DROPS 103-8

DROPS spencer / slip-over met diagonale voorpanden van ”Silke-Alpaca”. Maat S t/m XXXL.

DROPS 103-8 / Stel een naam voor
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materialen: DROPS Silke-Alpaca van Garnstudio,
450-500-550-650-700-750 gr nr. 9015, parelgrijs

DROPS Breinaald 4,5 mm - of de breinld, die u nodig heeft voor een steekverhouding van 17 st x 22 nld tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS Breinaald 4 mm – voor de Boord.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Silke Alpaca
DROPS Silke Alpaca
20% zijde, 80% babyalpaca
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Motief: Zie de teltekeningen M.1 en M.2. De teltekening geeft het motief weer op de goede kant.

Tips Meten: Leg het werk plat op bijvoorbeeld een tafel bij het meten. Alle metingen worden vanaf de opzetnld gedaan.

Ribbelst: Alle naalden recht breien.

Tips Meerderen: Meerder 1 st naast de 4 ribbelst als volgt: Maak 1 omsl. Brei in de volgende nld de omsl verdraaid r om een gaatje te voorkomen (dwz brei achter in de st ipv voorin).

Rechter voorpand (wordt vanaf de linker zijkant naar de rechter schouder gebreid:
Het voorpand wordt schuin gebreid – zie Fig. 1. Lees het patroon + Tips Meten voordat u begint met breien!
Zet 30-32-36-38-41-43 st op met breinld 4,5 mm en Silke-Alpaca. Brei 2 nld ribbelst (1e nld = verkeerde kant).
Brei de volgende nld als volgt (op de verkeerde kant):
4 ribbelst – zie de beschrijving hierboven - 26-28-32-34-37-39 tricotst. Meerder 2 st aan het eind van de nld (= Zijkant “Side” A) = 32-34-38-40-43-45 st.
Brei door als volgt (op de goede kant):
M.1 A (- begin bij het pijltje voor uw maat. NB! Brei vanaf het pijltje naar links), tricotst over de volgende 20-22-30-32-37-39 st, 4 ribbelst. Let op de steekverhouding! Meerder tegelijkertijd aan het eind van elke nld op de verkeerde kant (= “Side” A) als volgt: 3-3-5-5-6-6 x 2 st, 4 x 3 st en 1 x 4 st = 54-56-64-66-71-73 st. Brei de nieuwe st gaandeweg mee in teltekening M.1. Brei na 1 herhaling van M.1A in de hoogte door volgens M.1B tot de vereiste afmetingen. Als de meerderingen voltooid zijn worden alle st op de breinld volgens M.1B gebreid. Meerder vanaf een hoogte van ca 20-20-22-22-23-23 cm – lees Tips Meerderen – 14-15-15-16-17-18 x 1 st aan Side A in elke 6e nld = hals (de nieuwe st in ribbelst breien). Kant tegelijkertijd vanaf een hoogte van 27-29-29-30-32-32 cm af aan het begin van elke nld op de verkeerde kant (= Zijkant “Side” B) als volgt: 10-11-12-13-14-15 x 1 st (kant af vanaf de kant = de eerste st). Plaats nu 1 merkdraad aan dezelfde zijkant als de net afgekante st (deze merkdraad markeert de zijnaad). Brei na de laatste afkanting 1 nld op de verkeerde kant en 1 nld op goede kant, maar brei de eerste 10-11-12-13-12-13 st aan het begin van de verkeerde kant (= Side B) in ribbelst. Kant in de volgende nld op de verkeerde kant de eerste 6-7-8-9-8-9 aan Side B af voor het armsgat. Brei door met 4 ribbelst langs het armsgat tot de vereiste afmetingen – de resterende st gewoon doorbreien als eerst breien. Plaats bij een hoogte van 56-60-62-65-69-71 cm de eerste 18-19-19-20-21-22 ribbelst van Side A op een draad = 34-34-40-40-45-45 st over op de breinld. Kant vervolgens af voor de schouder aan het begin van elke nld op de goede kant (dwz aan Side A) als volgt:
Maat S + M + L + XL: 3 x 2 st en 2 x 14-14-17-17 st.
Maat XXL + XXXL: 3 x 2 st, 1 x 19 st en 1 x 20 st.
Als alle st afgekant zijn heeft het voorpand een totale hoogte van ca 60-64-66-69-73-75 cm.

