vierkantjes van de 1e rij tot er 10 Dominovierkantjes gebreid zijn op de 2e rij.

3e RIJ MET DOMINOVIERKANTJES: brei als volgt: * neem 17-18-19-20-22 st op aan de goede kant langs de kant van elk van de volgende 2 vierkantjes van de 2e rij en 1 st tussen de vierkantjes = 35-37-39-41-45 st op de nld. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en minder TEGELIJKERTIJD 6 st gelijkmatig - LEES TIP VOOR HET MINDEREN = 29-31-33-35-39 st. Brei dan een heel Dominovierkant, begin op de 2e nld *, herhaal van *-* tot er 10 dominovierkantjes gebreid zijn op de 3e rij.

4e RIJ MET DOMINOVIERKANTJES: neem 14-15-16-17-19 st op langs de kant van het volgend vierkant. Neem dan 1 st op tussen het vierkant en het volgend vierkant van de 3e rij. Neem 14-15-16-17-19 st op langs de kant van het volgend vierkant = 29-31-33-35-39 st op de nld. Brei een heel Dominovierkant als hiervoor. Neem als het Dominovierkant klaar is 29-31-33-35-39 st op tussen 2 vierkantjes van de 3e rij. Ga zo verder tot er 10 dominovierkantjes gebreid zijn op de 4e rij.

5e en 6e RIJ MET DOMINOVIERKANTJES: Brei als de 4e rij.

7e RIJ MET DOMINOVIERKANTJES: * neem 14-15-16-17-19 st op langs de kant van elk van de volgende 2 vierkantjes van de 6e rij en 1 st tussen de vierkantjes = 29-31-33-35-39 st op de nld. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en minder TEGELIJKERTIJD 4-4-4-2-2 st gelijkmatig = 25-27-29-33-37 st. Brei dan het hele Dominovierkant, begin op de 2e nld *, herhaal van *-* tot er 10 dominovierkantjes gebreid zijn op de 7e rij.

8e RIJ MET DOMINOVIERKANTJES: neem 12-13-14-16-18 st op langs de kant van het volgend vierkant. Neem dan 1 st op tussen het vierkant en het volgend vierkant van de 7e rij. Neem 12-13-14-16-18 st op langs de kant van het volgend vierkant = 25-27-29-33-37 st op de nld. Brei het hele Dominovierkant als hiervoor. Als het Dominovierkant klaar is, nee dan 25-27-29-33-37 st op tussen 2 vierkantjes van de 7e rij. Ga zo verder tot er 10 dominovierkantjes gebreid zijn op de 8e rij.

Ga nu verschillend verder voor de verschillende maten:

Maat L-XL-XXL/XXXL:
9e en 10e RIJ MET DOMINOVIERKANTJES: brei als de 8e rij.

ALLE MATEN:
Verdeel nu het werk en eindig voorpand en achterpand apart.

ACHTERPAND:
1e RIJ MET DOMINOVIERKANTJES OP HET ACHTERPAND: Neem 12-13-14-16-18 st op langs de rand van elk van de volgende 2 vierkantjes van de vorige rij en 1 st tussen de vierkantjes = 25-27-29-33-37 st op de nld. Brei een heel Dominovierkant als hiervoor. Neem als het Dominovierkant klaar is, 25-27-29-33-37 st op tussen 2 vierkantjes. Ga zo verder tot er 5 dominovierkantjes zijn gebreid.

2e RIJ MET DOMINOVIERKANTJES OP HET ACHTERPAND: neem 13-14-15-17-19 st op langs de kant van het eerste vierkant van de 1e rij. Brei een HALF DOMINOVIERKANT (verticaal) – zie uitleg boven. Brei als het halve vierkant klaar is als volgt: * neem 12-13-14-16-18 st op langs de rand van elk van de volgende 2 vierkantjes van de 1e rij en 1 st tussen de vierkantjes = 25-27-29-33-37 st op de nld. Brei het hele Dominovierkant als hiervoor *, herhaal van *-* tot er 4½ dominovierkantjes zijn gebreid. Neem nu 13-14-15-17-19 st op langs de kant van het laatste vierkant. Brei een half dominovierkant zonder voorbies st (verticaal): als het halve vierkant klaar is, zijn er 4 hele en 2 halve Dominovierkantjes.

