DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Karisma yarn
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 1.86 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.18€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
Markeer maat:
DROPS 156-4

#alanacardigan

DROPS design: Model nr. u-735
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL
Materiaal:
DROPS KARISMA van Garnstudio
650-750-800-850-1050 gr. kleur nr. 55, beige

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (40 en 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP NR. 522: 6-6-7-7-8 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 1.86 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.18€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.5. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RAGLAN:
Meerder aan elke kant van de raglan st (A.1/A.2, markeerder, A.2/A.1) door 1 omsl te maken = 8 st gemeerderd op de nld.
Brei in de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei de gemeerderde st dan av op de mouwen (gezien aan de goede kant) en brei ze op het voorpand en achterpand mee in het patroon zoals onder uitgelegd staat.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder aan elke kant van de markeerder als volgt: brei tot er 3 st over zijn voor de markeerder, 2 av samen, 2 av, 2 av samen = 2 st minder.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant.
Meerder 1 st door een omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid, dus brei achter in de st in plaats van voor in de st om gaatjes te voorkomen. Brei de nieuwe st av (gezien aan de goede kant).

TIP VOOR HET BREIEN:
Brei elke 10 nld 1 keer verkorte toeren over de 5 st in ribbelst van de voorbiezen als volgt (begin aan de goede kant): brei de 5 voorbies st r, keer het werk, trek de draad aan en brei recht terug, keer het werk en brei over alle st, keer het werk, brei de 5 voorbies st r, keer het werk, trek de draad aan en brei terug.
Zo trekken de ribbels in de voorbiezen niet zo in elkaar.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = brei de derde en vierde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 2, 12, 22, 32, 42 en 52 cm.
MAAT M: 2, 12, 22, 32, 42 en 52 cm.
MAAT L: 2, 11, 20, 29, 38, 47 en 56 cm
MAAT XL: 2, 11, 20, 29, 38, 47 en 56 cm
MAAT XXL: 2, 11, 20, 29, 38, 47, 56 en 65 cm
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid, van boven naar beneden op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen.

PAS:
Zet 108-108-113-113-117 st op met rondbreinld 4 mm en Karisma. Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Brei de volgende nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 24-24-23-23-27 st gelijkmatig = 132-132-136-136-144 st. Denk om de KNOOPSGATEN - zie uitleg boven. Brei nu als volgt aan de goede kant:
5 st in ribbelst, 1 av, 2 r (= voorbies), 12-12-13-13-15 av, A.1, plaats 1e markeerder, A.2, 2 av, A.2, 2 av, A.1, plaats 2e markeerder, A.2, 0-0-1-1-3 av, A.3, 0-0-1-1-3 av, A.1, plaats 3e markeerder, A.2, 2 av, A.2, 2 av, A.1, plaats 4e markeerder, A.2, 12-12-13-13-15 av, 2 r, 1 av, 5 st in ribbelst (= voorbies) – LEES TIP VOOR HET BREIEN!

LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT en DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Begin in de volgende nld aan de goede kant met meerderen voor de RAGLAN – zie uitleg boven en brei TEGELIJKERTIJD in patroon als volgt:
RAGLAN:
Herhaal dit meerderen elke nld 0-2-10-20-20 keer in totaal. Meerder om de nld (dus elke nld aan de goede kant) 23-32-30-26-27 keer en elke 3e nld 6-0-0-0-0 keer = 364-404-456-504-520 st.
PATROON:
Brei in patroon op het lijf als volgt (brei de gemeerderde st op de mouw av): de eerste 6 st in A.2, de volgende 8-9-7-8-8 st av, de volgende 6 st in A.2, de volgende 8-9-7-8-8 st av. Let op: (Maat M-L-XL-XXL): als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder met A.2 over de kabel en brei av (gezien aan de goede kant) over de overige st van A.3 tot het lijf begint.

Maat S/M: meerder dan als hiervoor op de mouw en meerder naast A.1/A.2 (dus tussen A.1 en A.2, richting de markeerder voor de raglan) op het voorpand en achterpand nog 1-4 keer. Brei de nieuwe st av.

