Sandra Johnson schreef:
Love this pattern but I am a little confused about a couple of things. The pattern states to use M1 pattern for the sleeves but it looks like M2. Also, the picture looks like the stem on the jacket is a crochet chain but the pattern just calls for purl stitches which don't really show up. Thanks for any help!!
23.11.2016 - 20:51DROPS Design antwoorde:
Dear Mrs Johnson, you are working M.1 on sleeves, M.2 is worked only for scarf. On front pieces, work P sts as shown in diagram, then crochet chains in the P sts for the stems. Happy knitting!
24.11.2016 - 09:45
DROPS 39-31 |
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
Gebreid DROPS Vest met bloemen van “Karisma”, gebreide DROPS Sjaal van “Camelia” en een gehaakte DROPS Hoed van “Alaska”. Maat S – L.
DROPS 39-31 |
|||||||||||||||||||||||||
VEST: Steekverhouding: 20 st x 26 nld met Karisma op breinld 4 mm volgens het patroon = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Gerstekorrel: 1e nld: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *. 2e nld: r boven av en av boven r. Herhaal steeds de 2e nld. Nop: Meerder tot 5 st in 1 st door om en om voor en achterin de st in te steken. Brei 6 nld tricotsteek heen en weer over deze st. Minder daarna tot 1 st door de 1e, 2e enz. st over de 6e st te halen. Patroon: Zie teltekening ‘Mønster’ en M.1 (1 keer de teltekening = 1 rapport). De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant. Zowel de heengaande als de teruggaande nld zijn weergegeven. De Nederlandse verklaring van de symbolen in de teltekening staan onderaan dit patroon, in dezelfde verticale volgorde als de symbolen bij de teltekening. Brei het hele patroon in tricotsteek. Panden: Brei het vest heen en weer op de rondbreinaald. Gezien het grote aantal steken kunt u beter geen rechte breinld gebruiken. Zet 198 (202-210) st op met breinld 2,5 mm en naturel. Brei 3 cm gerstekorrel. Wissel naar rondbreinld 4 mm. Brei verder in tricotsteek en meerder 26 (38-42) st gelijkmatig verdeeld in de 1e nld = 224 (240-252) st. Brei vanaf een hoogte van 4 (4-5) cm als volgt: 8 (8-8) st tricotsteek, Mønster, 128 (144-156) st tricotsteek, Mønster in spiegelbeeld, 8 (8-8) st tricotsteek. Brei zo verder. Let op de steekverhouding. Brei bij een hoogte van 27 (29-30) cm de nld als volgt: 54 (58-61) st voorpand, kant 4 st af voor het armsgat, 108 (116-122) st achterpand, kant 4 st af voor het armsgat, 54 (58-61) st voorpand. Brei ieder deel apart verder. Voorpand: = 54 (58-61) st. Kant daarna af voor het armsgat in iedere 2e nld: 1 (2-2) keer 2 st en 2 (2-3) keer 1 st = 50 (52-54) st. Kant vanaf een hoogte van 47 (49-51) cm af voor de hals in iedere 2e nld: 1 keer 5 (6-6) st, 1 keer 3 st, 2 keer 2 st en 2 keer 1 st. Brei, nadat Mønster helemaal gebreid is, verder in tricotsteek over alle st. Kant alle st af bij een totale hoogte van 54 (56-58) cm. Achterpand: = 108 (116-122) st. Kant voor het armsgat af zoals bij het voorpand = 100 (104-108) st. Kant bij een hoogte van 52 (54-56) cm de middelste 24 (26-26) st af voor de hals. Kant in de volgende nld aan beide halszijden nog 2 st af. Kant alle st af bij een totale hoogte van 54 (56-58) cm. Mouwen: Zet 48 (48-48) st op met breinaalden zonder knop 2,5 mm en naturel. Brei rond. Brei 3 cm gerstekorrel. Wissel naar breinaalden zonder knop 4. Brei volgens teltekening M.1 (let er op dat er één rapport midden op de mouw komt). Meerder 4 (4-4) st gelijkmatig verdeeld in de 1e nld = 52 (52-52) st. Meerder bovendien na de gerstekorrel 28 (28-30) keer 2 st midden in de ondermouw in om en om iedere 3e en 4e nld = 108 (108-112) st. Kant, als de mouw een hoogte heeft van 46 (46-46) cm, midden in de ondermouw 6 st af. Brei het werk verder heen en weer op de breinld. Kant daarna aan weerszijden 5 keer 5 st af voor de mouwkop in iedere 2e nld. Kant de resterende st af. De hoogte is nu ca 51 (51-51) cm. Afwerken: Sluit de schoudernaden. Neem ca 110-120 st op langs het linker voorpand met rondbreinld 2,5 mm en naturel. Brei 3 cm gerstekorrel heen en weer op breinld. Kant alle st af. Herhaal dit langs het rechter voorpand, maar kant na 1 cm gelijkmatig verdeeld op de breinld af voor 5 knoopsgaten - 1 knoopsgat = kant 2 st af. Zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de afgekante st. Neem ca 94 st op aan de verkeerde kant rond de hals met breinaalden zonder knop 2,5 mm en naturel, neem geen st op boven de voorbiezen. Brei gerstekorrel heen en weer op breinld. Meerder tegelijkertijd bij elke schouder 1 st aan weerszijden van de middelste st (= av) in iedere 2e nld. Kant alle st af als de kraag een hoogte heeft van 8 cm. Naai de mouwen in het vest. Zet de knopen aan. Bloemen: Haak 10 grote bloemen met haaknaald 3,5 mm en 6 kleine bloemen met haaknaald 2,5 mm als volgt: * Haak 4 l met naturel. Sluit deze tot een ring met 1 hv. 1e toer: Haak 1 l en daarna 6 v in de ring. 2e toer: * 1 v in de v eronder, 3 l *, herhaal steeds *-* eindig met 1 hv in de 1e v van het begin van de toer. Er zijn nu 6 boogjes gehaakt. 