Herhaal deze 2 rijen met dominovierkantjes nog 1 keer.
Herhaal dan de 1e rij nog 1 keer.

Brei dan als volgt:
LAATSTE RIJ MET DOMINOVIERKANTJES: neem 13-14-15-17-19 st op langs de kant van het eerste vierkant op het achterpand op de laatste rij. Brei een half dominovierkant (horizontaal) – lees HEEL/HALF DOMINOVIERKANT (HORIZONTAAL) boven. Brei als het halve vierkant klaar is als volgt: * Neem 12-13-14-16-18 st op langs de rand van elk van de volgende 2 vierkantjes van de laatste rij en 1 st tussen de vierkantjes = 25-27-29-33-37 st op de nld. Brei een Dominovierkant (horizontaal) *, herhaal van *-* tot er 4 hele en 1 half dominovierkantjes zijn gebreid. Neem nu 13-14-15-17-19 st op langs de kant van het laatste vierkant. Brei een half dominovierkant (horizontaal). Als het halve vierkant klaar is, zijn er 4 hele en 2 halve Dominovierkantjes (horizontaal).

Brei dan aan de goede kant als volgt: brei de eerste 6 st van de hulpdraad, neem 1 st op tussen de vierkantjes, * brei de st van hulpdraad (= 6-6-7-8-9 st) terug op de nld, neem 3 st op tussen de hulpdraden, brei de st van de hulpdraad (= 6-6-7-8-9 st) terug op de nld, neem 1 st op tussen de vierkantjes *, herhaal van *-* tot er 6-6-7-8-9 st over zijn op de hulpdraad, brei de st va de hulpdraad terug op de nld = 77-77-87-97-107 st. Brei 2 ribbels in ribbelst over alle st. Kant dan de middelste 31-31-35-35-37 st af = 23-23-26-31-35 st over op elke schouder. Brei 2,5 cm in ribbelst over de schouder. Kant alle st af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Brei als het achterpand.

MOUWEN:
De mouw wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 50-52-54-56-58 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met rondbreinld 4 mm en Delight. Brei 6 nld r over alle st. Ga dan verder in tricotst tot het werk klaar is. Meerder bij een hoogte van 8-5-5-5-5 cm 1 st aan elke kant van het werk. Herhaal dit meerderen elke 4-3½-3-2½-2 cm nog 9-11-13-15-17 keer = 70-76-82-88-94 st. Kant bij een hoogte van 49-48-48-46-45 cm (LET OP! Minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) alle st af. Brei nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht. Naai de mouwen in de trui met de verkeerde kant naar buiten. Naai de mouwnaden dicht en naai de onderarmnaden dicht vanaf waar het voorpand en het achterpand gesplitst zijn tot de mouw.

Telpatroon

breirichting<br />
= breirichting
Diagram for DROPS 158-11
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 158-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (96)

Barbara McLennan schreef:

It works on the whole domino - after 6 ridges you have 12 sts on holders, you have decreased another 12 sts in the middle 27-24=3 sts on needle.

13.12.2014 - 03:01

DROPS Design antwoorde:

Hoi Erna. Je breit de verkorte toeren, dat betekent dat je eigenlijk meer naalden zal breien over de eerste st van de nld in vergelijking met de overige. Je moet dus goed in de gaten houden waar jou keerpunten zijn en de verschillende motieven. Je zal bijvoorbeeld de eerste kabel vaker breien dan de tweede. Kijk ter inspiratie op deze video - ander patroon dezelfde werkwijze:

18.12.2014 - 14:19

Barbara McLennan schreef:

If you are working a half domino square vertical where you are decreasing at the beginning of the row (right hand side), after working 6 ridges you would have decreased 6 times and put 6 sts on the holder which means you have lost 12 sts from the needle. 14-12=2.