Maat L/XL/XXL: Ga verder met A.2 over de volgende 6 gemeerderde st, brei de volgende 7-8-8 gemeerderde st av, meerder als hiervoor op de mouw en meerder naast A.1/A.2 (dus tussen A.1 en A.2, richting de markeerder voor de raglan) op het voorpand en achterpand nog 1-4-5 keer. Brei de laatste 1-4-5 gemeerderde st av.

Het werk meet nu 27-28-29-30-31 cm vanaf schouder. Brei nu als volgt aan de verkeerde kant: brei 55-60-67-73-76 st (= rechtervoorpand), zet de volgende 80-90-102-114-116 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 12 nieuwe st op onder de mouw, plaats een blauwe markeerder in het midden van deze nieuwe st (= zijkant), brei de volgende 94-104-118-130-136 st (= achterpand), zet de volgende 80-90-102-114-116 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 12 nieuwe st op onder mouw, plaats een blauwe markeerder in het midden tussen deze nieuwe st (= zijkant), brei de overgebleven 55-60-67-73-76 st (= linkervoorpand). Er zijn nu 228-248-276-300-312 st op de nld. MEET NU DE WERK VANAF HIER.

LIJF:
Er zijn nu 106-116-130-142-148 st voor het achterpand en 61-66-73-79-82 st voor elk voorpand. Ga dan verder in patroon als volgt aan de goede kant:

Maat S/M: 5 st in ribbelst, 1 av, 2 r (= voorbies), 12-12 av, A.2, plaats een markeerder, 8-9 av, A.2, plaats een markeerder, 8-9 av, A.1, 7-7 av, A.2 0-1 keer in de breedte, 7-7 av, A.2, 8-9 av, plaats een markeerder, A.2, 8-9 av, plaats een markeerder, A.2, 9-9 av, A.2, 9-9 av, A.2, plaats een markeerder, 8-9 av, A.2, plaats een markeerder, 8-9 av, A.1, 7-7 av, A.2 0-1 keer in de breedte, 7-7 av, A.2, 8-9 av, plaats een markeerder, A.2, 8-9 av, plaats een markeerder, A.2, 12-12 av, 2 r, 1 av, 5 st in ribbelst.

Maat L/XL/XXL: 5 st in ribbelst, 1 av, 2 r (= voorbies), 13-14-15 av, A.2, plaats een markeerder, 7-8-8 av, A.2, plaats een markeerder, 7-8-8 av, A.2, plaats een markeerder, 7-8-8 av, A.1, 4-6-5 av, A.2 1-1-2 keer in de breedte, 4-6-5 av, A.2, 7-8-8 av, plaats een markeerder, A.2, 7-8-8 av, plaats een markeerder, A.2, 7-8-8 av, plaats een markeerder, A.2, 10-11-12 av, A.2, 10-11-12 av, A.2, plaats een markeerder, 7-8-8 av, A.2, plaats een markeerder, 7-8-8 av, A.2, plaats een markeerder, 7-8-8 av, A.1, 4-6-5 av, A.2 1-1-2 keer in de breedte, 4-6-5 av, A.2, 7-8-8 av, plaats een markeerder, A.2, 7-8-8 av, plaats een markeerder, A.2, 7-8-8 av, plaats een markeerder, A.2, 13-14-15 av, 2 r, 1 av, 5 st in ribbelst.

LEES DE VOLGENDE 2 DELEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Minder en meerder nu TEGELIJKERTIJD als volgt:

MINDEREN:
Minder verschillend als volgt:
Minder 1 st door 2 st av samen te breien richting de voorbiezen middenvoor, herhaal dit minderen elke 1½-1½-1½-2-2 cm nog 5-5-4-4-5 keer.
Minder TEGELIJKERTIJD 1 st aan elke kant van de middelste kabel op het achterpand. Herhaal dit minderen elke 2-2-1½-1½-1½ cm nog 3-3-4-4-6 keer.
Minder TEGELIJKERTIJD 1 st richting de kabel in elk av deel met een markeerder (= 8-8-12-12-12 markeerders). Herhaal dit minderen elke 3-2½-5-4-4 cm nog 2-3-1-2-2 keer.

