Little Sea Man#littleseamanset |
||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||
Set bestaande uit gebreid vest met raglan, gestreepte broek met boordsteek en sloffen in DROPS Alpaca. Maten baby en kinderen van 1 maand tot 4 jaar.
DROPS Baby 14-29 |
||||||||||||||||
VESTJE: Steekverhouding: 18 st x 23 nld met 2 draden Alpaca met breinld 4.5mm in tricotst = 10 x 10 cm. Ribbelst (heen en weer op de nld): Alle nld recht breien. Knoopsgat: Maak knoopsgaten in het rechter voorpand op de goede kant als volgt: Brei de 2e en de 3e st vanaf de kant samen en maak een omslag. Brei in de volgende nld de omslag als een st. Maak knoopsgaten als volgt: Maat 1/3 maanden: 2, 8, 14 en 20 cm Maat 6/9 maanden: 2, 8, 15 en 21 cm Maat 12/18 maanden: 2, 8, 14, 20 en 26 cm Maat 2 jaar: 2, 9, 16, 23 en 30 cm Maat 3/4 jaar: 2, 10, 18, 26 en 34 cm NB! Het laatste knoopsgat komt in het halsboord. Tips voor het minderen (geldt voor de raglan): Alle minderingen komen op de goede kant van het werk. Minder als volgt in elke overgang van mouw en panden (begin 3 st voor de merkdraad): 2 r sam, 2 st r (merkdraad zit tussen deze 2 st), 1 r afh, 1 r, afgeh st overh. Voor- en achterpand: Het vestje wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld vanaf het middenvoor. Denk aan de knoopsgaten op de rechter knoopsgatbies – zie boven. Zet 132-138-150 (162-168) st op (incl. 5 voorbiesst langs het middenvoor aan weerskanten, die op het hele werk in ribbelst worden gebreid) met 2 draden lichtturkoois (dubbele draad) en breinld 4.5mm. Brei 1 nld av op de verkeerde kant en brei de volgende nld als volgt: 5 voorbiesst in ribbelst, *2 r, 4 av*, herhaal van *-* en eindig met 2 r en 4 voorbiest in ribbelst. Brei door met deze boordst tot een hoogte van 3-3-3 (4-4) cm. Ga vervolgens verder in tricotst met 5 voorbiesst aan weerskanten in ribbelst. Pas tegelijkertijd in de 1e nld na de boordst het aantal st aan naar 118-128-140 (146-158) st – minder niet tussen de 5 voorbiesst aan weerskanten. Plaats een merkdraad 32-34-38 (39-42) st vanaf beide kanten = 54-60-64 (68-74) st tussen de merkdraden op het achterpand. Minder bij een hoogte van 5-5-6 (6-6) cm 5 x 1 st aan weerskanten van de merkdraden op elke 3-3-3 (4-5) cm = 98-108-120 (126-138) st. Brei bij een hoogte van 19-20-23 (27-30) cm – zorg dat de volgende nld op de verkeerde kant komt – 3 nld ribbelst over alle st. Kant in de volgende nld 6-8-8 (8-10) st aan weerskanten voor de armsgaten (d.w.z. 3-4-4 (4-5) st aan weerskanten van de merkdraden) = 38-42-46 (50-54) st op het achterpand en 24-25-29 (30-32) st voor elk voorpand. Leg het werk terzijde en brei de mouwen. Mouw: De mouw wordt in het rond gebreid op sokkenbreinld. Zet 30-30-36 (36-36) st op met 2 draden lichtturkoois. Brei 1 nld r en ga verder in boordst 2r, 4 av, tot een hoogte van 3-3-3 (4-4) cm. Brei verder in tricotst en pas tegelijkertijd het aantal st aan naar 28-28-30 (30-32) op de 1e nld in tricotst. Meerder vanaf een mouwhoogte van 8-6-6 (6-6) cm, 2-4-5 (7-7) x 2 st op het midden ondermouw op elke 7-4-3 (3-3.5) cm = 32-36-40 (44-46) st. Brei bij een hoogte van 18-20-21 (26-30) cm 1 nld av, 1 nld r, 1 nld av en 1 nld r terwijl in deze laatste nld 6-8-8 (8-10) st van de middenondermouw worden afgekant = 26-28-32 (36-36) st. Leg het werk terzijde en brei de andere mouw. Pas: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de voor- en achterpanden boven de st van de armsgaten = 138-148-168 (182-190) st. Plaats een merkdraad in alle overgangen tussen de panden en de mouwen (= 4 merkdraden). Lees het onderstaande goed door voordat u verder gaat: Brei ribbelst over alle st en brei 1 nld r op de verkeerde kant voordat de raglanminderingen beginnen. Raglan minderingen: Minder 1 st aan weerskanten van alle merkdraden (= 8 minderingen per nld) – zie de tips voor het minderen – Minder in elke 4e nld in totaal 7-8-8 (9-10) keer en vervolgens in elke 2e nld 0-0-2 (2-2) keer. Hals: Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 25-27-31 (41-45) cm de buitenste 8-8-10 (10-10) st langs het middenvoor op een draad voor de hals. Kant vervolgens aan de halskant af in elke 2e nld: 2 x 2 st en 2 x 1 st. Als de minderingen voor de raglan en de hals voltooid zijn resteren er 54-56-56 (62-62) st en heeft het werk een hoogte van ca 30-32-36 (41-45) cm. Afwerking: Neem ca 80 tot 96 st langs de hals (incl. de st van de draden) met rondbreinld 4mm met 2 draden turkoois. Brei 1 nld r op de verkeerde kant en 1 nld r op de goede kant en pas tegelijkertijd het aantal st aan naar 54-60-60 (66-66). Brei verder in boordst als volgt (1e nld= verkeerde kant): 5 voorbiesst in ribbelst, *2 av, 4 r*, herhaal van *-* en eindig met 2 av en 5 ribbelst. Maak na 1 cm een knoopsgat boven de anderen in het rechter voorpand. Kant losjes af in patroon als de boord een hoogte heeft van 2 cm. Sluit de opening onder de armen en naai de knopen aan. BROEKJE: Steekverhouding: 19 st x 25 nld met dubbele draad en breinld 4mm in tricotst = 10 x 10 cm. Boordst: *3 r, 3 av*, herhaal van *-* Strepen: zie teltekening M.1 Tips voor het meerderen: Neem het draadje tussen de linker- en rechternaald op en brei deze verdraaid r of av zodat het in de boordst past – d.w.z. brei de 1e 3 gemeerderde st r, brei de volgende 3 av etc. Het broekje wordt van boven naar beneden gebreid. Zet 84-96-96 (108-108) st op met 2 draden beige-mix en rondbreinld 4mm. Brei boordst. Begin na 2 cm met het streeppatroon – zie M.1, begin onderaan de teltekening. Meerder vanaf een hoogte van 10-13-14 (15-16) cm in elke 2e nld 12 x 1 st aan weerskanten van de 3 middelste rechte st – zie de tips voor het meerderen – = 108-120-120 (132-132) st. Na de laatste meerdering heeft het werk een hoogte van ca 20-23-24 (25-26) cm. Kant in de volgende nld 5 st af op het middenvoor en middenachter en brei de pijpen afzonderlijk verder. Pijpen: Zet de st van een pijp op een draad en de st van de andere pijp op sokkenbreinld 4mm = 49-55-55 (61-61) st. Brei in het rond (en laat het streeppatroon doorlopen) en minder in de 1e nld de 4 av aan de binnenkant van de pijp naar 3 av = 48-54-54- (60-60) st. Ga door in boordst met het streeppatroon tot de pijp een lengte heeft van 18-21-24 (29-34) cm. Wissel naar beige-mix en brei 6 cm boordst voor de omslag. Kant losjes af in patroon. Brei de andere pijp op dezelfde manier. Afwerking: Sluit de opening tussen de benen. Vouw de bovenste 2 cm van de tailleband naar de verkeerde kant en zet deze netjes vast – laat een stukje open en rijg hier het elastiek door. Vouw de omslag van de pijpen naar buiten om. LAARSJES: Voor een voetlengte van: 10-11-12 (14-15) cm Steekverhouding: 19 st x 38 nld met een dubbele draad en breinld 4mm in ribbelst = 10 x 10 cm. Ribbelst (heen en weer op de nld): Alle nld recht breien Boordst: *2 r, 2 av*, herhaal van *-*. De laarsjes worden van boven naar beneden gebreid en later op de middenachter gesloten. Zet losjes 14-16-16 (18-18) st op met 2 draden lichtturkoois en breinld 4mm en brei ribbelst tot een lengte van 3-3-3 (4-4) cm. Zet de st op een draad en brei eenzelfde stukje (= het bovendeel van het laarsje). Zet de 2 stukjes op dezelfde nld en brei 1 nld ribbelst over alle st = 28-32-32 (36-36) st (de opening in het midden van het werk = middenvoor). Wissel naar breinld 3.5mm en brei de volgende nld als volgt op de goede kant: 1 kantst in ribbelst, *2 r, 2 av*, herhaal van *-* en eindig met 2 r en 1 kantst in ribbelst. Brei de boordst zo verder tot een hoogte van 3.5-4.4.5 (5-5) cm. Zet vervolgens de buitenste 10-11-11 (12-12) st aan weerskanten op een draad. Ga weer verder met breinld 4mm en brei 4-5-6 (7-8) cm ribbelst over de resterende 8-10-10 (12-12) st van de middenvoor. Minder nu in elke 2e nld aan weerskanten 2 x 1 st = 4-6-6 (8-8) st over, knip de draad af. Neem 10-11-13 (15-17) st op aan weerskanten van het middenstukje en zet de st van de draad weer terug op de nld = 44-50-54 (62-66) st. Brei 3-3.5-4 (4.5-5) cm ribbelst over alle st, en minder tegelijkertijd na 1.5-2-2.5 (3-3.5) cm in elke 2e nld als volgt tot de vereiste afmetingen: Kant 1 st af aan het begin en het eind van de nld en brei 2 st samen aan weerskanten van de middelste st = ca 32-38-42 (50-54) st over. Kant losjes af. Brei nog een laarsje. Sluit de naad onder de voet en middenachter – naai in de buitenste lusjes om een mooie vlakke naad te krijgen. KNUFFEL: zie patroon nr. 13-34 |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #littleseamanset of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 25 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 14-29
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.