DROPS Alpaca Party - 13 alpacagarens heel oktober in de aanbieding!
Product image DROPS Nepal yarn
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Alpaca Party

Winter Bliss Sweater

Gebreide trui in DROPS Nepal. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, reliëfpatroon en hoge col. Maat XS – XXXL.

Markeer maat:
DROPS 262-18

#winterblisssweater

DROPS design: Patroon ne-406
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
XS - S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS NEPAL van garnstudio (behoort tot garengroep C)
650-700-750-850-950-1000-1100 g kleur 0100, Naturel

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 mm.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte in tricotsteek op naald 5 mm = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RAGLAN (heen en weer gebreid):
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken aan de goede kant. Brei op de volgende naald de omslagen zoals uitgelegd hieronder:
VOOR DE MARKEERDER:
Brei de omslagen averecht in de achterste lus van de steken om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon.
NA DE MARKEERDER:
Haal de steek van de linker naald en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (voeg de linker in naald in vanaf de achterkant als u hem terugzet op de naald). Brei de omslagen averecht in de voorste lus van de steken om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon.

RAGLAN (in de rondte gebreid):
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen zoals uitgelegd hieronder:
VOOR DE MARKEERDER:
Haal de steek van de linker naald en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (voeg de linker naald in vanaf de achterkant als u hem terugzet op de naald). Brei de omslagen in de voorste lus van de steken om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon.
NA DE MARKEERDER:
Brei de omslagen recht in de achterste lus van de steken om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.
De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.
Het aantal steken in telpatroon A.2 varieert tussen 8 en 9 steken vanwege de meerderingen en minderingen in het patroon – het aantal steken in het patroon is gebaseerd op A.2 met 8 steken.

MOUWTIP:
Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Pas aan zodat u mindert op een naald met recht.
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerder als volgt:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerder, 2 recht samen, 3 recht (de markeerder zit in de middelste steek), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
In dit patroon worden naalden van verschillende lengte gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid.
Zet steken op voor de halslijn en brei heen en weer gebreid op de rondbreinaald – zet TEGELIJKERTIJD nieuwe steken op aan elke kant van de naald tot het juiste aantal steken en de hals is klaar.
Brei dan de pas in de rondte op de rondbreinaald van boven naar beneden.
Als de pas klaar is, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf naar beneden in de rondte op de rondbreinaald terwijl u de mouwen laat wachten. Brei dan de mouwen naar beneden in de rondte op de naald. Eindig door steken op te nemen rondom de hals en brei een hoge col in de rondte.
Als er 0 steken worden aangegeven voor uw maat, sla dan de informatie over en ga gelijk verde met de volgende informatie.

HALSLIJN:
Zet 53-55-59-65-69-71-73 steken op rondbreinaald 5 mm met DROPS Nepal. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant.
Voeg 4 markeerders in het werk zonder de steken te breien, voeg de markeerders in een steek, deze steken worden raglansteken genoemd en het meerderen voor de raglan wordt aan elke kant van de raglansteken gedaan. De raglansteken worden in tricotsteek gebreid.
Tel 1-1-1-1-1-1-1 steek (= linkerkant van het voorpand), voeg de 1e markeerder in de volgende steek,
tel 11-11-13-15-17-17-17 steken (= mouw), voeg de 2e markeerder in de volgende steek,
tel 25-27-27-29-29-31-33 steken (= achterpand), voeg de 3e markeerder in de volgende steek,
tel 11-11-13-15-17-17-17 steken (= mouw), voeg de 4e markeerder in de volgende steek. Er is 1-1-1-1-1-1-1 steek over op de naald voor de rechterkant van het voorpand.

INFORMATIE VOORDAT U VERDER GAAT:
Brei heen en weer gebreid – zet TEGELIJKERTIJD nieuwe steken op voor de hals, meerder voor de RAGLAN en brei in PATROON - lees uitleg hierboven, dus brei eerst in tricotsteek tot er een aantal cm zijn gebreid nadat de hals klaar is, brei dan in patroon. Denk om de stekenverhouding!