Linker voorpand (wordt vanaf de rechter zijkant naar de linker schouder gebreid):
Het voorpand wordt schuin gebreid – zie Fig. 2. Zet 30-32-36-38-41-43 st op met breinld 4,5 mm en Silke-Alpaca. Brei 2 nld ribbelst (1e nld = verkeerde kant).
Brei de volgende nld als volgt (op de goede kant):
4 ribbelst – zie de beschrijving hierboven - 26-28-32-34-37-39 st tricotst en meerder 1 st aan het eind van de nld = 32-34-38-40-43-45 st.
Brei door als volgt (op de verkeerde kant):
M.2 A (-begin bij het pijltje voor uw maat. NB! Brei vanaf het pijltje naar rechts), tricotst over de volgende 20-22-30-32-37-39 st en 4 ribbelst. Meerder zoals beschreven voor het rechter voorpand, maar aan het eind van elke nld op de goede kant (= Side A) = 54-56-64-66-71-73 st. Brei de nieuwe st gaandeweg mee in teltekening M.2.A. Brei na 1 herhaling van M.2 A in de hoogte, door volgens M.2 B tot de vereiste afmetingen. Meerder vanaf een hoogte van ca 20-20-22-22-23-23 cm aan Side A – Lees Tips Meerderen – als volgt: 14-15-15-16-17-18 x 1 st in elke 6e nld = hals (de nieuwe st in ribbelst breien). Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 27-29-29-30-32-32 cm 10-11-12-13-14-15 x 1 st af aan het begin van elke nld op de goede kant (= Side B). Plaats nu 1 merkdraad aan dezelfde zijkant als de net afgekante st (deze merkdraad markeert de zijnaad). Brei na de laatste afkanting 1 nld op de verkeerde kant en 1 nld op goede kant, maar brei de eerste 10-11-12-13-12-13 st aan het begin van de goede kant (= Side B) in ribbelst. Kant in de volgende nld op de goede kant af voor het armsgat zoals beschreven voor het rechter voorpand. Brei door met 4 ribbelst langs het armsgat tot de vereiste afmetingen – brei de resterende st door zoals eerst. Plaats bij een hoogte van 56-60-62-65-69-71 cm de eerste 18-19-19-20-21-22 st ribbelst van Side A op een draad. Kant af voor de schouder zoals voor het rechter voorpand (van Side A).

Achterpand: Zet 88-100-106-124-136-148 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 4 mm en Silke-Alpaca. Brei 1 nld av (1e nld = verkeerde kant. Brei vervolgens de Boord als volgt: 1 kantst, * 2 r, 4 av *, herhaal steeds *-* en eindig met 2 r en 1 kantst. Brei zo door tot een hoogte van 7-7-8-8-9-9 cm. Minder nu 1 st in elke av-herhaling = 74-84-89-104-114-124 st. Brei door met 2 r/ 3 av tot een hoogte van 14-14-16-16-18-18 cm. Wissel naar breinld 4,5 mm. Brei 1 nld r op de goede kant en minder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 4-6-5-12-12-12 st in deze nld = 70-78-84-92-102-112 st. Brei nog 1 nld r op de verkeerde kant. Brei door in tricotst tot de vereiste afmetingen. Meerder vanaf een hoogte van 16-16-18-18-20-20 cm 3-3-3-3-4-4 x 1 st aan weerskanten op elke 2e cm = 76-84-90-98-110-120 st. Brei bij een hoogte van 22-23-26-27-30-31 cm 2 nld ribbelst over de eerste 7-10-10-13-16-20 st aan weerskanten (de overige st in tricotst breien). Kant vervolgens af voor de armsgaten aan weerskanten in elke 2e nld als volgt: 1-1-1-2-3-3 x 3 st, 0-1-1-1-1-3 x 2 st en 0-1-1-1-1-1 x 1 st = 70-72-78-80-86-88 st. Brei door met 4 ribbelst aan weerskanten tot de vereiste afmetingen. Meerder na het afkanten voor de armsgaten voor de schouder aan weerskanten van elke nld als volgt - lees Tips Meerderen: 8-8-11-11-14-14 x 1 st op elke 2-2-1½-1½-1-1 cm = 86-88-100-102-114-116 st. Kant bij een hoogte van 43-45-49-51-55-57 cm af aan weerskanten voor de schouders in elke 2e nld als volgt: 2 x 8-8-10-10-11-11 st en 2 x 9-9-10-10-12-12 st.
Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 45-47-51-53-57-59 cm de middelste 18-20-20-22-22-24 st af voor de hals. Als het afkanten voltooidd is heeft het achterpand een totale hoogte van ca 47-49-53-55-59-61 cm.

