Creamy Comfort Sweater#creamycomfortsweater |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||
Gebreide trui voor kinderen in 2 draden DROPS Alpaca. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, kabels en rolhals. Maten 2 - 14 jaar.
DROPS Children 50-8 |
|||||||||||||
|
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon A.1. Vind uw maat in het telpatroon en begin op uw pijl. Het telpatroon toont alle naalden van het patroon aan de goede kant gezien. Het telpatroon wordt van rechts naar links gelezen als u aan de goede kant breit en van links naar rechts als u aan de verkeerde kant breit (geldt voor alternatief-1 met knoopbiezen). KNOOPSGATEN (geldt voor alternatief-1 met knoopbiezen): Brei de knoopsgaten vanaf het begin van de goede kant als volgt: NAALD 1 (goede kant): 2 recht, maak 1 omslag, 2 recht samen. NAALD 2 (verkeerde kant): Als er 4 steken over zijn op de naald, brei dan de voorbies zoals hiervoor, brei de omslag zodat er een gaatje ontstaat. Het eerste knoopsgat wordt op de eerste naald gebreid aan de goede kant nadat de rolrand klaar is. Brei dan de andere 2-2-2-3-3-4-4 knoopsgaten met 2½-2½-2½-2½-2½-3-3 cm tussen elk. RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant. 1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden recht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): Brei afwisselend 1 naald recht en 1 naald averecht. 1 ribbel = 2 naalden. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (heen en weer gebreid): Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag als volgt: NA DE RAGLANSTEKEN (de omslag draait naar rechts): Haal de omslag averecht af en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (door de linker naald in te voegen aan de achterkant van de steek). Brei de omslag averecht door de voorste lus, om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek of in het patroon. VOOR DE RAGLANSTEKEN (de omslag draait naar links): Brei averecht door de lus van de steek aan de achterkant van de naald, om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek of in het patroon. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (als u in de rondte breit): Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslag als volgt: NA DE RAGLANSTEKEN (de omslag draait naar links): Brei de steek recht in de lus op de achterkant van de naald, om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek of in het patroon. VOOR DE RAGLANSTEKEN (de omslag draait naar rechts): Haal de omslag averecht af en zet hem omgekeerd terug op de linker naald door de linker naald in te voegen aan de achterkant. Brei de omslag recht door lus van de steek aan de voorkant van de naald, om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek of in het patroon. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de rechte steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. De trui wordt met 2 draden gebreid. U kabelt alleen op het voorpand. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid en kan met of zonder knoopbiezen op het voorpand gebreid worden. Met knoopbiezen worden de hals en de pas eerst heen en weer gebreid, dan wordt het werk verder in de rondte gebreid. Zonder knoopbiezen, worden de hals en de pas in de rondte gebreid. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden van boven naar beneden gebreid, in de rondte. Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie. HALS EN PAS (alternatief-1 met knoopbiezen): Als u geen knoopbiezen wilt, ga dan naar Alternatief-2 hieronder. Zet 72-72-80-80-88-88-88 steken op met rondbreinaald 5 mm en 2 draden DROPS Alpaca. Ga verder met rondbreinaald 4 mm (opzetten met een grotere naald maakt de opzetrand losser). Brei in tricotsteek heen en weer gebreid voor 3-3-3-4-4-4-4 cm (rolrand), met de laatste naald aan de verkeerde kant. De naald begint op de rechterschouder voor. Voeg 1 markeerder in na de eerste 16-16-18-18-20-20-20 steken (midden voor), het werk wordt nu vanaf hier gemeten. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Voeg 3 markeerders in zonder de steken te breien, voeg de markeerders in tussen 2 steken (raglansteken). U meerdert voor de raglan aan elke kant van deze 2 steken. De knoopbiezen vervangen de raglansteken op het begin en einde van de naald, u meerdert 1 steek na de eerste 4 steken en 1 steek voor de laatste 4 steken op de naald. Tel 4 steken (= knoopbies), tel 24-24-28-28-32-32-32 steken (= voorpand), voeg markeerder-1 in voor de volgende steek, tel 8 steken (= mouw), voeg markeerder-2 in voor de volgende steek, tel 25-25-29-29-33-33-33 steken (= achterpand), voeg markeerder-3 in voor de volgende steek, tel 7 steken (= mouw), er zijn 4 steken over (= knoop voorbies). De raglansteken worden in tricotsteek gebreid, de eerste en laatste 4 steken in RIBBELSTEEK – lees uitleg hierboven (= knoopbiezen). Meerder nu voor de raglan iedere 2e naald terwijl u in PATROON breit als volgt (de kabels worden alleen gebreid op het voorpand). Als de meerderingen in A.1a klaar zijn, ga dan verder met A.1x over de middelste 33 steken op het voorpand terwijl u verder gaat met meerderen voor de raglan. Denk om de knoopsgaten – lees uitleg hierboven. Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1: NAALD 1 (goede kant): Brei 4 ribbelsteken, maak 1 omslag, brei A.1 tot er 1 steek over is voor markeerder-1, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerder zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag, brei recht tot er 1 steek over is voor markeerder-2 (= mouw), maak 1 omslag, 2 recht (de markeerder zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag, brei recht tot er 1 steek over is voor markeerder-3 (= achterpand), maak 1 omslag, 2 recht (de markeerder zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag, brei recht tot er 4 steken over zijn (= mouw), maak 1 omslag, brei 4 ribbelsteken (8 gemeerderde steken). NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 4 ribbelsteken, brei averecht zoals hiervoor tot de laatste markeerder, 1 averecht, brei patroon tot er 4 steken over zijn, brei 4 ribbelsteken (denk om de omslagen zoals beschreven in TIP VOOR HET MEERDEREN-1). Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 7-7-7-9-9-11-11 keer (14-14-14-18-18-22-22 naalden gebreid) = 128-128-136-152-160-176-176 steken. Alle knoopsgaten zouden nu klaar moeten zijn. Denk om de stekenverhouding. Voeg op de volgende naald, de voorpanden samen door de knoopbiezen samen te breien als volgt, ga dan verder met de pas in de rondte: Plaats de laatste 4 steken op een kabelnaald achter het werk, * plaats de binnenste steek van de kabelnaald op de linker naald, brei 2 recht samen (= 1 ribbelsteek van elke voorbies worden 1 ribbelsteek)*, brei van * - * 4 keer, zodat er 4 ribbelsteken zijn (4 steken geminderd), maak 1 omslag, brei A.1 tot er 1 steek over is voor markeerder-1, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerder zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag, brei recht tot er 1 steek over is voor markeerder-2 (= mouw), maak 1 omslag, 2 recht (de markeerder zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag, brei recht tot er 1 steek over is voor markeerder-3 (= achterpand), maak 1 omslag, 2 recht (de markeerder zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag, brei recht tot de 4 ribbelsteken (= mouw), maak 1 omslag (8 gemeerderde en 4 geminderde steken) = 132-132-140-156-164-180-180 steken. Voeg 1 markeerder in voor de 4 ribbelsteken. De naald begint nu hier. Ga verder in de rondte. Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2: NAALD 1: Ga verder met tricotsteek, A.1 en 4 ribbelsteken zonder te meerderen (denk om de omslagen zoals beschreven in TIP VOOR HET MEERDEREN-2). NAALD 2: Brei 4 ribbelsteken, maak 1 omslag, brei A.1 tot er 1 steek over is voor markeerder-1, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerder zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag, brei recht tot er 1 steek over is voor markeerder-2 (= mouw), maak 1 omslag, 2 recht (de markeerder zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag, brei recht tot er 1 steek over is voor markeerder-3 (= achterpand), maak 1 omslag, 2 recht (de markeerder zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag, brei recht tot er 2 ribbelsteken over zijn (= mouw), maak 1 omslag (8 gemeerderde steken). Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 6-7-8-7-8-7-9 keer (12-14-16-14-16-14-18 naalden gebreid) = 180-188-204-212-228-238-250 steken. U heeft 14-15-16-17-18-19-21 keer gemeerderd in de hoogte voor de raglan (28-30-32-34-36-38-42 naalden gebreid). Brei op de volgende naald de 4 ribbelsteken 2 aan 2 recht samen (2 steken geminderd). Voeg 1 markeerder in tussen deze 2 steken (= begin van de naald), ga verder met deze steken in tricotsteek = 178-186-202-210-226-234-250 steken. Ga verder met tricotsteek en A.1, zonder verdere meerderingen, tot de pas 13-14-15-16-17-18-20 cm meet vanaf de markeerder midden voor. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. HALS EN PAS (alternatief-2 zonder knoopbiezen): Als u een trui met knoopbiezen wilt, brei dan alternatief-1 voor de hals en de pas zoals beschreven hierboven. Zet 64-66-72-74-80-80-82 steken op met rondbreinaald 5 mm en 2 draden DROPS Alpaca. Ga verder met rondbreinaald 4 mm (opzetten met een grotere naald maakt de opzetrand losser). Brei in tricotsteek in de rondte voor 3-3-3-4-4-4-4 cm (= rolrand). Meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste naald 2-0-2-0-2-2-0 steken verdeeld = 66-66-74-74-82-82-82 steken. De naald begint op de rechterschouder voor. Voeg 1 markeerder in na de eerste 13-13-15-15-17-17-17 steken (midden voor). Het werk wordt nu vanaf hier gemeten. Voeg 4 markeerders in zonder de steken te breien, voeg de markeerders in tussen 2 steken (raglansteken), u meerdert voor de raglan aan elke kant van deze 2 steken. De raglansteken worden in tricotsteek gebreid. Voeg markeerder-1 in voor de eerste steek, tel 25-25-29-29-33-33-33 steken (= voorpand), voeg markeerder-2 in voor de volgende steek, tel 8 steken (= mouw), voeg markeerder-3 in voor de volgende steek, tel 25-25-29-29-33-33-33 steken (= achterpand), voeg markeerder-4 in voor de volgende steek. Er zijn 8 steken over na markeerder-4 (= mouw). Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei de eerste naald als volgt, beginnend vanaf de rechterschouder voor – de naald begint tussen 2 raglansteken. Brei tricotsteek en PATROON (kabel alleen op het voorpand), meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken iedere 2e naald als volgt - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. NAALD 1: Brei tricotsteek, met A.1 over het voorpand, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken (8 gemeerderde steken). LET OP: Op het begin van de naald meerdert u na de eerste steek, aan het einde van de naald meerdert u voor de laatste steek. Als de meerderingen in A.1a klaar zijn, ga dan verder met A.1x over de middelste 33 steken op het voorpand terwijl u verder gaat met meerderen voor de raglan. NAALD 2: Ga verder met tricotsteek en A.1 (de omslagen worden gebreid zoals beschreven in TIP VOOR HET MEERDEREN-2). Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 14-15-16-17-18-19-21 keer (28-30-32-34-36-38-42 naalden gebreid) = 178-186-202-210-226-234-250 steken. Denk om de stekenverhouding. Ga verder tricotsteek en A.1, zonder verdere meerderingen, tot de pas 13-14-15-16-17-18-20 cm meet vanaf de markeerder midden voor. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Wanneer de pas van uw keuze klaar is, ga dan verder vanaf hier op dezelfde manier voor beide truien. Brei 53-55-61-63-69-71-75 steken in patroon zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 36-38-40-42-44-46-50 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 4 steken op (midden onder de mouw), brei de volgende 53-55-61-63-69-71-75 steken recht (= achterpand), plaats de volgende 36-38-40-42-44-46-50 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 4 steken op (midden onder de mouw). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 114-118-130-134-146-150-158 steken. Voeg 1 markeerder in, in het midden van de 4 opgezette steken onder 1 mouw. Begin de naald op deze markeerder en brei verder in tricotsteek en patroon in de rondte tot het werk 28-31-35-38-42-44-46 cm meet vanaf de markeerder midden voor. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei boordsteek (3 recht, 3 averecht). Meerder tegelijkertijd 0-2-2-4-4-6-4 steken verdeeld op de eerste naald = 114-120-132-138-150-156-162 steken. Als de boordsteek 3-3-3-4-4-4-4 cm meet, kant dan af met boordsteek. De trui meet ongeveer 31-34-38-42-46-48-50 cm vanaf de markeerder midden voor en 33-36-40-44-48-50-52 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Plaats de 36-38-40-42-44-46-50 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 4 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 40-42-44-46-48-50-54 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 4 steken onder de mouw- de naald begint bij de markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 3-3-3-4-4-4-5 keer 2 steken iedere 7-9-10-8-9-10-9 cm = 34-36-38-38-40-42-44 steken. Brei verder tot de mouw 18-23-26-29-32-36-39 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei boordsteek (3 recht, 3 averecht). Meerder tegelijkertijd 2-0-4-4-2-0-4 steken verdeeld op de eerste naald = 36-36-42-42-42-42-48 steken. Als de boordsteek 3-3-3-4-4-4-4 cm meet, kant dan af met boordsteek. De mouw meet ongeveer 21-26-29-33-36-40-43 cm vanaf de scheiding. AFWERKING (geldt voor alternatief-1 met knoopbiezen): Naai de knopen op de achterste bies, overeenkomend met de knoopsgaten. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #creamycomfortsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 32 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
|||||||||||||
Laat een opmerking achter voor DROPS Children 50-8
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.