13.12.2014 - 01:31

Barbara McLennan schreef:

If you are working a half domino vertical where you decrease at the beginning of the row, after 6 ridges you would have decreased 6 times and put 6 sts on a holder 14 -12 =2 not 3

13.12.2014 - 01:27

DROPS Design antwoorde:

Dear Barbara. I know from personal experience that the half domino does work. We will put a wish on our list for a video and a colleague of mine will make a photo tutorial and post it on her forum. We will post you the link here when ready

15.12.2014 - 15:32

Barbara McLennan schreef:

Have you actually tried this? Do you actually want to give people patterns that work?

12.12.2014 - 14:15

DROPS Design antwoorde:

Dear Barbara. Yes, all patterns are test knitted - of course. If you want you can have a look at my version here

12.12.2014 - 14:23

Barbara McLennan schreef:

I just worked it out on paper - you start with 14 sts you need to end up with 9 (6on holder 3 on needle) that means a difference of 5 which is not even, so it doesn't work. Is there something I'm missing?

12.12.2014 - 11:10

Barbara McLennan schreef:

I tried twice and I only have 5 left, I am working a half horizontal square. I can't figure out what I am doing wrong

12.12.2014 - 10:56

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Mc Lennan, when you work half square over 14 sts, you work (on the right side of piece seen from RS) K2 tog at beg of row from RS, and leave 1 st unworked at the end of each row from RS until you have worked a total of 6 ridges : you have 9 sts on needle at this point and work over the first 3 sts (5 are on a thread, the 6th one will then unworked) and on next row from RS work slip 1, K2 tog, psso = 6 sts are on a thread and the last 3 sts are dec to 1. Happy knitting!

12.12.2014 - 13:38

Barbara McLennan schreef:

I am working this part of a row LAST ROW WITH DOMINO SQUARES: Pick up 13-14-15-17-19 sts along the edge on the first square worked on back piece on last row. Work a half domino square (horizontal) – READ HALF/WHOLE DOMINO SQUARE (HORIZONTAL) I am working the second size M so start with 14 sts. My problem is that I only have 5 sts on the holder when there are 3 sts left on the needle when the instructions say I should have 5 sts.

12.12.2014 - 09:50

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs McLennan, when you work the whole domino square (horizontal) over 14 sts, dec in the middle of square and at the same time slip last st at the end of every row onto 1 st holder until 3 sts remain (they will be then worked tog), you should have 6 sts on each st holder each side. Happy knitting!

12.12.2014 - 10:10

country flag E. Van Swieten schreef:

Veldig spennende. Kunne tenke meg den i brun farge.

11.12.2014 - 12:41

country flag Barbro schreef:

Hallo, ich bin bei Reihe 1. Wenn ich die fertig habe, habe ich 10 Quadrate, die auf dem Kopf stehen und unten verbunden sind. Wo fange ich mit Reihe 2 an? an der linken oberen Seite des Quadrates, das ich zuerst gestrickt habe? und wie bekomme ich dann die Verbindung zum 2. Quadrat? Mit freundlichem gruß, Barbro

17.11.2014 - 10:15

DROPS Design antwoorde:

Sie nehmen einfach das nächste Quadrat, was kommt (die genaue Unterteilung in Vorder- und Rückenteil beginnt erst bei den Armausschnitten). Sie beginnen ganz oben an der linken Schrägseite des auf der Spitze stehenden Quadrats und fassen die M nach unten auf. Dann gelangen Sie in die Ecke zum nächsten Quadrat (denn Sie haben ja die ersten 2 Rd in Runden gestrickt). Dort fassen Sie 1 M auf, dann beim nächsten Quadrat die M an der rechten Schrägseite von unten nach oben bis zur Spitze des Quadrats.

18.11.2014 - 09:48

Barbara McLennan schreef:

I can't understand this pattern at all, could someone who has knitted it help me decode it?

13.11.2014 - 14:53

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs McLennan, you will find relevant videos to that pattern under the tab "video" at the right side of the picture. Should you need any further individual assistance you are welcome to ask your question here or contact your favorite DROPS store, they will help you knitting this project. Happy knitting!

13.11.2014 - 16:51