Kraag: Plaats de 18-19-19-20-21-22 st van de draad op het rechter voorpand terug op breinld 4,5 mm. Plaats 1 merkdraad. Brei vervolgens ribbelst over de kraag als volgt: * 2 nld ribbelst over alle st, 2 nld ribbelst over de eerste 10 st *, herhaal steeds *-* totdat de kraag een hoogte van ca 5½-6-6-6½-6½-7 cm vanaf de merkdraad heeft (gemeten op het kortste deel). Kant losjes af en herhaal dit op het linker voorpand.

Afwerken: Sluit de schoudernaden. Sluit de naad van de kraag op het middenachter, en naai de kraag vast langs het achterpand. Sluit de zijnaden met de 1 kantst als naadtoeslag als volgt: De merkdraad op het rechter voorpand wordt aan de rechterkant van het achterpand genaaid vanaf het armsgat tot aan de Boord.
De merkdraad op het linker voorpand wordt aan de linkerkant van het achterpand genaaid vanaf het armsgat tot aan de Boord. Leg het linker voorpand onder het rechter voorpand. Naai de meerderingen van het linker voorpand aan de Boord van de rechterkant van het achterpand. Naai de meerderingen van het rechter voorpand aan de boord van de linkerkant van het achterpand. De voorpanden liggen nu gekruist met het rechter voorpand op het linker voorpand.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 02.03.2011
LINKER VOORPAND: ...M.2 A (-begin bij het pijltje voor uw maat. NB! Brei vanaf het pijltje naar rechts), tricotst over de volgende 20-22-30-32-37-39 st en 4 ribbelst.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant (tricotst)
symbols = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant
symbols = Kabel (= 10 st): Zet 5 st op de kabelnld achter het werk, 5 r, 5 r van de kabelnld
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 103-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (66)

country flag Claudia wrote:

Vielen Dank! Das war sehr hilfreich. Ich habe das Stricken verkehrt herum gelernt (warum auch immer), d.h. von links nach rechts mit dem Faden in der rechten Hand und lese Diagramme dementsprechend auch von links nach rechts. Das wird mir in solchen Anleitungen manchmal zum Verhängnis ;-).

20.09.2016 - 10:51

country flag Claudia wrote:

Ich habe große Schwierigkeiten beim Verständnis der Anleitung für das rechte Vorderteil (Größe M). Nachdem ich 34 Maschen habe soll ich M1A stricken, das sind 22 Maschen, danach 22 Maschen glatt und 4 kraus, macht insgesamt 48. Wenn ich die ersten 8 Maschen M1 stricke und nach und nach die neuen Maschen in M1 integriere, habe ich das Problem, dass ich nach allen Zunahmen 56 Maschen habe, also 8 mehr als 48 (22 M1, 22 glatt, 4 kraus). Gruß, Claudia

18.08.2016 - 09:24

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, haben Sie vielleicht folgenden Satz übersehen: (- siehe Pfeil für die jeweilige Grösse. Beim Pfeil anfangen und gegen links stricken). So hat man 8 M in M1A + 22 M + 4 M = 34 M.

27.08.2016 - 15:42

country flag PennyPiste wrote:

Hei! Aivan ihana malli tämä, mutta ongelmaksi muodostuu etukappaleen rullaus. Kappale lähtee rullaamaan ainaoikeinneuleesta huolimatta (lisäsin jopa kerrokset 4:ään, että kappale pysyisi suorassa). Mitä voin tehdä?

23.09.2015 - 15:50

DROPS Design answered:

Mikäli reunukset rullautuvat myös pingotuksen jälkeen, voit virkata reunuksiin yhden kerroksen kiinteitä silmukoita.

12.10.2015 - 16:07

Laura Tittensor wrote:

I am undertaking drops 103-8 but I am struggling with the front pattern, part M1. A. I am about the undertake the section from 'continue to knit as follows (from the RS). I have 32 stitches (smallest size) and the pattern says knit from arrow to the end of the row, but this would only use up 22 of the 32 stitches, the pattern also says to stockinette over the next 20 stitches but I would only have 10 of the 32 left. Please advise, thanks Laura

15.03.2015 - 17:07

DROPS Design answered:

Dear Mrs Tittensor, on next row from RS, start at the arrow for size S and work the last 8 sts in diagram (from the right towards the left), turn and work the first 8 sts (from left towards the right from WS) and increase at the end of every row from WS (towards A), so that you will work more sts in M1A on next row from RS, until all sts have been cast on and whole diagram M1A can be worked. Happy knitting!

16.03.2015 - 09:39

country flag Marja wrote:

Hei! olen aloittanut työn jo moneen otteeseen mutta ei vain onnistu! Oikea etukpl. Ensimmäiset rivit saan tehtyä. kun aloitan kuvion alkaa vaikeus. M1A eka rivi ok ja nurjapuoli tehdään 2o, 6n, 22n,4 ainaoik, ja lisätään lopussa 2 silmukkaa? seuraava oikean puolen rivi jatkaa kuviota? eli 2n,6o,2n,22o ja 4 ainaoikeaa? M1A kuvio on oikealta puolelta katsottuna eikö? Kiitos jo etukäteen!

