DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Lima yarn
DROPS Lima
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425
DROPS Children 23-8

#paulvest

DROPS design: Model nr. LI-001-bn
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maat: 3/4 - 5/6 - 7/8 - 9/10 - 11/12 jaar
Maat in cm: 98/104 - 110/116 - 122/128 - 134/140 - 146/152
Materiaal:
DROPS LIMA van Garnstudio
200-250-250-300-300 gr. kleur nr. 8112, ijsblauw

DROPS RONDBREINLD (60 cm) 4 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (40 en 60 cm) 3 mm - voor de boordsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Lima
DROPS Lima
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MINDEREN 1 (voor de V-hals):
Minder naast de kant st die alle nld recht wordt gebreid. Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
MINDER NA 1 KANT ST ALS VOLGT:
1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
MINDER VOOR 1 KANT ST ALS VOLGT:
2 st recht samen.

TIP VOOR HET MINDEREN 2 (voor de halsrand):
Minder aan elke kant van de 2 r st middenvoor bij de hals als volgt: Brei tot er 1 st overblijft voor de 2 r st, brei 2 st recht samen, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
----------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld tot aan de armsgaten.
Zet 148-156-176-184-204 st op met rondbreinld 3 mm en Lima. Brei 1 nld recht, brei dan boordsteek = 2 st r/2 st av. Brei als de boordsteek 5 cm meet 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 28-28-32-32-36 st gelijkmatig = 120-128-144-152-168 st. Ga verder met rondbreinld 4 mm en brei in tricotst. Plaats TEGELIJKERTIJD een markeerder aan het begin van de nld en een markeerder na 60-64-72-76-84 st (om de zijkanten aan te geven). Plaats ook een markeerder middenvoor (dus na 30-32-36-38-42 st). Meerder bij een hoogte van 6-7-8-9-8 cm 1 st aan elke kant van beide markeerders aan de zijkanten (= 4 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen aan de zijkanten elke 5½-6-7-7-8 cm nog 2 keer = 132-140-156-164-180 st. Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 9-10-11-12-12 cm tot 6-7-8-8-8 st voorbij de markeerder middenvoor. Zet de volgende 16-20-20-24-24 st op een hulpdraad voor de zakrand, zet 16-20-20-24-24 nieuwe st op de nld en ga dan verder in de rondte over alle st als hiervoor (verwijder de markeerder middenvoor). Brei bij een hoogte van 18-20-23-24-25 cm telpatroon A.1. Ga als A.1 een keer in de hoogte is gebreid verder met telpatroon A.2 tot het werk klaar is. Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 22-24-27-28-29 cm de volgende nld als volgt: brei 34-36-40-42-46 st, zet de laatste 2 st die gebreid zijn op een hulpdraad en brei de overgebleven 98-104-116-122-134 st. Brei dan verder heen en weer op de nld van middenvoor naar middenvoor. Minder TEGELIJKERTIJD in de volgende nld aan de goede kant 1 st aan het begin en einde van de nld voor de V-hals - lees TIP VOOR HET MINDEREN 1. Herhaal dit minderen om de nld (dus elke nld aan de goede kant) nog 5 keer en dan elke 4e nld (dus om de nld aan de goede kant) 5-5-5-7-7 keer. Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 24-26-29-30-31 cm 6 st af aan elke kant voor de armsgaten (dus 3 st aan elke kant van beide markeerders) en eindig voorpand en achterpand apart.

ACHTERPAND:
= 60-64-72-76-84 st.
Ga verder in patroon als hiervoor. Kant TEGELIJKERTIJD af voor de armsgaten aan het begin van elke nld aan elke kant als volgt: 1 keer 3 st, 2 keer 2 st en 1-1-3-3-5 keer 1 st = 44-48-52-56-60 st. Ga verder in patroon met 1 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven - aan elke kant. Kant bij een hoogte van 36-39-43-45-47 cm de middelste 20-20-20-24-24 st af voor de hals en eindig elke schouder apart. Kant dan 2 st af in de volgende nld langs de hals = 10-12-14-14-16 st over op de schouder. Kant bij een hoogte van 38-41-45-47-49 cm af met recht boven recht en averecht boven averecht.

