Grey Feather Sweater#greyfeathersweater |
||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Nepal of DROPS Alaska. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek met raglan en kabels. Maten XS - XXXL.
DROPS 263-21 |
||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.4. De telpatronen tonen het patroon aan de goede kant. Denk erom dat de telpatronen van links naar rechts worden gelezen wanneer u aan de verkeerde kant breit. RAGLAN (mouwen): Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, welke als volgt wordt gebreid op de volgende naald: VOOR DE MARKEERDER: Haal de omslag van de linker naald en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (voeg de linker naald in aan de achterkant als u hem terugzet). Brei recht door de voorste lus om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek. NA DE MARKEERDER: Brei recht door de achterste lus om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid, zet steken op voor de halslijn en brei heen en weer gebreid en meerder aan elke kant tot de halslijn klaar is. Dan wordt de pas verder in de rondte gebreid. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden van boven naar beneden gebreid, in de rondte. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en de hals wordt op het einde in de rondte gebreid. Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie. HALSLIJN: Zet 58-60-62-66-70-72-74 steken op met rondbreinaald 5 mm en DROPS Nepal of DROPS Alaska. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de naald (midden achter). Dit is waar de naald begint als de halslijn klaar is. Voeg daarnaast 4 markeerders in zonder de steken te breien, elke markeerder wordt tussen 2 steken ingevoegd. Deze worden gebruikt voor het patroon en bij het meerderen voor de raglan. Tel 4 steken, voeg 1 markeerder in voor de volgende steek (= linker voorpand), tel 10-10-10-12-14-14-14 steken, voeg 1 markeerder in voor de volgende steek (= mouw), tel 30-32-34-34-34-36-38 steken (= achterpand), voeg 1 markeerder in voor de volgende steek, tel 10-10-10-12-14-14-14 steken, voeg 1 markeerder in voor de volgende steek (= mouw), er zijn 4 steken over na de laatste markeerder (= rechter voorpand). INFORMATIE VOORDAT U VERDER GAAT: U breit nu heen en weer en meerdert voor de halslijn, terwijl u in PATROON breit en meerdert voor de RAGLAN – lees uitleg hierboven. In het patroon staan de meerderingen voor de voor- en achterpanden en er zijn daarnaast aparte meerderingen voor de raglan op de mouwen. Denk om de stekenverhouding! BREI EN MEERDER ALS VOLGT: NAALD 1 (goede kant): Brei A.1 (4 steken), verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, 10-10-10-12-14-14-14 recht (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.2 (4 steken), 22-24-26-26-26-28-30 recht (= achterpand), brei A.1, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, 10-10-10-12-14-14-14 recht (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.2, zet 1 steek op voor de halslijn aan het einde van de naald (9 gemeerderde steken) = 67-69-71-75-79-81-83 steken. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht (denk erom dat u de omslagen gedraaid breit zoals beschreven voor RAGLAN/in de symbool uitleg), zet 1 steek op voor de halslijn aan het einde van de naald (1 gemeerderde steek) = 68-70-72-76-80-82-84 steken. NAALD 3 (goede kant): 1 recht, brei A.1, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.2, brei recht tot er 5 steken over zijn voor de volgende markeerder, brei A.1, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.2, 1 recht, zet 1 steek op voor de halslijn aan het einde van de naald (9 gemeerderde steken) = 77-79-81-85-89-91-93 steken. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei averecht, zet 1 steek op voor de halslijn aan het einde van de naald (1 gemeerderde steek) = 78-80-82-86-90-92-94 steken. NAALD 5 (goede kant): Brei recht tot er 6 steken over zijn voor de eerste markeerder, brei A.1 (op deze naald in A.1 breit u de kabel met een meerdering), verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.2 (op deze naald in A.2 u breit u de kabel met een meerdering), brei recht tot er 6 steken over zijn voor de volgende markeerder, brei A.1, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.2, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD, zet dan 2 steken op voor de halslijn (10 gemeerderde steken) = 88-90-92-96-100-102-104 steken. NAALD 6 (verkeerde kant): Brei averecht, zet dan 2 steken op voor de halslijn aan het einde van de naald (2 gemeerderde steken) = 90-92-94-98-102-104-106 steken. NAALD 7 (goede kant): Brei recht tot er 7 steken over zijn voor de eerste markeerder, brei A.1, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.2, recht tot er 7 steken over zijn voor de volgende markeerder, brei A.1, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.2, brei recht tot EINDE VAN DE NAALD, zet dan 2 steken op voor de halslijn (10 gemeerderde steken) = 100-102-104-108-112-114-116 steken. NAALD 8 (verkeerde kant): Brei averecht, zet dan 2 steken op voor de halslijn aan het einde van de naald (2 gemeerderde steken) = 102-104-106-110-114-116-118 steken. NAALD 9 (goede kant): Brei recht tot er 8 steken over zijn voor de eerste markeerder, brei A.1, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.2, brei recht tot er 8 steken over zijn voor de volgende markeerder, brei A.1, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.2, recht tot het EINDE VAN DE NAALD zet dan 10-12-14-14-14-16-18 steken op voor de halslijn (18-20-22-22-22-24-26 gemeerderde steken) = 120-124-128-132-136-140-144 steken. De meerderingen voor de halslijn zijn klaar en u heeft 5 keer gemeerderd voor de raglan aan elke kant van de 4 markeerders (inclusief de meerderingen in de patronen), er zijn 40-42-44-44-44-46-48 steken op de voor- en achterpanden en 20-20-20-22-24-24-24 steken op elke mouw. Knip de draad af. U gaat nu verder in de rondte vanaf midden achter, dus zet de steken van de linker naald op de rechter naald tot de markeerdraad midden achter, zonder ze te breien. PAS: NAALD 1: Brei alle steken recht (denk om de omslagen zoals beschreven in de symbool uitleg). NAALD 2: Brei recht tot er 6 steken over zijn voor de eerste markeerder, brei A.3, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.4, brei recht tot er 6 steken over zijn voor de volgende markeerder, brei A.3, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.4, brei recht tot het einde van de naald (8 gemeerderde steken). Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 12-13-14-13-12-11-10 keer (24-26-28-26-24-22-20 naalden gebreid); in totaal 17-18-19-18-17-16-15 meerderingen in de hoogte voor de raglan (A.3 en A.4 worden in de hoogte herhaald) = 34-36-38-36-34-32-30 naalden gebreid. Er zijn nu 64-68-72-70-68-68-68 steken op de voor- en achterpanden en 44-46-48-48-48-46-44 steken op elke mouw = 216-228-240-236-232-228-224 steken. Meerder nu als volgt: NAALD 1: Brei alle steken recht (denk om de omslagen zoals beschreven in de symbool uitleg). NAALD 2: Brei recht tot er 6 steken over zijn voor de eerste markeerder, brei A.3, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.4, brei recht tot er 6 steken over zijn voor de volgende markeerder, brei A.3, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek voor de raglan, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.4, brei recht tot het einde van de naald (8 gemeerderde steken). NAALD 3: Recht. NAALD 4: Brei recht tot er 6 steken over zijn voor de eerste markeerder, brei A.3, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek voor de raglan, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.4, brei recht tot er 6 steken over zijn voor de volgende markeerder, brei A.3, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei A.4, brei recht tot het einde van de naald (= 4 gemeerderde steken, dus meerder alleen op de voor- en achterpanden, niet op de mouwen). Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 2-3-3-4-6-8-10 keer (8-12-12-16-24-32-40 naalden gebreid); in totaal 2-3-3-4-6-8-10 meerderingen in de hoogte op de mouwen en 4-6-6-8-12-16-20 meerderingen in de hoogte op de voor- en achterpanden. Alle meerderingen zijn nu klaar; er zijn in totaal 21-24-25-26-29-32-35 meerderingen in de hoogte op de voor- en achterpand en 19-21-22-22-23-24-25 meerderingen in de hoogte op de mouwen (72-80-84-86-92-100-108 steken op de voor- en achterpand en 48-52-54-56-60-62-64 steken op elke mouw) = 240-264-276-284-304-324-344 steken. Ga zo verder met de meerderingen of kabels tot de pas 17-18-20-20-22-25-28 cm meet vanaf de halslijn midden voor. Het werk meet ongeveer 24-25-27-28-30-33-36 cm vanaf de schouder met het werk plat neergelegd. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Brei de eerste 36-40-42-43-46-50-54 steken recht (= helft het achterpand), plaats de volgende 48-52-54-56-60-62-64 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-12-16-18-20 steken op (midden onder de mouw), brei 72-80-84-86-92-100-108 recht (= voorpand), plaats de volgende 48-52-54-56-60-62-64 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-12-16-18-20 steken op (midden onder de mouw), brei de laatste 36-40-42-43-46-50-54 steken (= helft van het achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 156-172-184-196-216-236-256 steken. Voeg 1 markeerder in, in het midden van de 6-6-8-12-16-18-20 opgezette steken onder een mouw. Brei recht tot de markeerder; de naald begint nu hier. Brei in tricotsteek in de rondte tot het werk 38-40-41-42-44-45-47 cm meet vanaf de halslijn midden voor (ongeveer 45-47-48-50-52-53-55 cm vanaf de schouder). Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht). Meerder tegelijkertijd 28-32-32-36-40-40-44 steken verdeeld op de eerste naald = 184-204-216-232-256-276-300 steken. Als de boordsteek 5-5-6-6-6-7-7 cm meet, kant dan af met Italiaans afkanten, of ietwat losjes met boordsteek. De trui meet ongeveer 43-45-47-48-50-52-54 cm vanaf de halslijn midden voor en 50-52-54-56-58-60-62 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Plaats de 48-52-54-56-60-62-64 mouwsteken van een hulpdraad op de rondbreinaald 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-8-12-16-18-20 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 54-58-62-68-76-80-84 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-12-16-18-20 steken onder de mouw- de naald begint bij de markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 1-1-1-2-2-2-2 keer 2 steken iedere 2e naald, minder dan 2 steken iedere 8-7-5-4½-3-2-1½ cm in totaal 3-4-5-6-10-11-12 keer = 46-48-50-52-52-54-56 steken. Brei verder tot de mouw 35-34-31-32-31-26-23 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht). Meerder tegelijkertijd 18-18-20-20-22-22-24 steken verdeeld op de eerste naald = 64-66-70-72-74-76-80 steken. Als de boordsteek 10-10-12-12-12-14-14 cm meet, kant dan af met Italiaans afkanten, of ietwat losjes met boordsteek. De mouw meet ongeveer 45-44-43-44-43-40-37 cm vanaf de scheiding. HALS: Gebruik rondbreinaald 3.5 mm, begin aan de goede kant bij een raglanlijn en neem 93-97-101-105-109-111-119 steken op rondom de halslijn – het aantal steken moet deelbaar zijn door 2. Zorg ervoor dat u steken opneemt in een strakke lijn, aan de binnenkant van de opzetrand zodat de hals een mooie curve heeft. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 5-5-5-6-6-7-7 cm. Kant af met Italiaans afkanten, of ietwat losjes met boordsteek. |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #greyfeathersweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 31 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 263-21
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.