BREI EN MEERDER ALS VOLGT:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht, meerder voor raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 1 nieuwe steek op voor de hals op de EINDE VAN DE NAALD (= 9 steken gemeerderd) = 62-64-68-74-78-80-82 steken.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht (denk erom dat u de omslagen gedraaid breit aan beide kanten zoals uitgelegd onder RAGLAN), zet dan 1 nieuwe steek op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 1 steek gemeerderd) = 63-65-69-75-79-81-83 steken.
NAALD 3 (= goede kant): Brei recht en meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 1 nieuwe steek op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 9 steken gemeerderd) = 72-74-78-84-88-90-92 steken.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei averecht (brei de omslagen gedraaid aan elke kant), zet dan 1 nieuwe steek op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 1 steek gemeerderd) = 73-75-79-85-89-91-93 steken.
NAALD 5 (= goede kant): Brei recht, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 2 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 10 steken gemeerderd) = 83-85-89-95-99-101-103 steken.
NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei averecht (brei de omslagen gedraaid aan elke kant), zet dan 2 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 2 steken gemeerderd) = 85-87-91-97-101-103-105 steken.
NAALD 7 (= goede kant): Brei recht, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 2 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 10 steken gemeerderd) = 95-97-101-107-111-113-115 steken.
NAALD 8 (= verkeerde kant): Brei averecht (brei de omslagen gedraaid aan elke kant), zet dan 2 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 2 steken gemeerderd) = 97-99-103-109-113-115-117 steken.
NAALD 9 (= goede kant): Brei recht, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 11-13-13-15-15-17-19 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 19-21-21-23-23-25-27 steken gemeerderd) = 116-120-124-132-136-140-144 steken.
Als de halslijn klaar is en er zijn 5 meerderingen voor de raglan gemaakt aan elke kant van de 4 raglansteken, dan zijn er 37-39-39-41-41-43-45 steken op het voorpand/achterpand (inclusief de raglansteken) en 21-21-23-25-27-27-27 steken op de mouwen (aan de binnenkant van de raglansteken).
Knip het garen af. Brei dan in de rondte op de rondbreinaald vanaf de rechterschouder achter, dus verplaats de steken van de linker naald op de rechter naald tot de 3e markeerder (= rechterschouder achter) - LET OP! Brei de steken niet maar verplaats ze. Dit wordt gedaan zodat het patroon aansluit als het begin van de naald verplaatst wordt.

PAS:
NAALD 1: Brei recht en meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken (= 8 steken gemeerderd) LET OP! Meerder NA de markeerder op het begin van de naald en VOOR DE MARKEERDER aan het einde van de naald.
NAALD 2: Brei recht (denk erom dat u de omslagen gedraaid breit aan elke kant zoals uitgelegd onder RAGLAN als u in de rondte breit).
Brei de 1e en 2e NAALD tot het werk 3-4-4-5-3-4-2 cm meet vanaf waar de halslijn klaar was.
Brei nu in patroon terwijl u verder gaat met de meerderingen zoals hiervoor, brei dan als volgt:
NAALD 1: Meerder voor de raglan na de raglansteek, brei A.1 tot de volgende markeerder, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteek (brei de raglansteken in tricotsteek), brei A.1 tot de volgende markeerder (begin A.1 met dezelfde steek (recht of averecht) zoals A.1 eindigde voor de raglansteek - dit geldt voor iedere keer dat gerstekorrel wordt gebreid na de raglansteek), meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteek, brei A.1 tot de volgende markeerder, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteek, brei A.1 tot de volgende markeerder, meerder voor de raglan vóór deraglansteek (= 8 steken gemeerderd).
NAALD 2: Brei A.1 zoals hiervoor (denk erom dat u de raglansteken recht breit en dat u de omslagen gedraaid breit aan elke kant).
NA NAALD 2:
Brei de 1e en 2e NAALD tot er 10-13-14-16-20-14-18 meerderingen voor de raglan zijn gemaakt in totaal, inclusief de meerderingen in de halslijn (= 20-26-28-32-40-28-36 naalden gebreid). Er zijn 47-55-57-63-71-61-71 steken op het voorpand/achterpand (inclusief de raglansteken) en 31-37-41-47-57-45-53 steken op de mouwen (aan de binnenkant van de raglansteken) = 156-184-196-220-256-212-248 steken.

Brei dan en meerder als volgt (ga verder in patroon zoals hiervoor):
NAALD 1: Brei A.1 zoals hiervoor en meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken (= 8 steken gemeerderd).
NAALD 2: Brei A.1 zoals hiervoor (denk om de raglansteken en brei de omslagen gedraaid).
NAALD 3: Brei A.1 zoals hiervoor en meerder voor de raglan NA de 1e en 3e markeerder op de naald en VOOR de 2e en 4e markeerder (meerder alleen op het voorpand/achterpand - niet op de mouwen = 4 steken gemeerderd).
NAALD 4: Brei A.1 zoals hiervoor (brei de raglansteken recht en brei de omslagen gedraaid aan elke kant).
NA NAALD 4:
Brei de 1e tot 4e NAALD 7-6-6-6-4-9-8 keer in totaal (= 28-24-24-24-16-36-32 naalden gebreid), er zijn 7-6-6-6-4-9-8 meerderingen op de mouwen gemaakt en 14-12-12-12-8-18-16 meerderingen op het voorpand/achterpand) = 240-256-268-292-304-320-344 steken op de naald.

Alle meerderingen zijn nu klaar, er zijn 24-25-26-28-28-32-34 meerderingen in totaal gemaakt voor het voorpand/achterpand en 17-19-20-22-24-23-26 meerderingen op de mouwen = 75-79-81-87-87-97-103 steken op het voorpand/achterpand en 45-49-53-59-65-63-69 steken op de mouwen.
Het werk meet ongeveer 18-19-20-21-21-25-27 cm gemeten midden voor (het werk meet ongeveer 25-26-28-29-30-34-36 cm vanaf de schouder als het kledingstuk gevouwen wordt op de schouder).
Als het werk korter is dan dit, brei dan verder zonder meerderingen tot de juiste afmetingen (ga verder in patroon zoals hiervoor). Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen.

VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
Als het werk verdeeld wordt voor het lijf en de mouwen zitten de raglansteken ietwat naar het voorpand/achterpand, dus TEGELIJKERTIJD als de volgende naald wordt gebreid, verdeelt u de pas voor het lijf en de mouwen als volgt: Brei de eerste 1-2-3-3-5-4-6 steken zoals hiervoor (deze steken horen bij het achterpand), zet de volgende 45-47-49-55-57-57-59 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 9-11-13-15-17-21-23 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw), brei 75-81-85-91-95-103-113 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 45-47-49-55-57-57-59 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 9-11-13-15-17-21-23 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw), en brei de laatste 74-79-82-88-90-99-107 steken zoals hiervoor (= voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder.

LIJF:
= 168-184-196-212-224-248-272 steken. Voeg 1 markeerder in aan een kant van het werk (in het midden van de 9-11-13-15-17-21-23 steken die opgezet zijn onder de mouw). Brei tot de markeerder, de naald begint hier en brei in de rondte.
Ga verder in patroon zoals hiervoor tot het werk ongeveer 39-41-42-42-43-44-46 cm meet, gemeten vanaf de hals midden voor – het werk meet ongeveer 46-48-50-51-53-54-56 cm vanaf schouder – pas aan zodat u minstens 5 cm in tricotsteek breit na de laatste streep met reliëfpatroon.
Op de volgende naald begint de boordsteek terwijl u TEGELIJKERTIJD 56-64-68-68-80-88-96 steken verdeeld meerdert op de 1e naald = 224-248-264-280-304-336-368 steken, brei dan als volgt:
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei A.2 28-31-33-35-38-42-46 keer in totaal in de rondte op het lijf - denk om het meerderen. Ga zo verder in patroon tot het werk ongeveer 8-8-8-9-9-10-10 cm meet - eindig na de 3e of 4e naald in telpatroon. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.
De trui meet ongeveer 47-49-50-51-52-54-56 cm vanaf de hals midden voor en ongeveer 54-56-58-60-62-64-66 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

MOUWEN:
Zet de 45-47-49-55-57-57-59 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 9-11-13-15-17-21-23 opgezette steken onder de mouw - lees MOUWTIP = 54-58-62-70-74-78-82 steken.
Voeg 1 markeerder in, in het midden van de 9-11-13-15-17-21-23 nieuwe steken onder de mouw – de naald begint op de markeerder.
Brei A.1 in de rondte - ga verder in patroon vanaf de pas.
TEGELIJKERTIJD als de mouw 1-1-1-1-1-1-1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN en minder als volgt: Minder 2-2-2-2-2-3-3 keer 2 steken in iedere tweede naald, minder dan 2 steken iedere 2-2-2-2-2-2-2 cm 0-0-2-4-4-4-4 keer in totaal = 50-54-54-58-62-64-68 steken op de naald.
Ga verder tot de mouw 34-33-33-32-33-28-26 cm meet vanaf de scheiding – pas zo aan zodat er minstens 5 cm in tricotsteek zijn gebreid na de laatste streep met reliëfpatroon.
Begin op de volgende naald met boordsteek terwijl u TEGELIJKERTIJD 22-18-26-22-26-24-28 steken verdeeld meerdert op de 1e naald = 72-72-80-80-88-88-96 steken, brei dan als volgt: Brei verder met naalden zonder knop maat 3.5 mm en brei A.2 9-9-10-10-11-11-12 keer in totaal in de rondte op de mouw - denk om het meerderen.
Ga zo verder in patroon tot de boordsteek 12-12-12-13-13-14-14 cm meet - eindig na de 3e of 4e naald in het telpatroon. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.
De mouw meet ongeveer 46-45-45-45-46-42-40 cm vanaf de scheiding.

HOGE COL:
Gebruik rondbreinaald 3.5 mm, begin aan de goede kant en neem ongeveer 76-80-84-92-96-100-104 steken op rondom de hals aan de binnenkant van 1 steek. Brei 1 naald recht en meerder verdeeld naar 98-104-108-120-124-130-134 – Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2. Brei boordsteek in de rondte (= 1 recht/1 averecht) voor 9-10-11-12-12-13-13 cm. Kant ietwat losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht.

Telpatroon

recht = recht
averecht = averecht
brei 5-5-5-5-6-6-7 cm in tricotsteek = brei 5-5-5-5-6-6-7 cm in tricotsteek
dit is geen steek omdat de steek eerder was geminderd, ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon = dit is geen steek omdat de steek eerder was geminderd, ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat
haal 1 steek recht af, 2 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd) = haal 1 steek recht af, 2 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd)
Diagram for DROPS 262-18
Diagram for DROPS 262-18

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #winterblisssweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 262-18

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.