RECHTER VOORPAND:
Ga verder in patroon en minder voor de V-hals als hiervoor. Kant TEGELIJKERTIJD af voor de armsgaten aan het begin van elke nld vanaf de kant als op het achterpand. Als alle minderen en afkanten gedaan is, zijn er 10-12-14-14-16 st over op de nld voor de schouder. Kant bij een hoogte van 38-41-45-47-49 cm af met recht boven recht en averecht boven averecht - pas zo aan dat voorpand en achterpand even hoog zijn.

LINKER VOORPAND:
Brei als het rechter voorpand maar in spiegelbeeld.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen.

ZAKRAND:
Zet de 16-20-20-24-24 st van de hulpdraad terug op de rondbreinld 3 mm en brei boordsteek (= 2 st r/2 st av) heen en weer op de nld met 1 kant st in ribbelst en 2 r st aan elke kant gezien aan de goede kant. Kant als de zakrand ongeveer 2.5 cm meet losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. Naai de zijkanten van de zakrand netjes aan het voorpand aan elke kant. Naai de onderkant van de zakopening aan de zakrand (daar waar st op een hulpdraad zijn gezet) aan de achterkant van het werk.
Als u een echte zak wilt maken, brei dan de zakrand zoals hierboven beschreven en zet vast aan elke zijkant, maar zet de onderkant niet vast. Brei met rondbreinld 4 mm als volgt: neem 1 st op in elke van de 16-20-20-24-24 st van de zakopening. Brei in tricotst heen en weer gebreid op de nld (brei van boven naar beneden) tot de zak ongeveer 4-5-6-7-7 cm meet, kant dan losjes alle st af. Naai de zak aan de achterkant van het voorpand met nette, kleine st.

RANDEN LANGS DE ARMSGATEN:
Neem aan de goede kant ongeveer 65 tot 80 st op langs een armsgat met een korte rondbreinld 3 mm. Brei 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD gelijkmatig tot 80-84-88-96-100 st. Brei boordsteek = 2 st r/2 st av tot de rand ongeveer 2.5 cm hoog is. Kant losjes af st met recht boven recht en averecht boven averecht. Herhaal langs het andere armsgat.

HALSRAND:
Neem aan de goede kant ongeveer 90 tot 112 st op (incl. de 2 st van de hulpdraad middenvoor) met een korte rondbreinld 3 mm. Brei 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD gelijkmatig tot 112-120-124-136-140 st (meerder niet over de middelste 2 st op het voorpand). Brei boordsteek = 2 st r/2 st av – pas zo aan dat 2 r st middenvoor zijn. Minder TEGELIJKERTIJD in de 2e nld 1 st aan elke kant van de 2 r st middenvoor – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN 2. Herhaal dit minderen om de nld nog 3 keer. Kant als de halsrand ongeveer 2.5 cm hoog is losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht.

Telpatroon

Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant<br />
= Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant<br />
= Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
Diagram for DROPS Children 23-8
Diagram for DROPS Children 23-8
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 23-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (32)

country flag Susanne Müters schreef:

Hallo, ich verstehe das mit den Markierungen nicht so ganz. "Am Anfang eine Markierung setzen", also nach der wievielten Masche? Ich setze dann nach 60 eine weitere und sodann nach 30? Nach der 60sten Masche wäre auch gar nicht die Mitte. LG Susanne

30.05.2015 - 18:34

DROPS Design antwoorde:

Nach der 60. M bedeutet nach der Hälfte der M (Sie haben ja 120 M angeschlagen), also eine der beiden Seiten des Pullunders. Die andere Seite befindet sich am Rd-Beginn und wird dort durch den Rd-Anfangs-Markierer angezeigt. Weiteres siehe oben! :-)

30.05.2015 - 23:48

Hina schreef:

DROPS,, could you please tell which stitch is the last/edge st. where should I start and where should I end?? Thanks

19.12.2013 - 11:19

DROPS Design antwoorde:

Dear Hina, you can start on one of the shoulder seam, and pick sts around to the beg of round. Happy knitting!