3e toer: 1 l. Haak daarna in elk boogje: *1 v, 1 l, 3 stk, 1 l, 1 v*, herhaal steeds *-*. 4e toer: Keer het werk. Haak * 1 v in de v van de 2e toer (haak rond de st van de vorige toer), 5 l *, herhaal steeds *-*, eindig met 1 hv in de 1e v. Er zijn nu 6 boogjes gehaakt. Knip de draad af en trek deze door de laatste st. Blad: Haak 8 blaadjes met haaknaald 3,5 mm en naturel als volgt: * Haak een ketting van 12 l. Haak nu rond de lossen als volgt: 1 hv in de 2e en 3e l, 1 hstk in de 4e en 5e l, 1 stk in de 6e, 7e en 8e l, 1 hstk in de 9e en 10e l, 1 hv in de 11e en 12e l. Er is nu langs één kant van de ketting gehaakt. Haak 1 l en keer het werk. Herhaal de toer langs de andere kant van de ketting. Haak in de volgende toer hv rond het hele blad, steek steeds in het achterste deel van de st van de toer er voor. Begin de toer met 2 l en haak 2 l voor het werk wordt gekeerd. Borduur kettingsteek met 2 draden naturel over de av st op de panden. Dit zijn de stelen. Naai daarna de grote bloemen en bladeren vast op de plaatsen die staan aangegeven in Mønster. Naai aan elke kant van de kraag drie kleine bloemen vast van de schouder naar middenvoorn. SJAAL: Steekverhouding: 23 st x 30 nld met Camelia op breinld 3,5 mm volgens teltekening M.2 = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien. Patroon: Zie teltekening M.2 (1 keer de teltekening = 1 rapport). De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant. Zowel de heengaande als de teruggaande nld zijn weergegeven. De Nederlandse verklaring van de symbolen in de teltekening staan onderaan dit patroon, in dezelfde verticale volgorde als de symbolen bij de teltekening. Brei het hele patroon in tricotsteek. Sjaal: Zet 75 st (inclusief 2 kantst aan weerszijden) op met breinld 3,5 mm en naturel. Brei 2 nld ribbelst. Brei daarna verder tot volgens teltekening M.2 een hoogte van 178 cm (met 2 kantst aan weerszijden, brei deze st steeds in ribbelst). Brei nog 2 nld ribbelst. Kant alle st af. Haak daarna aan beide uiteindes van de sjaal een rand met haaknaald 3,5 mm als volgt: 1 v, * 3 l, 1 stk in de 1e l, sla 2 st over, 1 v *, herhaal steeds *-* GEHAAKTE HOED: Steekverhouding Haken: 12 v x 12 toeren = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig een dikkere of dunnere haaknaald. Haak altijd een proeflapje! Haak met haaknaald 5 mm een ketting van 4 l. Sluit de l tot een ring met 1 hv in de 1e l. Begin alle toeren met 1 l. Deze l vervangt de eerste v. Eindig alle toeren met 1 hv in de 1e v van dezelfde toer. Haak 6 v in de ring. Haak in de volgende toer 2 v in iedere v = 12 v. Haak de volgende toer als volgt: * 2 v in de 1e v, 1 v in de volgende v *, herhaal steeds *-* = 6 meerderingen = 18 v. Haak de volgende toer als volgt: * 2 v in de 1e v, 2 v *, herhaal steeds *-* . Haak zo verder, maar laat steeds 1 v meer tussen de meerderingen van 2 v in 1 v. Blijf meerderen tot een hoogte van 6 (8) cm vanaf het midden. Meerder daarna in iedere 2e toer tot een hoogte van 9 (11) cm vanaf het midden. Haak nu verder zonder te meerderen tot een hoogte van 17 (19) cm vanaf het midden. Minder in de volgende toer gelijkmatig verdeeld 10 v, door 10 keer 1 v over te slaan. Haak nog 2 toeren en haak daarna de rand als volgt: * 2 v, 2 v in de volgende v *. Herhaal steeds *-*. Haak nu 3 toeren zonder te meerderen. Haak de toer daarna als volgt: Meerder 1 v in iedere 3e v. Haak nog 8 toeren zonder te meerderen. Eindig met 1 hv. Knip de draad af en maak die vast. VERKLARING SYMBOLEN TELTEKENING: Mønster en M.1: = recht = averecht (steel) = nop (zie de beschrijving hierboven) = av, naai hier de bloemen vast = naai hier de bladeren vast M.2: = recht = averecht = 1 omslag = 2 r sm = haal 1 st r af, brei 1 st r, haal de afgehaalde st over de gebreide st. |
|||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 34 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 39-31
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.