MEERDEREN (aan de zijkanten):
Meerder bij een hoogte van 3 cm langs de kabel richting de mouw (dus de kabel van de raglan) in het av deel richting de zijkanten – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN! Meerder 4 st op de nld. Herhaal dit meerderen elke 1½-1½-2½-1½-1 cm nog 3-4-2-4-10 keer.

Als alle minderingen en meerderingen gemaakt zijn, zijn er nog 200-216-244-264-294 st over. Brei bij een hoogte van 11-12-12-13-14 cm in patroon als volgt:
5 st in ribbelst, 1 av, 2 r (= voorbies), 2-2-4-4-5 av, A.5, A.4, A.5, A.4 0-0-1-1-1 keer, 7-8-6-11-15 av, A.2 0-1-1-1-2 keer in de breedte, 7-8-6-11-15 av, A.4 0-0-1-1-1 keer in de breedte, * A.5, A.4 *, herhaal van *-* nog 2-2-3-3-3 keer in de breedte, A.5 1-1-0-0-0 keer in de breedte, 7-8-6-11-15 av, A.2 0-1-1-1-2 keer in de breedte, 7-8-6-11-15 av, A.4 0-0-1-1-1 keer in de breedte, A.5, A.4, A.5, 2-2-4-4-5 av, 2 r, 1 av, 5 st in ribbelst (= voorbies). LET OP: pas de eerste kabel in A.4 en A.5 zo aan dat er een mooie overgang is tussen de patronen! Ga verder in patroon en meerder volgens het telpatroon.
Als A.4 en A.5 in de hoogte gebreid zijn, meet het werk ongeveer 33-34-34-35-35 cm en staan er 316-332-376-396-426 st op de nld. Plaats hier een markeerder. MEET HET WERK NU VANAF HIER.Brei nu boordsteek naast 8 voorbies st aan elke kant van het werk als volgt:

Maat S/M: * brei recht boven recht en averecht boven averecht tot er 7-11 st over zijn voor de blauwe markeerder aan de zijkant, 2 av, 2 r, 3-4 av *, herhaal van *-* nog 1 keer en ga verder met recht boven recht en averecht boven averecht tot de voorbies st.

Maat L/XL/XXL: * brei recht boven recht en averecht boven averecht tot er 8-14-21 st over zijn voor de blauwe markeerder aan de zijkant, 2-2-2 r, 3-4-3 av, 0-2-2 r, 0-3-3 av, 0-0-2 r, 0-0-3 av *, herhaal van *-* nog 1 keer en ga verder met recht boven recht en averecht boven averecht tot de voorbies st.

Meerder als de boordsteek 2 cm meet door een omsl te maken voor de eerste av st in elk av deel. LEES TIP VOOR HET MEERDEREN! Kant af als de boordsteek 5-5-6-6-6 cm meet vanaf het einde van A.4 en A.5 - kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.

MOUWEN:
Zet de 80-90-102-114-116 st van de hulpdraad terug op de korte rondbreinld. Brei 1 nld recht over alle st en zet 12 nieuwe st op aan het einde van de nld = 92-102-114-126-128 st. Plaats een markeerder in het midden tussen de nieuwe st (dus 6 st aan elke kant van de markeerder). MEET NU DE WERK VAN HIER.
Brei dan de mouw in de rondte op de rondbreinld/breinld zonder knop. Ga verder over de middelste kabel op de mouw als hiervoor maar brei av over de kabels in de raglan. Begin in de 2e nld met minderen aan elke kant van de markeerder - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen nog 6 keer = 78-88-100-112-114 st. Minder dan 1 st aan elke kant van de markeerder elke 2-1½-1-1-1 cm 13-17-22-27-27 keer = 52-54-56-58-60 st. Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 15 cm A.5 over de kabel in het midden van de mouw – pas de eerste kabel in A.5 zo aan dat er een mooie overgang is tussen de telpatronen. LET OP: meerder niet in A.5 op de mouw, dus brei de omsl in het telpatroon niet. Als A.5 klaar is, meet de mouw 37 cm, brei dan boordsteek als volgt vanaf de markeerder aan het begin van de nld: 0-0-1-2-3 av, 1-2-2-2-2 r, 3 av, 2 r, 3 av, 2 r, 2 av, ga verder in boordsteek als op de laatste nld in A.5 (= 26 st), 2 av, 2 r, 3 av, 2 r, 3 av, 1-2-2-2-2 r, 0-0-1-2-3 av. Ga zo 3 cm verder, kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op de linkervoorbies.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 09.09.2016
MOUWEN:
Zet de 80-90-102-114-116 st van de hulpdraad terug op de korte rondbreinld. Brei 1 nld recht over alle st en zet 12 nieuwe st op aan het einde van de nld = 92-102-114-126-128 st.
Gewijzigd online: 28.09.2016
Tekst voor de symbolen nr. 7 en 8 omgewisseld. Nieuw telpatroon A.5 toegevoegd (kabels in rij 35 waren aan de verkeerde kant)