19.12.2013 - 13:48

Hina schreef:

I really don't understand it could you please talk me through it again. i picked up the sts of neckline from back isn't it right?? or should i pick them up from the centre 2 sts on the stitch holder???? Thanks and really sorry for bothering you again and again... Please I m waiting for your reply so I can continue...

19.12.2013 - 08:32

DROPS Design antwoorde:

Dear Hina, for neck edge, you pick up sts all around neck (on front pieces + neckline on back piece)+ the 2 sts on mid front and work rib in the round with dec as stated. Happy knitting!

19.12.2013 - 09:03

Hina schreef:

I really don't understand it could you please talk me through it again. i picked up the sts of neckline from back isn't it right?? or should i pick them up from the centre 2 sts on the stitch holder???? Thanks and really sorry for bothering you again and again...

17.12.2013 - 18:52

Hina schreef:

Hey i m stuck again, how would I decrease stitches on each sides of neck edge?? It is stated that I should work until 1 st remains before 2 knit sts.?? what would I do before 2 knit sts? should I K2tog those 2 sts??? Please explain all decreases.. Thanx

17.12.2013 - 11:51

DROPS Design antwoorde:

Dear Hina, at the end of row you work K2 tog just before last st (edge st) - for neck edge. Start when 3 sts remain at the end of row, work next 2 sts tog and work last edge st. happy knitting!

17.12.2013 - 13:31

Hina schreef:

Hi i have a question again?? where its mentioned (Repeat dec every other row (i.e. every row from RS) 5 more times and then every 4th row (i.e. every other row from RS) 5-5-5-7-7 times. ) when it says and then every 4th row what is meant by i.e every other row from RS shouldn't it be every 4th row or alternative row from RS?? Please ellaborate and explain? Thanks Hina.

11.12.2013 - 09:00

DROPS Design antwoorde:

Dear Hina, "every 4th row" means that you will work *1 row with dec, then work 3 rows without dec* and repeat from *-*, dec are done from RS, so that every 4th row will be every other row from RS (1 row from RS with dec, 1 row from RS without dec). Happy knitting!

11.12.2013 - 09:35

Hina schreef:

Hi, another question!please tell me after decreasing 6sts from both sides of armholes should i rejoine the yarn to back piece and continue?

03.12.2013 - 08:37

DROPS Design antwoorde:

Dear Hina, after binding off 6 sts each side for armhole, continue front and back piece separately. Put sts for front piece onto st holder and join the yarn to back piece to continue as stated with armhole dec. Happy knitting!

03.12.2013 - 09:26

Hina schreef:

Sorry to bother again, i still have a question after working 98 sts should i work 28 sts to v neck then knitting on needles??is this the pattern asking to do???

30.11.2013 - 19:35

DROPS Design antwoorde:

Dear Hina, in first size, you will work the round as follows: work first 32 sts, then work the next 2 sts and put these sts on a st holder, work the remaining 98 sts, turn and work all sts back from WS until the 2 sts on st holder, ie 130 sts. On next row from RS, you will start dec for V-neck dec 1 st at the beg + 1 st at the end of row. Happy knitting!

01.12.2013 - 20:38

Hina schreef:

Hi thanks for your reply. I have 1 more question. when I put 2 sts off mid front for v neck and worked 98 sts so after working 98 sts what would do? What is the meaning of ''work back and forth on needle from mid front'' how would I do this on circular needles? I m stuck please explain the next 2 steps aswell. Many Thanks

30.11.2013 - 15:32

DROPS Design antwoorde:

Dear Hina, You continue now in rows (not in the round anymore) on the circular needle, as shown in the video below - just take care to continue pattern as it should be from WS and RS. Happy knitting!

30.11.2013 - 17:41

Hina schreef:

Hi, im knitting this vest for size one when i reached to the diagram i didn't get it, where should i start and how would i connect these two charts A1 and A2. I have tried again and again but I am stuck. please guide me how would I complete the round. when i have completed round 1 according to the diagram there were 4 sts left . what should I do with these 4.

26.11.2013 - 16:58

DROPS Design antwoorde:

Dear Hina, you first work diag. A.1 around on all sts 1 time in height, then work following diag. A2 on all sts around until final measurements. Happy knitting!

26.11.2013 - 18:11