03.02.2015 - 16:09

DROPS Design answered:

Kyllä, piirros näyttää mallineuletta oikealta puolelta katsottuna. Mallineuleen ensimmäinen krs neulotaan työn oikealta puolelta, eli 2 n, 6 o. Seuraavalla nurjan puolen krs:lla lisätään 2 s, jolloin seuraavalla oikean puolen krs:lla neulotaan: 4 n, 6 o. Nurjan puolen krs:lla lisätään sitten taas 2 s, jolloin oikealta puolelta neulotaan: 2 o, 4 n, 6 o piirroksen mukaisesti.

12.03.2015 - 16:32

country flag Liisa Silen wrote:

Hi! M1. pattern starts from where the size is indicated with an arrow. But does the pattern start from the arrow everytime? or just the first time? And what should I do with the loops that remain after doing the pattern once? should i just continue? Thank you already!

04.01.2015 - 13:00

DROPS Design answered:

Dear Mrs Silen, start M.1 at the arrow for your size and work as in diagram over the first sts (seen from RS), and work the inc sts as in diagram - when all sts have been inc, you will have all the sts shown in diagram. Happy knitting!

05.01.2015 - 09:13

country flag Marion Behnke wrote:

Hallo und guten Tag,leider ist die Anleitung nicht immer klar. Wo kommt beispielsweise beim Rückenteil am Kragen plötzlich der Hilfsfaden her? Selbst meine Schwiegermutter, die schon unzählige, schwierige und anspruchsvolle Teile nach Anleitung gestrickt hat, versteht diese Strickanleitung zum großen Teil nicht. Was bedeutet eine Reihe links auf links? Zwei Reihen links stricken, oder glatt links, das heisst eine linke Reihe und die Rückreihe rechts? Vielen Dank und schöne Weihnachten

11.12.2014 - 11:04

DROPS Design answered:

Liebe Marion, die Anleitung ist schon älter. Sie wird in Kürze sprachlich überarbeitet und ist dann hoffentlich verständlicher. Ihnen auch schöne Weihnachten!

11.12.2014 - 14:01

country flag Marisa De Kock wrote:

Ik ben al drie keer aan het rechtervoorpand begonnen maar volgens mij doe ik het steeds verkeerd. Ik vind het onlogisch om het patroon van rechts naar links te lezen. Ik brei maat l, kunt u me de eerste 2 nle mailen? Ik snap het gewoon niet!

13.11.2014 - 22:26

DROPS Design answered:

Hoi Marisa. Als je begint met het telpatroon heb je in maat L 38 st op de nld. Je breit dan M.1A, begin bij het pijltje = 4 st, 30 st tricotst (dus r op de goede kant, av op de verkeerde kant) en eindig met 4 ribbelst. Je meerdert dan zoals beschreven in het patroon aan de zijkant = "Side A" en breit steeds meer st mee in het patroon M.1A.

04.12.2014 - 13:15

country flag Eva Cabanillas wrote:

He montado los 36 p. (talla l) del delantero derecho, la 1ªvuelta la hago del reves, la 2ª del derecho, 3ª 4 puntos musgo, 32 puntos reves y dos aumentos, eso me hace 38 puntos. Pero aqui ya me pierdo, porque los nº me descuadran. Porque como seria la 4ª vuelta??? en la explicacion ponen: Tejer desde la flecha de inicio hacia la IZQUIERDA!!! hasta terminar la vta), pts jersey sobre los sig 30 pts, 4 pts musgo. Aqui estoy atascada, porque no se como enlazar con el M1.A

08.09.2014 - 08:25

DROPS Design answered:

Hola Eva. La 4ª fila se trabaja por el LD como sigue: M.1 A (= 4 pts, es decir desde la flecha hasta el final de la fila en el diagrama), 30 pts en pt jersey y 4 pts en pt musgo. En las filas sig según se trabajan los aum se incorporan los pts aumentados en el diagrama M.1A .

09.09.2014 - 09:51

country flag Kate wrote:

Can you pse let me know how many rows need to be knit for M1A on the right side before going to M1B (the pattern says repeat)?

15.01.2014 - 23:27

DROPS Design answered:

Dear Kate, "1 repeat M.A1", means here one time the diagram M.1A in height i.e. the 13 rows. Happy knitting!

16.01.2014 - 08:57