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant<br />
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant<br />
= averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld<br />
= zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld
zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld<br />
= zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld
zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 2 av van de kabelnld<br />
= zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 2 av van de kabelnld
zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 av, 2 r van de kabelnld<br />
= zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 av, 2 r van de kabelnld
zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 1 av, 2 r van de kabelnld<br />
= zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 1 av, 2 r van de kabelnld
zet 1 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 1 av van de kabelnld<br />
= zet 1 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 1 av van de kabelnld
1 omsl tussen 2 st, brei in de volgende nld de omsl gedraaid<br />
= 1 omsl tussen 2 st, brei in de volgende nld de omsl gedraaid
Diagram for DROPS 156-4
Diagram for DROPS 156-4
Diagram for DROPS 156-4

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 156-4

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (168)

Sharon B schreef:

Hello, I'm still trying to understand the PATTERN instructions for the BODY (size small): If I add up 6 inc. sts in A.2 + P next 8 inc sts + next 6 inc. sts in A.2, P next 8 inc. sts =28 (in each of the 8 increase sections). Then on front and back pieces the inc changes (one time) to just before and after the marker to the raglans? Also, you give A.3 instructions for the M-XXL size, but none for the S size. "When A.3 has been worked 1 time vertically, continue with A.2 over cable?

16.11.2018 - 04:49

DROPS Design antwoorde:

Dear Sharon B., this note about A.3 doesn't apply in size S - just work A.3 as explained for your size. The increases for raglan on body are done before A.1 at the end of left front piece + after A.1 at the beg and before A.1 at the end of back piece + after A.2 at the beg of right front piece = the increases for raglan will follow the pattern and have to be worked by and by into the pattern as explained. Happy knitting!

16.11.2018 - 09:48

Sharon B schreef:

I'm on row 20 of the yoke in size small. Under 'PATTERN' should I be doing as follows: Work the first 6 sts inc in A.2, then P next 8 inc sts, work the next 6 inc sts in A.2, P the next 8 inc sts. THEN should I: S/M: inc inside A.1/A.2(i.e. between A.1 and A.2, towards marker for raglan-[?HELP!]) on front and back piece 1 more times. P the new sts. AND do I then ignore the NOTE: (Size M-L-XL-XXL): with A3 instructions? I'm struggling to interpret this pattern correct.

14.11.2018 - 19:19

DROPS Design antwoorde:

Dear Sharon B., since you are working size S, just ignore the instructions for the other sizes. After you have worked the increases as you told above (=6 sts in A.2, P8, 6 sts in A.2, P8) you will P (as for sleeves) the remaining increases (there will be 1 more increase on body inside A.1/A.2 (= as before). You have now increased a total of: 6 + 8 + 6 + 8 + 1 = 29 times in total. Happy knitting!

15.11.2018 - 08:49

Sharon B schreef:

Thank you for providing this gorgeous pattern for free. I have read through the pattern yoke instructions many times and made myself detailed notes to track and follow, Still I keep ripping out my work and starting over!!! The photo of the model helps more than what is written! I can see A2 cables on the front and back of the body just off from the raglan and no instructions on how and where to insert! I also don’t understand PATTERN S/M ‘inc inside A1/A2...”1-4 more times”? Please help.

11.11.2018 - 05:56

DROPS Design antwoorde:

Dear Sharon B., the diagram A.2 is worked on the raglan lines as follows: A.1, marker, A.2 (seen from RS). You will then decrease for raglan before A.1/after A.2 - increase for raglan as explained ie the increases for raglan will have to be worked on body first in A.2, then P, then in A.2, then P and then P all remaining increased stitches on body. The new sts on sleeves will always be purled. Happy knitting!

12.11.2018 - 09:43

country flag Jenny schreef:

On pattern A.5 there is cabling on row 40 (WS). Should this be on row 39?

29.07.2018 - 14:59

DROPS Design antwoorde:

Dear Jenny, Diagram will be checked - we'll come back to you as soon as possible. Thank you in advance for your patience. Happy knitting!

07.08.2018 - 18:04

Sangeeta schreef:

Where i increase for raglan after front &before A2p2 or ..... Please help me

05.05.2018 - 14:11

DROPS Design antwoorde:

Dear Sangeeta, at each raglan line there is a pattern, consisiting of: (A.1/A.2, marker, A.2/A.1) and you should do every increase before and after these stitches. Happy Knitting!

06.05.2018 - 08:50

country flag Sangeeta schreef:

I start this pattern but i'm confused picture of model &pattern are different please help me out

05.05.2018 - 13:52

DROPS Design antwoorde:

Dear Sangeeta, please let us know where do you find the pattern and the picture different. Also please take it into consideration that the modell is knitted from the top and downwards, therefor the charts might appear upside down, however that is the directions they should be reand and knitted. Happy Knitting!

06.05.2018 - 08:46

country flag Maryline schreef:

Bonjour, j'ai un problème avec le raglan. Du coup est ce que cela fait : 5 m point mousse, 1 m env, 2 m end, 12m env, A.1 (1 augm), 1er marqueur, A.2 (1 augm) 2 m env, A.2, 2 m env, A.1(1 augm) 2ème marqueur, A.2 (1 augm), A.3, A.1,(1 augm) 3 ème marqueur, A.2,(1 augm) 2 m env, A.2 (1 augm), 2 m env, A.1 (1 augm, 4ème marqueur, A.2, 12m env, 2 m end, 1 m env, 5 m point mousse. A quoi servent les marqueurs ? a délimiter le raglan ? merci

04.04.2018 - 22:15

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Maryline, les marqueurs sont situés à chaque raglan et on augmente de part et d'autre des mailles suivantes ainsi: (augm), A.1/A.2, marqueur, A.2/A.1. (augm). Bon tricot!

05.04.2018 - 08:43

country flag JANOWSKI Maryline schreef:

Bonjour je ne comprends : "Ensuite, augmenter comme avant aux manches et augmenter avant/après A.1/A.2 (c'est-à-dire entre A.1 et A.2, côté marqueur pour le raglan) aux devants et au dos encore 1-4 fois. Tricoter les augmentations à l'env.Cela veut il dire qu\'il faut continuer les mêmes augmentations pour le raglan ? merci beaucoup

26.03.2018 - 20:07

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Janowski, quand les premières augmentations ont été tricotées comme indiqué (A.2 et 8-9 m env - cf taille), les augmentations suivantes vont se tricoter comme pour les manches soit à l'envers. En taille S-M, on va répéter ces augmentations encore 1-4 fois sur les devants et le dos. Bon tricot!

28.03.2018 - 14:53

country flag JANOWSKI Maryline schreef:

Bonjour, quand vous dites "monter 12 m sous la manche\", en fait, je ne vois pas je dois mettre ces mailles. Merci beaucoup

26.03.2018 - 20:06

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Janowski, cette vidéo montre comment mettre les mailles des manches en attente et comment monter les mailles sous la manche pour un pull (à partir du time code 6:56 environ) - le principe sera le même pour un gilet ou une veste. Bon tricot!

28.03.2018 - 14:50

country flag JANOWSKI schreef:

Bonjour je ne comprends : "Ensuite, augmenter comme avant aux manches et augmenter avant/après A.1/A.2 (c'est-à-dire entre A.1 et A.2, côté marqueur pour le raglan) aux devants et au dos encore 1-4 fois. Tricoter les augmentations à l'env.Cela veut il dire qu\'il faut continuer les mêmes augmentations pour le raglan ? merci beaucoup

26.03.2018 - 20:05